De Gentenaar. De landwacht. De kleine patriot

721 0
15 februari 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 15 Februari. De Gentenaar. De landwacht. De kleine patriot. Geraadpleegd op 23 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/9w08w3cb4z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE GENTENAAR - DE LANDWACHT 33» Jaar. M«hï.89 G.DeGFaevé.Ketelvest.lS DE KLEINE PATBIOT Djnflardag as Februarl î3I7. Pp.j|3 il centîoaiea Het Bisdom verzoeVt ons nureeds denVasten-brief te drukken opdjt de geestelijkheid eï fcveraî ten. geschikten tijde kennis van hcbbe» le Viearis Capifylaris van iiet BISDOM VAN GENT de Sioel openstaande Aan de Geestelijkheid en de Geloovu en van het Bis om. zaligheid en zegen la Gnzea Heer Jezus Kristus. Zeer Beminde Broeders, Na het overlijden van Zijne Hoogwaardigheid I Monseigneur Antônius STILLEivlAN S, van foemrijke en onvergnnVe'.ijke gedacïiten!3, noodigden Wij u uit te bidden om welhaast een nieuwea herder te bekomen « vervuld met Gods îeest en duurbaar aan zija hart. » _ _ Geloofd zij de godde'ijke Veorzienigheid dis OBSthaBS zulken herder schenkt in tien persooa van Monseigneur Emilius-joannes SEGHERS, i Licenciaat in de Godfjeleetdheid, Eêre-Kanua-j Dik der Kathedraal van St-Baafs en Pastoor-Deken van St-Jan-Bapt.st te Gent. «i Niemand was waardiger van de keus des H. Vaders dan onze nieuwe Bisschop. # Allen die het geluk hebben hem te kennen zijn het eens om hulde te brengen aan zijne uitgebreide piicsteriijke kennissen, aan zijne wijsheid, aan de heiligheid van zijn,leven, aan zijne diepe lootœoedigheid, aan zijne toegevende goedheid, «an zijne onuitputbare milddadigheid, aan zijnea Icnvermoeibaren zielecij ver, en bijzonderiijk aaa | ïijne voorbeeldige godvruchtigheid, die de brun is waar aile andere d-usden uit voortvloeitn. [ In hem vindt mea a le deugden welko de Afostel vereischt in de herders van het christen [volk; van hem mag men zonder voorbehoud ïeggen dat hij waarlijk het toonbeeld is der kudde : « forma gregis ex onimo ». Laat cas hopea dai hij binnen korten tijd zal | ui> geroepen worden en dat wij weldra het geluk jtuUea hebben zijn gezaghebbend woord te hooren. In afwachting-, door de keus van het Kapittel Tan St-Baafs geroepen om het bestuur van het Bisdom waar te nemen tôt dea dag der kerke-lijke aausteliing van dea nieuwen Bisschop, iomen Wij eenen ambtelijken plicht vervullen met u, bij het begin van dea H. Vastentijd, eenige woorden van opwekkingtoe te sturen. _ De Vasten is de lijd van heilzame overwegin-Ken en van een werkzamer chriftelijk leven. la de huidi^e omstandigheden most zij het in dubbele mute wezen. 't Is nu der:ig ange maanden dat in drie Were'.ddeelen een afgrijselijke ooilog, zonder v.'ewga in de Geschiedenis, woedt te lande, op ïee en in de lucht : twee ontzaglijke legers, Eelijk_ iren tr nooit gezien heeft, staan in pnstuimige diift tegeno .er elkander eu worden dagelijks fcandgemeen in bloedige en moord-oad ge gevechten; het kanon buldert da>7 en lachr, onophoudend donderen springstofxen van a len aard los, en hartverscheurender nog weer-Slmlien het gehuil der gekwelsten, het gesleen gejammer der zieken, het pijnlijk snikkea miljoenen weduwen en wtezen ; ailes, eindelijk, wat het vernuft van den mensch uit-Eevcndsn had tôt heil en vooruitgang van het œenschdom, schijnt nu aile en nog te dieaen tôt *'jnen ondergang en zijne verdelging. Met het Kersifeest zal misschien wel een lauwgeloovige of te we'nig onderwezen kristen •'J zichzelve i gezegd hebben : « Is dat nu de «eie welke de « Prins van den Vrede » ons •*DKebracht heeft en welken de Engelen be-RDgen op den dag zijner