Registered at the General Post Office as a Newspaper. Telephone: Museum 267. BW12 Blat/Mm ■—In1 l>i—lllimil 'HMMWH'iill'1 H ffliWH—il'i l De stem uit Belgie Bureel: 21, Russeli Square, London, W.C. Abonnement: ls. 9d. voor drie maanden. Subscription: ls. 9d. for three months. 2de Jaargang.—Nr. 49. VRIJDAG, AUGUSTUS 25, 1916. Abonnement voor de Vereenigde Staten, 40 cts.; 1 XA voor Holland, 1 fl.; voor Frankrijk, 2.25 fr. 1 IlLc 12U. BEWE6ING IN MACEDONIE. VOORUITGANG DER VERBONDENEN AAN DE SOMME. NOTA VAN DEN UITGEVER—De Echo de Bel-gique is een blad geworden voor studieartikels, waarin weinig of geen plaats meer is, voor in 't Fransch gesteld nieuws van de vluchtelingen. Zooals wij vroeger deden zullen wij daarom ook nieuws van de refugees in 't Fransch opnemen, waar dit door inzenders om plaatselijke omstandigheden van En-gelsche weldoeners of Waalsche Kolonie noodig geacht wordt. Onze inhoudstafel: Wij bereiden eene logisch en alphabetisch geklasseerde inhoudstafel voor. Zij zal omtrent vier bladzijden beslaan van ons 52e nummer. Wij zullen frontbladzijden läten drukken zoo moge-lijk met kunstteekening. Voor deze laatste zal de prijs 6d. zijn, postvrij. Degenen die een exemplaar verlangen gelieven ons een postkaart te schrijven. Slechts indien we een genoegzaam getal aanvragen hebben kunnen wij tot den druk van gezegde frontbladzijden overgaan. Oude nummers : Wie zijn 2den jaargang wil volle-digen vrage ons de ontbrekende nummers. Te ver-krijgen aan låd. vrachtvrij. Ons zelf ontbreken nummers 16 en 20. Gaarne zouden we daar exemplaren van ontvangen in uitwis-seling van andere. Inschrijvingen : Wie de Fransche uitgave Echo de Belgique nam om het nieuws wordt aangezet zich te abonneeren op De Stem. Aan onze vrienden doen wij nogmaals een dringend beroep om ondersteuning en om aanwerving van abon-nementen.Soldatenpennen— Bij overvloed van stof uitgesteld tot toekomende week. "Lloyd Royal Beige." ii. ("De Stem," No. 48.) Ia een eerste artikel heb ik getoond hoe ons volk door de geographische ligging van ons land een historische roeping had voor de zeevaart. Thans wil ik wijzen op de nood-zakelijkheid, de behoefte naar nieuwe uit-wegen voor onze steeds groeiende bevolking. 1.—Bevolking van Belgié. Belgié is, na Egypte, het dichtst bevolkte land der wereld. Het heeft een oppervlakte van 29,455 kilometers vierkant. Zijn bevolking bedroeg, in 1910, 7,423,784 zielen, of 252 per vierkanten kilometer. Duitschland heeft een oppervlakte van 540,858 vierkante kilometers met een bevolking van 64,925,995 inwoners, of 120 inwo-ners per vierkanten kilometer. Oostenrijk heeft een oppervlakte van 300,004 vierkante kilometers met een bevolking van 28,571,934 imwoners of 95 inwoners per vierkanten kilometer. Engeland heeft eene oppervlakte van 151,094 vierkante kilometers met 36,075,269 inwoners of 238 per vierkanten kilometer. Engeland is dus bijna. zoo dik bevolkt als Belgié, maar dan is daar niet inbegrepen: Schotland, dat * 78,748 kilometers vierkant is met een bevolking van 287,418 inwoners of slechts 59 per vierkanten kilometer. Ierland heeft een oppervlakte van 83,809 vierkante kilometers met slechts 52 inwoners per vierkanten kilometer.Groot Brittanié met Ierland heeft dus te zamen een oppervlakte van 313,651 vierkante kilometers met een bevolking van 45,216,741 inwoners of 144 per vierkanten kilometer. Frankrijk heeft een oppervlakte van 536,464 vierkante kilometers met 39,601,509 inwoners of 73 per vierkanten kilometer. Holland heeft een oppervlakte van 33,079 vierkante kilometers met een bevolking van 5,104,137 of 177 per vierkanten kilometer. Belgie is dus tweemaal zooveel bevolkt als Duitschland, 2 y2 zooveel als Oostenrijk, y/i zooveel als Frankrijk, enz. Belgié is dus in Europa ver uit het dikst bevolkte land. Japan heeft een oppervlakte van 383,415 vierkante kilometers met een bevolking van 49,588,804 of 130 inwoners per vierkanten kilometer. Maar de aangroei is er zoo snel dat binnen een generatie Japan wel zoo dicht kan bevolkt zijn als Belgié. Ook een hoekje van Duitschland is meer bevolkt dan Belgié : Saxen waar er 321 inwoners zijn per vierkanten kilometer 2.—Is Belgié overbevolkt? Voör den oorlog was er geen enkel teeken van overbevolking. De algemeene welvaart was veel verbeterd en verbeterde dagelijks. Spreek daar maar over aan onze oudjes. Werkeloosheid was er trouwens bijna onbe-kend. Uitwijking bestond haast niet. Wel gingen honderd duizend werklieden voor enkele maanden in het jaar het land bewerken in Frankrijk; maar anderzijds waren er ar-beiders te weinig in de mijnen en 't was een problema hoe aan arbeiders te geraken voor de uitbating der Kempische koolmijnen. Het beste bewijs dat Belgié nog niet overbevolkt was, is het feit dat de inwijking groo-ter was dan de uitwijking, en dat sinds vijf-tig jaar, terwijl vroeger het tegenovergestelde waar was. In 1912 bedroeg de inwijking 42,980 tegen 35,775 uitwijking. Het getal personen, in Belgié geboren, die op het oogenblik van het recensement, op den vreemde verbleef, bedraagt rond de 400,000 waarvan: 290,000 in Frankrijk (in 't jaar 1906); 49,000 in Noord-Amerika; 13,000 in Duitschland; 9,000 in Canada; 18,000 in Nederland; 5,000 in Argentinié; 4,000 in Groot-Bretanié; 3,000 in Groot-Her-togdom Luxemburg; 2,000 in Rusland. Anderzijds verbleven in Belgié, in 1910, 251,000 vreemdelingen, waarvan: Franschen, 81,000, Nederlanders 71,000; Duitschers 57,000, Luxemburgers 10,000, Oostenrijkers 6,000, Italianen 4,000, Zwitsers 2,000. De Franschen bewoonden vooral de pro- nochtans is de helft der vermeerdering der bevolking ten gunste dezer beide provincién. Deze vermeerdering volgt uit veel talrijker geboorten orider de Vlaamsche bevolking. Er zijn per duizend inwoners, geboorten in: Limburg 31-83, West-Vlaanderen 27.85, Ant-werpen 27.05, Öost-Vlaanderen 25.18, Luxemburg 22.39, Brabant 20.45, Namen 19.23, Henegauwen 18.37, Luik 17.30. Daaruit volgt dat het geboortecijfer in het Walenland dat der overlijdens weinig over-treft, terwijl dit van het Vlaamsche land mer-kelijk grooter is. Het is dus hoogst noodig dat er naar nij-verheden voor het Vlaamsche volk wordt uit-gezien, zooniet zal het hebben uit te wijken, wat voor ons volk zou beteekenen : een dood Monseigneur De Wachter te Edinburgh, midden de Belgische vormelingen. Naast Zijne Iloogwaardigheid, de jonge Heer en Meiufvrouw Sarolea, die peter en meter waren. Op het achterplan EE. HH. Coutenier en De Schepper, aalmoezeniers der Belgen, en E. H. Prims. : i vincie Henegauwen : 30,825, Brabant: 22,440, West-Vlaanderen: 7,256, enz. De Duitschers bewoonden vooral de pro-vincie Luik: 20,638, Brabant. 16,961, en Antwerpen: 10,770. De Engelschen: Brabant 2,927, en Antwerpen 2,070. De Nederlanders: Antwerpen 31,686, Brabant 13,574» Luik 12,939. De,Russen: Antwerpen. De Italianen: Brabant en Luik. Om te toonen dat de inwijking tot in de laatste jaren de uitwijking nog eenigszins overtrof, laat ik hier den toestand volgen van 1912. Weken in: Franschen 18,046, Duitschers 8,556, Luxemburgers 7,081, Nederlanders 1,748. Weken uit: naar Frankrijk 18,444, naar Nederland 5,340, naar Duitschland 4,633. Belgié was dus niet met overbevolking be-dreigd.3.—De " outlook." De Voorzienigheid alleen kent de toekomst, maar toch onderscheidt zich de mensch door de gave om uit feiten de gevolgen af te leiden en zoo een blik te werpen in de toekomst. Wat behoudt zij ons voor? De Belgische bevolking groeit van jaar tot jaar. Sinds 1890 tot 1900 gemiddeld met 62,449 inwoners; van 1900 tot 191 o met 73,023 en van 1910 tot 1912 met 37,801 inwoners.Zal er niet een tijd kornen dat Belgié overbevolkt is? Dat oogenblik is nog niet nabij ; wij bewezen het, er was nog altijd te kort aan handenarbeid en de inwijking was nog tame-lijk groot. Maar zeer zeker zal de tijd kornen dat de huidige nijverheid ontoereikend is voor de dichte bevolking. Wij moeten dus naar nieuwe nijverheden uitkijken, en wel meer bepaaldelijk naar nijverheden voor de Vlaamsche bevolking, en de Antwerpsche bevolking in het bijzonder, omdat zij 't meest aangroeit. Gedurende de jaren 1900 tot 1910 groeide zij met 18.25 per cent. Daarna komt Brabant met 16.31 per cent. De bevolking dezer beide provincién vertegenwoordigt 32 per cent, en verlies. Onze Congo is toch geen bevolkings-colonie. Dat begreep Leopold II zeer goed toen hij den weg wees naar de zee. Ons volk is vreedzaam en heeft geen lust op veroveringen en strooptochten door 't ge-weld, waarvoor het trouwens machteloos zou zijn. De zee is het gemeenschappelijk erf der volkeren; zij is internationaal eigendom. Geen nijverheid past er beter aan ons volk dan de zeevaart. Wij bewezen het in ons vorig artikel. Wel hebben wij het vak ont-leerd onder de eeuwenlange verdrukking waaronder het Vlaamsche volk gebogen ging. De heropvoeding zal hard en traag zijn. Maar we hebben den tijd voor ons. Daarom geen overhaasting. Traag maar zeker worde de vloot nationaal. Wij vertrouwen in de energie en den scherpen blik van de ontwer-pers van de "Lloyd Royal Beige." leder recht geaard Belg weet de daad zijner bestuurders, Bryce, Gilsen, Schobbens, te waardeeren. Het Belgische volk zal hun dank weten. Dr. A. Vandeperre. Volk s vert egen woo rdiger. Wordt Voortgezet. O Het Inschrijvingsbulletijn voor den niemven militairen oproep. Mijnheer de Uitgever, Art. 2 van het Koninkliijk Besluit van 23 Juli (Staatsblad, blz. 399) zegt: "De inschrijving zal geschieden door mid-del van bulletijns overeenkomstig het bij dit besluit gevoegd model." Het model, gegeven in het Staatsblad, blz. 401, luidt op twee plaatsen änders dan dat-gene dat de wervingscommissie voor Engeland heeft doen drukken. 1) Vraag 6 luidt in het Staatsblad : "Hebt gij reeds in het Belgisch leger gediend ? Zoo ja, in welk korps?" Dat is als volgt veranderd op het inschrijvingsbulletijn der wervingscommissie: ' "Hebt gij in het Belgisch leger gediend ' sinds het begin van den oorlog?' Zoo ja, in welk korps?" ] , 2) Het Staatsblad drukt op 't einde van het inschrijvingsbulletijn: " Verscheidene Be-merkirigen " en laat de menschen drie regels om zich uit te spreken. De wervingscommissie heeft dat geschrabt. Welk is nu de beteekenis dier veranderingen.Dat ze onwettig zijn. lijdt geen twijfel, maar wat haalt het uit? Voor Vraag 6: vele menschen van 32 tot 40 jaar oud, vallend onder de nieuwe wet, hebben in het leger gediend, alhoewel niet gedurende den oorlog. Praktisch verandert dit echter niets. Belangrijk is de tweede verandering. Vele menschen weten nu niet waar hun bijzonder geval neerschrijven, want de wet heeft na-tuurlijk allés niet kunnen voorzien en bijzon-dere gevallen doen zich meer en meer voor, die het goed is op het inschrijvingsbulletijn in "te vullen. Ten andere in art. '11 wordt groep VII als volgt aangeduid : "De mannen, geboren na 30 Juni 1876 en v<56r 1 Januari 1895, waarvan het oniniddellijk in werkelijken dienst treden noodlottige gevolgen zou hebben uit reden van een uitzonderingstoestand van hunne familie of hunne zaken." Door het wegschrabben van die "Verscheidene Bemer-kingen" is er op het inschrijvingsbulletijn zooals het nu gekonkeld is. geen plaats meer om dien uitzonderingstoestand aan te geven, zoodat do commisisies daaromtrent oogen-schijnlijk in de onwetendheid blijven. Mogen we dus vragen dat die inschrijvingsbulletijn voortaan zouden zijn, volgens de eischen van het wetsbasäuit? Nog iets verlang ik hierbij aan te teekenen. Ik heb een persoon geweten die van diep uit Engeland naar Londen kwam om zijn papier te kunnen doen invullen door een advokaat, daar hij niet Wist -waar met zijn bijzondere bemerkingen blijven! Dat waren zware reis-kosten. En wanneer men dan daarbij ver-neemt dat die Belgische advokaat—zeker omdat hij zijn Vlaamschen klient niet verstond, losh. vroeg van de werkmanspree, om het invullen van bet inschrijvingsbulletijn, dan begrijpt men dat het voor onze menschen een geldelijk belang is, duidelijke inschrijvings-bulletdjnen te hebben waar ze het hunne op zeggen kunnen. Aanvaard, M., mijne eerbiedige groeten. N. N- O De "War Bonus." De wet verplicht de patroons, welke muni-ties vervaardigen, niet, een "war bonus" te betalen aan hunne werklieden. Doch er zijn, om zoo te zeggen, geene fabrieken, van munities of andere, waar deze war bonus niet toegekend wordt. Het is eene tijdelijke premie,—vrijwillig of na scheidsgerecht toegestaan,—voor den duur van den oorlog,—'t zij uit reden van het duurder worden van het levensonderhoud, 't zij uit reden van de schaarschte der arbeids-kracht.In zekere gevallen bereikt de bonus tot 33 per cent. van het volledige loon. In andere gevallen bestaat de bonus uit eene väste som, gaande van 4 sh. tot 6 sh. en meer per week. Nog in andere fabrieken wordt, benevens eene väste premie, een zooveelste van het volle loon bovenop betaald (zijnde b.v., eene väste premie van 4 sh., en eene bijlage van 1 sh. per pond (^) loon). Soms ook is deze toelage enkel betaalbaar op zekere tijdstippen van het jaar, 't zij met Kerstmis, en dan slechts aan die werklieden op dat tijdstip in de fabriek werkzaam. In sommige fabrieken neemt de bonus den naam aan van "delivery bonus," daar de patroon aan zijne werklieden eene premie bij het afmaken van elk werktuig of deel van werktuig. Er valt op te merken dat, zoo het recht van staken volstrekt gebleven is in de private ondernemingen, het niet aldus is in de re-geeringsinrichtingen of in de nijverheidsin-ätellingen onder toezicht werkende aan de munities. Hier is dat recht beperkt door de 'Munitions Acts." (De term " Munitions Works " is genomen n zeer breeden zin en is bepaald door de 'Munitions Amendment Act" van 1916.) De wet van 1916 bepaalt in hare artikelen i en 3 dat alle betwistingen betreffende het oon, de werkuren of welkdanige bepalingen

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.