den Dlnsdag, Donderdag en Zaterdag versckljnende ■s Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt Lien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. DE VERJARING van den Slag aan de Marne Het was toen zij, op 11 September 1914, te New-York ontscheepte, dat de bijzondere missie, door den Koning der Belgen naar den heer voor-ïitter Wilson gezonden, en die ik de eer had voor te zitten, het nieuvvs van de overwinning aan de Marne vernam. Gedurende Tieel den overtocht hadden wij angstig, door middel van de draadlooze berichten, den wassenden vloed van den in val gevolgd. Wat een zonnestraal, te raid-den van al onzen angst, dat ofiicieel telegram, gedagteekend uit Bordeaux 11 September, 17 u. 15, meldend aan gansch de wereld: « Niet alleen-lijk hebben onze troepen den marsch van de Duitschers, dien deze zoo zegepralend meenden 'te zijn, tegen gehouden, maar de vijand deinst voor ons op bijna al de punten acbteruit. s On-middellijk hadden wij den indruk dat de inval een haltepunt bereikt had en dat geheel het Duitsche plan gevaar liep. « Snel handelen, » had Jagow aan sir Edmond Goschen gezegd, op 4Augustus, «datis Duitschland's hoogste troef.» Het had zijn toekomst voor deze snelheid op het spel gezet. Het spel was mislukt. i Sedert drie jaar, — langen tijd, hardneltkig en zeker, zooals generaal Foch het had voor-speld, — hebben de Bondgenooten terug gewerkt, en nog steeds werken zij terug. Maar al de overwinningen, die op deze roemrijke dagen van de Marne gevolgd zijn, en die er nog op volgen zullen, zullen er het belang en de schoonheid niet van kunnen uitwisschen. Integendeel, met het verloop van den tijd, krijgt deze Fransche zege haar nauwkeurige en grootsche afmetingen ; zoo is het dat de hoogte van de schoonste monumenten nog grooter wordt naarmate wij er ons van verwijderen. Zal ik er bij voegen dat het voor ons, Belgen, geen geringe reden tôt fierheid is, ons leger daarbij een roi te hebben zien spelen die onge-twijfeld wel van tweeden rang is, maar waarvan het belang daarom toch niet mag onderschat worden. Onder de redenen die generaal von Moltke er toe noopten den aftocht te blazen, laten de Duitsche militaire kritieken niet na te doen opmerken dat « verscheidene Duitsche legerkorpsen, die het evenwicht ten gunste van de Duitschers hadden kunnen herstellen, onder Antwerpen weerhouden werden ». Inderdaad, de stoutmoedige uitvallen van ons veldleger, dat in die dagen tôt bij Mechelen en Aerschot door-drong, dwongen den vijand voor goed de 6e divisie van zijn 3e reservekorps op het Bel-gisch front terug te roepen en beletten geheel ,h<m 9S korps zijn marsch naar het Zuiden voort te zetten. Na den gewettigden trots, dien ons leger uit de onvergetelijke namen : Luik en de Yser putten kan, is het voor ons leger ook een diepe vreugde, die door deze verjaring nogmaals wordt ver-nieuwd, eenige medewerking te hebben kunnen verleenen aan dat bewonderenswaardig Fransch leger dat het nog iederen dag meer leert bewonderen. Welke fierheid voor onze aanvoerders en onze soldaten, te hebben kunnen toedewerken, schoon in bescheiden mate, en op een ander uiteinde van het slagveld, aan een zege die over de lotsbestemming van dezen oorlog heeft beschikt, en die niet alleen Parijs gered heeft, — maar de gansche beschaving heeft gered. Zou een dergelijke zege alleen niet vol-doeade zij a om aan Frankrijk eu aan zijn bond genooten de hulde en de dankbaarheid te verze-keren van allen « voor wie nog een zedelijke ■wereld bestaat » ? H. Carton de Wiàrt, Minister van Justicie. Militaire Pensioenen Een besluit-wet van 4 .Augustus 1917, afgekon-digd in <leu Moniteur, bepaalt het volgende : Op voorstel van Onze tôt Raad vergaderde Ministers, ' Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. — Bij uitbreiding van het 1° van artikel 2 der wet van 24 Mei 1838, heeft de Koning, tijd en s den duur van den oorlog, het vermogen om op rustpensioen te stellen de ofïicie-ren die tien jaar werkelijken dienst tellen en die erkend zijn als zijnde buiten staat om verder te dienen wegens eene andere reden dan de won-den of gebrekkelijkheden, die rechten geven op een pensioen krachtens artikelen 6 en 8 van voor-melde wet van 24 Mei 1838 en artikel 1 van de wet van 27 Mei 1840. Art. 2. — De ongeschiktheid tôt den dienst wordt vastgesteld bij een met redenen omkleed verslag van den korpsoverste, van den dienst-overste of van de militaire overheid waarvan de belanghebbende afhangt. Dit verslag, gestaafd met de bescheiden voor-geschreven voor de aanvragen tôt pensioen voor ouderdom in dienst, wordt gestuurd aan Onzen Minister van Oorlog door bemiddeling van de hiërarchieke oversten, die er hun advies en beschouwingen bijschrijven. Art. 3. — Het bedrag der pensioenen voor-zien bij artikel 1 hierboven, wordt berekend in evenredigheid met het aantal dienstjaren. Elk jaar geeft recht : 1° Voor de officieren die van twintig tôt negen-en-twintig voile jaren dienst tellen, op 1/30 van de 4/5 van het op dertig jaar dienst verworven pensioen volgens de aanduidingen van kolom 1 van het tarief gevoegd bij de wet van 23 Mei 1912 ; 2° Voor de officieren die van tien tôt negen-tien voile jaren dienst tellen, op 1/30 van de 3/5 van voormeld pensioen bepaald volgens dezelfde aanduidingen. Qntslag trait M Ministre Eibot Daar de voorzitters van de Kamers terug te Parijs gekomen zijn, heeft de heer Ribot aan den heer Poincaré het ontslag van het kabinet over-handigd.De heer Poincaré, na met de heeren Dubost en Deschanel te hebben beraadslaagd, heeft den heer Ribot de opdracht verleend het ministerie samen te stellen. * * Daar de h. Ribot niet al de medewerking ont-moet heeft die hij onmisbaar oordeelde, heeft hij den heer Poincaré het mandaat opgezegd, dat deze hem had toevertrouwd. De Belgen onivoeri naar DnMIaiil Eene Protestatie der Portugeesche Vrouwen Naar men zich herinnert, hebben de Belgische vrouwen eene roerende protestatie tegen de ontvoeringen van do, Belgen naar Duitschland in de wereld gezonden. De algemeene protestatie bijtredend, hebben de Portugeesche vsouwen op hare beurt, met meer dan acht duizend, een protestbrief getee-kend, waarin zij lucht geven aan haren haat tegen de Duitschers, wegens hunne daden van wreedheid en barbaarsekheid, « die, naar zij zelf schrijven, snooder, wreeder en hatelijker zijn, dan al wat de Mooren en Turken bedreven. bij de afgrijselijke invalien, die in de geschiedenis geboekt staan ». Onze Onverschrekken Infanterie-Vliegeniers De Ploeg de Burlet-Orta « Ondanks het ozigunstig weder j>, zoo Iuidda het Belgisch legerbericht van 7° September, « hebben onze "viiegeniers talrijke vlucbten uit» gevoerd, en 's vijands loopgraven tusschen Schoorbakke en Dixinuide bestookt. » De ploeg de Burlet-Orta, die reeds meer dan een prachtig wapenleit vérrichtte, heeft zich andermaal door hare onverschrokkenheid on-derscheiden.Den 7n September in den morgen, omhulda eene dikke mist heel het Yserfront. De twee koeue viiegeniers vei'kiezen zulk weder om hun roi te vervulien van infauterie-vliegeniers, waanv bij ze veel ervaring hebben opgedaan. Stijgende op 800 meter hoogte in den dichten nevel, kwamen Burlet en Orta onopgemerkt over 's vijands loopgraven. Zoxider gerucht te maken, en zeker zijnae paniek in 's vijands gele-deren te zaaien, dalenzij langzaam tôt op 300 m. hoogte. En, langsheen het front dat van Schoorbakke naar Dixmuide loopt, vuurt de recht-staande vliegenier de Burlet onophoudend zijn machinegeweer op de vijandelijke troepen af. Ilet gaat op wonderlijke wijze maar steeds raak.* In de Duitsche loopgraven, op den naburigen weg, ïijn de kerels radeloos van schrik. Groe-j)en loopen uiteen, en mannen stuiken dood ten gronde. De Belgische viiegeniers hebben ilink werk verricht. Maar zoo de Burlet en Orta bij voorkeur met mistig weder zich buiten wagen, om hunne roemrijke daden te volvoeren, valt het geenszins in hun smaak dat de vijand hetzelfde doet. Voor enkele dagen, had een Duitsch vliegtuig de stoutmoedigheid gehad hun voorbeeld na te volgen, inaar kwam de knappe Belgische ploeg tegèn. Na een kort gevecht, viel het vijandelijk tuig in onze liniën. Den ln September, dus voor één week, waren de Burlet en Orta, bij het vallen van den dag, bij een afgrijselijk weder, in de lucht gestegen : Da regen plaste, een heftige westerwind joeg zwarte wolken door het hemelruim. Wat kan dat sche-len ! Naar de kanten van Beerst heeft men een belangrijke trein automobiéls van den vijand aangeseind. In voile vaart gaat het op 900 m. hoogte over onze liniën recht naar het doel af en, ter nauwer-nood is men boven den trein gekomen, of deze krijgt de eene na de andere laag schroot. Er wordt flink werk geleverd ! Maar ditmaal heeft de vijand hen opgemerkt, en hunne koenheid zou hen duur te staan kunnen komen. De artillerie heeft hen voor schietschijf genomen, en zij worden weldra met dreigende klaarten omgeven. De Duitsche machinegeweren zenden hun daaren-boven eenen regen lichtkogels. Steeds gevaarlij. ker en juister wordt het afweervuur, maar onze koene viiegeniers bewegen zich heel behendig te midden van den vuurkring, en keeren als bij een wonder ongedeerd naar de Belgische liniëa terug. In aile omstandigheden en om aan de Belgische infanteristen te toonen dat het eenen zegevieren-den wapenmakker is die van de jacht terugkomt, vliegt de Burlet, bij zijn terugkeer, bijna rake-lings over den grond. Van Nieuwpoort tôt Noordschoote, komt hij op 5 meter hoogte, als een meteoorsteen over de Belgische eerste linie gevaren, en zoo gaat het als bij sprongen over banen en wegen, net als een over hindernissea zich wippend paard. In de Belgische loopgraven, raast en tiert men van vreugde. De piotteu ' wuiven met hun helmen, geweren en zakdoekea en begroeten de kranige viiegeniers met luida hoerakreten. Dergelijke voorbeelden van wilskracht en koelbloedigheid werken aanprikkelend op onze jongens. Deze hebben een onbepàald vertrouwen in onze viiegeniers, want zij weten dat talrijke ploegen tôt den bijzonderen roi van infanterie-vliegeniers worden afgericht, en hun best doen om elkaar de loef af te stelcen. bij^ roemrijke heldendaden., Zij weten vooral dat deze viiegeniers tôt over 's vijands gelederen zullen vliegen, om er dood en schrik te zanien, bij de aanstaande gevechten, wanrteer zij Y001' goed op den vijand zullen ïl September 1917 ISTnTifimfir 472 ^

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.