geboorte ? » i Kinderen der strijdende Kerk weten wij dat de vrede in dit tranendal immer slechts een be'rekkelijke vrede kaa zijn en dat de voile vrede en het volkomen geluk het aandeel zijn der gelukzaligen in den hemel. Maar wij weten ook, en wij gelooven, dat Jesus-Kristus, door zijnen dood en door zijns genade, door zijne leering en door zijne voor-beelden, ons d eu betrekkelijken vrede aange-bracht heef!. Nochtans hij heeft in den mensch de vriiheid, zijn edelsîe voorrecht en de bron zijner verdiensten, wil'en eerbiedigen : welnu, met het oog op het misbruik dat een ^root getal menschen van de vrijneid zouden maken om zijne leering oi zijne wet te verwerpen, heeft hij niet geaarzeld te zeggen dat hij gekomen was « n ':ei or,) den vrede te g< ven% muar om de ver-deeldheid van het zwa&rd te brengen. ' En zijn gedacht cader bepalende, heeft hij er bijge-voegd : « Ik brensc u den vrede, maar ik ver-witHif u dat het mijn vrede is dien ik u geef, en niet de vrede welken de wereld b loof't. » De wereld, inderdaad, zoekt en belooft den vrede in de voldoening der drif;en die juist de broune onzer storingen en or.ser b-"angsth<-den zijn. De vie îe van Chris tus, het tegendeel van den vrede der wereld, zal dus de vrucht zijn der zegepraal op de zinnea en der l!efdc tôt God en tôt de menschen. 't Is hetgeue de çhristene voîkswijsheid zoowel begrepen heeft als zij den lofzang der Engelen, meer naar het gedacht dan naar de le'.ter, vrij vertolkt heeft door de gebruikelijk woorden: « Vrede op aarde aia de m jnschen van goedea Wil ». Ja, Jezus-Christus, de «Vredevorst» brengt ons den waiea vrede, den christ*:n vrede, 't ts te zeggan, den vrede met God, den vrede met dea evenuaaste, dea vrede met ons zelven ; vre !e der godsvrucht, vrede der rr.chtvaardi,j-heid en der barmhartigheid, vredo d;r onschuld. La t ons in deze woelige en kommervode tijdea deà heilifen vastentijd ir.treden met het inzicht van te verwervea of in ocs te versterkea dieu zoo kostb iren inweadigen vreda, waarvaa de Heer zslf gezegd heeft : « Ik laat u mijnen vrede : laat uw hart niet ontroerd worden noch orsezun ». De vre le, vol^ens de bep*ling van den H. AugustUus en van den H. Thomas is » de gerustheid der orde ». De orde, het s'.offelijk bestanddeel van den vrede, beteekent de betrekkingen welke de natuur zelf der zaken vereischt ; uit het 'oestaan dezer orde vloeit de gerustheid die de formeele of wezenlijke eigenschap van den vrede is en de kaline onberoerdheid aanduidt der ziels welke naar ge*ot schept in de rertvezenlijking der orde. De orde, waarvan de vrede onzer zielen afhangt, is drijeriei, vermits zij zich uitstrekt tôt de betrekk.n/çes welke wij hebben met God, met den eveanaaste en met ons zelvea. God is onze Schepper, onze Meester, ons Eiade. Opd&t de orde tusschea Hem en ons bestaan kunne, moe'.en wij OTZe onderhoorig-heid erkennen met Hem ons verstand te ender-werpea door het Geloof ea onzen wil door de ge rouwheid aan zijse wet. Oaarenboven moeten wij, door de heiligmakende gratie die ons tôt aangenomene kimieren van God en eifgenamen des hemels maakt, ons voortdurend ia zulke gesteltenissen houiea dat wij elken oogenblik ons eïnde kumnen bereiken. Laat ons dus de heiligmakende gratie naar waarde schatten, ea trachten ze in ons te ver-sterken door het beo'fsnea der deugden en ze te behoedea v«or aile schending, met edeâ-moedig aile gevaren te vluchten : want de bijblijvende gratie verliezea is het e nde missén waartoe wij geschapen zijn, of ten minste zich in gevaar stellen van het te missen, en bijgevoig zijn geluk ea zijueu vrede niet te bereiken. * De heiligmakende gratie, d:e tasschea den mensch en God de hoofdzakehjkj ea grond-ieg<ende orde daarstelt, yerwekt tusschea hea eeuen staat vaa vriendsnhap, een3 innige bijblijvende vereeniging welka eea onbepaald getal verschil ige graden toelaat. Dit verschil van graden is het gevolg onzer werben vau deugd en bijzonderlijk der werken van de goddelijke liefde, de koaingia vaa al'e deugdea. De Liefde, zeer krachtig beginsel van wetk-zaamheid, brengt tusschsn God en oas eene mia of meer aanhoude.-.de dadelijke vereeniging teweeg door deivelke wij, in alie omstandig-heden, onze gedachten en gevoelens op Plem terugvoeren en onzen wil gelijkvormig makea aan den zijnen in allegebeurteaissen des 'evens. Ah ! hoe troosteliik te midden onzdr kwellingea en beproeyingea in ons zelven te mogen zeggea : « ailes wat raij overkomt, komt raij maar over met de toelating van eenen oneindig wijzen God, vaa eeaen oneindig rechtvaardigeà Regeerder, vaa eenen one ndig goedsn Vader. Indien hij lang wacht om ta i te verhooren, 't ia dat hij eene betere gelegenheid voorziet ; indien hij weigert hetgese ik vraag, 't is dat hij mij eene grootere guus>t voorbehoâdt. » Ja gij ailen die oader hst lijdea gebukt gaat, blijft aorgvuldig ia deze innige vereauigiag met God; pist ze bijzoaderlijk too ia uwe heilige commuaiën ea ia uw^ bazoeken aaa het H. Sakrameat en gij zult dea vrede voelea neder- dalea ea uwe bedrukte zielea doordringea. ? * * Maar de mensch is geca alîeensta"nde vrezen ia de schepping : al zijne nood weadighedea bewijzea het, de measch is van natuurwege be-stemd om in gezelschap te laren, de mensch is een maatschappelijk wezen. Bij zijue geboorte met teederheid oatvangen ia de armea der famille, wordt hij vervolgeas toev-rttoawd aaa de zorgea der m-atschappij tôt verdere oat-.vikke-lias zijaer lic'aamjiijie, verstaadelijka ea zeie-lijke re;mogens. ^Christus heeft de famille en do maatschappij, die oader dea verderfelijkea iavloed vaa het heideadom oataard waren, wéder hersteld : hij heeft ze op vaster grondea geves i<d en hua eeae nie»we icrichting gegevea om don mensch het bîreiken_ zijaer bestemming te vergemak-kelijkea. VVij- moetea ons schikken naar de orde door de aatuur ingevoerd en door Christus volmaakt, indiea wij mst oazaa evenaaaste in vreie wiilen leven. — De familie is de cel, het groftdbîstaaddeel, vaa het maatschappelijk UchaasQ : hoe gezoader de eerste is, hoe krach-tiger dit laatste zal zijn. Vermits de familie de eerste omgeviag vaa den mensch is, het veilig oord waar het kind grosit en bloeit oader de warme stralea dsr huiselijke liefde ea waar zijne vermogems de eerste ea diepste indrukken ont-vangea, moetea wij vooral trachtea orde te doea hserschen ia ds familie met ze vaa eeaea diep chris'elijken geest te doordriagea. In eene cmgetiag waar de leering ea de voorbeelden vaa Oazen Heer Jezus-Christus in eere gehouden wordea,zal men weldra ziea bloeiea de reinheld der zedea, de gematigheid der begeertea, dea geest der werkzaamheid.de eeadracht.de vreugde, de kloeicmoedige gelateaheid ia tegeaspoed, ia ééa woord al de huiselijke deugden, en, als be-kroaiag, dea vrede, de « gerustheid der orde. » Daak aaa deze huiselijke opleidiag zal de measch beter voorbereid zija om zijae plichtea jegeas de maatschappij te vervullen, ea de bur-geriijke deugdea wordea bij hem christeae deugdea. la aile omstaad'gheden, Z. B. B., moet de christeae zich als goed burger gedragea, maar bijzoaderlijk ia deze on^elukkige tijdea zija de burgerlijke plichtea dnngeader. la deze dagea vaa beproeviag dio op oas •r - ' " — Mea»» > i-'- -wwj drukken, is de taak der overheid zeer lastig ea zeer oadaakbaar. Het is de plicht vaa elkea goeden burger aaa aile inwendige verdeeldheden eea eiade te stellen ea zich niet te laten medes'epea door eeaea geest vaa ongerechtvaardigd mlstrouwen en vaa kleiagees ige vitterijea, maar integendeel zijne edelmoedige medewerking te verleenea aaa al de vverkea welke eeae viadingrijke naasten-liefde tôt ia de kleinste dorpen in het leven geroepen heeft. De goedwil:ife sameawerking vaa ailen is aiet te veel om uwe bewoaderens-waardige duldzaanakeid ts steuaea en om ia da huishoudelijke nood weadighedea der bevolking te voorzien. Opdat orde ea vrede zouden bestaan onder de loden der maatschappij, moeten twee deugden hunae oaderlinge betrekkingen beheerschou: de rechtvaardigheid ea de liefde. De rechtvaardigheid legt ons op aaa iedereen tegevea wat hem toekomt ea bijgevoig zijae goederea te eerbiedigea : het leven ea de ver-mogeas vaa zija lichaam ea vaa zijae ziel, zijaa goede faam en zijne e;r, evenals zijae uitwea-dige of stoffelijke goederea. De rechtvaardigheid i3 zonder tegenspraak da groadlaag w?arop het maatschappelijk gebouw berust, ea de bijzonderste plicht van het maatschappelijk levea. Allééa is zij nochtaas niet voldoeade; de liefde moet ze volledigen, da liefde die de rechtvaardigheid vers'erkt, hareu werkkring uitbreidt, de raaatschappelijke betrekkingen verwarmt en verleveudigt. De betrekkin-gea uitslaitelijk op de rechtvaardigheid gesteund zijn koud en stijf crelijk de omgang tusschea vreem leiingen ; alleen de betrekkingen welka de liefde doordringt ea bezielt zijd hartelijk ea broederlijk. De vrede spruit voort uit de rechtvaardigheid en uit de liefde, maar op verschilleade maaier : hij spruit voort uit de rechtvaardigheid, ook zegt oas het H. Schrift dat hij het « werk der recht-oaardiarheid » is, doch dit geschiedt slechts onrechtstreeks, « voor zooveel de rechtvaardigheid de geleçenhedea vaa betwistiagea weg-neemt » ferwijl de vrede rechtstrèeks voort-spruit uit de liefde die de harten vereenigt ea samenbrengt en de rechtvaardigheid dost onderhouden. Liât ons te midden der rampea die op ons drukkea, meer daa ooit de baadea vernauwea die da burgers vaa eea zelfde vaderland samea-saoerea. Sterk vereeaigd ia de gevoelens vaa rechtvaardigheid ea liefde, zullea wij gemakke-lijker de beproeviag doorstaaa. Wacht u dus wel de rechtvaardigheid te k wetsêa door schaam-te'oos winstbsjag en misdadige opkoopicgen ; en dat de begoede menschea voortgaan met mil-delijk de liefdadigheid te beoefenea. Aldus zullen wij, niettegenstaando den langea duur vaa den oorlo?, aiettegens'aande oas iijden en oaze oatberingea, het onschatbaar geluk vaa dea vrede met oazea evenaaste bewaien. # * * Eindelijk, bui'ea dea vrede met Goi en met de mcaschea omvat de christeae vrede nog dea vrede met ons eigen zelven, die voortspruit uit de orde welke wij doea heerschea tusschen onze verschillige vermogens. De measch is eea zoo geheimnisvol als be-woadereaswaardig schepsel : door zijne geesto-lijke en onsterfelijke ziel behoort hij tôt de geesteawereld ; door zija stoSelijk ea sterfelijk lichaam behoort hij tôt het dierearijk ; da zelf-standige vereeniging dezer twee deelen vormt eea eigeaaardig wezen, dea mensch, dea koning der zichtbare scheppiag. Door zijn dubbel bestanddeel il da measch om zoa te zeggen een dubbel wezen. Vôôr de zoade heerschte eene volkomene ord» in dit samenstel : de ziel en hare vermogens warea onderworpea aaa God, het lichaam ea

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Gentenaar. De landwacht. De kleine patriot behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Gent van 1914 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes