DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Franseke en NederiandscJie exemplaren. Tooueelco uît het îevea in de Lcopgraven Terugkeer naar het kantonnement £eker, ïn dezen verbiadingsloopgraaf, stapt V*i' een lange koloxi voôr mij. Wat mij bgtreft, ïsiijn oogen gelukken er ter nauwer nood in de tKcbte duisternis te doorboren om de vage massa t« ondérscheiden die langzaam voortwaggelt en waar van ik, stap voor stap, den ongelijken, plots aljjtebroken en schokkenden gang volg. De stappen klinken verdoofd op de vochtige planben, waarop aardklonters neervallen tel-kens'iemand tegen de borstwering stoot. Het gewr\jf, het wapengekletter, verdoofde uitroepen en vfoeken verraden onzen weg. De flauwe lucbt van vochtige aarde en stilstaand water beklemt de ademhaling. ■r Qpgçpast, "nen draad. » Nauwatijks beb ik tijd om te bukken onder het gewi&ht van mijn wegzakkenden raasel. Opge-richt houd ik balf omgekeerd den draad gespan-uen tôt datcen tastende band hem overgenomen beeft. Onvf-rwacht komt er een kogelregen op ons neer. Iàstinktmatig beeft iedereen het hoof'd gebogen tôt de klapperstem van bet macbine-geweer ziek «yeer verwijderfc. Aïs mijn \v>et de plank mist, glijd ik telkens iu een klever%e modderpoel. Het is zoo doaker dat mijn oogev den weg niet kunnen volgen eu dat ik op somiyiige oogenblikken als een blinde de armen moet nitsteken. Wat later bols ik op het keteltje van mijn Vooi'gangei*. De mi staat stil. Wat is er ? Vrageû worden gesteld, aemmen worden onrustig. Een granaat slaat al stihuifelend een vijftigtal meters >an ons in en zijn iiavering hceft ons ailen door «llirtar gcschud. Te.rvvijl een solferlueht onze aan-gezxciitea schroeit^orden de stemmen luider en verraden meer onge sluld. Eindelijk gaat het weey a an mond tôt moud a « Vooruit î » Wij kruisen de compagnie die ons komt aûos->>en en^die stil staat oui, ans te laten voorbij trek-ken. Vooraan de kapittdn, in zijn liebte regen-mantel ; dan de ineengt\zakte mannen, leunend op îiiui gcweer ol'hun rarnsel tegen den wand. Terwijl een vuurpijl de schaduweu verlengt ,en weer doet inkrimpei^, verhaasten wij den stap ; als de duisternis wee r boven onze hoofden sluit,volgen wij weer de eïndelooze gangen, vol hoop op de aanstaande rusï, terwijl wij de mannen. die nu naar het gevuar gaan, achtor ons 'laten. Nog zijn wij het doodelijk £;ebied niet voorbij. -Een vreemde Iucht zweeft ni den gang. Onze 'voeten strompelen over nees'gestorte zakken, over hoopjes grond of onvoorsiene slootjes. De vliim van een verre ontploSing vei'licht éven de wonden in den wand. En mas#1 steeds stappeu ;we voort naar de streek waaS ginder verre de hemeJ verUcht schijnt als dcoe den gLoed van «iene smis. Wij komen îangs eene dwarsflSn îoopgraven. Eenigen tijd lang Volgen wij eene $'ecementeerde baan waar een gansehe menigte as n den arbeid is. Wagonnetjes rollen met oorvèrdoovend ge-raas over het spoor. Nu over een eindelooze toetbrng, die door eene dicbt met gras begroeide viakte loopt, over slapende kana\en, achter Siiaskeeringen van gescheurd doek. .Heel hoog schuifelen granaten met vreemd gefluit voorbij osn ginder ei'gens in een verwoedeu plot' neer tè koraeo. De voetbrug is zonder einde. Zwijgêsid gaan wij steeds en volgen de wisselkigen van 's vijands geschut om le zieu ofbij het niet op ons r. emunt heel t. Wij gaan Iangs eenzame pleintjes vol gi\inaat-t^echters. Een paal bezrit nog een loshan^ende aauwijzersplaat ; verder verheft zieh zwjjçend een bladerengordiin. Plots Iichten blikseniflitsen. Een vlakke klaarte breidt zieb over den gezichtseinder uit en ver-iicbt tôt het rainste struikje, Boomenreien verbe lien zieh op den donkeren hèmel. Het licJ^t tiilt op het water der grachten. Weerglanzen schitteren op helmen. Het is een> tinregelmatige vlaru, die voortdurend weer op-ûuhiet ea eiadelijk.piju doel mu bet oog, ^ De heer Poinearé en Generaal Foch aan 'f Belgisch Front De heer voorzitter Poincaré, geleid door Ko-ning Albert en prins Leopoldvan België, bezocht Woemsdag versehillende militaire inrichtingen aan 't Belgiscb front. Denzalfden dag, bracht generaal Focb bezoek aan den luitenant-generaal Gillain, bet aieu^ koofd van. den algemeenen legerstaf. De Terechtstelling van eenen verrader Na de laatste onthuliingen, die de straf enkele dagen schorsfie, werd recht gepleegd : Bolo werd Woensdag morgen terechtgesteld. Na het vervullen der gpwone formaliteiten, werd de vercordeelde ptf automobiel naar Vincennes ^ebracbt. Het doodvounis werd afgelezeu oui S uur 55. Zeer bleek, mata- altijd zeer kalm, lict Bolo zieb eenen doek voor de oogen binden, zonder een woord te spreken. Daarna deed luitenant Audiger, die het cteecutiepelolon onder zijn bevél bad, samengesteld uit 12 soldaten van bet 26" jagers, esn teeken. Het peloton vuurt en de veroordeelde valt neer, met hart en hoofd door-boord.rrrrrrii—m niareirisaaiagaaM^Tgag^^aîîa^^ Na gaan wij over het binnenplein van een bofstee. Het geraamte vau het dak steekt zwart al' op den donkeren nacht. Na het laatsle salvo hooren wij de laatste ge> ruchten nog door den verren eebo weerkaatst. Bij bet sein van een fluitje werpen wij ons ver-moeid neer op het taluds van den weg, neer» gehurkt, Ianguitgestrekt of op onze rausels nesr-gezeten. Voor een tijdje vergeten onze schouders de kneuzing van de riemen. Allerlei gesprekkeu klinken door elkaar. Wij zijn nu buiten de gevaarlijke strook. Morgen zullen wij weer huizen en tuinen zien. Met meer moed gaat de compagnie weer op maiseb. Men zou zeggen dat zij ontwaakt is : Geroep en gelaeb klinken bel op. In een rei achter elkaader volgen wij slinger-paadjes door de velden waar onze zolen in do veie aarde kleven. Voor de bareelen van da meerseben klotsen onze voeten door de water-plassen. Wij gaan langs hofsteden waar nog ficht tusschen de planken in de schuren heensij-pelt. In de duistenis glimt het water van stil-btaande poelen. Eindelijk weerklinkt een barde steenweg onder onzen voet. Stemmen roepen ; c Sluit de rangen. » Wij gaan sneller. Zonder het hoofd te wenden gaan wij moei-saam op zij bij het getoeter der zware auto-aiobielwagens.Wij gaan over een dorpsplein. De sombere toren gaat vei'loren in de duisternis. Aan ziin voet sluimeren loggc traetoren met breede wie-len balf verscholen onder de dekzeilen. Op den weg wordt het drukker. Ruiters bespatten ons met slijk. Weer verdwijnt bun silhouet in den nacht. Rijtuigen dansen in oorverdoovend ge-raas over de kassei. De vocrluî zotten bun paar-deu aan. Uit de barakementen dio wij voorbij gaan stroomt de klaarte ons te gemoet. De iichten van de aulomobiel schuiven bun breeden hei-deren waaier verblindend over den weg. Wij stappen voort, cen weinig verdoofd door al dat rumoer. De vernioeienis loomt 2rvvaarder op ons ; wij praten niet meer ; -wij stappeu het hoofd gebo-yen, sneiler voort als een kudde die den stal riekt. Wat anders zwecft er nog voor onzen ver-moeiden geest dan het barakement waar wij weldra rust zullen genieten? Nog is zij ledig, onder de bleeke klaarte van den lantaarn die grillige schaduwen op de zoldering werpt en vreenide glanzen legt op bet gastvrije stroo waarin wij ons weldra neer gaan vleien. Robert Viyies* DE TOESTAND ALGEMEEN OVERZICHT Onze Tfoepen voeren Tegenaanvallen uîf en nemeii meer dan 700 Gevangenga en 42 Machiengeweren ■ ■■>» mi» Op het Belgisch front : Den ïf, 's morgens. vielen de Duitschers, met groote macht, onza voorposten aan tusschen den Blanckaertvijvei? en den ijzerenweg Yper-Thourout en gelukten erin voet te krijgen in versehillende onzer pos-ten ; maar hovige tsgenaanvallen joegen ze er heslemaal uit ; meer dan 700 gevangenea blcven in onze handen, daarenboven cames wij een veldstuk, 2 minenwerfer en 42 ma-chienge-weren. De verliezsu van den vijand in dooden en gekwetsten zijn zeer hoog. Den 18, bevige artilleriebedrij vigheid vau beide kanten bij Nieuwpoort en in de streek vaa M erckem-W eidendreef. Op het Britscho front hebben de DuitscheM bun geweldige aanvallen voortgezet; allen wer« den met zware verliezea afgeslagen.Ten Noordea van Bailleul hebben zij, ondanks hun herhaaldo aanvallen, niet de minste vordering gemaakt. Ten Oosten van Robecq werd bun vooruit-* sang door het artillerievuur gebroken ; ta Boyelies werd de vijaud, die voor een oogenblib voet in de Ioopgraven verkregen had, er oamid* dellijk uit verjaagd. De slag was vooral geweldig te Givenchy en ten Z. van den Keuimelberg ; op deze laatste plaats werd de Britsehe linie, die een oogenblik bad begeven, weer door een tegenaanvalhersteld. Tijdens deze versehillende gevecbtea werdea er meer dan 200 gevangenen gemaakt. Na de vorderingen door den vijand op Tictj ftont van de Leie gemaakt, zijn de Britsehe troepen, die de vooruitgeschoven posten ten Oostea vaa Yper bezetten, op andere stelliageu meer naar achter terug getrokkea. De Fransche troepen werken tegenwoordig op dit front met de Britsehe legermacht samea. Op het Fransch front : Dea 18n, vielen onza bondgenooten de vijandelijke stellingen aan, langs weerskanten van de Avre. op een front van i kilometers, tusschen Mailly-Raiaeval en Thennes. Zij namen het grootste gadeslte van het S?necatboacb en brachten hunne liniën dieht bij Castel ; meer ten Z. kwsmen zij tôt aan de hellingén ten W. van de hoogten die de Avre behcerachen. Het getal gevangenen overtreft 500 ; ver. schiliende machiengeweren werden buitgemaakt. Tijdens verscheidene aaavallea namen onza bondgenooten een zeker getal gevangenen. Vijandelijke pogingen Averden teruggeslagea in de ptreek te Corbeny, in 't boscb van Carrières, en bij Damloup en Samogaeux, met vep» liezen. In het bosch van Caurières waren de-vijande« lijke verliezen belangrijk; een veertigtal lijken werden op het terrein gevoadea en iO gevangenen genomen. Op het Italiaansch front : la de bergstreek namen Britsehe en Italiaaasche patroeijçn gevangenen.Een Italiaansche groep voerde eenen weîge-slaagdcn raid uit bij Valmobia, nam gevangenen en vernielde dekkingen. Op de Piave, belette het vuur der machiengeweren den vijand vaartuigen op het water te brengen en verliezen werden hem loegebracht door eenen groep aaavallers, die over dea streoni kwamea. Ontmoetingen van patroeljen met voordee-iigen uitslag voor onze bondgenooten. Op het front te Saloniki : De Grieksche troepen, over de Struma trekkend, bezetten 5 doi> pen ; meer ten N. hebben de Britsehe troepen Kumli en Ormanli ingeaomea ea gevaageneu seaiaaki. De vijand onderging zware verliezen. 20 April l9:îS 568

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.