den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOÎjDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batlerij ontvangl lien of vijflien Fransche en Nederlandsche exemplaren. Roemrijke Bladzijden Op den Yser TE DIXMUIDE (Ver vol g) De eerste groepen Duitsch voetvolk worden opgemerkt als zij uit Vladsloo komen, vanwaar iij naar het Zuiden trachten te trekkeh. Bijna terzelfder tijd verschijnen er aan de uithoekea van Beerst, zij komen uit iedere hoeve, uit ieder boschje, langs heel den weg welke deze twee dorpen verbindt Het wordt duidelijk dat deze bedreiging gerieht is tegen de Noordelijke en de Noord-Oostelijke fronten van het bruggenhoofd. Het vuren onzer dappere batterijen. die deze streek reeds onder vuur houden, verdubbelt onmiddellijk in heviglicid. In de loôpgraven, welke front aan dezen aanval niaken, is het 1* bata^on van het 12e linie-regiment op zijn post, hardnek-kig en vastberaden. En aie nu hoe terzelfder tijd, in het Oosten langs den kant van Eessen, andere vijandelijke troepen aanrukken; langs het kanaal en den spoonveg trekken zij vooruit naar het front dat door hel 2e bataljon wordt bezet. Als hier, even-als aan den Noordelijken kant, de harten sneller kloppen, zoo zijn de zielen vol hartstoeht en is de wilskracht gespannen. Maar onder de vlagen sehroot welke onze kanons hun loezenden. blijven de aanvallers staan ; dan plots, dekking zoekende. verdwijnen zij voor onzen blik. Op hetzelfde oogenblik, van heel den dreigenden gezichteinder, verheft zich een verschrikkeHjk kanon vuur, dat aan het reeds se,leri den ochtend doorgezette bombardement, eene ongehoorde hevigbeid geeft. î)e Duitsche batterijen — uit Anlwerpen aangebrachte zware stukken, veldhouwitsers en kanons — besproeien geheel het bruggenhoofd met stortvlagen ijzer en vuur. Een hagel granaten valt neer op de loôpgraven van het 12e linie-regiment, op Dixmuide zelf, waar een oorverdoovend geraas heersclit, op de stellingen van den linkeroever welke door de marine-fusiliers bezet zijn, op Caeskerke waar de reserven zich bevinden en, ien slotte, in de nabijheid van onze batterijen. Het is een overvloed van munities, zonder Weerga. Van af het begin zijn sommige eenheden van net 12® aan eene harde beprôeving onderwor-pen ; aan het linker uiteinde zijn de loopgraven, langs beide kariten van den weg naar Beerst gedolven, onder echarpe-vuur genomen ; commandant Pouplier, die over de compagnie ten Westen van den weg bevel voert, wordt een der tersten gedood ; een granaatscherf veît hem op den slag en zonder een kreet stort hij neer. Te pixmuide wordt kolonel Jacques, die, onbe-kommerd voor het gevaar, zich op de Groote Markt bevindt van waar hij zijne bevelen uitdeelt, erristig aan den voet gewond. Maar de held van den Arabischen veldtocht, heeft ook needs voor beete vuren gestaan. Een vluchtig verband, een stok om op te leunen en. om lucht te geven aan 21jn humeur, een verwensching tegen de MofTen, en ziedaar kolonel Jacques weer klaar, meer Vastberaden dan ooit om de stelling tôt het uiter-ste te verdedigen. Wanneer men hem dan ook bevel van het Groot-Hoofdkwartier mede-ûeelt : a Het bruggenhoofd Dixmuide moet tôt illen prijs behouden worden i>, antwoordt hij tenvoudig : « Dat spreekt van zelf ! s Toen het Belgische commando dit bevel aan den admiraal zond, voegde het er insgelijks bij t gelieel de artillerie van de 5* legerdivisie de Verdedigers van Ûixmuide zou kcimen onder-steunen. Met het oog op de macht der Duitsche atterijen, kwam deze versterking bijzonder £°ed Yan pas. De 47 stukken van de groepen ^elke op dat oogenblik in werking waren, had-en 'ûderdaad de handen vol om het terrein vaar de vijandelijke aanvallen plaats grepen te om "urme infanterie er het voor-, °men te beletten en hunne veldbatterijen te ,.®?ntw<>orden, de eenigen waartegen het moge-^ ,Was 'iaTiÇlelend op te treden. Om aan het vijandelijkezwarestukken te weer- staan, zullen onze artilleurs niets anders hebben dan hunne wilskracht, hu^ne standvastigheid en de bekwaamheid hunner oversten. De groep van de 16 gemengde brigade was de eerste welke zich, tusschen 12 en 1 uur 's middags, onder de bevelen kwam plaatsen van kolonel De Vleeschouwer, die hem opdroeg stelling te nemen aan heft Noorden van den groep Pontus en onuiiddellijk het vuur le openen opde streek ten Noorden van Dixmuide. Een weinig later kwam de groep van de 1* gemengde brigade op zijne beurt en nam stelling aan den spoorweg naarNieuwpoort, ten Noorden van den weg naar Oostkerke, waar hij krachtdadig medehielp om de omgeving van Beerst te beschieten. Wat de andere batterijen van de 5e divisie betreft, waarvan men de komst had aangekon-digd, beletten degebeurtenissen dat zij langsden kant van Dixmuide tusschen beide kwainen. Het koint door dat de vijandelijke bedreiging zich hier alleen niet doet voelen. Het gevecht ontwik-kelt zich en strekt zich over geheel het Yserfront uit. Het Groot Hoofdkwartier moet aan aile gevaren het hoofd bieden, overal versterkingen sturen en toch is de veldslag nauwelijks begon nen. Wat er ook van moge zijn, in het begin van den namiddag yp dezen 20 October, werkten 71 stukkei! samen ^>t de verdediging van het bruggenhoofd. Niettegenstaande de meerderheid in getalsterkte van de vijandelijke batterijen. zouden zij er misschien meester over gebleven zijn, zoo zij slechts de artillerie van zwaar kaliber hadden kunnen beantwoorden. Maar deze, waarvan het totaai steeds schijnt aan te groeien, zoo verschrikkeHjk hevig wordt het bombardement, geeft aan de aanvallers een al te groot voordeel. Gedekt door den stortvloed van vuur en ijzer die nog steeds op onze loopgraven neerkomt. wordt de vijandelijke infanterie dan ook weer stap vooi stap vooruit gedreven, langs al de wegen die uit het Noorden en het Oostén naar Dixmuide samentoopen. Niettegenstaande de onafgebroken stortvlagen van onze 75. wint de aanvaller grond met zijne steeds opnieuw aan-spoelende golven die ailes op hunnen weg schij-nen te ovérstroomen. Plots, juist om 15 uur. wordt het vuur dat op onze loopgraven gerieht was, verlengd en op Dixmuide gewend en al de wegen welke door de reserven zouden kunnen benuttigd worden. Op hetzelfde oogenblik, als door eene veer bewo-ges, komen de aanvallers uit hunne laatste be-schutting te voorschijn en onder het luide geroep van « Hoch ! Hoch ! » stormen zij met het geweer op de heup tegen den sector welke door het 12e linie-regiment ten Noorden van den spoorweg bezet wordt. Maar onmiddellijk breekt er uit onze door de granaten nochtans hait' verwoeste loopgraven een onverbiddelijk en goed gemikt geweervuur los. Geweren en mitrailleurs ratelen zonder op-houden ; geheele rangen Duitschers worden neer-gt^maaid. Op het triomfantelijke a Hoch ! » volgen nu gekreun en smartgeroep : de aanioop wordt glad afgebroken. De ofiieieren. met den revolver in de vuist, hebben schoon te trachten hunne woeste kudden vooruit te stuwen, de mannen gehoorzamen niet. Zij gaan plat in de -velden neerliggen en graven zich in, op ongeveer 300 meters van de onzen. Luitenant-kolonel Van Rolleghem, die over den aangevallen sector bevel voert, heeft naar de loopgraven eene compagnie van het 11' kunnen zenden, welke hij in reserve hield. Kolonel Jacques, van opde Groote Markt, heefthemeene andere gezonden, maar het bombardement van Dixmuide en zijne omstreken is zoo hevig dat zij door de granaten wordt witeengedreveii, v66r âat zij uit de stad is kunnen komen. Ondertus-schen heeft ook de vijand versterkingen ontvan- De pruisische Verlieslijsten De zevôntieu laatste Pruisische verheshjsten behelzen de namen van 74,433 officieren en solda-ten, waaronder drie gesneuvelde geaeraals. Zoo-dat het totaai der Pruisische verliezen thana 1,338,000 mail bedraagt. Er bsstaan bovendien 151 Saksischa, 190 Wur-i tembergsche, 185 Beiersche verlieslijsteu ea 31 lijsten voor de marine. gen ; van de plaats waar hij zich vddr ons heeft ingegraven, beschiet hij op razende wijze onze stellingen ; zijne machinegeweren scheren over de reeds dooreengeworpen kleine borstwering, welke de eenige schuilplaats van onae mannea is ; de loopgraven welke loodrecht op den weg naar Beerst uitloopan worden onder strijkvuur genomen ; ai de officieren van de compagnie welke ze bezet houden zijn buiten gevecht ; een groot getal nînnsehappen gedood of gewond, Alsdan. tegen 1G uur, daar er zich langs den weg een nieuwon aanval ai'teekent, trekt het handval overlevende manschappen, berool'd van hunn» aanvoerders die hen zouden kunnen tegenhouden» terug op een kleinea loopgraaf die 200 meteri verder den Weg verspert. De Duitschers. die deze beweging hebben be» merkt. maken er gebruik van om opnieuw vooruit te springen ; zij meenen reeds Zeker van de over-winning te zijn. De toestand wordt inderdaad liachelijk. Het ontruimen van de loopgraven ten Westen van den weg naar Beerst, s.telt al d« anderen in de nabijheid bloot. Er wordt nog eene hevige poging gedaan om den aanvallai* tegen te houden ; de Fransche en Belgischa machinegeweren vuren zonder ophouden ; vaa uit hunne loopgraven aan den Yser, niettegenstaande den afetand, lossen de marine-fusiliers herhaaldelijk hun salvovuur op de objektieven die zij bereikeu kunnen. Ondanka ailes, rukt d« vijand vooruit, langs aile kanten onze loopgra.» ven bedreigende ; men moet wijken ; nauwelijks heeft men den tijd om de machinegeweren achter-uit te brengen. Maar de terugtocht geschiedt in goede orda} men laat slechts de dooderi en enkele gewondea achter. Onmiddellijk besproeien 0112e batterijen de omgeving der verlaten loopgraven mot hunn« projektielen ; met de kanons en de geweren houdt men den vijand nog op afstand. Insgelijks in het front aangevallen. en ontbloot op den linkerflank. laat het II" bataljon van het 12 , dat zich ten Zuiden van den spoorweg bevindt, op zijne beurt aan kolonel Jacques weten dat de toestand waarin het zich bevindt hache* lijk wordt. Onverstoorbaar onder al dit nieuws, zal deze prachtige aanvoevder hier eerst recht toonen wat hij vermag. Hij heeft geene enkele reserv# meer tôt zijue beschikking ; al wat hij bezat heeft reeds de handen vol. Nochtans, met merk-waardige kalmte en wilskracht, laat hij aan het 11' bataljon (oostelijken sector) zeggen om kost wat kost vol te houden ; dat hij op zijn linker-kant een tegenaanval gaat doen; aan het I-" bataljon (noordelijken sector) geeft hij het bevel de loopgraven te hernemen, al moest hat ook dea laatsten man kosten, want — zoo luidt de held-haftige leugfn ! — versterkingen gaan toekomen. Inderdaad heeft kolonel Jacques aan kolonel Meiser versterkingen gevraagd, maar hij we«t niet wanneer zij zu'ien toekomen. Het doet niets, het nieuws van hunne spoedige komst zai aan de mannen weer vertrouwen schenkna en tîjd doen winuen. Overigens, alsof de voorzienigheid hem ter hulp wou komen, ziehier dat op de Groote Markt te Dixmuide, waar de kolonel ondanka zijne wonden zich nog steeds bevindt, de wielrij-derscompagnie van de 3« divisie, onder de bevelen van luitenant Jacques, aankomt. Er zijn daar een hoBderdtal vastberaden kerels ; het is dfi hemei die ze zendt. De kolonel heeft ze spoedig naar gene zijdft van de uithoeken van Dixmuide gezonden, op den weg naar Beerst, waartegen de voornaamstô poging van den vijand gerichi is. Aan hun aan-voerder geeft hij het bevel aan de troepen vaû het 12« te laten weten dat andere versterkingen volgen en dat, zoo men nog slechts een twintig. tal minuten kan volhouden, de overwinning ver» zekerd is. En de dappere wielrijders storten zich in het heetste van het gevecht ; luitenant-kolonei Van Rolleghem slaagt er in zijne troepen krachtdadig stand te doen houden ; van zijnen kant houdt het IP bataljon, in den sector van luitenant-kolonél Gollyns, « kost wat kost » stand, zooals men het heeft bevolen. De wilskracht van kolonel Jacques en van de troepen onder zijne bevelen, heeft het onmiddeHijke gevaar afgewend. Ten slotte, zulten weldra de verwachte versterkingen aarikemen, en de tegenaanval zal. met vuur en ook met goea sevolg^itgevoert^orden^^^r^gvo/^^^^ 5 Juni 4 9J 5 jVninrner 147

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.