De legerbode

1521 0
14 oktober 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 14 Oktober. De legerbode. Geraadpleegd op 28 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/g15t72824q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. IiBflen van Set Belpt Parlement in ïet Tebuis voor Omp-MMen Eenigeledenvan het Parlement hebben Woens-dag namiddag een bezoek gebracht aan het Tehuis voor oorlogsinvalieden te Sainte-Adresse. De beer Scbollaert, voorzitter van bet Werk en voorzitter van de Kamer van Volksvertegen-woordigers, beeft bun een ontbijt aangeboden, dat zij samen met 800 verminkten van bet Depot genomen hebben. Aan de eeretafel hadden plaats genomen, Jiaast de beer Schollaert, de heeren ministers Berryer, Carton de Wiart, Van de Vyvere, Se-gers, Renkin, Goblet d'Alviella, Poullet, Van-dervelde en Hubert. Verder bemerkte men de heeren Focquet en Dufrane-Friart, senatoren ; de heeren Gillès de Pelichy, Van Cauwelaert, Brifaut, Ramaeekers, Hubin, Colaert, Neven, Destrée, Lorand, Feron, volksvertegenwoordigers; de heer Pauwels, grif-fier van de Kamer ; kapitein graaf de Renèsse, cammandant van bet Tehuis ; majoor Dr Lebrun, bestuurder van het Tehuis ; majoor Dr Smets, bestuurder van het Belgiseh militair gasthuis te Havre ; de luitenants Dr Leynen en Dr Legrand ; de luitenants belieerders Brouyère en Libert ; de eerwaarde heer Dubois, aalmoezenier. De heer Schollaert, in naam van de officieren en soldaten, heeft de leden van de regeering en van het Parlement bedankt voor de eer die zij hem aandeden door dit gesticht te bezoeken. Zich tôt de soldaten wendend zegde hij : « Deze heeren zijn geltomen om de werken te bevvon-deren die gij, ofschoon verminkt, hebt uitge-voerd ; weldra zullen zij u in uwe versehillende werkhuizen ontmoeten en zich rekenschap kun-nen geven van het werk dat gij in stilte verricht met het doel u een nieuw vaderland te verwer-ven en u een nieuwe'n haard te scheppen. » De heer voorzitter heeft de toewijdingsvolle geneesheeren begroet die geen enkele gelégen-beid lieten voorbijgaan om onze soldaten zoo-veel mogelijk al de tichamelijke vermogens terug te geven die zij door hun roemvolle wonden verloren hadden. « Gij zult zien, » zoo ging de heer Scbollaert voort, « boe zij zich eene plaats in het burgerlijk leven voor morgen voorbereiden, door te traehten om, dank aan de kennis van sommige stielen, niet langer schatplichtigen van onze vijaniten te zijn. Voor sommige verminkten heeft het T huis getracht leerwerkplaat.sen op te richten, te einde technische werklieden te scheppen ; s te zeggen keur-arbeiders, die le Verpeiing aan is Familie van Mllitairen Daar talrijke lezers ons vragen gedaan hebben over bet laatste wet-besluit dat de vergoeding regelt, toegekend aan de familie van de militai-ren, laten wij hier enkele vragen volgen, met de antwoorden die ons daarop door de bevoegde diensten werden gedaan : 1° Is het wet-besluit van toepassing voor bezet België, voor wat de vergoedingen betreft ? Antwoord ; Ja. 2° Hebben de belanghebbenden, die in het bezet gebied gebleven zijn, nog recbt op de vi-oege-l'e vergoedingen ? Antwoord : Ja ; de rechthebbenden hebben 6teeds, in bezet België, door de zorgen van het gemeentebestuur, de vergoedingen ontvangen. Zoo zal het ook blijven ; de belanghebbenden zullen vooi'taan recbt hebben op dezelfde vergoedingen, zooals deze krachtens het jongste Wetsbesluit vermeerderd werden% 3° Zullen de rechthebbenden die in het bezette land gebleven zijn, bij terug-werkenden maatre-gel het verschil tusschen de nieuwe en de vi'oe-gere vergoedingen ontvangen ? Antwoord : De wet heeft voor niemand terug-werkende kracht ; zij zal eerst van af 15 October haar voile uitwerking hebben, zoowel in bezet België als elders. Laat ons hierbij voegen dat eene bijzondere schikking van het Wet-Besluit, den belangheb-bende de verplichting oplegt binnen de drie maanden zijne vergoeding te vragen ; daarna kan hij zijn recht niet meer doen gelden door bun ontwikkeling htm lichamelijke onbe» kwaamheid zullen weten te vergoeden. » Vervolgens sprak de heer Schollaert een woord van lof over het zedelijk karakter van onze verminkten : «Zij zijn dapper geweest op het slagveld ; en zij zijn dapper hier. Het zijn echte Belgen, rustig en bescheiden ; ik ben altijd fier de handen van deze helden van den Yser te drukken. » De heer Carton de Wiart. minister van justi-cie, drukte in naam van de*, leden der regeering, in naam van zijne collegas en vrienden, aan den beer Schollaert al zijne dankbaarheid uit. « Het is goed, het is hartversterkend, » zoo stelde de minister vast, « zich hier onder leden van het Parlement, onder Belgen terug te vinden om zijn wilskracht door dezelfde ondervindingen te sta-len. Het is hartversterkend vast te stellen, hoe iedereen, op het gebied dat hem eigen is, een liatelijken vijand traclit te overwinnen, de een-dracht te bewaren die alleen de beslissende en volledige zegepraal kan verzekeren en mede te werken tôt bet herstel van ons vaderland. « Wij zijn den heer Schollaert dankbaarheid verschuldigd omdat hij ons toelaat dit roerend en schoon werk te bewonderen, dat als een geluk-kig tegenbeeld is van de Duitsche gruwelen en verschrikkingen. Men had kunnen denken dat het gebannen België minder geneigd was om aan zijn berstel te arbeiden, daar het nog zoo smarte-lijk is gewond. Integendeel werd ook deze in-spanning op bewonderenswaardige wijze vol-bracht. Een groot getal Belgische soldaten, die in dienst van het vaderland werden gewond, waren bezorgd voor hun toekomst en voor de toekomst van hen die hun duurbaar zijn. Deze dapperen, zooals de reizigers waarvan de Heilige Schriftuur spreekt, hebben den goeden Samari-taan ontmoet, die hun naar een gesticht bracht met familiaal en wetenschappelijk karakter en hun met nieuwe wapens in den strijd om het bestaan beeft voorzien. Zij zijn als het zinnebeeld van ons vaderland, dat zich zelf ook nimmer liet ontmoedigen. » De heer Colaert, volksvertegenwoordiger en burgemeester van Yperen, bracht op zijne beurt hulde aan de roemrijke verminkten die heden nog medewerken aan het herstel van België, Hij begroette den voorzitter van de Kamer, de spil van geheel het werk, dat te Sainte-Adresse werd opgericht en dat het prachtig gesticht, dat de minister van oorlog te Vex-non oprichtte,waar-dig is. De heer Poullet, minister van kunsten en wetenschappen, sprak enkele woorden in het Vlaamsch in naam van de regeering, voor wie het een grondbeginsel is de taalgebjkheid te eerbie-digen : « Wij zijn hier gekomen,» zoo verklaarde de minister, <r om in naam van de Belgische wet-gevende macht de helden van den Yser te begroe-ten. De geheele wereld heeft u zijn bewondering voor uw soldatenmoed uitgedrukt. Heden komen wij de prachtige hardnekkigheid bewonderen, waarmede gij u gereed maakt, om het beste deel uwer krachten tôt bet herstel van België te besteden. Wij zijn komen hulde brengen aan het bewonderenswaardig voorbeeld van toewijding dat den heer Schollaert gegeven heeft, en het is met ontroering dat ik hem, in naam van u allen, begroet. » Deze versehillende redevoeringen worden geestdriftig toegejuicht, terwijl de fanfare van de Invalieden, bestuurd door den heer Tancré, de nationale hymnen, benevens enkele plaatse-lijke liederen en volksliederen en een keurig repertorium laat hooren. Het bezoek der werkhuizen greep vervolgens plaats ; iedereen bracht van ganscher hart hidde aan dit mooie menschlievend werk van de Oorlogsinvalieden te Sainte-Adresse. Le Hm« ta® hulde aan den Yser De Commissie van het stadsbestuur van Havre, gelast een anderen naam te geven aan de Quai de Hambourg, heeft Woensdag avond voorge-steld aan de leden van den municipalen raad, dien kaai te noemen Quai de l'Yser. Het voor-stel werd aangenomen ; de Raad heeft alzoo a hulde willen brengen aan onze moedige bondge-nooten en vereeuwigt de herinnering aan een der beslissende overwinningen van den groolen . ' :»g ». Twee Jaar later Het was gisteren twee jaar geleden sedert dé Belgische Regeering zich te Havre kwam vesti-gen. Zij kwam er inderdaad aan boord van den mailboot Pieter-de-Goninck op 13 October 1914 tegen den avond aan. Door de zorgen van den heer maire Morgand en van den heer Brelet, prefekt van de Seine, had men de gebouwen te Sainte-Adresse spoedig in orde gebracht ; de leden van de Belgische regee« ring moesten ze, om zoo te zeggen, inaar inhul-digen.De meeste waren ternauwernood voltooid en in aile haast moest men hun toilet maken en ze van de noodige meubelen voorzien. *** Als wij Le Havre zullen verlaten hebben, zullen deze gebouwen in onze oogen een histo-rische waarde hebben. Wij zullen niet vergetea dat het binnen hunne muren is dat door onze regeering zooveel groote beslissingen genomen werden om ons vaderland op prachtige wijze ta herstellen, om allerlei sociale, militaire en finan-cieele vraagslukken op te lossen ; vragen betref-fende de gezondheidsleer, andere bestemd om de heilige eendracht te versterken door leden in het kabinet op te nemen, die tôt allerlei politiek® partijen behooren, enz. v * * Als wij, op het uur van den terugkeer en vaH de zegepraal, ons Sainte-Adresse zullen herinne-ren, zullen wij een ontroerde gedachtenis wijden aan hen die hier bezweken bij de taak die zij ondernomen hadden, aan den heer Louis Huys-mans, staatsminister, wiens vaderlandsch testament, het laatste werk van een groot patriot, da Legerbode hier heeft overgedrukt ; aan den heer Davignon, lid van de regeering, oud-minister van buitenlandsche zaken, wiens roi in den nacht van 2 Augustus 1914, zoo edel en recht-schapen was. Wij zullen evenmin den heer Hennion verge-ten, den ouden politie-prefekt, die een jaar lang bet moeilijk ambt uitoefende van bijzonder com-missaris van de Fransche bij de Belgische regeering.Aan hen allen wijden wij, op dezen gedenk» waardigen dag, eene ontroerde herinnering. Hun verdwijning is destepijnlijker, daar zij ons moesten verlaten alvorens de eindoverwinning ta beleven, waaraan allen, ieder in eigen gebied, zoo dapper hebben medegewerkt. Hulp aan de Krijgsgevangenen Het gezamenlijk opsturen van brood aan de Belgische krijgsgevangenenin Duitschland, is op 1 Juli 1916 begonnen. Het geschiedt onder toe-zicht van de « Nationale Vereeniging voor Hulp aan de Krijgsgevangenen » en onder de leiding van de Fransche regeering. Door het stelsel der gezamenlijke verzending ontvangt ieder krijgs-gevangene 2 kg. brood per week, 't Spreekt van zelf dat de dienst zeer ingewikkeld is; er moet gezorgd worden voor de uitdeeling buiten de kampen, daar onder andere waar onze moedige medeburgers gebruikt worden in de velden en in de mijnen. Maar de dienst is goed ingerlcht» Overal heeft het centraal komiteit van Havre zich de medewerking kunnen verzekeren van gevangenen, die nauwgezet zelf zorgen voor de bevoorrading van makkers die op zeer grooten afstand verblijven. « We moeten hulde brengen », zei onze staatsminister Cooreman, voorzitter van het werk, « aan onze « correspondenten i, om de groote toewijding welke ze in de meeste gevallen aan den dag leggen, zoover dat ze hunne persoonlijke belangen opofïeren voor die van andere. Door alzoo te liandelen, geven ze een heerlijk voor* beeld van onbaatzuchtigheid, den naam van Belr waardig, dien ze met zoo'n rechtmatige fierheid dragen.» Mochten de woorden van den heer Cooreman diegenen bereikt-n v. ara an ze çrricht zijn, Het zal hun weiveraie - .wj«>ng zijn. October 1916 Nnmmer 330

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes