De Gentenaar. De landwacht. De kleine patriot

770 0
27 januari 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 27 Januari. De Gentenaar. De landwacht. De kleine patriot. Geraadpleegd op 17 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/xs5j962483/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE GENTENAAR DE LANDWACHT Kusn. 2t. 4S: §aar. G.DeGraeve,l£otaive8t,<« BIS KLEl^S PATRIQT Zandaj 3 7 e.i Miindy 9» Jaiiu ari 191S Pr)Js » csntiemeit Kadevoerlag van dan Kanaelior. (Vorvolg). Punten 9, 10 en 11. Itiliannscho grenzen-Katljralitsitskv-esties der iDonaumonarchie. BaHansSaten. Wut de kwes ies b'treft door Wilson be-handeld onder pun'en 9, 10 en 11, gaan zij zoowel do Italiaa'srhe graasvragen aan, als de kwesties der cntw.kkeling in het toekom;nds, eei O ,stcnrijk-Hongaarsche monarchie, en der Balkanstatan, puaten wasrbij voor he" grootste deel l'ebelangen vanonzen bondgenooî, Oosten-rijk Ilongarië in ovcrwicht zijn. \Vaar Du!t3che belangen op het spel s'aan, daar zullen wij dez-lve ten nadrulckelijkgte in stand houden, dcch ik vrrk es de béant woordng dier vrrircn in eerste lijn aan den OosteniijU-Hongaarschen m'nisfer van buitenlandsche raken over te laten. Het nauw verbond me' de Donaumonarchie is't middenpunt onzerhuili.se po'itiek, en moet ook d« richtingslijn zijn voor de tcekc mit. De trouwo wapenbroederschap die ïoo glanzend in den ocrlog gebleken is. moet •ook in vrfdestijd blijven voortbestaan en zco zullea wij vanonzen kant ailes doen wat moge-ljjk is, opdat voor Oostenrijk-Hongarië een vredo tôt stand kome die rekening houdt van da lechtvaardiee aanspraken. Punt 12, — Tuikije. — Evcdzoo wil ik in de onder U door Wilson aangercerde aang«legen-iieden, die onzen dapprren, trouwen en mach-tigen bondgenootTurkije betreffen,op geenerlei wijze do stelliDgnen;ing zijner staatsmannen vooruitloopen. De integriteit van Turkije en de zfkeiheid zijner hootdftad, die nauw aamen-hacg' met de kwesiie der zeeëngten, zijn ook gewichtige levenskwesties voor het Duifsche rijk. Onzs bondgenoct kan hier steeds op cnzen Uadrukkelijken bijstand rekenen. Het punt 13 spreekt van Polen. Niet de En'enle die voor Po'en slechts holkiinkende woorden vond. en vôôr den oorloe nooit bii Kuslana ton gunste van Folen :s opgetreden, maar het Duitscbe rijk «n Oos'enrijk-Hongavie waien het, die Polen bevrijdden van het Czariv tisch r^giem dat xijnen natfonalea eis:en a-ird onderdrukt. Dat men het dan ook aan Duitsch-land, Oost nrijU-Hongarie en Polen, overlatea zich ncpeas de tcakonistigi positie ran hun land t'ak o rd te stellen, zooalâ uit da ond r-handelingen en mededeslingen van het l. atst rerloopoa jaar b'ijkt, z;jn wij door^aans daartoe op weg. Het laatstf punt bespreekt liet « Verbond dor Volkeren ». Voor wat dat punt betretf, sta ik zooals uit mijne politieke werkdadigheH tôt hiertoe immer blijut sympa'hiek tegenover aile gedaclitf, dis ernaar streeft voor de toelcomst 'ie mogelijkh«<:d ea waarschijnHjkheid van de.i oorlog terzijde te stellen, en die het rreedzame en harraonische samenwerken al'er volk«rea bevord r«n wil. Wannec* het ffedacht opçe-worpen door président Wilson, bctreiikelijk den Vollcerenboad bij nadere uitvoering en proef aantoont dat hetzelve werkelijk en den gee*t van volkomene gerîchtinheid tegenovsr allen, ea zonder oeniee voorbedachtheid is opçevat, dan i3 de keizerlijke regeering gaarne bereid, wanneer aile andere hang.^nde kwestiën zullen geregeM zijn, eone proef ran het princiep van eenen dergelijken volkersnbond, bij te treden. Mijne Hesren, Gij hebt de redevoering van Lloyd George en de voorstellen van président Wilson leoren kennen. lie moet herhalen wat ik bij dsn aanyang zegde.Wij raoetea ons afviagen oferuit die redevoering en voorstellen wezen-lijk een ernstige en eerlijke vredoswil onstegen-strasilt. Zij bevatten zekere grondslagen voor den algemeenen wereldvrede,waarm?de wij ook instemmen, en die uitgangspunten rndoelpuntsn kunnea vormen voor onderhandolmgen. Daar echter,waar konkreti-kwest'e ter sprake ksmen, pun'en die voor ons en voor onze bondgsnooten van beslissende beteekenis zijn, daar bespèurt men mlnder \red^swi!. Onze teg*nstr«vers willfn Dultschland niet is land en van de landen onz:r Bondgenootfa. Zij sprekea met heogschatting van DuilscV nc!« plaa s in de we.eld, mtar durtusschen eekt a'tijd de g'dach'o door, a'sof wij de ichtigea zijn die i>oe:e moeton doen, en be-ven ons te b -teren. Alzoo soreekt no,' alt'j<l de overwinnsar tôt :n orerw mnene, zoo spreokt dlegene, die al ize voorgaande verklari^gea van vredesbereid-illigheid eukel als teekens van zwakheid am-lt« en van da' standpunt en die bs?oocheling, oe en eerst ei voo al de laiders der Entente stand doen. Om hun dat te ve'-gïmakkeliikoa il ik eraan herinnerea ho^ da zaken feitelijk aaa. Ze houdân het zich d',13 voor gezegd ; ize toestand v/as nooit zoo gunstlg als hij nu . Onzs geniale !egor-aanroi".rders zien met ive'tninderd vertrouwen in do ze?epraal, de lekomst tegemoar. • Door het gansche ieger, 3or officieren en manschappoa stroomt eone igebroksne strijdlustigheid. Ik herinner aan het woird dat ik den Î9 No-îmber hier sprak : Onze herhatldelijk geuite •edcîbfrei"i willigheid, de gsest der vorantwoor-clijkheid d-e uit onze voorstellen spreekt mag 3or de Entente g enen « vrljbrief » zijn om den srîog nog immer langer te rekkei; dwingan aze vijanden ons ertoe, dan hebben zij de laruitvoortYloo'ende gevolgen tedragea. InJien e lîiders der vijandelijke mogendhîden dus ezenlijk den vrede genegen zijn, dat zij hun rogramrna nogmaals herzien, of zooals Lloyd ■eorga zich uitdrukt esnige « rpcoasideratie » ten intro'lcn. Wanneer zij dat doen ea met nieuwa Toor-;ellen k>men, dan zullea wij dazolve ook mstlg onderzoeken,. want wij hebban goen ader doel als esnen duurzamen algemeenen r da. Edoch, die duurzame algeniîens vrede is et mogelijk, zoolanï de zekarheid onzer leveas-elangen en île waardigheid van ons vadarland iet gewaarborgd bliiven. Tôt dau toe heat het : !a!m samen to staaa en af te wach'en. In het oel mijne Heeren, zijn w,j hot al!ea eens. .«wpnrH'r Krcitrr*^ januari z\j Helena Middlefon — Gij zoudt het nu niet meer erkennen, girg zij voort, maar den verleden Zomer groeide het langs den muur in'tklein stukje tuin, dat wij te Brom'.ey hadden ; 't was zulk een fraai bloempje. — Docb, watheeft het met dit boek meer dan eene andere bloem, te doen. Alice ? — Het is eene kleine geschiedenis, maar indien gij het begeert, zal ik u ze vertellen. Verieden Zomer, verstuikte ik mij den VOet, en gedurende menige v/eken kon ik niet gaan, Grootje of mijn broeder Walter voerden mij dan op eenen stoel tôt het open venster om er de fiissche lucht in te ade-men, en de bloemen van ons klein tuintje te «anschouwen. Er was daar ook niets anders te zien, tenzij dakën van huizen en zwarte schoorsteenen ; doch op een muur, en zoo hoog als mijn venster, klom deze plant, die er nu, arme lieveling, zoo êtervend uitziet. Dagelijks bewonderde ik hare bloemen, Rlhoewel ik haren naam niet kende, totdat ik er dingen in zag, die ik meende nooit door iemand bemerkt to zijn geweest. — Welke dingen, Alice ? — Een kruis, eene doornkroon. nagels en — L»e -FassieDioem ! — Zoozeide mij ook eens M. Henri, als hij mij in deze nieuwe soort van boek vond lezea. Die mooie bloem was voor mij eea boek ; zij deed mij, zoowel als een sermoen, op heilige zaken denken. — En Henri bracht u dan dit boek uit reden van dit dichtstukje over de passia-bloem ? — Ja ! en hij las het mij luid op. Het schesn mij vreemd, doch aangenaam, mijne gedachten door zulke woorden te hooren uitdrukken. — En gij bracht uwe passiebloem met u mede ? — Ja ! maar nu sterft zij, en dit geeft mij ook gedachten,die ik soins zoude willen aan-teekenen, ik zou ze ook graag hooren lezen. Ik nam haar boek, en een potlood uit mijnen zak haleade, schreef ik er haaâtig deze regelen op : — Oh ! wensch niet dat uwe stervende passieb'oem herleve ; want de vrede des doods is beter dan een onrustig leven. Ween niet wanneer haar gebroken stim een droef afscheid voorspelt ; wëen niet, indien uw kweekeling voor zonnen-onder-gang verdwijnt. De wind was bijtend, de wintersneeuw koud voor haren boezem ; en alhoewel de zon nu straalt, laat uwe bloem in rust. hebben haar kwijtiend hootd verlaten ; zij kan het hoofd aati geeaeu nieuweu storm meer bieden. Leg dusuwe vervallene passiebloem zach-tjes neder om te sterven, en laat haar dit rusteloos leven in een rustig uur eindigen. Alice las deze regelen, terwijl ik ze schreef ; wanneer ik gedaan had, schudde zij liefelijk het hoofd, en zeide : — Dat zijn schoone woorden en ook schoone gedachten ; doch het zijn niet de mijne. — Zeg mij eens de uwe, Alice 1 ik zou ze wel graag hooren. — Ik kan niet, zeide zij. — Doe maar I — Wanneer ik die b'oemen zoo zachtjes zie sterven, denk ik, dat zij ons hetzelfde leeren doen, 1k denk, als ik mijne arme bloem haar zoet leven zonder klagen zie verlaten, dat het is omdat zij al hare plich-ten volbracht, en er niets van verzuimd heeft,. Ik plantte ze in mijn klein tuintje, en zij groeide onder mijn venster ; zij gaf mij eerst knoppen en dan bloemen, — lieve aan-gename bloemen en toen ik ziek was gaf zij mij heilzame gedachten op God en Christus. Daarom begeer ik ook zoo te doen — mijne plichten tekwijten in den staat, waarin het God zal believen mij te roepen, om dan, als het Hem zal behagen, zoo als mijne passie- Nopensde mothodsn en de moilalitoitea kasT er verschil van meening b staan, Edoch, schuiven w:j (hais al die meoningî* verschillen op d>n achîergrond, tw sien wij niet over formulea, die bij den razendan loop dor weraldgebourt'întssea im.net te kort komen en behoudei} wij, boven dea scheurmakenden partijgeest, hot gomeoazame doelin hot oo4r, het walzijn van het vaderl ind. Staan wij vast aaneînzcîlotcn, regeerinj? ea volk. en da zsgo zal aan ons zija. Ean gosSî vred? msaî en sal komsa. Hat Duitschs volk drsaît op bewondereni* waardlge manier hot lijden eu den last ran don oorlog thans in zijn visrde tijdperk. Bij die lasten en dat lijden denk ik gansch bijzocder fan dsn kleinea werkman on de gering bezol-digda bedioaden. Edoch gij allea, macnea ea vrouwen zult wdlon uithouden en volhoud^n. In de politieko kwestiën laten zij zich nie! door luidltlinkende woorden bedwelmen, maar weten te onrferscheidsn tusschen de werkelijfc-hîdsn van het leven en bsdri g'ij-e dreomea* Zulk eea volk kan niet vergaan. God is met ons» en z.il ook rerder metoas zijn. (Levendig bravo). ▼ 4e De Rijksdagkommissi' zal waarschijnlijk voof 14 dagôu verdaagd wordea en de eerstkomsnda algpmeene vergade.ing zal plants hebbeu, op 15 Februari. IIST OOSTBNEIJZ: Graaf Czarnln orar haê verîoop Tredesonâerbanâolingan. WEENEN, 24 Januari. — De miniîter vafi buitenlandscho zakao.gmaf Czernin,sprak hedea Donderda^ in dekommissie voor buitenlandscha aangelegenheden der Oostemijksche de'egatio de volgeade redevoering uit : Hooge kommissio ! Hot is mijne plicht, aan d» heeren een trouw besld te sshetsen der vredes* onderhandelingea, de verscheidene pha3ea deC voorvallen tôt hisrtoe, ia een kîaar daglicht ta s ellen, en daaruit de gevolgtrekkingca af t®-leiden, dio waar en gerech'igj zijn. Het schijnt mij vooral dat deze die het ver» loop der onderhandelingea blijkelijk te lang» zaam vin !ea, zich ook niet op verre na een» voorstelling kunnen maken van do moeielijlc* hedan, die wij natuurlijk stap voor «tap moestoa ontmoeten. Ik zal mij in hetgene volgt veroorloven dia mo?ilijkhedea af to sciildorea en zal tevon# trachton te doen iazien welk onderscheid er tâ mak?n is tusschen de vredesonderhandelingeil to Brest Litowsk en al diegene die in den loop dsr geschiedenis ooit hebben plaats gehad. Nooit voor zooveol ik weet hebben vredel» besprekingen mot open veasters en deurea plaats ge^repea. Het is gansch ultgesloten, da< onderhandelmgon, gelijk in omvang en diep» grondigheid aan deze, vaa den eerston minuut af glad en zonder eenig tusschengeval kondea van stapel loopen. Het ge'dt h;t opboitwen eener nieuwe wereld bovon allei wat de meest erbarmlooze aller oorlozen vernield en ten gronde gevochten heeft. Bij aile vredesonderhmdelingea die wij kennen, werden de verschillende phasen min of meor met gesloten deuren afgespeeld, en eerst na dea afloop der besprekingen werd de uitslag aan da wereld medegedeeld. Dat blijkt ult al de gesch'edeni3boeken. H«l sprookt van zelf dat da moeizame weg zulker vredesbesprekingen steeds over berg en dal roorde, dat de vooruizichten den eenen dag gunstiger.den anderen dag miader goed schenén. Wanneer echtor dio verscheidene phasen, da bijzonderhedon dag voor dag, de wcroltl door (tetelegrafeerd wordea, dan spreekt het ander* maal van zelf, dat zij, bij de zenuwacbtigh«i4.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Gentenaar. De landwacht. De kleine patriot behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Gent van 1914 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes