De legerbode

1171 0
13 februari 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 13 Februari. De legerbode. Geraadpleegd op 06 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1v5bc3tb7w/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE LEGERBODE den Dinsdag. Donderdag en Zaterdag versçhijpende Dit blad is VOOH DE BELGISCHE SOLDATEN besLemd ; iedere compagnie, escadron, of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en NederlandLscbe exemplaren. " ® ® I ^ = " " i ' ' ? HELDENMOED Hoe men zich ook den oorlog hebbe voor-gesteld eer hij losbrak, die voorstèlling staat in afschuweUjkheid verre beneden de werke-lijkheid. Er hoeft dus nu veel meer moed dan vroeger om oorlog le voeren. Sederl de maand Augustus maakte ieder die opiner-îting, en commandant Fastrez in zijn werk : « Het Leger en de Natie » h ad er reeds op gewezen na den oorlog in Mandchourie. M. Maurice Maeterlinck ontwikkelt die mnmer-king op een zeer krachtige en wel-sprekende wijze in een artikel van Le Figaro, artikel dat we spijtig genoeg niet kunnen cverdrukUen. Hij gaat uit, van het volgende : Het werd nlgemeen aangenomen, dat het g een men noemt den moed, het physieke en moreele iveerstandsvermogen, de zelfopoffering en de selfverloochening, het vermogen om den dood te trotseeren in de eerste plaats eigen waren aan de minst gelukkige volkeren der oiul-heid, de minst verstandige, de minst bekwame tôt redeneeren. Hoe zou een beschaafd, ge-lukkig en prikkelbaar mensch de helsche afschuwelijkhedsn van een slagveld kunnen verdragen? En nu, tôt onze grooteverbazing, dringt zich het tegenovergestelde aan ons op. Wij hadden dus een onfuist en onvolledig idee over den moed bij den mensch. Wij hadden gerekend sonder de hulpmiddelen çan het verstand sterker dan de verbeelding. In 't voor bijgaan drijft M. Maeterlinck op een heel aangename wijze den spot met de helden bezongen door Homerus, wier dap-perheid enkel bestond in schoone woorden en uiterUjke praal, wier gevechten niet erg bloedig waren, voor wie de dood een builen-gewone gebeurtenis was, onvoorzien en bijna ongepast, en die op de vlucht gaan niet aan-sagen als iets laakbaars, — men schoof er de schuld van op de Goden. In de laatste eeuwen was elke oorlog afge-loopen na twee of drie veldslagen, die nooit meer dan een dag duurden, « met andere woorden, na twee of drie hoogtepunten, ont' zaglijke inspanningen, van enkele uren ». uaarna, zegepraal of neerlaag, 't, was afge-loopen, 't was de ontspanning, de ontknooping, de rust, de terugkeer naar huis. Onze achtbare medeburger slaat nochtans den bal mis als hij zegt dut men in de meest whnkwekkendegevechten van vroeger twintig of dertig kansen had tegen een om aan den dood te ontsnappen. Indien werkelijk zekere veldslagen niet 200 moorddadig waren, en indien het ons verbaast dat te Magenta en te Solferino de verliezen tien maal min talrijk waren dan in het gevecht aan den l'ser alleen, waren | ? andere beroemde veldslagen — Waterloo, ,yfzi8'> Gravelotte — uiterst moorddadig. 0 8ens de statistieken zijn er na de huidige t, rooie veldslagen minder dooden dan na die van vroeger. Wel is het waar dat de veldslag egenwoordig dagen — ja zelfs maanden ortdiuirt. Indien de huidige oorlog de je ensctiappelijke statistieken gelijk gaf zou Jfifefrisz'ns e stelling van M. Maerterlinck 'hlJ fn' want de zenuwspanning waaraan endaags een soldaat onderheyig is had ar weerga nog niet in de geschiedenis. y "e dood is niet meer zooals ze was : roeger zag men ze voor zich; men wist ~ > waar ze kwam en wie ze a loebracht. wa« t 1 Cen vreeseliîkcn vorm, maar het i® ■ ?..dltijd menschejivorm. Iledendaags j • m bij ai ]mre ijselijkheden, de onver-i ontzetting càn het geheim. » Elk I î.,°eJ! kan ze u tretïcn. een enkele is het mogelijk aan zulke proef te weer-staan, wijl de zenuwen van den dappersten gestaald zijn om den dood te trotseeren ge-durende een oogwenk, maar niet om enkel te leven in afwachting van den dood ? En dat juist nu dat de mensch het meest verwijfd scheen door de weelde en de kwalen van de beschaving... Is het wanhoop ! O neen : Om veilig te zijn, had de overweldigde enkel moeten toe-geven aan den overweldiger. Hij had zelfs de overheersching niet moeten duchten ; enkel moesl hij vreezen dat men hem zijn schandig gedrag zou verwijten. De heldenmoed der bondgenooten is dus de heldenmoed uit vrijen wil aanvaard, een-parig toegejuicht, met andere woorden de heldenmoed in zijn zuiversten vorm. Heeft men dan niet het recht te besluiten dat de beschaving, in tegenstelling met het-geen men vreesde, verre van den mensch te ontzenuwen, te bederven, te verzwakken en le verlagen, hem verheft, zuivercler, steviger, edeler en bekwaam. maakt tôt offers. toi daden van moed welke hij niet vermoedde? Ziedaar een onverwachte en troostende veropenbaring van dezen ijselijken oorlog : Wij mogen volstrekt op den mensch rekenen. Na deze beproeving zal de mensch in achting hebben gewonnen. En Maeterlinck besluit : « Indien het waar is,, zooals i/c het geloof, dat de menschheid waard is het geen waar cl is de summa helden• moed welke ze bevat, dan mag men bevesii~ gen dat ze nooit grooter noch beter geweest is. » Overhecrlijke lofspraak van onze moedige soldat en, van onze officier en, van allen die zich zelf ten offer brengen voor het Vaderr land, voor de Rechlvaardigheid, voor de Menschheid. Generaal Jofîre gedekoreerd door Koning Albert Ter gelegenlieid van eene niet lang geleden bijeenkomst, heeft Z. M. Koning Albert aan generaal Joffre het eereteeben verleend van het groot kruis van de Leopoldsorde. Generaal Joffre heeft aan den Koning der Bel-genzijne vurige erkentelijkheid betuigd voor die hooge onderscheiding, en heeft Zijne Majesteit bedankt voor dien nieuwen blijk van hoogachting welke zij daardoor heeft willen geven aan het fransche leger, in den persoon van den bevel» hebber, en welke de banden die reeds beida geallieerde legers verbond nog nauwer zal toehalen. ZEEISTE TROFEE . Eemge weken geleden heeft men, aan den ingang van het Belgisch ministerie van oorlog te Sainte-Adresse, den mortier geplaatst die op bovenstaande gravuur wordt afgebeeld, en die gedurende de gevechten aan den Yzer door onzg troepen op de Duitschers veroverd werd. Die mortier wordt door de Duitschers mijnen» werper genoemd ; de Franschen noemen hem « crapouillot ». Hij is 90 centimeter lang en heeft een kaliber van 170. Hij kan loodreclit en zij-waarts bewogen worden, voor het richten. Eene çpade van achter. twee spaden van vôôr, eene rechts en eene links. Hij is bevestigd op een affuit voorzien. Het is een klein, laag en zwaar kanoaî vijf honderd kilogram zonder de wielen. Het projektiel wordt er langs de monding ingedaan. Men vuurt het af langs de kulas, bij middel van eene lont. Dit soort mortier werpt eene boni op 500 meters afstand. Dit vuurtuig van verouder-den vorm werd nochtans eerst onlangs gebouwd. Eene plaat duidt aan dat bel in 1913 werd ver-vaardigd in de fabrieken Ehrhardt te Dusseldorf. Lijk wij reeds gezegd hebben is deze mijnen-werper, getuige van de heldhaftigheid onzer dappere soldaten, het voorwerp van veel belang-stelïiiiK en veel nieuwsgieriaen komea daseliik 13 Februari 1915 INTiimmer 69

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes