De stem uit België

1777 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 14 Juni. De stem uit België. Geraadpleegd op 20 september 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/rb6vx0708b/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

De Stem utt JBclate. iWBBtœtnt : l/C twt S m&aK&en. SubscriptUnTï S/t for S msnihé. Yoor d« Yereenigqa Staten: SO cts. Yoor Holland : 1.28 fi. Yoor Fraîiîtrijk. 3 fr. Yoor de oolaaten: 1/1 •f S fr. Bureel : 31, RUSSELL SQUARE, LONDON, W.C. VOOR GOD EN VADERLAND. Telaphonai Muséum *67. de. Jaargang, Nr. 39. (Blz. 1979-1986.) Oplage: 10,600. VRIJDAG, JUNI 14, 1918. Regi.Ured »t C.P.O. « a New.paper, 8 blz. 2d. Geestelijke Letteren. R. H. BENSON, Zijne Eminentie Kardinaal Mercier gaf ons een hoogst aangename vinger-wijzing in zijn laatsten vastenbrief, daar hij een paar in België voorzeker min gekende werken van Benson ver-meldde : Paradoxes of Catholicis?n en Christ in the Churchj en ze aanprees. Robert Hugh Benson, de zoon van een Anglicaanschen aartsbisschop van Canterbury, bekeerde zich tôt het ka-tholicisme, en verwierf de waardigheid van Monseigneur. Hij stierf in het begin van dezen oorlog (October 1914) te Manchester. Vooral is hij bij het Engelsch pu-bliek gekend door zijn romans, histo-rische en andere, die schitterende im-provisaties zijn. Maar hij is niet min-der waard gekend in zijn godsdienstige schriften in dewelke hij steeds eene groote frischheid van gedachten aan den dag legt. Uit zijn eigen levens-omstandigheden en wereldkennis, weet hij hoe de menschheid staat tegenover de Kerk en Christus en zijne groote inbeeldingskracht laathethem uitdruk-ken in eene taal die doorslaat, die aan-grijpt, die meesleept. Zijn Paradoxes of Catholicisnij ver-schenen einde 1913, (London, Long-mans) zijn de nota's voor de sermonen gepredikt in den Vasten 1913 in St. Silvestre-in-Capite te Rome. * * * I.—Jésus Christus, God en Mensch. Professer Huxley, een materialisti-sche geleerde, heeft eens aan eene ver-baasde wereld verklaard dat de myste-riën der Kerk kinderspel zijn vergele-ken bij de mysteriën der natuur. Hij was heelemaal verkeerd natuurlijk, maar daar is aile verontschuldiging bij de hand voor zijne vergissing. Want, gelijk hij zelf ons zegt, hij vond overal in die geschapene natuur die hij zoo wel kende, onregelmatigheid gestapeld op onregelmatigheid, en paradoxe op paradoxe, en hij wist van godsgeleerdheid niet verder af dan hare meer eenvoudige en uitdrukke-lijke verklaringen. Wij kunnen daarom zeker zijn,—wij die verstaan dat de geheimen der natuur, ten slotte, binnen den kring van het geschapene liggen terwijl de mysteriën der genade opklimmen tôt het Allerhoogste mysterie van het eeuwig en ongeschapen leven in God,—wij kunnen zeker zijn dat zôô de natuur geheimzinnig en paradoxaal is, het rijk der Genade onberekenbaar ge-heimzinniger zijn zal. Voor iedere paradoxe in deze stofwereld in wier omsluiting onze lichamen zich bewe-gen, zullen we er een honderd vinden in den geestesatmosfeer in welken onze geesten ademen en zich bewegen, onze geesten welke zelf, is het niet paradoxaal genoeg, gedwongen zijn te werken binnen stoffelijke beperkingen. Wij moeten dus niet verder opzien, om die mysteriën te vinden, dan tôt dien zwakicen spiegel van het Boven-natuurlijke die we zelve zijn, tôt die teêre lijn van ondervinding die we heeten het " geestelijk leven." Hoe is het, bij voorbeeld, dat terwijl eener-wijze onze godsdienst de lichtende lamp is in ons schaduwdonker bestaan, zij, anderwijze, de eenige zwarte vlek is in een wereld van plezier, eener-wijze het eenige ding dat het leven de moeite waard maakt te beleven en, anderwijze, de eenige hinderpaal tôt onze voldoening ? Hoe zijn dan deze droeve en blijde geheimen van het menschelijke leven, onderling tegen-sprakig, toch uitloopende saam in andere die glorierijk zijn? Let op die hoofddrift die ligt onder deze geheimen,—de passie die Liefde heet,—en zie of daar iets meer onuitlegbaar is dan zulk een uitleg. Wat is die drift dan, die vreugde in droefheid en droefheid in vreugde omzet die be-weegreden die een mensch aanzet zijn leven te verlieren om het te redden, die bitter omzet in zoet en het kruis tôt een licht juk maakt, die den mensch zijn middenpunt vinden doet buiten zijn eigen kring en zijn gel-uk in het opgeven van aile vermaak? Welke is die macht die zoo dikwijls ons met geneugten vervult v66r wij aan het werk gaan, en ons werk be- loont met de donkerte der verlaten-heid ? I. Indien dus ons innerlijk leven vol "tegenstelling en schijnbare tegen-spraak is,—en daar is geen ziel die eenige vooruitgang ded diet het niet z66 bevindt,—dan zullen we natuurlijk wel verwachten dat het godde-lijke leven van Jezus-Christus .op aar-de, welk is het centrale objectieve Licht der wereld dat weerstraalt in ons zelf, vervuld zijn zal van nog wonderbaarder tegenstellingen. Laat ons dat leven nagaan en zien of het niet zôô is, en laat ons te dien einde beginnen met ons voor te stellen dat zulk een onderzoek gedaan worde door een zoeker die nooit de christelijke traditie vernomen hebbe. Hij begint te lezen, natuurlijk, met de gedachte dat dit Leven is als een ander, en deze Man als een ander; en al lezende vindt hij honderd bevestin-gen daarvan. Hier is iemand, gebo-ren uit een vrouw, hongerig en dorstig langs den weg, toenemende in wijs-heid ; iemand die werkt in een schrijn-werkerswinkel, die zich verheugt en leven wezen altijd, weg van hun eigen voorbeeld, op hunne tekortkomingen tegenover de Eeuwige Wet wier na-volging ze betrachtten. Maar bij dezen Man is ailes omgekeerd. Hij, daar Hij stond voor de wereld, riep de menschen op Hem na te volgen, niet als andere lieden hebben gedaan, zijne zonden te vermijden ; deze Mensch, verre van van Hem weg en omhoog te wijzen, wijst op Hemzelve als de Weg tôt den Vader; verre van eene Waarheid te aanbidden waarheen Hij zou streven, noemde Hij zichzelf de ware belichaming der Waarheid; verre van een Leven te beschrijven tôt hetwelk Hij eensdaags zou hopen te verrijzen, vroeg Hij zijne aanhoorders te letten op Hem zelf die was hun Leven ; verre van bij zijne vrienden de zonden te betreuren onder welke Hij lîjden zou, daagde Hij zijne vijanden uit eenige fout in Hem te vinden. Er is een buitengewoon zelf-bewustzijn in Hem, dat niets in zich heeft van het "zelf" als gemeenlijk verstaan wordt. Dan is het mogelijk dat ten laatste, de zoeker zich keere tôt het Evangelie GENERAAL JACQUES, DE OVERWINNAAR VAN MERCKHEM—KIPPE. bedroeft; die vrienden heeft en vijanden ; die wordt verzaakt door de eenen en beleedigd door de anderen ;—die gaat, in feite, door aile die ondervin-dingen van het menschelijke leven waaraan de~ menschheid is onderwor-pen ;—iemand die sterft gelijk ieder-een en wordt gelegd in een graf... .Zelfs de wonders van dat Leven zoekt hij uit te leggen door de won-derbare menschheid van zijn held. Hij kan zich voorstellen, zooals zulk een onderzoeker heeft gezegd, dat de too-ver zijner tegenwoordigheid zoo groot was,—de toover van de tegenwoordigheid zijner loutere maar zoo volmaakte menschheid,—dat de blinden de oogen openden om de schoonheid te zien van zijn wezen en de dooven de ooren om Hem te hooren. Maar, daar hij verder leest, begirit hij de vraagstukken te ontmoeten. Indien die Mensch enkel mensch was, hoe volmaakt en subliem ook, hoe komt het dat zijne heiligheid naar gansch andere lijnen zich teekent dan die van andere heiligen ? Andere volmaakte menschen naarmate zij vol-maaktheid benaderen, werden het meest bewust van hunne onvolmaakt-heid. Andere heiligen, komende na-der tôt God, kloegen over den afstand tôt Hem ; andere leeraars in geestelijk van uit een nieuwe onderstelling. Hij is mis geweest, denkt hij, in zijn op-vatting dat zulk een leven kon men-schelijk zijn : "Nooit s-prak er een viensch als deze." Hij zegt met het Evangelie : "Wat voor een mensch is deze dat zelfs de winden en de see Hem gehoorzamen ?" Hoe ten andere moet hij zich afvragen, "kan iemand geboren worden zotider menschelijken vader, en opstaan van de dooden o-p den derden dag?" Of "Hoe konden ooit zulke wonders worden verhaald van iemand die niet meer ware dan een ander mensch f" En hij herbegint zijn zoeken. Hier, zoo zegt hij zichzelve, is het de oude wondere sproke die bewaarheid is : hier is een God neergekomen om te wonen met de menschen ; hier is de oplossing van aile vraagstukken. Maar eens te rrieer vindt hij zich verlegen. Want hoe kan een God vermoeid zijn langs den weg, werken in een werk-huis en sterven op een kruis ? Hoe kan het Eeuwig Woord stom zijn voor dertig jaren ? Hoe kon de Oneindige liggen in een krib ? Hoe kon de Bron des Levens onderworpen zijn aan de dood ? Hij keert zich rond wanhopig, van theorie tôt theorie, keert zich tôt hel woord van Christus zelf en de verle- , genheid wast hij iedere herdachte uiting. Zoo Christus mensch is, hoe kan Hij zeggen : "Uijn Vader en Ih zijn één."... Indien Christus God is, hoe kan Hij verklaren dat "zijn Vader grooter is dan Hij?" Is Christus mensch, hoe kan Hij zeggen : "Vôôr Abraham waSj ben 1k ?" Zoo Christus God is, hoe noemt Hij zichzelve dan "de Zoon der Menschen?" Wend u tôt de geestelijke leering van Jezus Christus en eens te meer volgt het eene vraagstuk het andere, volgt paradoxe op paradoxe. Hier is Hij die kwam om 's menschen wee te stillen en rust te geven aan de vermoeiden, Hij die een zacht juk aanbiedt en een lichten lastj zeg-gende dat niemand zijn discipel zijn kan die niet opnemen wil de zwaarsta van aile lasten en volgen Hem berg-op. Hier is een geneesheer voor zie-len en lichamen, die voorbijging al goed doende, die het voorbeeld gaf van grooten iever in Gods dienst, toch de stille passiviteit van Maria uitroe-pende als het betere paart dat van haar niet zou worden weggenomen. Hier, eenmaal met het licht des tijds in de oogen, wendt Hij zich tôt zijne vrienden die geen zwaard hebben, hun zeegend hun kleed te verkoofen om er zich een aan te .reAaffctt,daar,een andere maal, beveelt Hij die zwaarden in de scheede te houden, daar Zijn Koninkrijk niet is van deze wereld. Hier is de Vredestichter, eenmaal zijn zegen versprekend aan degenen die vrede maken, en een ander maal uit-roepend dat Hij kwam niet om vrede te brengen maar een zwaard. Hier is Hij die vermeldt als gezegend deze die weenenj verzoekende zijne discipelen blij te zijn en vervuld van vreugde. Was er ooit zulk een paradoxe, zulk een verwarring, zulk een problema? In zijn Persoon evenzeer als in Zijne Leering schijnt er bevrediging te zijn noch uitkomst : Wat denkt gij van Christus? Wiens Zooti is Htj? II. Ja, de katholieke Leering, en zij alleen natuurlijk, geeft den sleutel tôt deze vraagstukken ; maar het is een sleutel die zelf, lijk aile sleutels, zoo veelhoekig is als de sloten waarop hij alleen past. Ketter op ketter heeft naar vereenvoudiging gezocht en ketter op ketter kwam daarom tôt de schande. Christus is God, riep de Doceet ; knip daarom uit de Evange-lies ailes wat spreekt van de realiteit Zijner Menschheid ! God kan niet bloeden, en lijden en sterven; God kan zich niet vermoeien ; God kan 's menschen wee niet voelen.—Christus is Mensch, roept de moderne cri-tiek ; scheur daarom uit de Evangelies Zijne_ Maagdelijke Geboorte en Zijne Verrijzenis ! Want niemand dan een katholiek kan de Evangeliën opnemen gelijk ze geschreven werden ; nigmand dan de mensch die gelooft dat Christus is tezelfdertijd God en Mensch, die bereid is dat te gelooven en te buigen voor den paradoxe van aile paradoxen, die wij heeten de mensch-wording, en te aanvaarden het verblin-dende mysterie dat de oneindige en de begrensde Natuur vereenigd waren in één Persoon, dat de Eeuwigheid zich uitdrukte in den tijd, en dat de ongeschapen Schepper met zich de schepping vereenigde,—niemand dan de katholiek, met een woord, kan zon-der uitzondering aile de geheimzinnige verschijnselen van Christus' leven verstaan.Keer u nu opnieuw tôt de geheimen van ons eigen tijdelijk leven en, als in een verre-af-staande spookparal-leel, beginnen we te begrijpen. Want wij ook, naar onze mate, hebben een dubbele natuur. Zoo gelijk God en Mensch één Christus maken, zoo maken ziel en lichaam één mensch ; en eelijk de twee naturen in Christus, — gelijk Zijne volmaakte Godheid vereenigd met Zijne volmaakte Menschheid,—aan den grond liggen van de vraagstukken welke Zijn Leven daarstelt, zoo legt ook onze dubbele verwantschap met de kleî waaruit onze lichamen rezen en met den Vader der Geesten die de levende zielen ons inblies, de tegenspraken uit van onze eigene levensondervinding. Waren we slechts onredelijke die-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De stem uit België behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Londen van 1916 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes