De onafhankelyke der provincie Limburg: nieuws- en aenkondigingsblad

839 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 19 April. De onafhankelyke der provincie Limburg: nieuws- en aenkondigingsblad. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/fb4wh2fm4g/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

EERSTE BLAD. Zondag, 19 April 1914, Nr 16. Vijf-en-Zestigste Jaar. TELEFOON HS. 80 DE ONAFHANKELIJKE TELEFOON HS. 80 INSCHRIJVINGSPRIJS : VOORAF TE BETAIjEN « Voor Hasselt ; . , 2 fr. 00 's jaars. Per post 2 fr. 50 's jaars. Voor het buitenland de verzendingskostenerboven. Men sohrijfl in op aile postbureelen en bij den Uitgever J. CEYSENS, Demerstraat, Hasselt. VerschJjnende 's Zomlags. DER PROVINCIE LIMBURG JSFieuws- en A.ankondiginff&hlad Orgaan der katholieke Partij van Hasselt en omstreken GODSDIENST MOEDERTAAL VADERLAND BEKENDMAKINGEN: 20 centiemen den drukregel; voor Limburg, 15 c.; vôôr de aankondigingen, 50 centiemen. Verschillige tijdingen, rechterlijke veroordeelin-gen, .vooraan of in het midden van het blad, 1 fr. den drukregel. Herhaalde aankondigingen, volgens overeenkomst. 11 Boeken, waar men ons één afdruksel van zendt, worden vermeld ; die, waar men er ons twee van stuurt, zullen besproken worden. , Dit nummer bestaat uit 6 blad- Leest de A ankondiginge^ vau « De zijden en mag slechts aan 5 centiemen Onafhankelijke > op onze 3e, 4e en 6e verkocht worden. bladzijde. Mgr. Keesen in den Senaat V / In ons verslag over de Senaatzittingen der Goede week zegden wij verleden Zondag dat onze bekwame Senator en talentvolle redeDaar Mgr. Keesen eene merkwaardige redevoering sprak. Dat wij gelijk hadden fler te zijn over onzen volksminnenden senator bewijzen de vleiende woorden welke de liberale volks-vertegenwoordiger G. Lorand van Virton schrijft in de door en door liberale « Expresse » vau Luik : Wij vertalen : «Wellicht zijn de belang-» wekkendste r> devoeringen in den Senaat » uitgjsprokvn die nog vaa de kkrikalen. » Ir> heb bijzoï der gesmaakt die van pries-» ter Keesen : dat is een overt'iigde en een » braaf man. M. Keesen is christen en zelfs » evangelisch ; zijne liefde, zijn onbepaalde » lo 'Wijdiiig aan zijne broeders in Jesus-» Christus, zijn^ r. chtzini igheid, zijn zelf-» vergeten bebben hem overvloedige toege-» negenheid verzekerd van wege zijne tegen-» st revers ». Wij laten hier de woorden van Mgr. Keesen volgenzooals zij te lezen staan in het Beknopt verslag van 7 April. Dat onze lezers ze aandachtig overwegen en zij zullen met den liberalen Lorand, die overtuigende redeneering met h> m «smaken». Redevoering van Mgr. Keesen : De heer Keesen. — Verschillendo sprekors aan de linkerzijde verwijten de Kerk dat zij het open-baar onderwijs gebruikt om hare macht over het volk te verzekeren. Dat is eene hulde waarvoor ik dank zeg.Vroeger werd zij er van beschuldigd de massa onder den domper te houden, om ze des te lichter in haar bedwang te krijgen ; thans zou zij met overdreven ijver aan de ontvoogding van de proletariërs werken. Vroeger stelde zij al te luttel belang in het onderricht der mindoren ; thans weer te veel. We hopen dan ook dat men de Kerk niet langer van domperij zal beschuldigen^ Ik kom tôt mijn onderwerp. Het hier besproken ontwerp is van uiterst demo-cratischen aard. Voortaan mag de arme, evenals de ryke, zijne kinderen naar de school zijner eigen keuze sturen. Op heden behiort vrij onderwijs enkel aan de leidende standen. Inderdaad, de openbare seholen alleen kunnen kosteloos onderwijs verstrekken, omdat zij door de openbaro machten onderhouden worden. Vrije seholen zijn uiteraard betalend, zooniet kunnen zij hun begrooting niet in evenwickt houden en wordt hun bestaan onmogelijk. De rijken hebben dus vrije schoolkeuze. De armen niet, zij hangen van de gemeenteschool af. Om hunne kinderen naar de vrije sehool te zenden moeten zij de liefdadige hulp der katholieken inroepen en het sehoolgeid als eene aimes afsmee-ken. Nu, ik houd staande dat de vrijheid van de armen van geene almoes mag aftiangen ; zij moet bekrachtigd zijn door een wettelijk erkend reeht. Wie beweert volksgezind te zijn en de belangen der arbeiders te behartigen spreekt zich zelf tegen waar hij het ontwerp bestrijrtt. Hetvolstaat niot te zoggen dat ieder vrij is te onderwijzen ; eenieder behoort ook vrij te zijn het onderwijs zijner keuze te genieten. Waar de Regeering den talrijksten stand der maatschappij in de mogelijkheid stelt gebruik te 4 maken van een maatschappelijk recht, schenkt zij nieuwe kracht aan het werk der grondwet^evers van 1830 en past het ruimer toe. Zij handelt vrij-zinnig en verdient niet alleen onze maar ook uwe gelukwenschen. Om uwe onzijdige seholen te bevolken, specu-leert gij op het onvermogen des armen en dat dulden wij niet langer. Velerlei ongelijkheid op maatschappelijk gebied kan niet uitgeroeid omdat zij <?oortvloeit uit onze liehamelij ke, verstandelijke of zedelijke gesteld-heid. Wachten wij er ons voor daar nog een ongelijkheid bij te voegen. Op gebied van opvoeding hebben allen dezelfie plichten, zij hebben dus ook aanspraak op dezelfde rechten. Nu, gij zegt aan de rijken die in ailes bevoor-deeld zijn ; voedt uwe kiDderen naar goeddunken op ; en aan de armen : omdat de armoede u kwelt, dwingen wij u naar onze school te komen alhoe-wel zij uwe overtuiging krenkt. Op 2 Juni 1912, heeft de openbare meening over de beide programmai uitspraak gedaan. Durft gij "oor de stembus komen zeggen dat gij den arbeider beletten wilt aan zijne kinderen eene opvoeding naar eigen keuze te verstrekken? Gij weet wel waarop zulks zou uitloopen. Wat zagen wij gebeuren, tijdens de gerekte besprekingen ter andere Kamer ? Men deed al het mogelijke om het land tegen het ontwerp op te ruien. Men hield meetingen, hing plakbrieven uit, schreef en wreef in de bladen, ging met handen en voeten te werk om er verontwaardigd uit te zien en den schijn te hebben erg ontroerd te zijn 1 Volgens uwe leiders moest het volk de straat in om tegen het ontwerp op te staan. Toch bleef het land volkomen kalm. Men verkocht veel bombast, maar- niemand luisterde er naar. En waarom bleef het volk zoo koel ? Wel, omdat het wenscht vrij te worden, en weet dat wij die vrijhe d zullen aanbrengen. De inrichting van den 4n graad bewijst eens te meer de bezorgdheid der Regeering voor de arbeiders. Sedert lang werd gevraagd dat het kind, tôt zijn 14° jaar, zou worden onttrokken aan den schadelijken invloed - an het werkhuis, waar zijn jeugd en zijn onschuld gevaar loopen. Nu, dank zij het ontwerp gaat die wensch in vervulling. In stoffelijk opzicht is do vooruitgang even mer-kelijk^Is het kind beter opgeleid; dan verstrekt het ook verstandiger werk, en het loon is naar verhouding. Het ontwerp heeft nog een ander gevolg, dat er het aiee*t democratisch karakt'T aan verleent. De arbeider kan zijn gezin onderwijs doen goven in eene school met godsdienstige strekking. Nu, voor den wi rkman, evenals voor al wie lijdt, is de gods-diensteen lichtstraal die troosten sterkt op aarde; en zonder welke het leven vaak eene hel is. En nu wend ik mij tôt diegenen onder u die mijne godsdienstige overtuiging niet deel en en zeg hun : « Onderstelt dat het christendom een mooi verzinsel weze ; waarom toch wilt gij die troostende begooeheling te niet doen in het hart des volks, als die het bemoedigt in den harden strijd om het bestaan Is het geen misdaad, den laatsten hoopglans te dooven, welke degodsdienst hun voor oogen doet stralen ? » Door de onzijdige en buiten elken godsdien- sligen invloed staande school dempt gij niet alleen eene bron van vertroosting, maar werpt een gevaar voor de gemeenschap in het leven. Wanneer, door gémis van degelijke godsdienstige opleiding, de proletariër niet meer vast gelooven zal aan de eeuwige belooningen die hem schadeloos moeten stellen voor zijne ontberingen hier op aarde, dan zal hij geene standongelijkheid meer dulden. Met Pierro Leroux zal hij zeggen : « Gij hebt mij den hemel ontroofd, ik vorder de aarde. Gij hebt mij mijne geestelijke rijkdommen ontrukt, ik zal u van uwe fortum ontiasten. Gij hebt mij geleerd dat hei toekomstig leven bedrog, en alleon goud en drek waarheid zijn. Opstand wordt een recht ». Zeggen de voorstanders van sociale omwen-teling niet elken dag dat hunne pogingen nutte-loos zullen zijn zoolang het volk gehecht biijtt aan het godsdienstig beginsel ? De ongeloovige burgerij heeft het dus leelijk mis voor wanneer zij voor onzijdig onderwijs ij vert. Zij vergeet dnt de strij 1 tegen hot zwart ougedierte leiden zal tôt den strijd tegen het verguld onge-dierte.Een schrijver hetft, gezegd : « Bestond de gods-dienst niet, dan diende hij uitgevo-.den te worden ». Eveneens, moest en ons de confessioneele seholen ontvallen, dan zou men zich verhaasten moeten er nieuwe op te richten tôt vertroosting van den arme en heil der maatschappij. De voornaamsta grief tegea het ontwerp kan aldus samengevat : de openbare machten mogen alleen de nationale school ondersteunen, dit is de school die voor allen zonder eemg onderscheid toegankelijk is. Nu, alleen de onzijdige school voldoet aan dien eisch ; dus mogen zij enkel die school ondersteunen. Hierop zou ik reeds afdoende kunnen antwoor den met aan onze tegenstrovers to vragen waarom zij, die zulke stelling aankleven, ondtrsteuning aan vragen voor hun eigen werken 1 Hoe kunnen zij, zonder van hun beginsel af te zien, de nieuwe toelagen opstrijken voor hun rationalistisch w>;eshuishuis teVorst, voor do vrije on de nieuwe universiteit, het athenaeum van hel Centrum, den Onderrichtingsbond, 7hot Handels gesticht van Henegouw en zoovele andere liberale of soeialistische seholen ? KatholiekeD kunnen ei nochtans niet naartoe gaan ? De linkerzijde acht dus eigenlijk dat de open bare macht nieuwe toelagen mag verleenen aar de werken van onze tegenstrevers, maar aller «teun moeten ontzeggen aan werken door katho lieken gesticht. Gij zult toch niet gelobven dat wij dom genoej zijn om ooit toe te laten dat wij als Belgen vai 2e rang zouden behandeld worden ? Maar ik ga liever van een ruimer standpunt u! en stel tegenover het syl'ogisme van onzen tegen strevej dit ander syllogisme : Eene nationale school voor ieder toegankelijt is slechts bestaanbaar in landen waar eenheic heerscht op godsdienstig, staatkundig en maat schappelijk gebied. Die drie-eenheid kennen wi, hier niet ; die nationale school past ons dus niot. De school is de voortzetting van het ouderlijl huis ; de onderwijzer vertegenwoordigt niet dei Staat maar de ouders ; hij dient naar dezer grond begi' selon te onderwijze, wil hij niet handelei als in don heidensehen voortijd, toen het kind den Staat toebehoorde. Gij beweert, dat de confessioneele school u nie dienen kan. Niemand denkt er aan u, tegen d( Grondwet in, tôt andere gevoelens to dwingen Doch gun ons de eer te bekennen, dat ook wi, onze eigen grondbeginselen hebben en dienten gevolgo het onmogelijk achten onze kinderen aar onzijdige seholen loe te vertrouwen. Waarom erkent gij ons recht niet, gelijk wi, het uwe ? En waarom niet bekend, dat een nationale sehoo voor elkeen ondenkbaar is ? Gij wilt de jeugd opgevoed in godsdienstige onverschilligheid ; wij integendeel kweeken onze kinderen in de leer hunner ouders en die ook wi, belijden. Gij wilt God doodgezwegen, om geen godsloo chenaars te ontstichten, op gevaar af. dat uw zwijgen doorgaat als bewijs, dat het godsbegrii maar bijziak is. Wij willen dat in de school, waar de kinderer tôt hun 14 jaar een groot deel van den dag door brengen, God de eereplaats bezet, als schepper er beheerseher aller dingen. Vragen de kinderen, wie Christus is, die sederl negentien eeuwen in 'sWerelds geschiedenis leeft, dan moet de onzijdige schoolmeester hem ant woorden : volgens eenen is het een God, volgens anderen een opruier. Kiest nu, ik niet. Welnu, wij dulden niet dat onze kinderen ooil dergelijk heiligschèndend antwnord hooren. Wij willen, dat men hun leert, hoe Christus de zoon Gods is, mensch geworden, en als dusdanij* gi hul-digd door de waardigste vert uften der nieuwere tijden. Wij willen niet dat de onverschillige hou-ding des onde--wijzers onze kinderen in twijfel brei gt nopers den goddelijken oorsprong der Kerk, en dat hij rneerd' re onverschilligen kweekt. Op zedelijk gebied sch 'idt ons een grooter klove nog. Eer ik. voortga wij? ik er echter op, dat ik grondbeginselen bespreek, geen personen. Deftige lui treft men in aile partyen aan. Onder dit voor behoud, zeg ik dan tôt mijne tegenstrevers : In de school verkiest gij onafbanke'yke zedenleer, onaf hanke'ijk van eenige kerk. Wij willen er niet van, omdat zij machteloos is tegen wanorde en plicht-verzuim I En katholieken niet alleen denken er zoo over : ook in het kamp onzer tegenstrevers wordt die meenitig door enkelen gedeeld ; zoo bijvoorbeelc Emiel de Laveleye ! « Plicht zonder God en eeuwig leven, schreef hij, is een schoone spreuk maar die niets zegt. Zonder geloof in God en de onsterfelijk-heid der ziel mist zedenleer steun en kracht, en de maatschappolijke orde, go-est op recht en plicht, den noodigen grondslag. Waar godsdienstzin ver-dwijnt, wordt terugkeer naar barbaarschheid onver mijdelijk » Zelfs de aanhangers der onafhankelijke zedenleei bekennen, dat hun stelsel maar deugt voor zooverre het niet tôt in zijn uiterste gevolgen wordt doorge-dreven. Welnu, een stelsel dat tôt verkeerde gevolgen leidt, deugt niet. De heeren Fery en Allard, twee Fransche wijs-geeren zonder geloof, schreven nog onlangs di1 neder : « God weg, dan is er geen gebieder meer. dus geen zedelijkheid. » Wat in andere woorden beteekent, dat elke zedenleer, die niet op het begrip der Godheid is pevestigd, eigenlijk ons tôt niets verplichten kan Leef ik haar na of niet, geen gebieder kan mij ziji wil opleggen. Nog onlangs besprak kardinaal Mercier de zelfde stelling als volet : " De godloochenaar, van zijr godloochenen bewust, is — in den engen zin des woords — niet meer tôt d ftigbeid verplicht. Acbl ik mij meester, dan regel ik mijn leven zelf et §een belang van anderen, mijne gelijken, kan mij an nopen om hun juk te ondergaan. » Dti wetenschippelijko grond, wairop men de onafhankelijke zodenlror wil vestigen, is ons niet onbekend ; Kant, in de XVIIIe eeuw, bouwde haar op « do zelf-itandighoid van den mensch ».p Onze wil is de onze -r hij vormt zich een eigen zedonleer, zonder hoogere bomiddeling. Zedelijkheid is dus geen afgezonderd geheel. Zij vervormt zich naar elke persoonlijke opvattirig, onder den drang van omgovirg en tijd. Wat de eene sleeht acht, oordeelt de andere wellicht goed ; wat heden deftig heet, kan morgen one >rlijk zijn. Gij die eigenaar zijt, schrijft ei^endom in uwo zedenleer ; ik die gaar niets bszit, eisch verdeeling van den rijkdom. Geen kan het mij kwalijk nemen. De wil of opvatting van elk onzer is zelfstandig ; de eene is zoo eerbiedwaardig als de andere. De heer Delannoy. —Welk verschil is er dan volgens u tusschen liberale en katholieke behou-ders ? De heer Keesen — Katholieke behouders keuren hot berooven der hoogere standen niet goed ; onder den drang der socialisten kan het de ongeloovige liberale burgerij echter nietharden. Welbespraakte socialisten slaan de liberalen uit het veld en bewijzen hun op een uur tijds, dat uwe zedenleer, uwe behoudsgezinde godachten op niets steui en .tenzij op persoonlijk belang, als een geb >uw op kwelm-zand, dat bij den eersten schok ineenstort. Gij vergt onzijdige zedenleer en door allen aan-genomen levensregels. Welke 1 Toon ons dien wondervogel. Gij komt voor den dag met de zode-lijke opvatting van eerlijke lieden : « Niet stelen, niet doodslaan » Gij gunt dus ieder het zijne en pleegt geen aanslagen tegen personen of goederen. Merkt gij dan niet dat gij regelrecht in de chris-telijke zedenleer aanlandt? Verwa,cht gij ook geen weerstand tôt in uw eigen rangen ? Te recht beweert gij, dat men niet mag stelen ; de eeuwenoudo leer van Christus hield immers nooit iets anders voor. Doch gij zijt het zelfs niet altijd eens met de uweri. Velen uwer vrienden geven hier «an een gansch tegen o verge stelde ver-klaring Waar het er op aankomt diefstal en dieven te omschrijven, ontstaat er een afgrond tusschen beide kampen. De beroemde school van Proudhon noemt eigen-dom de eenige diefstal, eigenaars echte dieven, wijl zij zich zonder recht meester maakten van wat aan allen toebehoort. Recht op maatschappelijk terug-nemen om beter te kunnen leven is eene spreuk als 1 geldige munt. Wilt gij hem op dit geoied volgen ? Wilt gij niet, 1 dan t.oemen wij uwe zoogezegd onzijdige zedenleer een kapitalislische zedenleer, waartegen wij op-komen.1 Volgens eerlijke lieden mag men niet moorden. Goed is 't ! Christus echter was de eerste om dit beginsel te verkondigen tegenover heidenen, die er maar een zwak begrip van hadden. In de catechis-mus staat, dat doodslag eea wraakroepende misdaad is. Gij beweert, meen ik, ochter niet, dat die leer-stelling thans algemeen beaamd wordt en deel uitmaakt van een onzijdige zedenleer, die niemand i kankrenken. De heer Colleaux. — De kerk leerde, dat men ketters mocht dooden. De heer Keesen. — Gij spreekt van een tijdvak, toen de Europeesche regeeringen kettors voor op-staudelingen aanzagen, als misdadigers tegen do maatschappij en tegen wie wetten werden uitge-vaardigd, zoo slreng dat zij ons thans onaanneem-baar toeset ijnen. Het burgerlijk gezag doodde de ketters ; de kerk niet. Doch wij hebben het over heden. Weet gij dan niets van de eerloozo leerstelsels, die tôt schande onzer eeuw in aile rangen der maat-1 schappij doordringen ? Mannen zonder eergevoel beweren, dat men een mensch voor zijne geboorte uit den weg mag ruimen. | Zij die zulke moorddadige stellingen verbreiden, staan niet alleen, zij vormen een school. Zij zijn geen ongeletterden of wilden, doch dragers van academische diploma's. Anderdeels zijn er materialisten die beweren dat een dokter een zieke die lijdt dooden mag, zoo die zieke er in toestemt : dat is dus moord mits iestem-ming.Zelfmoord en tweegevecht worden ook door sommigen als heldendaden gereemd. i Gij ziet dus dat de zoogezegde zedenleer van den . eerlijken man, hoe breed zij ook weze, geene alge-meene instemming kan vinden. Om de nationalo school, zooals onze tegenstrevers het verstian, mogelijk te maken, zou" godsdienstige eerbied bij ons openbaar leven gelijken tred m eten houden met politieke en maatschappe-lijke eenheid. Nu, op dit tweevoudig gebied, zijn wij het volkomen oneons. R' publikeinsche socialisten nemen niet aan dat men hunne kinderen eerbied voor het koningd- m inboezeme. Voor 3 of 4 jaar, protesteerden de offi-ciëele onderwijzers uit Holland, met meer dan 700 in Congres vergaderd, tegen de hun opgelegde verplichling om getrouwheid aan het koningdom te onderwijzen, ongeacht hunne persoonlijke overtuiging.Op hunne beurt komen de collectivisten op tegen persoonlijken eigendom, en dulden geèn onderwijs waar dat beginsel gehuldigd wordt. De heer Van-dervelde schreef : « Zoo wij de liberale formule — de kerk buiten de school — aan nemen, dan i emen wij ook de tegenovergestelde formule aan : Do Staat, dit is de burge lijke militari-1 ische, imperia-listische Staat buiten de school. « Er bestaat geene ware onzijdigheid, zegd hij. verder wanneer de Staat» met zijn gezag zij' e leer opdringt, die de leer is van bezittende en beheerschende standen ». Ik meen mijn stelling genoegzaam gerechtvaar-digd te hebben en vat ze kort samen als volgt : In den huidigen toestand is de eenige en voor allen torgankelijke school onbestaanbaar en wel om twee redeùen : Ten eerste, wegens het volstrek-te verschil van opvatting van de katholieken en hunne tegenstrevers op het stuk van onderwijs ; ten tweede, omdat onze tegenstrevers diep onder-ling verdeeld zij'i en het niet eens kunnen worden over de gewichtigste bogrippen rakende de zedelijke, staatkundige e maatschappelijke orde. , Onze tegenstrevers harhalen op aile tonen dat het ontwerp strekt tôt verrijking van de kloosters die-geld als slijk bezitten. Een lid, links : En gij wilt ze met ons geld ver-rijken.De heer Keesen. — Wacht een oogenblikje, ik zal u het tegendeel bewijzen. Wij « katholieken » kennen hunnen rijkdom. 1 Uwe collega's der rechterzijde kunnen u zeggen dat op tien kloosters er r.egen zijn die niet toe-komen en elken dag op eene of andere manier bedelen moeten.En willen dan de katholieken hun overschot gebruiken om de geestelijke genoot-schappen en dior werken te steunen, instede van het voor hun persoonlijk vermaak te verspillen, hoe kunt gij u daarover beklagen. Eenieder be-1 sebikt naar goeddunken over zijn geld. Gij weet hoe de kloosterlingen leven : karig voed-sel, ruwe kleeding, enge cel, stroozak, ziedaar hun deel. Het klooster weze arm of millioenrijk, toch blijft 1 de regel onveranderd. De heer Delannoy. — Dat is een zeer gezond stelsel. Links : Goed bij leverziekte. Baron de Pitteurs Hiegaerts. — Is het goed, dan dient het toegepast. De heer Delannoy. — Wij zijn hier in geen klooster. De heer Keesen. — Maar onderstel nu eens dat een klooster zijne begrooting met overschot af-sluite. Wat moet daarmee gedaan Voor het gemak zijner leden mag het niet besteed ; dus moet het wel naar almoezen en goede werken gaan. De economisten brengen hulde aan de leuze : « Een voor allen en allen voor een ! » Handelde eenieder aldus, het maatschappelijk vraagstuk ware opgelost. De heer Vinch. — Inderdaad. De heer Flechet. — Gij zijt het niet eens met Mgr Turinaz, bissehop van Nancy, die de handelwijze betreurde van zekere kloosterzusters jegens de hun toevertrouwde kleine meisjes. De heer Keesen. — Dat Mgr Turinaz zoo sprak, bewijst dat de Kerk streng toezicht oefent. Komt een afgezonderd feit voor, onmiddellijk wordt het misbruik verholpen. Gij beweert dat het ontwerp de kloosters verrij-ken zal. Nu, de heer Vandervelde wees er ter Kamer op, dat de Staatstoelagen niet volstaan om eene vrije school te onderhouden. Zulks bewijst dat, met zoo kleine toelagen, de stichter eener school stellig aan verlies is blootgesteld. Hoe kan dan zulke school de kloosters verrij ken ? Trouwens, de geestelijke onderwijzer wordt betaald door de katholieke schoolcomiieiten. Hetis hem gelijk van waar het geld komt, vanwege den Staat of vanwege de liefdadigheid. Hij wint dus niets bij 't nieuwe stelsel. Het ontwerp is louter eon daad van herstelling ten aanzien van de katholieke lastenbetalers, die niet langer willen beschouwd worden als minder-waardige Belgen. Thans betalen we twee soorten onderwijs : dat onzer tegenstrevers, door openbare belasting, en het onze door private belasting. Dat dulden we niet langer. Met uwe onzijdige seholen hebben we geen uitstaans ; we dragen er niet meer toe bij, tenzij gij ook onze seholen wilt mede ondersteunen. Wij vragen recht. En nog zal dit recbt voor ons niet volledig zijn, want, is de wet aai genomen, dan hebben wij nog zwaa^der lasten te drager, dan gij, en van uwen kant zult gij vrij en onbelast wezen. (Torjuichingen rechts). VASTGESTELDE HEETIiNGEN voor de Wetgevende Verkiezingen van 24 Mei aanstaande. Zondag 19 April, te Herck-St-Lambert, Curingen en Wimmertingen. Zoridag 26 April, te Asch en Niel. Zondag 3 Mei, te Genck, Di penbeek en Sutendael. Zondag 10 Mei, kanton St-Truiden. Zondag 17 Mei, te ZoDboven, N^erglabbeek en Opglabbeek. Donderdag 21 Mei, kanton St-Truiden, te Zepperen en 's avonds te Hasselt. Zondag 26 April, Huldebetoogiug ter eere van den Hoogedl Minister Helleputte te Maaseyck. Zondag 3 Mei, Meetingen te Ex4, Peer en Bree. Zondag 10 Mei, Meetingen te Hamont, St - Huibrechtslille, Caulille en Achel. Overal worden onze katholieke kandidaten geestdriftig ontvangen en toegpjuicht. Katholieke en liberale gemeentepolitiek. Iemand die naar den historischen oorsprong en den wijsgeerigen grond zopkt van het huidige liberalîsmus in zijn verschillende vormen, stoot op verrassende ontdekkingen. Gansch het Liberalismus op elk gf bied ht fit zich logisch en ongedwongen ontwikkeld uit eene oogenschijLlijk simpele g< dachte : een gedacbte van persoonlijke vrijheid en onafhankeliikheid. Het is rchter niet mindor zeker, dat het zich slechts in de vrijdenkers en anarchisten volkome i co> s kwent ten uiterste toe ontwikkeld he> ft. D-; libérale wijsb'igefrte die de volledige-vrijheid van den mensch had geleerd, moest tôt anarebis-me voeren. Houden wij voorloopig vast aan hetgeen wij steeds als hoofdzaak beschouwden en dat zich al meer en meer aan onze overtuiging opdringt, dat al het liberaal gedoente een wijsgeerigen 0\iAcvgY0\}& heeft. Er bestaat een liberale wijsbegeerte d. w. z. een liberale opvatting van den mensch, mensche-lijk leven, leveusdoel, van maatschappij en gemeenschap, van orde, recht, gezag enz., enz. Zij verschilt in den grond van de Katholieke. Met andere woorden, er bestaat be-gins' l - verschil op aile gebied tusschen Katholieken en Liberalen. Het ontbreekt ons niet aan waaodeering voor den persoon der andersdenkenden, evenmin aan waardeeriDg voor hun werk. (Wij maken hier vreemde woorden tôt de onze). Op practisch gebied zullen wij gaarne hun hulp en m> dewerking aanvaarden, als b. v. bij den bouw van woningen, de bevor-dering der opei bare gezondheid, het tegen-gaan van werkloosheid, bestrijding van oneerlijke coi currentie, verbetering van het ambachts onderwijs. Dit ailes blijft op neu-traal terrein, daar zijn wij met andersdenkenden eensgezind. Maar eer s.-ezind zijn wij niet met h'en, als wij vragen naar de bestemming van den mensch op aarde, de ver-plichtingen tegenover onze medemenschen, het wezen f»n do 1 van staat en maatschappij-, de verhouding van overheid en onderdanen, de vrijheid van den mensch, de beteekenis van het buisgezin, de verhouding tusschen werkgevers en arbiders. » Daarover hebben wij onze eigen leer, de leer der Katholieke Kerk. De liberalen hebben de hui ne. L der ontleent aan zijne leer en grondbegii sclen de beweegredenen tôt staatkundigen en maatschappelijken arbeid. Hieruit volgen twee zaken : 1. Dat men er de Kath. Kerk geen verwijt moet van maken, zoo deze zich gemachtigd voelt te waken over de b 'ginselen welke het maatschappelijk leven beheerschen. Men is natuurlijk vrij zich aan haar godsdienstig gezag te onderwerpen, haar een hoogere zondincr toe te kennen of niet. Doch het is een uitvloeisel van haar gezag, wanneer Léo XIII in verscheidene ency-clieken de Katholieke maatschappelijke en staatkundige grocdstellingen uiteenzet. 2. Dat het een verlooehening is van gansch hun verleden, een verlooehening van eigen wezen, als de Liberalen beweren, dat zij zich op neutraal, zuiver staatkundig terrein bewegen. Dat terrein is niet te vinden. Hun program, hun verleden, hun daden spreken deze bewering tegen.Wat de punten betreft, die practisch op onzijdig gebied liggen, niets belet oas, eensgezind daarin mede te werken met andersdenkenden. Nochtans pogen vooral onze kleinsteedsche en plattelands liberalen zich en elkander wijs te maken, dat hun politiek niets uit te staan heeft met godsdienst en geloof. Hetgeen een schijn van waarheid geeft aan deze bewering is, dat zij in het particulier leven het gezag van een bovennatuurlijken godsdienst niet weige-ren te erkennen, en dat zij niet gansch met de Kerk afgebroken hebben. Of dit huwelijk van Liberale begrippen en Katholieke geloofs-overtuiging kan bestaan, zullen wij later onderzoeken. M. Een Congres...ken. — Wat nieuws, Fré, in de- politieke wereld ? — Ha, jongen, groot nieuws ! — Hoe zoo dan ? — Gij zogdet mij laitst nog dat men toch niets hoorde van de ki^zing in ons arrondissement.— 't Is te zeggen : van den liberalen côlé. — Juust : de katholieken werken volop, te To geren zoowel als te Hasselt. Maar de liberalen hebben ook eens de handen uit de mouw willen steken en zij hebben te Ton-geren een liberaal Congres gehouden, joDgen! — Een congres 1 Een Congres ! .. — Ja, jongen, een Congres ; en voor de gansche provincie nog ; en weet gij hoeveel man er was ? — Een duizend of drij ? — Het geuzenblad zegt een « talrijk » publiek en « roDd de 200 man » op het banket. — En dat voor de heel provincie ? — Ja, man ; en geloofbare mannen zeggen dat er juist 150 man en een paar kwa-j ou gens waren. Dat heet : « rond de 200 ». — Och God 1 Och God ! Wat een miserie 1 Het verwondert mij niet dat ik geen woord van dat Congres gehoord heb in de cafés. — Wat zou 't ! De liberale barak waggelt, jongen, zij waggelt altijd meer en meer : geldschieters houden duim in hand, zeggen de kwaêtongen — En ander tongen ook, Fré. En wat hebben ze nu verricht in dat Congres. — Luister. Er is gesproken van Sociëtei-ten. van Help-u-Zelvens, van Verzekerings-kassen ; en gewenscht dat er propaganda voor die dingen zou gemaakt worden. — Dat is oud. — Dan heeft men de oude themas uit den hoek gehaald : de katholieken zijn eerloos,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De onafhankelyke der provincie Limburg: nieuws- en aenkondigingsblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Hasselt van 1850 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes