De Belgische standaard

711 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 02 Mei. De Belgische standaard. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/wm13n21h3n/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

De Belqische Standaard Door Taal en Volk 'Iw Voor God en Haard en Land « DE BELOiSOHE STANDAAftD » versehiint 4 mail te weik. Abonnementsprijs voor 50 nummers bij vooruitbetaling. Voor de soldaten : 2,50 fr. Voor de niet-soldaten — in 't land 3.50 fr. ; buiten 't land 4.50 fr. Indien meer exemplaren van elk nummer worden gevraagd, wordt de abonnemenis-irijs minder. Bestuurdei' : ILDEFONS PEETERS. VASTE OPSTBLLEÇS? M. E. BEf.PA RE, L. DUYKErS, Victor VANGRAMBEREN, Bertrand VAN DER StHELDEN, Juul FILLIAERT. Voor aile mededeelingen zich wenden tôt : Villa MA COQUILLE, Zeedijk DEPANNE. Aankondigingen : 0.25 fr. de regel. — Reklamen : 0.40 fr. de regel. Vluchtelingen : 3 inlasschingen van 2 regels, 0.50 fr. De Toestand. III. In het Westen. De gedachtenwisseling tusschen des-kundigen over het min of meer nuttig-zijn der zware veldkanonnen is nu ten voordeele der laatsten uitgemaakt. In 't begin van den oorlog was Frankrijk er niet genoeg van voorzien. Zonder dralen nu hebben de Bondgenooten zware ka-nonnen doen gieten. De Britten waren reeds meesters in de fabricatie van scheepskanonnen met verre draagkracht en de Franschen hebben, zoo 't schijnt, aan hun grof geschut ten deele de ver-voer- en beweegbaarheid van hun 75-kanon kunnen mededeelen, Minister Ri-bot verklaarde reeds voor eenige weken, dat voor één batterij zwaar geschut van vroeger hetlegerop dien dag, over 7 bat-terijen beschikte en weldra, voegde hij er bij, over 10. Het gebrek aan ammunitie was, met het tekort van goed ingerichte rui-terij en de groote afgematheid der Fran-sche troepen, oorzaak dat deze laatsten de Duitschen na den slag op de Marne den tijd moesten gunnen zich stevig te verschansen. De moderne oorlog vergt een bijna onbeperkten voorraad ammunitie en de eindoverwinnig hangt er groo-tendeels van af. Aan dien nood is nu vol-daan en erbestaat tegenwoordig zulk een overvloed dat er aan Beigie en Servie kon afgestaan worden. Die voortbrengst heeft in Engeland nochtans, wat last ge-leden. Er bestond gebrek aan organisatie en,ofpatroons,of werklieden waren soms van kwaden wil. Kitchener in de kamers en French van op het slagveld riepen om oorlogsmateriaal. Ailes is nu geregeld en minister Lloyd George kon dan 00k ver-leden week in de Engelsche kamer heel aanmoedigend afkondigen dat voor de toekomst in ailes voorzien is en dat meer dan 2000 werkhuizen in Groot-Brittanië en over gansch de wereld voor Engeland oorlogsmateriaal en ammunitie vervaar-digen. Bijna gansch de koperproductie buiten Duitschland is 00k door het En-gelsch bestuur in beslag genomen. Wil i dat zeggen dat Duitschland weldra bij gebrek aan grondstoffen zijn fabricatie zal moeten staken?.... Een Ameri-kaansche artillerie-expert schreef laatst dat Duitschland, dat vroeger voor zoo-veel landen ammunitie voortbracht — binst den Russisch-Japaneeschen oorlog, voor beide oorlogvoerenden — nu 00k voor een onbepaalden tijd op eigen gebied vinden kan wat tôt die voortbrengst noodig is. Volgens hem is er op dat stuk 00k een reuzen-strijd aan den gang. Een inboorling van een onzijdig land vroeger eens door het Engelsch blad "The Daily Mail" naar Duitschland op inlichtingen gezonden, vond de kolossale werkhallen van Kriipp te Essen in voile bedrijvigheid. — Voor eenige dagen meldden de bladen dat in die werkhuizen 80.000 mannen werk-zaam zijn. In een hoofdartikel van hoo-gergenoemd blad over 'Overdreven Optimisme", werd er opgedrukt dat zoo in Duitschland van het koper inventaris genomen werd, dit niet gebeurt omdat er nu tekort aan bestaat, maar wel opdat, moest er gebrek aan komen, men dadelijk weten zou waar het te bekomen is. Het ultramoderne wapen, het vlieg-toestel, is van bijzonder groot belang ge-worden; het heeft in het oorlogvoeren een diepingrijpende veranderinggebracht Beter dan verrekijkers, verkenningspa-trouilliën te paard of per fiets zijn de vliegeniers de "oogen" geworden van het leger en door hun immer waakzaam uitkijken hebben zij aile verrassing zoo niet onmogelijk, dan toch moeilijk ge- s maakt Pas eenige maanden voor dien j oorlog kwam het aan den dag dat het Duitsche leger over een zeker aantal s ! vliegtoestellen beschikte en voor ons, oningewijden, die in onze bladen enkel over de Fransche "avions", als oorlogs-wapen hadden gelezen, voor ons was het een verrassing toen wij rond Thienen da-gelijks de Tauben hoog in de lucht zagen zweven, op verkenning uitvliegend en aan het Duitsche leger de vijandelijke ligging overseinend. Dank aan deze sei-nen konden ze te Hauthem-Su-Marga-reta van stonde af aan twee onzer drie batterijen buiten slag zetten. Doch nu is de kans gekeerd. Frankrijk, Engeland en België bezitten én toestellen, én vliegeniers die noch in moed, noch in be-kwaamheid voor de Duitschen moeten onderdoen. Hebben de bladen deze laat-ste tijden hun daden niet dagelijks afge-kondigd ? En zagen wij minder dan vroeger de Duitsche aviatieken boven onze dorpen zweven, de ingewijden weten waarom. Spijtig genoeg dat Garros in de Duitsche lijnen is moeten nederdalen. De verschrikkelijke tapgeweren (mi-trailleuzen), die de Duitschers 00k tal-rijk bezaten en die hen zooveel dienst be-wezen, zijn nu 00k in groot getal gefabri-keerd.Kortom, indien de vijand met al het-gene hij voor had in troepenaantal en pp gebied van oorlogmateriaal er niet toe-gekomen is de Bondgenooten te verslaan en dat zelfs zijn ontzaglijke drommen door een klein uitgeput Belgisch leger aan den Yser werden tegengehouden, dan mogen wij, nu dat én de legermacht der Bondgenooten én hun uitrusting in zulke mate toegenomen hebben, en nog dagelijks toenemen, met hoopvollen blik de toekomst te gemoet zien. Het geschil is nog niet geslecht. De vvapens mogen, spijtig genoeg, nog niet neer^elegd worden. Doch wanneer onze jongens hun geweer over den schonder hangen, wanneér zij het tôt brandens toe afvuren, wanneer zij den Moeder-grond met hun bloed besprenkelen dan vechten en vallen ze met de vaste hoop i dat hun maitelaar-zijn, Gode opgedra-gen van Hem een eeuwige belooning ontvangen en aan het Vaderland eene bestendige vrijheid wedergeven zal. V. V. G. Kristene Soldaten, Viert den Meimaand, Gedenkt O. L. V. van Groeninghe, O. L. V. van Zege. friifTrîmi'fian—1 1 r -m——.11 "M,iM,n,iitiTinrr De Fransche gepantserde kruisèr '' Léon Gambetta " in de Middenlandsche zee gecouleerd. De gepantserde kruiser « Léon Gambetta » die in het kanaal van Otrante kruiste, is in den nacht van 26 tôt 27 dezer, getorpedeerd geweest en is op tien minuten gezonken. Al de officieren zijn omgekomen op hunnen post. 136 koppen van de bemanning, waar-onder 11 onder-officieren, zijn gered geweest door de schepen in haast ter hulp gezonden van wege de Italiaansche overheid. * * De gepantserde kruiser vaarde met eene snelheid van 17 mijlen per uur. Ter hoogte van den vuurtoren Santa-Maria-di-Leuca, werd hij tweemaal getorpedeerd door den Oostenrijkschen onderzeëer U-6. De tweede torpedeering deed de machienekamer in stuk-ken vliegen, alsook het toestel van draadlooze telegrafie verbrijzelende. De kruiser trachtte de kust te bereiken om er te stranden, maar na tien minuten ging hij ten gronde. Slechts 136 mannen konden gered worden door Italiaansche oorlogschepen. Dit feit van broederlijkheid krijgt in de huidige omstan-digheden eene hooge beteekenis. De-« Léon Gambetta » werd te water gela-ten in 1906. Hij mat 148 meters op 21 meters en had eene tonnenmaat van 12.500 ton. Hij was gewapend met 4 kanonnen van 194 ; 16 van 164 en 22 van 47. Zijne bemanning bestond uit 711 man. Het kanaal van Otrante ligt tusschen Italie en Aîbanië en verbindt de Adriatische aan de Ionische zee. Ste-Maria-di-Leuca ligt op 't uiterste punt van zuid-Italië. Verrpnis »,n ons Yaderland. " Viel Leid hadt dsr Heimat in den letsten Wochen erfahren, aber nurum so herrlicher wird sie aus Verwùstung und vol wieder erstehen ". Dus sprak de schriiver van "Sturmzeichen" in de Septembermaand van verloopen jaar. Uit grooter lijden zal heerlijker dan ooit ons land weder opstaan. Sedert deze woorden door den romanschrij-ver zijn zwart op wit gezet, heeft er een kee-ring in de toestanden op economisch en krijgsgebied voor Duitschland plaats gehad. De hoopvolle kreet van een volk dat tijdelijk lijdt met het vast betrouwen heerlijker op te rijzen, vol beteekenis misschien voor het Duitsch-OostenrijkscheKeizerrijk in 1914, is nu het banaal wachtwoord geworden van oor-logsgezindebladen,die den dreiçenden stoim-loop der Duitsche bevolking, in de verbitte-ring van den prar^genden oogenblik willen betemmen. Nu is de kaart gekeerd. Voor de Belgen, in het bijzonder, voor de beproefde burgerbevol-king, lijdend onder den druk van den oorlog in het door den overweldiger bezette land zoowel als voor het heldenleger dat maanden reeds, aile dagen van de maand, en aile ston-den van den dag, het ongeschonden plekje vaderlandschen bodem, den vijand vlak in de oogen starend, met groot en fier gemoed ont-zegt, voor al dengenen die in den crizis van I9I4-I9I5 het goede recht bijstaan, voor die allen geldt nu de leus : " Uit een regennacht zal een zonnige morgen geboren worden Naar het oordeel der optimisten zou nu reeds de Duitsche bevolking opruierig, woe-dend worden tegenover de al overwelcligende ooriogsgezinde Keizermacht ; nu reeds zou de massa rust vragen aan hen, die het in waan-zin voortzweepten op onzekere avontuur-tochten en die in eigenliefde een volk hebben prijs gegeven aan een alvernielend onheil ; nu reeds zou het zwaaru door den Keizer getrok-ken tôt ramp en vernieling van duizenden Duitsche gezinnen en dood van millioencn strijders het hoofd bedreigen van hem, die den drang der ellende van zijn volk door grootsprekerij niet meer betemmen kan. Goed ! Statistieken van militairen aard, cijfers vaa economisch belang, geleerden, Le Rov-Beau-lieu aan kop, zeggen ons dat de dag der revolutie voor Duitschland toch nog niet aangebroken is. Doch iedereen weet het, en rotsvast zit dit in onze breinen geankerd, dat komen zal de dag met zijne heerlijke zege-zonne over onze verwoeste steden en dat op dien stond Duitschland op economisch en krijgsgebied in eene revolutie zal opgaan. Intusschen moed en volharding, Belgen, waar en hoe gij u 00k bevindt ! Eene chinee-sche muur scheidt voor het oogenblik de bei-der gedeelten van onze Belgische bevolking : Het strijdende volk larigs den eenen kant van den Yzer, het lijdt nde volk aan genen. Voor de muur breken zal, en de strijdende jeugd aan de lijdende massa den wederziens-kus zal geven, zal langs beider kanten van de barrikade de verwoestingen en nood groot wezen. De Duitscher zal, vooraleer zijn leger prijs te geven, de laatste middelen gebruiken. Hard weze de strijd als de stormende zee, prangend worde de ellende van onze Belgi- ! sche bevolking van het bezette land, dat kome wat komen wil, ééns komt de dag dat Willem bukken zal, ten einde; eens komt de morgen dat zijne macht en zijn leger het hootd ; buigen zullen voor de woelige natie en over-weldigens zegepralende legers. Dan zal de glorierijke zegepraal voor ons, voor het lijdende en strijdende lijden, veree-nigd, oprijzen als eene heerlijk oogverblin-dende zomerzonne. Léo De Nayer, Korporaal, * 8,te Linie, Loopgrachten, 22 April I9I5. ] HOE ZE NONNE MANNEN TER SLA HTING ZENDEN. Te Wulveringhem kwamen eergisteren twaalf duitsche krijgsgevangenen aan. De mannen zagen er deerlijk gehavend uit en verschilligen waren erg gekwetst. Onder andere was een het been van aan de bil opengereten. Een al-moezenier ter plaatse, ondervroeg de krijgsgevangenen en drukte zijn medelijden uit om hunne kwetsuren. Dan kreeg hij het verbazend antwoord dat deze kwetsuren hen toegebracht f werden door hunne officieren, omdat ze een ; oogenblik geaarzeld hadden in den aanval. Duinkerke beschoten. Vrijdag kwam ons het bericht toe, heden ( bevestigd, dat Druinkerke beschoten is ge- ] weest. Een en twintig obussen (kaliber 35) S kwamen op stad terecht. Men houdt staan dat dit bombardement is geschied door het duitsch zwaar geschut geposteerd achter de lijn. Vrijdag avond, rond zes en half ure, werden nog zware obussen op Duinkerke gezonden. Veurne gebombardeerd. In den nacht van Donderdag tôt Vrijdag is Veurne weerom beschoten geweest. In de der-tig bommen werden op stad geworpen, die meest langs dea kant der statie vielen. X-.a.sftss'fce 30<ej?ic3la.-teTS,. Bombardement van Ramscapelie, Pervyse, Caeskerke, Lampernisse, Oostvleteren. Gedurige vooruitgang ten Noorden Yper. Duinkerke is de tweede maal gïster beschoten geweest. Onze vliegers hebben 32 bommen op de statie van Bollwïller geworpen, 60 op deze van Chambley, 6 op Friedrichhaven, 21 op Leopoldshoke. Vier duitsche vliegtuigen zijn neergehaald geweest. — Een (verbrand) bij Brimont, twee andere in onze loopgrachten van Champagne en de vierde bij Reims. DE SLAG ROND YPER j De aanvang . — t Gevecht. — j De toestand en de gevolgen. Nu het verwoed aanvallend optreden van de Duitschers voor goed schijnt gestuit en de geweldige verrassing, waardoor ze meenden het Belgisch-Fransch-Engelsch front te door-breken op eene mislukking if afgeloopen, zoodanig dat de heerschende benarde toestand van over eenige dagen veranderd is in een gunstig heroptreden van onzentwege, lijkt het wel belangrijk deze actie saam te vatten en eenige beschouwingen daarover te maken. DE VOOBEEREIDING De Duitschers hadden sedert hun eerste nederlaag bij ljper, in 't begin van den Yser-strijd, en na hunne opvolgende kloppingen te Neuve-Chapelle en op den kam 60, de ge-dachte van een doorbreken langs Yper niet laten varen. Ze wisten heel wel dat een aan-vallen van hunnentwege opden Yser ge-doemd was tôt een mislukken, daar het over-stroomde grondgebied in geenen deele een offensief te stade kon komen ; maar ze waren 00k overtuigd d.tt het front, Het Sas, Steenstrate, Langemarck, Zonnebeke, wel mocht aanzien worden als een te kwetsen plaats, omdat drie verschilligc legers er stel-ling hielden, en dus de eenheid in werking er eenigszinsmoet door lijden. Dat hunne rede-neering op een mislukken is uitgekomen be-wijst alleen dat de daar opgcstekle légers door hun moed, die berekeningen in duigen hebben geslagen. Deze stelling scheen dus de Duitschers een zwak punt, te meer dat ze vooruit-schoot in hunne linies, evenals hunne stel-ling te St. Mihiel voouruitspringt in de Fransche linies en zij gewis in de laatste dagen hebben kunnen ondervinden welke moeilijk-heid er bestaat om zulk punt gaaf te behou-den wanneer het gedurig aan aanvallen is blootgesteld. Toebereidselen werden dan 00k in dezen zin gedaan. HET BEGIN Ze besloten dan hun offensief te beginnen op z% April met den nacht. Gedurende heel den dagnamenzedeverbondenestellingen onder eengeweldig kanonvuur. Omzeker te zijn van hunwelgelukkengebruikten ze toen rond 5 uur 's avonds een oorlogsmiddel, dat door de Haagsche conventie is verboden : Het verspreidenvan vcrstikkende gassen. Ze hadden op twintig meters van hun uiterste loopgrachten putten gegraven en er buizen met verstikkende gassen inverborgen. Toen werd het vuur daaraan gestoken. De vlammen sloegen 10 tôt 12 meters hoog en brachten eene donkergroene wolk voort die op eene hoogte van 100 meters de vlakte overtrok. Deze wolk, gestuwd in de richting van de bondgenooten door een hevigen wind, ver-spreidde een ongewonen hevigen reuk, die tôt drie klm.achter de stellingen overwaaide. De mannen die het Fransch front bezetten werden de oogen uitgebrand, kregen duize-lingen en zagen hen verplicht de loopgrachten te ontruimen. Nochtans scheen deze wolk de Duitschers niet te schaden. Midden daarin begonnen ze hun aanval, die van Passchen-daele uitging (ongeveer 120 000 man) en de Fransche stelling tusschen Steenstraete en Langemarck beoogde. Hij was het hevigst in den omtrek van den steenweg van Diksmuide naar IJperen, aan het IJperkanaal. De franschen ontruimden Steenstrate en (rokken te-rug tôt over het kanaal. Deze frontverande-ring verplichtte de Engelschen hun slaglinie Langemarck-Zonnebeke te wijzigen. Zij ontruimden St. Juliaan. Noordwaarts werden de Belgische karabiniers en grenadiers afgesne-den en verkeerden een oogenblik in een be-narden toestand, te meer dat de Belgische reservetroepen «le Franschen ter hulp moesten snellen achter het kanaal waar een riieu-we verdediginslinie in der haast werd ge-vormd.HET GEVECHT De positie teekende zich dan een oogenblik allerneteligst af. Doch dank de vastbera-denheid van het hooger bevel, de wilskracht van onze soldaten en de rappe toezending van versche troepen in reserve, kon na eenige uren twiifelachtigheicl de tegenaanval aangevat worden. Noordwaarts deden onze dappere belgische jongens wonderen. Niet alleen hadden ze niet geweken maar ze stremden den duitschen optocht langs Steenstraete. Ze heroverden dit dorp in een onstuimige bajonnetaanval, wierpen de duitschers terug over de Yoerlee en konden alzoo een fiank-aanval doen in de duitsche gelederen die 't fransch front be-dreigden. Twee compagnies duitschers op 't punt ingesloten te worden, deden teeken dat ze hen overgaven en kwamen in de richting van 't Belgisch leger aangevlogen. Op dertig meters lieten ze hen allen plat vallen en verradelijk begonnen toen verborgen mit-traljeuzen op onze jongens te vuren. Geluk-kig zijn we aan deze duitsche eerlijkheid (!) gewoon geworden. Eveneens wierpen de on-zen zich fieer, kropen vooruit tôt bij de duitschers onder een regen van kogels en storm-den er toen op los. Meer dan de helft van de twee compagnies vond er de dood. Inmiddels deden de franschen, aangevuld door den steun van zouaven en versterkt door belgische linietroepen een algemeenen tegenaanval. Het gehucht Lizerne (Zuidschote) dat de duitschers hadden bezet, kwam weerom vrij. Heel de linkeroever van de Yperlee werd alzoo van vijanden gekuischt. De Engelsche troepen die plooiden tôt tegen Yper onder de verstikking van de gassen, verloren er 4 kanonnen. Nu Noordwaarts er meer ver-ruiming in den toestand kwam en 't uitwerk-sel van de gassen a'dengs verminderde werd opdracht aan de Canadeezen gegeven vooruit te rukken. Ze deden het dan 00k in eene bewonderenswaardige onstuimigheid, sloegen de duitschers achteruit en veroverden hunne kannonnen. Heel dit schrikkelijk gevecht ontwikkelde zich binst heel den nacht, en duurde de vol-gende dagen eenderlijk door zonder ophouden. Door hunne vastberadene hou ling hadden de bondgenooten de doorbraak belet maar aile gevaar was nog niet geweken. Nu diende het verloren terrein herwonnen te worden. Na hunne eerste mislukking hervormden de Duitschers in dichte gelederen hunne troepen en trokken onverpoosd ten aanval en ter slachting. In dikke drommen gelukten ze er tôt tweemaal in het kanaal over te steken en Steenstraete en Lizerne te bezetten. De ver-woede aanvallen van de Carabiniers en de Zwaven smeten ze er telkens uit. De moorde-rij werd daar ijselijk. De dooden lagen meters hoog en 't water was rood van bloed. Het is zeker dat een heel regiment Duitschers dat den terugtocht over de Yperlee afgesneden werd door 't stukschieten van de overgangs-bruggen uitgemoord en krijgsgevangen werd gemaakt. Meer zuidwaarts wonnen de Engelschea l8te Jaar. — 51 Vijf centiemen het nummer Zondag 2 en IVIaandag 3 Mei 1915.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Belgische standaard behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in De Panne van 1915 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes