De bakkerijschool: vakblad ten behoeve van de bakkerij en aanverwante nijverheden, tevens gewijd aan de bestrijding van de vervalschingen der levensmiddelen

571176 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 29 Juni. De bakkerijschool: vakblad ten behoeve van de bakkerij en aanverwante nijverheden, tevens gewijd aan de bestrijding van de vervalschingen der levensmiddelen. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/cc0tq5sg3f/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

l,te JAARGANG — N' 20. 3.10 FR. HET NUMMER. ZATERDAG, 29 JUNI 1918. DE BAKKERIJSCHOOL ÎBERICHT. — Klachten bereiken ons b treffende het niet regelmatig ontvangen vï het Vakblad. Abonnenten, welke over de o: y regelmatigheid mochten te klagen hebbei waarmede het Vakblad hen bereikt, worde vriendelijk verzocht ons daar dadelijk va te verwittigen. Het gebruik van moderne Werktuigen in de Bakkerij. (Slot) Maar het groote voordeel van de machir ligt in het snel en goedkoop bewerken d< grondstof. Met behulp van de machine zal b werk, dat and ers uren vraagt, steeds in enke minuten geschieden. En daar de loonen aa handenarbeid evenrpdig zijn met den tijd, die men aan het verwerken besteedt, zullen oc de uitgaven aan loon, tesamen met den tij en in dezelfde mate, afnemen. Wel hoeft me daarbij rekening te houden van de afschrijvings intrest- en verbruikskosten, maar in kleine bal kerijen zijn die uitgaven zoo gering dat zij te nauwernood in aanmerking komen tegenovi de besparing die men met behulp van de m: chine op den handenarbeid verwezenlijkt. Het snel bewerken der grondstof verminde niet enkel de uitgaven voor handenarbeid, oo op den omzet heeft het een doorslaanden il vloed : de machine vermeerdert immers h< voortbrengstvermogen van den bakker. Enke' leveranties, laat ons stellen voor openbare aai bestedingen, liggen precies omdat zij een b< paalden omvang hebben en dus in betrel kelijk korten tijd moeten uitgevoerd worden e verder ook omdat de prijzen zoo laag staai heelemaal buiten het bereik van den kleine bakker. De verbeterde machine stelt voor hei de dubbele mogelijkheid open, leveringen va grooteren omvang met geringer uitgaven aa te vatten. Vindt de bakker aldus in het gebruik d< machines dezelfde voordeelen welke een klei nijveraar, van welken stiel ook, doorgaans u het gebruik van moderne werktuigen trekt, da biedt het vraagstuk voor hem ook nog ee gansch bijzonder belang. Benevens de uitgave voor handenarbeid, hoeft de bakkerij nog mf andere uitgaven rekening te houden, die alho< wel van minder belang dan de voorgaande toch jaarlijks een bedrag van belang uitmaker namelijk de stookkosten. Waar wij in een vori artikel reeds wezen op den lagen werkingsgraa van den ouden houtoven, daar zal men allicl beseffen dat de techniek niet rusteloos geblf ven is in haar zoeken naar middelen om h« bakken langs meer rationneelen weg te bekc men. De verbeterde ovens, welke thans op d markt gebracht worden, kenmerken zich ail door de meer oordeelkundige wijze waarop d warmte benuttigd wordt. Een besparing op d brandstofuitgaven is daar het natuurlijk e rechtstreeksch gevolg van. Het voordeel wel hierin voor den bakker te vinden is wordt no verhoogd door het ruim aandeel dat de vei beterde oven in het verminderen van den ai beidsduur meebrengt : ook op de loonen aa handenarbeid heeft hij dus een invloed. In dezen tijd van hardnekkigen concurrentie strijd is het niet voldoende, waren van de best hoedanigheid voort te brengen ; men moet i staat zijn deze waren voort te brengen me een minimum van uitgaven. Wie dit niet ka stoot stelselmatig een goed deel van de kliën teel van zich af. Laat de bakker in het verbeterd werktuig o in het modem toestel een middel vinden on e- met den arbeidsduur ook de eigen vermoeienis in te verminderen. In de beperking van den ar-1- beidsduur vijndt hij een besparing op de t>e-l, drijfsuitgaven en in de vermindering van de n eigen vermo,eienis vindt hij de mogelijkheid n om des te beter zijne aandacht te wijden aan de hoedanigheid van de geleverde waar. — Het werktuig brengt het zijne bij om het be-drijf te splitsen : het neemt het slafelijke van den arbeid voor zich zelf over en laat aan den bakker datgene wat men, bij een hooger graad van ontwikkeling van dezen, geneigd zou zijn het geestelijke, het artistieke te noemen. Ligt niet in het verbeteren van de ambachtswerk- le tuigen en in het verspreiden van meerder vak-îr kennis het zwaartepunt van de geheele mid-st denstandspolitiek ? 'e Aloïs Van Loy. n n k Over de Bakkerijtoestanden. ^ (Vervolg) n -, Ziehier wat er van was. Volgens een inge-c- steld onderzoek, waren er dat jaar acht duizend r- twee honderd ziekendagen geweest en ieder ;r huisgezin wérd gerekend middelmatig drie i- brooden per dag te verbruiken ; dit maakt dus vier en twintig duizend zes honderd broo-rt den, welke gratis zouden moeten uitgedeeld k worden en daar die brooden aan den prijs van i- 0,24 fr. door de maatschappij der bakkers zou-ît den betaald worden, bedroeg dit ongeveer e zeven duizend drie honderd vier en veertig i- franken, zoodat de kas nog rond de vier dui-s- zend franken boni maakte. Zou dergelijke :- werking geen vingerwijzing voor de toekomst n kunnen zijn ? i, Wat was nu het gevolg ? n Er gebeurde wat eenige jaren geleden in het n stadje Hulst geschiedde. En dat wil ik wel eens n verhalen. n De Nieuwe Bakkerij was voor een twintigtal jaren geleden in hare voile werking. Nu werd :r er te Hulst bekend gemaakt dat er kortelings n een -winkel of dépôt der Nieuwe Bakkerij zou it geopend worden, met het brood aan zooveel n goedkooper. Zoodra dit bekend was, liepen n de bakkers, juist zooals hier, bijeen, beleg-n den meetingen op meetingen, staken de han-t den omhoog, deden aile soorten van voorstellen, het eene al minder uitvoerbaar dan het andere : , Daar stond een bakker op en zeide : « Kon-t, fraters, willen wij die bakkerij hier uitkrijgen g en haar allen lust benemen om nog eens te her-d beginnen, zij of eene andere, laten wij dan it allen voor 'nen tijd wat water in onzen wijn doen, laat ons allen het brood ééne cent goed-t kooper zetten dan zij ; verkoopt zij hfet brood aan 20 centiemen, laten wij het dan aan 18 e centiemen verkoopen, en geen drie maanden e of zij is hier weg, dan zijn wij weer den baas e^ en waarschijnlijk voor goed. Wij zullen dan e wel 'nen tijd voor niet gewerkt hebben en zelfs n geld toegelegd hebben, maar dan halen wij dit k later weer in, en zoo wij het niet doen, dan g kunnen wij binnen kort onze bakkerij sluiten en dan is het voor goed met ons gedaan. » Daar vielen de bakkers niet hard in, evenmin n als hier. Maar de dag der opening van den dépôt der Nieuwe Bakkerij is daar en half Hulst er naartoe. Onze bakker hield echter ook woord, e en wat was het gevolg ? In plaats van drie of n vier maal per week te bakken, zooals het in 't die plaatskens veelal het geval is, had onze n bakker drie of vier maal per dag te bakken. - En op wie denkt gij nu dat de bakkers het meest gebeten waren ? Op de Nieuwe Bakkerij f of op den bakker ? Wel op den bakker, welke i het nochtans goed voor had gehad. Deze overeenkomst tusschen dezen groe] bakkers en de werkmanskringen stelde dus eei middenweg open : eenerzijds bleef de kleini bakker bestaan en, anderzijds, bekwpmen di leden der werkmanskringen dezelfde voordeelei als die w=lke zij ongeveer van eene coôpera tief konden verlangen. Men merke wel op da dit akkoord overeen kwam, zooals wij het reed hooger aanstipten met dit van den eersten groej bakkers ; het was echter meer gesteund oj eene regelmatige vaststelling van den brood prijs in verhouding met dien der bloem, he had eveneens een breeder sociale basis. D< bakkers toonden echter nogmaals dat zij nie van hunnen tijd waren : « Wij hebben nog lieve dat gij eene coôperatief sticht », zegden zij to de hoofden dier kringen, « dan met zoo iet: mede te gaan. Sticht eene coôperatief, wij zullei toch altijd de goede burgerij houden ». Hoe veel duizende brooden, voortkomende van gif ten, liefdadige werken, enz. waarmede zulki coôperatieven de pluimen op hunnen hoed ste ken en terzelfder tijd reklaam voor hunner winkel maken, zijn daarmede voor de bakkeri verloren gegaan ? Volgt hunne karren maar er ziet dan waar brood afgegeven wordt. Wie za dan nog durven beweren dat de goedë burgeri nooit het coôperatieven brood zal eten ? Vele bakkers, om in den tegenwoordiger benarden toestand verbetering te zien brengen stellen hunne hoop op beschermwetten voo: den middenstand. Vooraleer deze zich krachtif genoeg zal kunnen doen vertegenwoordigen hetzij in de wetgevende kamers, hetzij in d< gemeenteraden, zullen er nog al wat jaren ver loopen en zullen wij vermoedelijk reeds lanj opgehouden hebben te bestaan. Daarbij, ik ge-loof niet dat het nog mogelijk zijn zou de middeleeuwsche wetten terug in te voeren, er het beperken van de vrijheid van handel zou zooveel tegenwerking ontmoeten in al de klas-sen der samenleving, dat het niet mogelijk zou zijn daaraan te denken. Dat men daarbij ool niet vergete dat, volgens een bekend wetgever de wetten kunnen ontdoken worden. Zeker, er kunnen misbruiken beteugeld worden, maai wat kan dit in het algemeen helpen ? Zelfs wetten die schijnbaar den alleenstaanden bakker ten goede zouden komen, kunnen zicli morgen tegen hem keeren. Zoo b.v., het af-schaffen van den nachtarbeid en het in voeren der zondagrust, om van deze alleen te gewa-gen. Vele bakkers verwachten hiervan heil, Indien ze ooit van kracht worden zullen ze voor de bakkers al geen voordeel meer leveren, eerder hen benadeelen, want er bestaan thans reeds middelen welke het invoeren van deze wet zooveel als nul voor den bakker zullen maken. Ik meen daarom dat de bakkers ge-noodzaakt zullen zijn zichzelf te redden d.i. verplicht zullen zijn met hunnen tijd mede te gaan. Lewis. (Wordt vervolgd.) Is ons tegenwoordig ,,dagelijksch Brood" minderwaardig of vervalscht ? Waar deze vraag herhaaldelijk tôt ons gericht wordt, en zij zeer zeker in hooge mate de be-langstelling zoowel van het publiek als van deskundigen verdient, achten wij het wensche-lijk dienaangaande het volgende in het midden te brengen. Waar onze Strafwet in Art. 330 spreekt van vervalsching, noemt zij waren vervalscht « wan-neer door bijmenging van vreemde bestand- > deelen de waarde of bruikbaarheid vermin-î derd is. » In dien zin zoude voorzeker in ge-: wone tijden een vermenging van het tarwemeel î met 30 °/o aardappelmeel als een vervalsching » beschouwd moeten worden, daar aardappelmeel zonder eenigen twijfel de waarde van het t meel vermindert, omdat het zeer weinig vet en 3 eiwitstoffen bevat in vergelijking met tarwemeel. ) Het behoeft evenwel geen betoog, dat, waar ) de hoogste autoriteit in den lande het aanwen-den van aardappelmeel in dezen tijd beslist t noodzakelijk acht, om in den noodstand te î voorzien, er niet alleen geen sprake van ver-t valsching kan zijn, doch dat zelfs met de min-r derwaardigheid genoegen genomen moet wor-t den, tenzij de mogelijkheid bestaat om het 5 aardappelmeel door iets beters te kunnen ver-î vangen. Indien men nu nagaat, dat, volgens onze onderzoekingen, het melkbrood van een der : grootste fabrieken alhier, zooals dit vôôr de aanwending van aardappelmeel samengesteld t was, een eiwitgehalte had van 11.10% en een i vetgehalte van 2.05 °/o (bij een watergehalte i van gemiddeld 36.32 °/'o), terwijl het tegen-I woordige water-brood van dezelfde fabriek i (melkbrood wordt niet dan op speciaal verzoek gebakken) slechts 0.45 °/o vet en 7.86 °/° eiwit i (bij een watergehalte van 37.81 %) inhoudt, dan blijkt hieruit, dat bij het tegenwoordige rantsoen van 300 gr. brood per persoon en per dag een vermindering van 4.8 gram vet en 10.28 gram eiwit te constateeren is, derhalve dat in het vroegere gewone melkbrood 4 1/2 maal meer vet en ruim 1 2/5 maal meer eiwitstoffen aanwezig waren. Waar nu buitendien bevoegde specialiteiten op medisch gebied verklaarden, dat ontstane i maag- en ingewandstoornissen ophielden na [ het staken van het tegenwoordige broodgebruik, daar dringt zich de ernstige vraag op, of het niet mogelijk zoude zijn ten deze, in het algemeen belang verbeteringen aan te brengen, volkomen daarbij rekening houdende met de door den oorlogstoestand gebiedende noodza-kelijkheid ten opzichte van het gebruik van tarwemeel-surrogaten. Waar wij vroeger reeds herhaaldelijk wezen op de aanwending van maïsmeel als deugdelijk voedsel, is het ons een voldoening te kunnen melden, dat blijkens de nieuwste publicatiën op het gebied van broodbereiding, door een bekende autoriteit. Prof. Dr. J. Stoklasa te Weenen ( « Das Brot der Zukunft, » uitgaven van Gustav Fischer te Jena) een voortreffelijk brood gebakken kan worden met hooger \>et-en eiwitgehalte dan van het met aardappelmeel vermengde, van een mengsel van 30 °/° maïsmeel en 70 °/o roggemeel. Het steriliseeren van het maïsmeel is hierbij natuurlijk onontbeerlijk, ter vermijding van het schimmelig worden, terwijl natuurlijk slechts de beste hoedanigheid genomen mag worden voor de broodbereiding. Uit talrijke proefnemingen is gebleken : « dat maïsbrood een voortreffelijk, goed verteerbaar brood is, hetu'elk veel langer goed blijft dan het tegenwoordige, weshalve men een mengsel van maïsmeel en roggemeel als een vervangingsmiddel voor tarwemeel met voordeel ken aanwenden. » In hoeverre onze aanwezige of nog te ver-krijgen voorraden in de behoefte aan tarwe, rogge en maïs zullen kunnen voorzien, is ons niet bekend, doch wij achten het zeer wensche-lijk de in oorlogslanden bekend geworden jong-ste ervaringen ter kennis van het publiek te brengen, en vertrouwen dat deze een spoorslag mogen zijn voor de autoriteiten om, kan het zijn, spoedige en hoogst wenschelijke verbeteringen te brengen in « ons dagelijksch brood. » (Maandbl. t. d. Vervalsch.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie