De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1659 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 16 April. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 06 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/xs5j961m35/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

PerSfeJaarâarié l^T^S Vrijdag 16 April 1915 S Cents DE VLAAMSCHE STEM âLGEMEEN BELGISCH DAGBLAD | [en volk zal niet vergaan/ Eendracht maakt machtl REDApflLEIsflRAAETE3l' AMSTERDAM. - TELEFOON No. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschijnt te Amsterdam elken dag des morgens dd vier bladzijden. Abonaementsprjjs "by vooruitbetaling: Voor Holland en Belgie per jaar / 12.50 — per kwartaal /3.50 — per maand /l.'>5. Vo:.; Kngeland en Frankrijk Frs. 27.50 per jaar — Frs. 7.50 per iivartaal — -ïW2'.75 per maand. Hoofdopsteller : Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelraad : CYRIEL BUYSSE — RENE DE CLERCQ Mr. JAN EGGEN. - ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENTEN wende men zicli tôt de Admiaistratie van Uet bîad: PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AâNKONDIGINGEN vende men zich tôt de Administratif van de VLAAMSCHE STEM, Paleisstraat 31, Amsterdam. A D VERTENTIES : 20 Cents per regel. KORTË 1NHOUD 1» b 1 a d s ij' de: België eu het Internationalisme. — Tau Otlct. Kleine Kroniet. Minister Asquith. Maamscho Beiaardeu Lenteroep. — G. U. Prie m. tladzij d e: Kt het Vaderland. Brieven uït Brussel. Pc onbezonaen icchter( -J) — L. Baèkelmans 39 bUdaijde: Do Europeesche Oorlog. Brieven uit Parijs. — H'ilma Knaap. Etn belangrijk interview. Je bladzijde: Brieven van thuisgeblevcncn. — Hic; Kicvits. I nsclu'ij v i ij gsl ij s t. Voor do l'itgewekenen. Itljiè en ta fnternaiionalisme In ons niimmer van gisleren hebben wij terddy g e y et en over het zoo bel-angrijlcc vtrlc: .JLet dinde van den oorlog", van dei\ hier Paul Otlct. De schrijver doet ons di ar het volgcndc artikel te zendeii, dat w% (jrtt'uj doen verschijnen. Onze lezers zuller, \r het bcwï/s in vinden van den grooten roi wdkê ons Hein land in het gezamenlijh le-uust'.'jii der wereld speelt, onder Uidmr, tan mannen van beteckenis waarvan de heei Otlet nict de niinst voornamc is. Al het schrikkelijkc van do oorlogsgebeur-tenissen iii Beïgië komt ons nog rampzaligei voor, als wij lierdenken hetgeen dit kleine land steeds gcdaan lieeft ten voordeele van bet gcméenebe&t dèr natiën. Een internationaal statuut is aau Belgie in 1831 opgelegd geworden in overeenstem-raing met de inzichten der greote mogend-heden. Het'was niet alleen België dat ver-zochfc onzijdig te blijven, ook de bondgenoo-: ten van dion tijd eischten zijn onzijdigheid. rekenschàp houdend met hnnne wederzijd-j sche betrekkingeu. Deze onzijdigheid, gaar-ne door de Belgen aangenomen, was vooi hen het uitgangspunt van een stelsel dat var de politiek zicli op allé andere gebieden uitstrekte; terug aan de vrijheid o-^geven : hebben de Belgen geen oogenblik opgehou-den een gelijke voeling te liouden tusschen alle-invloeden die zich op lien konden doer gclden. Zij hebben uit de Fransche, d< Engcleche eii de Duitsche beschaving hel | beste genoE^en wat in al hun nationaal lever : op^enoraen kon worden. Onze groote ge-sohiedschrijver Pirenne heeft in bijzonder( gelukkige bewoordingen dit aanpassingswerk <lat lang© cëuwen oud is, als volgt uitgc-W: .,Zooals onze bodera gevormd is dooi ; »ae aanslikkingen der stroomen uit Frank-: »rijk en Duitschland *), is onzo nationale jjbeschaving een soort van vermenging. ,)Waarin liet genie der twee raesen ineenge-j,smolten is en het eene door het anderc i i.-gewijzigd : langs vereclieidene k an ter »aaugezet, lieeft zij zich wijd opengestelc »als onze grenzen zijn, en men vindl ■ >>bij haar in de groote tijden der geschiede-jitns, de rijke en harmonische samenvoeginc t »van do beste elementen der Fransch-| >)Duit«che beschaving." );De oorspronkelijkhsid van België be | j>staat juist in deze bewonderingswaardigi I »ontvankelijkheid, in dit merkwaardig< jjovernemingsvermogen ; daaraan lieeft zi » e danken, dat zij een nationaal levei jjûeeft beliouden, gemeen aan de beide ras t haar uitmaken zonder o^X)fferinc | »nunner individuaHteit." . 11 laatste jaren zijn het ec" ter d< ^'loeden van geheel de wereld die zich ii oie uitoefenden, want geene natie spand< J!!1! zelfde mate in, om door practisclw uelen de toenadering tusschen de vol gedurige uitbreiding liunne: rekkingen te doen ontstaan. België wa n kraelitige bewerker vaii het internatio isme ; van de 2500 internationale verga ■ n,QSen plaats liadden sedert de eerst^ atum} ten jare 1841, kwam een zesd< cA°n ^ ^ijeen. H^t eerste van al d< .-r!"6 COÛor^ssenJ het TJniverseele Vredes ?"€s hield zitting te Brussel. Bank aai Varp°ïing Van eeri SroeP mannen me ^ c g^dachtsn en van grooten ondern^ j. C^®ecs.^ aau wier hoofd zich de beroem -A-dolplio Tuitelet bevond, is he di« ' g^schapen worden a maa/11! U1€en> welke langzamerhand d-in dfl ®aari omw,crken en haar leidei hervn!-10 n£ van bewuste en herhaaldelijk< van ii n1Qj-eiî: congressen van statistiek Jietdadigheid, van openbare gezondheid i n » ^^Van^6 H^iinrichting en om bescher «el ^^^^^g^ûdoni worden te Brus •ocialen'aard °Pi^eZe bew€oin^ val •chen aard €€n auderc van tecbm van internationale congresseï i ^lke r^11' ^'amw^gen, zeevaart 1 hebbon eu.ormo organisatie tôt stan( : BeW danken ^un oorsprom I het rerfif ' i U0S kwamen het verveer Un de b^urt,0 we^eus-c^aP en ^ ]>estuu De gedachtei van de wereldpostunie komt uit België, zooals die van het Instituut van Internationaal Recht, van het Centrale l Bureel van Toltarieven, van liet Internationaal Bureel tegen blanke slavinnenhan-del, van het Internationaal Instituut van Bibliografie, van de Internationale Unie der groote steden, en van zoo veel andere instellingen, heden in voile werkzaamheid. Terwijl wij eene ononderbroken reeks van groote wereldtentoonstellingen te Brussel, Antwerpen, Luik en Gcnt inrichtten, welke aile slaagden en bijdroegen de wereld beter te doen kennen, vereenigden wij deze stof-felijke voorstellingen met de gedachtenvoor-stellingen die er de oorsprong van waren en welker uiting do groote internationale congressen waren. Het is voldoende hier hunne herinnering op te wekken, gelijk die ; van de talrijke voormannen der wetenschap, der kunst, der nijverheid, van het bestuur en de politiek uit aile landen, die zich ge-durende tal van jaren in België opvolgden, , om er den grondsteen van eene wereldge-dachte en eene wereldlîeschaving te leggen. Al deze congressen lie ten in België besten-dige instellingen na, n.m. een vasten zetel 1 van ôrganisaties, die naderhand door heel de wereld hunne "\verking deden voelen. Yoor dén oorlog hadden een honderdtal internationale vereenigingen haar zetel in België, waarvan de lielft op eene besten-dige wijze, overeenkomstig hunne sta-tuten, ten bewijze van den geest van onpar-tijdigheid, van onzijdigheid en internationa-liteit der Belgen. Te dien tijde werd die grootsche beweging voleindigd door een werk waarvan de omvang al de anderen zou overtreffen, de Bond der Internationale Vereenigingen. Deze bond, sinds het jaar 1908 voorbe-reid, werd in 1910 gesticht. Dat jaar had te Brussel het eerste W-ereldcongres der Internationâle Vereenigingen plaats: 130 vereenigingen sloten zich er bij aan. Na het tweede congres te Brussel-Gent in 1913 was dat getal tôt 230 gestegen ! De bond had een meervoudige taak te vervullen: de syste-matische studie der internationale feiten en van hun onderling verband op aile ge-bied, de regeling der internationale krachten ten einde meer samenhang, meer coôperatie, en dientengevolge meer macht te verkrijgen. Hij heeft zich voor praktische onderwerpen aangespannen, zooals: het juri-dische statuut der internationale vereenigingen ; hunne werking op het internationaal recht ; de eenmaking en het samenstel-len van een algemeen stelsel, de bijzondere eenheden (maten, gewichten, geld, enz.) verbindende ; de vergelijkende studie der vereenigingen en het in het licht stellen van de beste wijzen van organisatie en van ar-beid; de wetenschappelijke terminologie en het gebruik der wereldtaal ; de internationale inrichting -der documentatie en der publicaties; het internationaal onderwijs. De Bond heeft echter voornamelijk tôt doel uit de feiten van het internationale leven een algemeen begrip te vormen, ge-steund te gelijker tijd op het recht, op den vooruitgang der wetenschappen en der teeh-niek en op de vrije vertegenwoordiging van de gezameinlijke belangen der menschheid. Hij heeft de internationale vereenigingen beschouwd als de lioogste vertegenwoordiging ' der verschillende wereldbelangen, en hen aldus aangespoord zich te vereenigen, ten einde te samen de uitbreiding hunner be-trekkingen in aile richtingen te bewerken. Door bestendige banden te leggen tusschen al deze openbaringen van het internationalisme, heeft de Bond het stichten mogelijk gemaakt van een groot internationaal mid-' denpunt te Brussel, waarvan de verschillen-" de afdeelingen zijn: het Internationaal Muséum (17 groote zalen in het Jubel-•I park), de Internationale Bibliotheek (door 60 vereenigen gevormd), het ' Internationaal Instituut van Bibliografie 1 (een catalogus van de menschelijke geschre-5 vene gedachte, reeds elf millioen inlichtin-' gen bezittende), de bestendige bureelen der verbonden vereenigingen en de groo'te tijd-: schriften door hen uitgegeven. J Ziedaar in 't beknopt hetgeen Bel-" gië gedaan heeft voor het Internationalisme buiten aile politiek om. Al dit is de * uitbreiding welke het begrip van ,,onzijdig- > heid" gekregen heeft bij een werkzaam en > vredelievend volk, dat zij ne oeconomische ■ bedrijvigheid tôt geheel de wereld heeft i- kunnen uitbreiden, dat aan het hoofd staat i der handeldrijvende landen en dat de denk- - beelden van zijn groote denkers tôt de be- - langen van geheel de menschheid heeft b weten uit te strekken. 1 En het is deze kleine en bijna niet gewa-i pende natie, welke de Duitsche kolos aan-î gevallen heeft; hij leef't gepoogd, doch te ) vergoefs tôt hiertoe, haar ten onder te bren-, gen ! Wat een afschuw, wat voor hoon in de , geschiedenis ! Deze begint reeds met den - terugblik van 9 maanden hare onwederroe- - pelijke uitspraak te doen en te verkondigen i als waarheid dat met België, land van het . Internationalisme, niet te eerbiedigen, ! Duitschland in werkelijkheid al de volkeren der aarde gekrenkt heeft. i PAUL OTLET. *) Het bekken van den Rijn, dat zich in den loop der eeuwen verplaatste, strekto zich * uit, in cen ver verleden, tôt in liet oostelijke deel van België, Kleine Kroniek. Een kolossale premie! Nog altijd maken ze een wanhopige jacht op h'et gond der brave vaderlanders, die wcinig geestdrift gevoelen om hun eentjes in te wis-selen tegen papier. Met recht vreczen ze, dat op een mooien dag de lioogo oompjes al dat bankpapier voor ,,vodden" zullén aanzien en wee dari den onnoozelaard, die 't vaderlandsch harte spreken liot in deze ,,beroerlike tijden". Maar zo liebben het noodig; geweld durven ze niet gebruiken, en nu verzinnen ze allerlei lokmiddeltjes, waarmede zij do sukkelaars trachten te verleidcn. Eerst was liet een ijzeren ring, maar velen verkozen goud boven een stuk roestig ijzer. Nu geven ze papierkens uit. Op die leuke dingeskens is een keizerlijke adelaar gedrukt in vier klouren met een fac-similé van 's keizers handtêekêning! Iedereen, die een goudstuk aanbrengt, krijgt zoo'n blaadje, dat hij in z'n knoopsgat kan steken, met den naam van Zijne Majesteit op het trouwe liart. Helaas! De laatste berichten melden dat het nog niet opschiet! De adelaar moet nog al wat pluimen verloren hebben en 't beest met de vier kleuren ziet or treurig uit. Ten eindo raad, gaan ze 't portret van ge weet wel wio cadeau geven! Ditmaal zal het dan eindelijk lukk'en, want geen enkel Duit-scher zal de beeltenis willen missen van den Roemrijke, dio h'et land ter zego leidde. en overal, met Gods hulp, de zegeningen der Kul-tur bracht. Ze richten standbeelden op. Zo hebben Bismarck, den Vader des Vader-lands gevierd. Men weet dat do kanselier op 1 April het licht zag. Lang hebben velen aan een kostelijke Aprilmop geloofd, tôt de ijzeren waarheid hen tôt ernstiger gedacliten bracht. Grondvester van het moderne Duitschland, lieeft hij het den weg gewezen naar de duistere paadjes van woordbreuk en andere zegeningen van het militarisme... En ze mogen hem nu vie-ren zooveel als ze maar willen, en "Wilnelm mag zijn vroegeren vijand verheerlijken en oph'o-melen, het kan ons aile maal niet bommep. Maar dat ze ons of onze bondgenooten er asje-blieft mee gerust laten. We hebben reeds al te veel Pruisi6che drankjes geslikt. Een eerste gevoel van kieschheid, om het op z'n zaclitst te zeggen, zou hen raoeten doen inzien dat buiten het ^intellectueele" Duitschland, nie-mand genieten kan van de smakelijke gedaclite-nis van Bismarck. Als nieuw bewijs liunner fijn-aristocratische kultur, liebben ze op Franschen bodeni een 6tandbeeld opgericht voor den hokl der liel-den! Een onzer bizondere berichtgevers meldt ons dat dit nieuwe uitvindsel van Pruisisehe beschaving bedocld is als schietdoel voor de Fransche légers, wanneer zij ter zege zullen schrijden; on in 't beeld van Bismarck zal val-len het militarisme, dat hij onder zijno hooge ende verheven beschorming nam. Ehwel, hebben wij het niet altijd gezegd dat de Duitschers symbolisten waren en mystificateurs ? Zij vragen vredo en lijden hongerî Wij deelen hierbij cenigc brieven mede, die op ifuitsche hrijfjsgevangenen in Frankrijlc werden gevondcii, en door ,,Lc Temps" worden af gedrukt. Ziehier uittreksels uit die brieven van begin Maart en verzonden uit Aken : Wij verlangen hier vurig naar vrede; allen vragen hem met luider stemme; welke vreug-de, indien men hem ons weldra aankondigde. Zou het nog lang duren ? In het begin van den oorlog, zag men trei-nen met grooten spoed voorbijsnellen, volge-laden met soldaten, die luidkeels zongen ; nu zie ik slechts akelige konvoo.ien voorbijtrek-ken, vol dooden en gekwetsen. Hier wordt gansch den landstorm, die nog niet diende, tôt den ouderdom van 45 jaar opgeroepen : dit maakt een gekken indruk in heel de stad. —Een ander briefje van 13 Maart, vit de om-streken van Posen vertelt de volgendc xcetens-waardigîiéden.Gij vroeg mij het adres van B.... die in het gastiîuis la g, maar hij werd ongenezen terug naar het front geaonden, met gezwollen arm, dien hij niet kan gebruiken . Zeker is er gebrek aan manschappen en heeft men volstrekt allen noodig om zo in zulken toestand terug te zenden. Het is geen alleenstaand geval ; ik ken er een, die aan het been gekwetst, weer vertrok, toen hij nog nauw kon gaan... Ik schrecf je reeds dat men geen brood zonder bon geeft ; nu geeft men noch brood, noch bon, maar ons werd toege-staan 90 KG. graan per maand. Men moet het dan laten malen, en het komt terug met nauwelijks geplette korreltjes. Eindelijk nog cnkele uittreksel uit eenige andere brieven. 28 Februari 1915. — Wij bevinden ons, god-dank, nogal wel ; maar men kan niet meer koopen, zoo stegen de dingen in prijs ; met de grootste moeite slagen wij er in de t-wee eindjes aaneen te knooiien. 7 Maart. — l)o aardappelen zijn vreeselijk duur; een zak kost 9 mark. Het is vreeselijk voor ons, armelui. Aken, 4 Maart 1915. — Hier wordt men twee gèvolgen van den oorlog gewaar: ailes is vreeselijk duur ; to beginnen met 15 dezer zal men eene kaart krijgen om een halven kilo brood per persoon en per dag to ontvangen. Binnen enkele maanden zal mon geen enkel varkén meer vinden, naar men hier zegt. 10 Maart 1915. — Men ziet veel armoede en ik hen steeds beangst voor liongersnood ; ik denk aan niets anclers meer ; men kan zich niets meer aanschaffen met zijn geld. In het huis naast ons heeft een vrouw zich, aan den stijl van het bed opgehangen. Het is om reden van den oorlog..., want zij had noch petro-leum, noch brood, noch schnaps. En zoo ttingen aile brieven hetzelfde liedje: honger, armoede, uitputting, moedclooslieid en een icanhopig traelitcn naar vrede/ w — Troost voor krijgsgewondcn. In oen Berlijnsch lazaret, het Kaiserin-Frie-drich-Haus, heeft onlangs eene vertooning plaats gehad voor herstellendo gewonden, waarbij do nieuwste uitvindingcn in kunstlede-maten werden te zien gogeven. Berlijnscho bladen gewagen van den grooten bij val , waar-mee de belanghebbende toeschouwers do vertooning begroetten. Een mêdisch hooglceraar on een militaire arts legden uit hoc men tegen-woordig kunstledematcn krijgen kan die vol-konien in don dienst der natuurlijke lichaams-deelen voorzien, zoodat een soldaat, zonder handen of voeten uit den oorlog gekomen, er nog zoo kwaad niet aan toe behoeft to zijn. Achtereenvolgens verschenen allerlei verrichtingen met kunstledematen op het doek ; een hoofdman, wiens l>eide beenen zijn afgeschoten, en die nu op kunstbeenen te paard stijgt en terugrijdt naar het front; een man dio zonder ,,echte" handen of voeten drinkt, een pijp opsteekt, cen brief schrijft, cen flcschjc bier open-maakt. Een andere, die de schrijfmachino be-dient, die aan de draaibank staat, dio de spa hanteert. En dat ailes met de ingewikkeldste en fijnstbewerktuigde kunstledematen, zoo feilloos, dat men er haast geen levende voor verkiezen zou. Behalve do toekomstige gebrui-kers woonden talrijko officiercn en medici de opwckkende voorstélling bij. Blinde invaliden als maeseurs. De zorg voor gescliikte bezigheid. en verzor-ging van de oorlogsinvalieden, dringt zich aan do Regeeringcn, de artsen en de vereenigingen voor zickenverzorging overal op in do laatste Aveken. Het moeilijkst schijnt het aan de blinde, maar overigens lichamclijk gezonde krijgsliedcn een beroep en cen hun leven vul-lendo bezigheid te verschaffen. Mon mag daarom op het voorbeeld van Japan acht slaan, dat na den oorlog met Rus-land zijn blind geworden invaliden veelal het masseursberoep heeft laten uitoefenen. Het legermuseum van Tokio kan dienaangaande de Europeesche artsen waardevolle vingerwijzin-gen geven. Het masseurberoêp wordt in Japan van oudsher veel door blinden utigeoefend en het schijnt, dat ook blind geworden personen door concentratie van hun opmerkzaamheid op den tastzin nog de fijngevocligheid verkrijgen, die bij do anderen natuur is. In Tokio oefénen zij het beroep uit al rondtrekkcnd. Iederen avond verkondigen in de straat melanciiolieke fluit-signalen hun nabijheid en worden zij gercgeld in talrijke huizen binnêngcroepcn. In Europa zou do uitoefening van het beroep vooral in ziekenhuizen, badhuizen en der-gelijkc mocten geschieden. Dat zou voor blinden ook makkeîijker zijn. Na dezen loopgra-venoorlog zal dé vraag naar masseurs vermoe-delijk zeer toenemen. Misschien vinden de dok-ters in de oorlogslazaretten aanleiding om naar het voorbeeld van Japan ook de daarvoor gcschikte oorlogsinvalidcn het masseurswerk te doen leeren. Pluksel. TJib vroogere oorlogen weet mon welke groote roi het pluksel spcclde bij de behande-ling der gewonden. Thuis en in aile scholen werd vlijtig pluksel gemaakt. Tegenwoordig nemen verbandwatten de plaats daarvan in. Met liet pluksel had men treurige ondervindin-gen opgedaan, want het was gewoonlijk met allesbehalve steriele vingers gemaakt .en het matcriaal was nict ontsmet. Verbandwatten zullen echter krap worden. Men denkt er daarom over het pluksel in eere te herstellen. De autoriteiten van den hospi-taaldienst zijn ten minste geneigd het weer toe to laten, en hebben dit aân de dokters der militaire hospitalen medegedeeld. Voorwaarden zijn dat het linnen volkomen sclioon gewasschen en nict te oud of te afgedragen is en schoone handen en sclioon wit papier of schoone linnen doeken om het op te maken. Oude handdoeken, servetten, beddelakens, kussensloopen on der-gelijko dingen kan mon er voor gebruiken. Mon snijdt die in langwerpige stukken van tien bij twintig cM. en ook in kleinere stukken van acht tôt tien centimeter. De overlangsche draden van de grootste stukken worden naast elkaar gelegd als bundcls garens. De korte dwarsdraden vormen met de draden van do kleine stukken het bekende clastische pluksel, dat bij kleine noeveelhcdcn in plaats van wat-tên gcbruikt wordt. Al het pluksel wordt in de hospitalen nog eens gesteriliseerd. Aldus de ,,Deutscher Kurier", die daarbij de opmerking maakt, dat deze oorlog al het oude on afge-dankte in eere schijnt te herstellen. ,,Rake" Vlaamsche woorden. Profes. G. Verriest, die Gezelle's volks-woorden en volksuitdrukkingen hielp verzame-lèn, vertelt in „In het land van Gezelle" : ,,Zoo had ik dikwijls gepeisd op een goed Ylaamsch woord voor ,,douche". Maar liet en scheen niet to bestaan. En toch was het er! Alleen, het en had mij nog niet bereikt. Ne keer kwam er een boer in 't gasthuis, dio een douche kreeg. Toen 't klaar was, zeide hij : ,,Dat s 1 a g w a t e r ook, meneer do Profcs-sor " Daar had ge 't „Slagwater!" 't Kan nict beter. Daar peist een wetenschappelijk man zijn kop suf op — on dat vindt het volk van zelf. ,,Zoo ook peisde ik al lang, dat er een kor-ter Ylaamsch woord moest zijn voor parapluie, dan vegenscherm. Tôt er eens oen oud vrouwko bij mij kwam en haar parapluie liet staan. Toen zii terug kwam om die te halen: zeide zij: ,,Ik hebbe m'n schuile vergeten." M' se huile! Is dat niet sclioon, en kort en juist." Bij het kaartjes nemen in een station wordt * gevraagd 6en „Tveg en weder"t Onze Engelsohe vrieiden. III. Minister Asquith. Onze Koning en Minister Asquith hebben gelijktijdig feest gevierd : op 8 April werd Albert veertig jaar oud en op denzelfden dag heeft de lieer Asquith gedurende zeven jaren aan het hoofd van het huidige ministerie gestaan, dus gedurende de voile periode, die vroeger onder normale omstandigheden tusschen twee algemeene verkiezingen verliep. Er wordt natuurlijk aandacht op gevestigd, dat hij naa6t Lord Salisbury de eenige Britsche staatsman is geweest, die zoo langen tijd de leiding van 's lands zaken heeft gehad en het is zeker merkwaardig genoeg. Als eens de geschiedenis van deze tijden wordt gc-schreven, dan zal de periode van het Pre-mierschap van den heer Asquith een belangrijk deel in de historié van het Britsche Rijk vormen. Welk een moeilijken tijd had hij niet reeds doorgemaakt in de binnen-landsche politiek van dit land, voor de oorlog uitbrak, die hem dwingt de grootst mogelijke verantwoordelijkheid te dragen ooit aan een Engelschen Premier op de 6chouderen gelegd. Nooit is het voorgeko-men, dat een Eerste Minister niet alleen gedurende eenigen tijd daarnevens het Département van Oorlog voor zijn rekening had, doch enkele maanden daarna, ' gelijk thans gedurende de vacantie van Sir Edward Grey het geval is, Buitenlaudsche Zaken heeft te bestieren gedurende een geweldige buitenlaudsche crisis — waar-lijk men moet wel bewondering hebben voor een staatsman, zooals de heer Asquith er een is en Engeland mag zich .wel geluk-kig prijzen, dat in deze dagen 's lands zaken gelegd zijn in de handen van een man, algemeen geacht om z'jn geestkraclit, zijn eerlijkheid, zijn doortastendheid en scherpen blik ten aanzien van de belangen van zijn land. Ware er geen oorlog geweest, deze achtste April zou voor den heer Asquith, altlians door zijn partijgenooten, gemaakt zijn tôt een dag van treffende ovaties; thans ging liij schier onopgemerkt voorbij, ook al werd er in vele kringen over ge-praat.Wij nemen gaarne de gelegenheid van deze ministerieele verjaring te baat om een paar feiten uit het leven van den Engelschen ,,premier" te lierdenken. In 1908, aan het hoofd van zijne partij en van zijn land, is II. H. Asqaitli nog dezelfde man als de Asquith die in 1886 in het Parlement zijne intrede deed en die in 1893 zijn eerste ,,portefeuille" ontving : een liberale burger, met een sterk demo-cratische richting in zijne politiek, en een zeer realistische diplomaat, heelemaal niet toegankelijk voor imperialistische droome-rijen, een kalm en voorzichtig, practisch en loyaal leider. Hij heeft de Engelsche politiek nog zakelijker gemaakt dan ze reeds was, heeft den opgang van zijn land geleid met de stelselmatigheid van een wetgever, de helderzienigheicl van een oud Oxford student en het gezond en doetfmatig oordeel van een nijveraar en handelsman. Want Asquith werd in een zeer industrieel midden geboren, in een traditioneel en puriteinsch midden van Engelsche burgerij, 't Was in Septembsr 1852, te Morley, in Yorkshire, dat hij het licht /.ag. Zijn jeugd geleek heelemaal niet op die van de lords, waarvan de politieke invloed gedurende lange jaren in Groot-Britannië overheer-schend was, en die opgroeien in hunne statige kasteelen, ver van onze tegenwoor-dige, maatschappelijke woeling, van de steden vol rook en geweld, tusschen liistorische herinneringen en in de veiligheid hunner reusachtige fortuinen. Hij is, integendeel, gelijk Grey en Churchill, een self-made man. Asquith heeft nooit opgehouden met het leven iii nauwe aanraking te blijven. Gelijk Grey heeft liij zich, onmiddellijk na zijn universiteitstijd te Oxford, in den werke-lijken strijd voor het bestaan geworpen. Hij is niet blijven mijmeren in studiekamer en bibliotheeken. In 1876, vicr-en-twintig jaar oud zijnde, werd hij reeds als advo-kaat in de Londcnsclie balie opgenomen. Maar al pleitendc, wijdde hij het. beste van zijne krachten aan sociale studie. Lange jaren gaf hij voor de University Extension een cursus van staathuishoudkunde en werktè hij aan The Economist mede. Die studies en werkzaamheden maaktcn hem voor het openbaar leven gereed. In 1S86 zonden de Schotsche kiezers van East Fifo hem naar de Kamers. Ondanks ziinc weinig talrijke redevocringen, verwierf hij op kor-t.en tijd, een zeer grondigen invloed in het Parlement. Reeds in 1892 trad hij in de Regeering, als staatssecretaris voor het bin-ncnland, als echte, trouwe liberaal en als overtuigde en ijverige democraat, met veel ondernemingsgeest (want hij deed verschillende belangrijke wetten op maatschappe-lijk gebied stemmen), maar met veel eer-bied toch voor de politieke leer die hij ver-tegenwoordigde. Het protectio n n istisch programma van Chamberlain heeft nooit scherperen vijand gekend. In 1906 verwierf zijn partij eindelijk do cindoverwin-j ning en hielp hij de ccnservatieve partij heelemaal vellen. De gebeurtenissen laten niet voorzien dat deze spoedig herle-ven zal... Zijn leiding a-ls regeeringshoofd is steeds zeer kalm, evenwichtig en rustig geweest, heelemaal niet oorspronkelijk (laten we 't bekennen), noch hoogmoedig, maar bezadigd en zeker. Met Sir Edward Grey aan zijn zij de, heeft hij jaren lang het oorlogsge-vaar, dat uit aile ha>eken van Europa dreig-de, kunnen weren. Zijne vredelievende politiek aan liet hoofd van de almachtige Engelsche natie heeft lang het Europeesch concert samengeliouden. Maar gelijk al de andere staatshoofden is hij, in Augustus 1914, door het oorlogswillend en oorlogs-zoekend optreden van Duitschland verrast en overrompeld geweest, gedwongen eindelijk in te grijpen. Wij, Belgen hebben Asquith vooral lief voor de woorden van houwe trouw, die hij tegenover ons land verpandde: ,,Wij geven aan België op dezen dag de verzekering, in den naam van dit Vereenigde Koninkrijk en van het geheele Keizerrijk, dat het mag staat maken tôt het eind op onze onder-steuning van gansch er harto en onwrik-baar."En we rekenen op hem, voor later, wanneer het uur der af rekening slaan zal. AREL. 1) Zie in ons nummer van 19 Maart, Onze Engelsche Vriendcn 7, Winston Churchill} in ons no. van 1 Anril, 77, Sir Edward Grev. .—t. . @ u «su.». Vlaamsche beiaardsn. Wanneer wij vroeger bij een bezoek aan de oude Vlaamsche steden op het mime, doch van volk voile kerkplein een toren-klokken-bespeling bij woonden, dan greep ons de bekoring daarvan aan, en in op-gewonden bewoordingen schreven wl) daar-over naar huis... wellicht omdat vele ûnzer oude carillons ons nog wel eens met hun huppelende operetten-deuntjes ergereii! O! zoo'n beiaard-uitvoering in den later^. namiddag, tegen het vallen van den zomer-avond wanneer de groote Vlaamsche klok-kenist Jef Denijn zelf omhoog was geklauterd, en zijn klokkenspel van den Mechelschen hoofdtoren bespeelde ! Maar werd het oude klokkenspel van den Mechelschen kerktoren sedert niet aan scher-ven geslagen door een Duitschen granaat?... En wat bleef er over van de carillons van Leuven, Kortrijk, Dendermonde?... En zullen de Vlaamsche klokkenmeesters voorloopig den lust hervatten, om in Antwerpen, Gent of Brugge hun gewijde klokkenmuziek te doen omlaag galmen? Dus treft het ons te meer, dat de bekende Engelsche toondichter Sir Edward Elgar een poging heeft ondernomen, om de Vlaamsche beiaards in deze tijden toch hun stem te doen hooren. Hij heeft een orkest-werk geschreven voor een Londensch Sjonphonie-orkest en het onder den naam van „Carillon" tôt uitvoering laten brengen. De compositie was opgedragen aan den Bel-gischen Koning, en bedoeld als orkestrale begeleiding van een gedicht ,.Chantons, Belges, chantons!1', van den Belgischen dich-ter Emil Cammerts, wiens vrouw, een doch-ter van de bekende zangeres Mario Brema, het gedicht voordroeg. De Engelsche componist nu had zich ge-ïnspireerd op de Vlaamsche klokuitvoe-ringen ; in de orkestpartij heeft hij als ,,basso ostinato" een aantal verschillend ge-gestemde klokken doen luiden. Volgens de Engelsche bladen was het succès geweldig groot; volgens enkele Duitsche bladen — o.m. de ,,Voss. Zt.g." — echter heeft men een en ander te beschouwen als ,,politieke tendenz-compositie". Wij voor ons zouden zulk een uitvoering het liefst aanhooren, weer staande als voor-heen onder de plechtig-stille volksmenigte op zulk een ruim, kleurig kerkplein van een der vrije Vlaamsche steden, en heel de menigte instemmend, op de begeleiding van de van omhoog neer-zwevende klokken-klanken, het: — ... „Zingt, Belgen, zingt!" i.i^ t e—; Lenie-roep. Heil, koning Albert, heill Luido schalt als uit gouden bazuinen Over de kruinen van Vlaandrens duinen, Langs de zee, langs de zee en 't strand; Heil koning Albert, heil ! Albert van Belgenland! Heil, koning Albert, heil ! Lente luidt, waar de belfor'ts slapen, Vlaandrens knapen en mannen te wapen, 'fc Stormt nu aau en van allen liant. Heil, koning Albert, heil! Albert van Belgenland! Heil, koning Albert, heil! Thans gaat de dag der victorie dagen, Jammer en plagen, 't is al voldragen, Griip' de lceuw nu met klauw en tand! Heil, koning Albert, heil ! , Zeige zii Belgenland! j d. H. PRIEM.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes