De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1217 0
25 december 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 25 December. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 01 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/x05x63cd0s/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

I psrsre aaargâiMi W&72S» Kerstnummer 1955 S Cent. DE VLAAMSCHE STEM I [en volk zal niet vergaan! ALGEMEEN BELGBSCH DAGBLAD Eendracht maakt macht EIRECT1E EH REDACTIEl PALEISSTRAAT 31. boïenhuis, AMSTERDAM. Telafoon No. 9922 Nodrd. Onder leiding van Dr. RENE DE CLERCQ en Dr. A. JACOB. ABONNEMEiiTSPRIJS (bjj vooruitbotaling) : Voor Nederland per jaar gld. G^S. — par kwartâat gld. 1.75 — per maand gld. 0.76. Voor België, Engeland, Frankrijg eu andere landen dezelfde prijzen, met verhooging vau VOTzendingskosten {2y« cent, per nummer), .A DYERTENTIES 20 Cent per regel. Kersiverlangen. Hoc zacht der klokken klagen Gebogen menschen rijzen Uitzindrend op mijn heit. En zien elkander aan. tfet sneeuwi op donkre smert. Voorbij de bloedige waan! En vromen hoor ik vragen, De volkren zijn te prijzen Tcrwijl de dag komt dagen, Waar Koningen en Wifzen Wat groots geboren werd. Langs witte wegen gaan. 0 gij, die recht en rede Begeert, genoeg gedxvaald. De zoen des hemels daalt. Verheugt a telkerstede: Geboren is de V rede, Die godlijk ademhaalt. RENÉ Û£ CtmQ. („De Nieuwe Amsterdammer" Fac simile van 't handschrift.) E MM KOHftlKT. Volk — Staat — Natie. Het standpunt van partijen in liet Yiaamach konflikt wordt bepaald door den irjîioud dien zij leggen in de sociologisohe en staatsreclrtelijke begrippen die ter tprake komen. Aldus is bet geval. o.a. met de benamingen uit don titol ciie Lier boven staat. Treffend biijkon reeds hier afwij'kende inzichten. Terwijl in de geschriften van onze tegeni-«trevers — ook van diegenen onder lieil die tertijds stonden aan de zijde der Vlaamsch-"eziudlieid — deze benamingen met de jrootste willekeur w'ild door elkander worden gobtzigd, worden de begrippen die zij (iekkeii redematig door ons gescheiden en MderscJieidenlijk aangewend. Volk, Stàat, Natie zijn voor on» toch ver-scîiillende begrippen. Het bshooit tôt een îiatuurîîjk'cn loop vaa saken dat de in een gewest-, of de over ©en Keks min ci' .meer Vast aaneengesloten ge-wsten verspreide menschelijke elementa l'cryroeicr , door inwerking van buiten af en oaderlingeh invloed, tôt een scanihoorigheid — saamhcorigheid die, in een lioog stadium vaii oatwikkeling, al s geestelijke eenbeid bcfceft wordt. Deze geestelijke eenheid kan wezen ; i) volkseenhedd, eenheid van een Volk; b) nationale eenheid, eenheid eener JVatic. Van de \olkseemheid vormt taaleenheid dtn uatuurlijken grondslag. Volkseenhoden tocli cnderstellen aparté sferen van sociale werkzaarahedd ; ailes hier-iu convergeert 'naar de hoogere eenheid. Aan aile sociale handeling nu is taaluiting onaf-jeheddbaar verbondeu ; buiten liaar om is ^ociaJe weikzaamheid onoenkbaar. Ook bij faalverschil maakt taaîonkunde den socialen tfbeid onraogeliik. Taalleenlieid echter be->ocdcrt îiem, en met hem de volkseenheid : is taaleenheid van de volkseenheid de door de natunr gegeven grondsliag. Uit de "\vLssDlwerking der sociale verhou-«îingen ontwikkelen zich vormen van redhts-^ef. In rechtfiinstitnten wordt de recihts-&tàtu3 vastgelegd. Het complex d^zer insti-tuten vormt in wezonlijkheid den Staat. Als een bovenbouiw rijst de Staat uit wven het Volksgegeven. Tweeërlei mogelijkhedd is nu denkbaar : Ofwel dcht de Sta-at het Volk. In welk (normaal) geval Volk en Staat in. elkander °Pgaan en uit de onderlinge inwerking ont-ftaat de Natie: de gemeetnschap bereikt de ûationale eenheid, dit hooge geestelijke goed ; Ofwel dry.ht, de Staat op het Volk. In (abnormaal) geval Staat en Volk tegen-0ver elka,nder staan : den Staat ontibreetkt ô natievormende kraoht ; met het naar ^tionaliteit strevende Volk kan het kcxn-niet uitblijven. ^ orkeert nu, een la-nd in het laatste geval, 200 staan de burgers. die voor hun volk op ^^naliteitsvorming prijs stellen, onont-^°oml>aar voor de geweten&keuze : S taa tsch of V olksch ? Dr. A. JACOB. ■ 9 ■ mm» ^ aanderens diep vernederde oorden, tfragc-n daden, maar geen woorden De Internationale faeieekenis en draagkracht der Viasmsche aciie. Niet alleon ons réaht, maar onze plioht was het, de Belgische Regeering te waar-schuwen tegen den Franscligezinden drang, die op onverantwoordelijke wijze 's lands on-afliaukelijkheid en onzijdigheid in gevaar brengt . Wij» hebben er steeds op gewezen dat dergelijke buitenlandsche politiek evenmin aan het algemeen Belgische, als aan het bij -zonder Vlaâmsche bêlant ten ?oede kan komen. België's onafhankelijkbeid en onzijdigheid is de eei-ste voorwaâ/rde voor eon zelfstandig Vlaaaideren. Het is immers niet moeilijk in te zien dat een klein volk, als het onze, dat door edgen kracht ziclizelf herwinnen moet, het best in een kleino staat gedijen kan. Daarom heclïten juist-wij, wat de Franscligezinden niet doeii, den grootsten prijs «lan België's onafhankelijkbeid en onzijdigheid. De ondervinding der laatste jaren, en in-aonderheid de Congo-quaestie, heeft den V.lamingen doen inzien dat een Belgisch impérialisme noodzakelijker wijze ten hunnen koste doorgedreven wordt niet alleen, maar ook op noodlotige wijze België zelf in internationale verwikkelingen, in onaf-wendbaar conflict met grootere mogendhedeai brengt, en aldus 's l'ands onafhankelijk voortbestâan in gestadig oorlogsgevaar dreigt ten onder te doen gaan. Eu wat het edele voorwendsel van aile kolonisatis betreft: voaraleer een cul-tunrzending te aanvaarden en het werk der beschaving in den vreemde aan te gaan moet België's biimenlandsch bestuur op ge-zenden grondslag worden liervormd en Vlaanderen zelf verlbst van a lien vreemden verderfelijken invloed.. Er zijii niet alleçn iu Congo negers. Heeft Bolland niet terecht de Vlamingen genoemd : ,,vreemdelingen m eigen land ?" Ik-zeg : ,,Vlaanderen verlost van allen vreemden verderfelijken invloed". Ik bedoei da-armede niet zoozeer de huidige bezebting. De drukkende hand des Duitsehers wordt w^el van ons land geweerd. Daar zorgt ieder-een voor. Zij is een te duidelijk onrecht om lang te kunnen worden geduld. Maar wie ontwringt Vlaanderen aan de onzichtbare hand die liet éLanhoudend versuacht ? Wie be-vrijdt Vlaanderen van het langzaam, langs omwegen binnengeslopen kwaad dat het eigene licliaam heeft aangetast en zijn kracht vobrtdurend ondermijut? . * * * België's zaak is Vlaanderen's 2aak, maar ook, en vooral, omgekeerd. Want België is een kunstmatig, Vlaanderen ©en natuurlijk wezen. Het eerste moet het tweede dienen, op zijn minst tôt zijn recht laten komen. Maar dat België Vlaanderen in den weg staat, erger nog, onderdrukt, is een onna-tuurlijke en gevaarvolle verhouding. De Regeering moet een botsing voorkomen, want het kan niet anders of in dat geval moet België. voor Vlaanderen wijken, in de liefde van elk rechtgeaard Vlaming. De botsing was trouWens zeer gemakke-lijk te voorkomen. Het wezen der verhouding brengt haar niet mede. Het komt mij voor dat Vlaanderen's en België's belang, welbe-grepen, evenwijdig loopen, of liever elkaar dekken. Alleen door het misdadige en anti-nationale Franschgezinde drijven kunnen België en Vlaanderen vijandig t^genover elkaar komen te staan. In haar wezen is de zaak der kleine staten ook de zaak der kleine .volken. Zij ligt ook in de iiju der 'koloniale ontvoogding der ge-k-leurde rassen, vol gens het humane begin-sel van het redit op zelistarudigheid, dat door EngeHa.nd 2œer handig -wordt toegepast en door Nederland in zijn Indische kolo-niën op loffelijke wijze meer en meer wordt nagestreefd. Het is ook de goede zaak vaui den vrede die door dat beginsel wordjt gediend. Waarom immers zijn de meeste groote mo-gendihedon in oorlog, en de meeste kleine staten niet? Waarom hebben Nederland en Denemarken sinds eeuwen eigenlijk gean oorlog gevoerd ? De uitzonderingen betroffen imperialistische doeleinden (Sahlesvig-Hol-stein of Atjeh.) En Zwitserland, Zweden en Noorwegen ? Zijn bedde laatste staten niet in vrede uiteengegaan, broçdervolken noch-tans? Werd niet de wensch tôt zelfbestuur door het wijze inzicht van hun vorst gebil-lijkt? En heeft de schedding hen bel et later weer hand in hand te gaan wanneer het ging om de algenieen Skandinavisclie belangen 2 En waarom zijn de kleine staten de hoe-dera van den vrede? Omdat, noodge-dwongen of vrijwillig, het Wezenîlijk belang der kleine staten medeffca-engt h.et opgeven van verkeerde imperialistische nedgingen. Oorlogvoering is inderdaad de specifieke uiting van het impérialisme, de triomf va-n macht boven recht. Het Napo-leontische im',perium, dat de heerseher wel-iioht in de banen des vred^s had willen leiden, is oorzaak geweest van tallooze oor-ilogen. De aliliantie- en evenwicht-politiek heeft het oorlogsgevaar vergroot, niet weg-geiLomen of vermîïiderd. Zij was een afweigen van de maoht-verhouding, een oorlogskans. berekening, geen dienen van yreedzame be-langetn.« * * Het decentralisatie-begiiisel, het redit op zelfbestuur is de waarborg van een duur-zamen vrede. Evenais ik meen dat het impérialisme der mogéodheden, tôt zelfverte-ring in dezen oorlog is gedoemd, op den zelfden grondslag hoop ik een nieuw leven voor Vlaandea-en in Europa. Alleen décentralisatie goeft voldoening aan aile yolken en heft het oorlogsgevaar op. Dit ligt vooral in Jiet meten.van evenwicht eu het traohteu. naevr overwioht.. In de internationale gemeenschap moet recht heer. schen en macht onderdoen. In het Staatsge-aag moet het edement van willekeuir worden uitgeroeid, en aldus het imperialdsme ge-broken, onderdrukking onmogelijk ge-maakt %\*ordon. Decentralisatie is de verzoo-ning van nationalisme en internationalisme. De eenheid moet uit de harmonie der ver-scheidenhedd geboren worden. De Vlaamsohe beweging, een streven ter versterking van eigen aard, dekt zich dus zoowe-1 met België's on af lian^el ijkheid-str i j d als met het Europeesche vredesbelang. Dat is mijns inziens de internationale be-teekenis en draagkracht van de Vlaamsche rxtie voor zelfbestuur. En het is de plioht der Europeesdie diplomatie, wil zij -werke-lijk, d.i. niet voorloopig en van buiten, maar ccn blijvenden innerlijken \Tede sticliten, ook de Vlaamsche quaestie afdoende op to lossen. Het is internationaal zoowel als na-tionaal van belang dat, in het Europeesche Bestaud, België's neutraliteit, bestendigd, contractueel bepaald en versterkt worde; en dat binnen het land het bestuur ontdub-beld worde naar de zoo veel meer werkelijk-aardrijkskundige grehs van grond, ras, ta-al, bedrijvigheid en belangen. Dr. L. BRULEZ. . Mjg ^ Kern. lîccr! Kom deze zwaxre bcpraevwuj ans r/eliefdc Vlaandercv. niet blijven bespaard, geHatmh amwaard-cib wij liaar uit TJ.ive- hand, en zeggen: Uw wil gcschicdef il et zij zoo! Eib was (il die stoffelijke ellende, het mid~ dèl ter geestelijke h erops t a nding, aamvaar-dm, wij liaàr met droeve vreugde, en> smc-ken: Breng ons niet in verzoeking, maar verlos ans van den, k wade! En- laat on-s zien, dat ailes goed wordt! . c. ■■ De Belgische Neutraliteit. Aan het merkwaardigc oorlogsdagboek ,,Van het Slagveld der Xati'èn", door Frank Gerieke, waarvan sinds ons laatste verslag verscheidenc afleveringen zijn versehenen, oiitlcenen wij volgende historische besehou-wingen over bovenstaand onderwerp: Do Belgischo neutraliteit werd ter * sprake gebracht; eenraaal in haar verhouding tôt do garandeerendo mogendheden Engeland, Frank-rijk en Duitschland, anderinaal in haar verhouding tôt de Belgische bcvolking zelve en tôt den Belgischen staat. Doch ook met betrekking tôt Nederland is België neutraal, een neutraliteit, die, als ,,eeuwigdurend", uitdrukkelijk werd vastge- iegd m het bizondere, m 1839 met Nederland gesloten tractaat. Misschien was het, practisoli, met deze tegen-oveu- Ne<lerland aanvaarde neutraliteit het zwakst gesteld. Immers, de Belgische Staat had zijn ont-staau aan een anti-Nederlandsche stemming to danken ; liet stclhng nemen voor het actieve weerkrachtigo neutraliteitssysteem vindt in deze stemming zijn grond. Aan deze stemming heeft het Vlaamsche volk zijn nu vijf en tachtig jaar durende verdruk-king to wij ten. Zij gaf eon voor den ,,Belgisclien" geest zoo representatief man als Prof. Pireime liet woord in den mond, dat Nederland is ,,un pays do ■ pleutres" — een land van platbroeken. Zij nu, on zij alleen heeft voorgozeten bij do vorming van het plan eener Belgisch-Hol-landsche -entente, plan, dat den eersten stoot tôt het bijeenroepen der legendarische Belgisch-Hollandsche Commissie heeft gegeven. Dit plan tocli werd gesmeed in denzelfden tijd, toen Engeland en Frankrijk den opzet yoorbereidden, om Bélgië mee in hun vaarwa-ter to krijgen; de anti-Congo-campagne was yolop aan den gang: zo werd een jaar nadien stop gezet, toen de eerste Anglo-Belgische be-spreking had plaats gevonden. • Klaarblijkelijk was het docl der actie, die geruggesteund door Fransclio personalitei-ten, — door rasechte, traditioneel-Franschge-îiindo Belgen werd gevoerd, oni België don weg oener Entente-gezindo buitenlandsche poUtiek op te loiden, waa.rbij het tegenover Nederland een overwegende positio in moest nemen; het moest daardoor dit land aan zijn'eigen — al dan niot vermeende — belangen dienstbaar maken. Het volslagen gebrek aan waardeering en eerbied, die, ten opzichte van ons .land, in deze officieel-,,Belgischo" kringen traditioneel is, niaakte dit vooinemen voor hen tôt een vol-lïomon natuurlijko zaak. Het is, helaas, even natuurlijk, dat men hier to lande van dien opzet niets of nauwelijks iets bevroedde, zoodat het een ^arning beschoren moest zijn, den vinger op de gewonde plek te leggen. Want hoe gemakkelijk men den Hol-landor aan 't lijntje krijgt, zoodra het er op aankomt, voor een verkeerd begrepen internationalisme, iets van zijn nationaal gevoel ten offer to brengen ; hoe weinig hij beseft dat het juist zijn Nederlanderschap en niet zijn Fran-_sche sympathieën zijn ,dio hem met de groote moerderheid van het Belgische volk verbindt, toouen de volgende rogelen van niemand min-dor dan onzen oud-Minister van Waterstaat, den lieer do Marez Oyens aan, die ik dan ook uit het Fransch te vertalen lieb: „De international© taal van'België" (zegge van even een derde zijner bevolking!) ,,is voor zijn inwoners een kostbaar tegenwicht tegen het nadeel, om tôt een klein land te behooren Het ontbreekt ons in_ Holland, en d,it draagt veel tôt de af-zondei-ing bij, wâarin het zich be%*indt". — ,,d>ou het niet wenschelijk zijn, bepîeit hij zelf het verlx>nd do vertegenwoordigers der gedachte van beide landen, zonder eenig onder-scheid van partij, in een nadere verher iing to zien treden op politiek, oeconomisch en literair gebied ? ,,De taal dezer verhouding zou de Fransche taal moeten zijn. ,,Ik heb niets toe te voegen aan wat ik hooger gezegd heb naar aanleiding van het nadeel,* om zich A-an een zo weinig internationale taal als hç.t Vlaamsch of het Iiollandsch te be-dienon." *) Zoo gemakkelijk krijgt mon den Hollander .in 't schuitje! Zoo weinig ziet liij den aanslag tegen zijn nationale; waardigheid ! Zoo stomp is hij voor het feit, dat een aansluiting van Nederland bij België, wil deze. het nationale, het îvederlandsche begin^el dienen, voor ailes den nadruk op het Nederlandsche karakter van het meerendeel der Belgische bevolking moet leggen ! ,,\Vant is het niet opmerkenswaardig" aldus do Antwerponaar dr. Martin Rudels-heim in .,Onze Eeuw", ,,dat de bewèging niet op touu- is gezet door iudustrieelen, Bolgisclie of Iïollandsohe, liopende door een tolverbond tusschen do twee Rijkcn het afzetgebied voor hun artikolen to verruimen, en even door koop-lieden, rokenende hun oliënteele daardoor te kunnen vergrooten? Wààr het plan gesmeed i werd, is ons onbekend. Is het te Londen? Is hot te Parijs ? Is holi Clemenceau, die er het ! Jintiatiof van nam, zooals beweerd wordt? In j geen geval eohtcr in België en nog veel min-I der in Holland. En noch industrieelen, noch ! kooplieden, noch Vlamingen kwamen er mee i voor den dag. Het waren eenige advocaten, een paar journalisten, een leeraar, allen Wa-[ len, eenigen zelfs ten onzent bekend als Fransoh-gezindon en meer nog, als Vlaamsch-liaters, die op een zekeren dag een commissie in het leven riepen onder den titel .,L'action nationale'' on, na in het „Petit Bleu" hun plan to hebben uiteengezet, in den daarna opgeriohten ,,Matin do Bruxelles", waarvan zij do leiding in thanden kregen, liun veldtocht ten voordeele van het verbond voortzetten." Intusschen nam, in de Fransche en Engel-sche pers, Ho anti-Duitsche campagne venraar-lijko • verhoudingen aan. En onderhands wer-den <r posten uitgezet om niet slechts van maar ook van Nederland (en liefst van beide vereenigd) aansluiting bij de Entente te verkrijgen. Met nadruk werd dan ook, bij die campagne, op het gevaar gewezen, dat beide landen van Duitsclie zijde zou dreigen. Inmiddels ook werden, door hooggeplaatste Engelschen, met afgevaardigden der Belgische Begeering besprekingen ' geVoerd, waan-an sedert de verslagen zijn bekend gemaakt, en die geen spoor van twijfel overlaten, of van Engelschc zijde werd, in deze ricliting, een onderhandsche druk uitgeoefend. Is er getracht met Nederland besprekingen van golïjko strekking te ïiouden? We weten het niet! Zeker is, dat de Fransche generaal Lang-lois omtrent hetzelfde tijdstip schreef: ,,A1 onze wenscheu roepen liet naderbij (t.w. het Hollandsch-Belgisch verbond), niet s-lechts voor 'België, maar ook in het belang van Frankrijk en Engeland". Het ,,Duitsclie gevaar" werd, voor België, met het ,,Vlaamsche" vereenzelvigd. ,,Op het Belgischo grondgebied, zoo schreef do hcer Husiaux, wordt do Fransche taal door eeu dubbel gevaar bedreigd; door do Vlaamsche beweging aan do eene zijde, aan de anderc door do Duitsclie pénétraiie". Welke middelen bij het bestrijden van dit fântastisclie ,,twoeledige gevaar" te baat wer-den genomen, toont het volgende, door den heer Rudelsheim gememoreerde staaltje aan : ,,Het was naar aanleiding van de jaarlijk- ( eche vergadering, dio de ,,Alldeut-scher Ver-banfl" in Septembe.r 19a5 heeft gehouden. Do ,,Temps", dio in Frankrijk aan het hoofd van de Anti-Duitsclio beweging sdiijnt te staan, liet zich toen uit Berlijn telegrafeeren, dat die vereeniging ,,speciaal belang in de Vlaam- , sche Beweging in België stelt. Het hoofd van j de Vlaanisclie propaganda, de leeraar 1 ol de Mont, woondo trouwcns het congres bij, en zijn succès was zoo uitbundig, dat do pangerroanis-ten hom hebben verzocht, in Duitschland eèn serio voordràchten te houden over de Ger-maansche uitbreiding in België door middel van do Vlaamscho taal!'. ,,Wolnu, op hetzelfdo oogenblik dat Pol de Mont volgens „Le Temps" in Berlijn had moeten zijn, hield hij een voordraeht over Guido Gezelle in do Kursaal te Oostende!" — ,,Zoolang do huidige aaneensluitingsbewe-ging, concludeërt dan ook do schrijver, het •karakter bl'ijfu behouden, dat do verdedigers er van in België er op gedrukt hebben, kan geen waro Vlaming, geen echte Hollander, geen Nederlander in hot algemeen, er zich voor verklaren zonder een deel van zijn nationale oorspronkelijkhcid prijs te geven en zonder als het ware min of meer de hand aan ziclizelf te si aan. ,,Een van do ijverigste voorstanders van het bewusto plan, de heer Léon Hennebicq, die zelfs den lieer Baie op den aohtergrond heeft gedrongen en aan de beweging een riohting lieeft doen nemen, die \çaarschijnlijk niet in liet voornemen van den heer Baio lag, heeft liet zonder omwegen bekend. Na, even als veel anderen vQor en na hem, het oudo deuntje te hebben laten klinken, ,,dat het pangermanisme een kapitaal gevaar voor onze buren en vriendon uit het Noorden beteekent", drukt 'liij zijn meening uit over het karakter dat ion Hollandsoli-Belgisch Verbond zou moeten aaii-nemen. ,,Een dergelijke entente", schrijft hij, ,,mag geen achteruitgang van de Latijnsclie Fransche cultuur beduiden, maar integendeel haro uitbreiding naar liet noorden". Wel voegt hij er aan toe ,,Terzelfdertijd dat, bij wijze van nuttigen ru il, de geduldige quali-teiten van de bowoners van over den Moer-dijk naar Wallonië af kunnen zalcken". Maar zij die, zooals wij hier, de anti-Nederlandsch-gezindheid, de anti-Vlaamscligezindheid van genoomden heer kennen, weten wat zoo een bewering waard is. Indien men mij zou willen bescliuldigen hier door den bril der partijd'ig-heid te zien, dan zou ik daarop kunnen ant-woorden met de nota, die de redactio van ,,La Ilevue" (Ancienne Revue des Revue) aan (len voet plaatste van een stuk dat de lieer Baie onder den titel L'union Hollando-belge in het Januari-nummer 1906 van dit tijdschrift liet verschijnen. Daarin werd gezegd: ,,Van den anderen kant liehben weinig van flamin-gantisme verdachte geesten, als de heer Hennebicq, haar (d. i. de Hollandsch-Belgische entente) begroet als ,,de ontwaking der buitenlandsche politiek", die j;Zich op den eersten rang van onze belangstelling lieeft ge-plaatst."Do bedoeling is klaar. Belgio heeft buitenlandsche politiek te voeren. Het staat vast welke zijde liet, bij de Europeesche niachtsver-déeling, kiezen zal. Het slùit met Nederland een verbond, en sleept Nederland mode naar de zijde, dio het kiest. Dien weg hebben ook Nederlander s ons op willen voeren. Hee gunstig steekt bij dezq pogingen af het wederwoord, dat dr. Ivieviet do Joijge den heer Baio eens gaf, toen deze hem naar zijn meening over het bewuste plan kwam vragen, een antwoord dat als volgt zou kunnen worden samengevat: ,,Van een Hol-landsoh-Belgisch verbond kan niets komen, zoolang do Vlamingen in hun eigen land nog als burgers van tweede klâsse worden behan-deld". ■ Do zin, waarin de Belgisch-Hollandsche verstandhouding werd opgezet, blijkt dus, als boven werd aangetoond, zonneklaar uit do stukken. Van do zijde van een-voor den geest der Belgische leidende kringen zeer represen-tatieve groep, werd een eerste aanloop genomen om den Belgisclien Staat in den maal-stroom der buitenlandsche politiek te stor-ten; een riohting waartoe de Regeering — getuige het aanvaarden van de Congo-kolonio ! — uit ziohzelve maar al tb veel neiging bezat ; een ricliting echter, die weinig strookte met den goest eener ernstig opgevatte neutraliteit. Hoe weinig het er overigens aan toedoet, welke do uitslag van dit gekuip zij geweest^ het zou bij den lezer valscho voorstellingen kunnen wekken, indien hier niet aan werd toegevoegd, dat — voor zooverro aan den dag is gokomen — de Belgische Regeering zich niot lials-ov'cr-kop in liet avontuur, dat «le lioeren Baie en consorten hadden voorboreid,^ lieeft gestort. Daarenboven liebben do traditioneele Hol-landsche voorzichtigheid en do angstvallige ! warsheid van onze Regeering, zich met aile i«twat verder-reikendo bnitenlandsche jwlitiek in te laten, de gevaarlijke klip zonder veel bekommernis omzeild. Zix> sprak op de eerste bijeenkomst der ein-delijk toch, maar op beperkten grondslag, gc-stichto Belgisch-Hollandsche commissie, den 4den Novomber 1907 to Brussel — en zulka in het Noderlandsch ! — Mr. Heemskerk de volgende woorden : ,,Zoo wjj meonden ook onderhandelingen van politiekon aard te moeten voorbereiden, wij zbuden tredeu buiten onze roeping en onze be-voegdheid. En niets is er, dat ernstige mannen zorgvuldiger woeten trachten ie vermijden dan te treden buiten de roeping, die hun aange-wezen is. ,,Wij kunnen wellicht eenige diensten l)e-wijzen om aan 'te geven, hoe de wetgeving het besfc in overeenstemming te brengen is met de belangen, die te behartigen zijn; maar steeds liopen wij er toe bij te dragen, dat deze Commissie de volksbelangen in étudié nemende. zich van liet terrein der politiek ontlioude". De ,,Nieuwe Retterdammer" schreef ; ,.In de voortreffelijke rede van Mr. Heems-kerk werd terecht do voile nadruk gelegd on -het kleine practische werk, dat de Commissio ten bate van beide landen kan verrichten. ,,Van uit Frankrijk, voegde zij er aan toe, b I i j 11 men een weinig stoken. Zoo schreef „De Temps" nog gisteren, dat de Flaminganten de onvsrzoenlijkste tegenstanders zijn van de toe-nadering, omdat zij gehoorzamen aan Duii-schèn invloed." Het merkwaardige nu in heel denze historié is de volgende omstandigheid. Nederland en de Nede^landers" hebben zieh waar het er op aankwam tet België en de Belgen in een zekere verhouding te staau, al tijd hot. raeest tôt die regeerende kringen aange-trokken gevoeld, die hun allerminst synipathiek waren gezind : ja die — waar ze tegen al wat Nederlandsch is niet boslist vijandig stonden — daarvoor niet dan met minachting waren ver-vuld ! Het Nederlandsche deel echter van liet Belgische volk, dat onder diezelfde vijandige ge-voelens en onder diezelfde minachting gebukt ging on er //Oo gcestelijk als stoffelijk onder leed, mocht op do belangstelling van Nederland en zijn zonen niet bogen ; het was en bleef ver-guistl ; en zulks, tôt innig leedvermaa-k der Belgicistische kringen, medo door hen, die — veelal onwëtend — deelgenooten waren in der miskende broederen loti Roskam. Ifij zuUai\ het voorbeeld y an ,}Vrij *Bel-gi'c" j'?i! dezen met volgen. Op dczen gc wijden Vredcdag laten ' wij den Rdskam rus t en. — —, Nederlandsche Oedaehtsfi. IV De nclelige kv.'estie. Een foederalistiscli sfaatsverband is denk-baar in eeno gemeonsehap, waar gelij'k reciits-bewustzijn in een gelijken of nageuoeg gelijken sfeer van belangen der onderdeeien wordt geboren. Het is daarom alleen al een dwaabheid te' vcronderstellen, dat gedurende, den oorlog, de Vlaamsche belangen op den achtergrond kunnen worden gedrongen ; dat eene woord, dat René de Olercq van de Belgische regeering vorwaoht, de bevestiging van de belofte, dat Vlaanderen VJaaniscli worde, viaet uitgespro-ken worden, om van den loyalen Vlaming een loyaal Belg te maken. Mon stelle het todi niet voor, alsof De Clercq o.s. on trou wen zijn, die uit een G-ermaa-nsch ver wttntschapsgevoel liet Belgische volk — ce peuple qui souffre pour la justice — vcrloo-chenen. In het leed van 'hun toestand is deze miskènning het schrijncildstc. Miskénning im-mem iv;ui liet leed i.s erger dan het, leed zelve. C^p het waardheidsbcginsel van het gozegde, dat het gevaar mensclien en ^olken liet best doet ke'nnen, is het tlienia opge'bouwd van een roman van Henri Davignon, waarin een Waal eon Vlaamsdh meisje, waardoor hij ten ^evolgo van het verschil van ras wordt miskend, trpuwt nadat hij haar gered heeft van gevaar. Arthur CJiuquot noemt de ontknooping van het geval symbolisch. Wij zouden dezen roman liever tendent ie is willen noemen. Niet wiuar, — want het symbool, dat Chu-quot zich voorstelt en dat hierin gerealiseerd gedacht moet worden, dat Wallonie Vlaanderen redt, is niet anders te aanvaarden, dan nadat Wallonie, c.q. de Waal sche Simon, geze<.d lieeft, dat hij het Vlaamsche meisje lieflioefr, en dus op haar vraag, of hij ailes met haar zal doen, wat haar aangenafeim Is, — we verondov-stollen van het Vlaamsc!he meisje, dat het gten gekke dingen wil — althans niet ne en, zal zep.-gën.M4ar hoe moet het lieve Vlaamsche moi^je — Priska lieet ze — te moede zijn. wanneer lier, nadat het liaren man bekend lieeft. tôt de ont-dekking komt, da.t. hij haar heeft bedrogen rn van hare liefdo sledhts een verachtelijk vrr-partijtjo heeft gemaakt! Neen, de vTlaamsché maagd is lcuisdh. Priska voelt -bij intuïtio het gevaar, en zij laat zich liever dooddrukken tussdien twee govaren. dan dat zij haar maagdom offert. Eén woord ver-langt zij, en zij zal zich geven, geven voor do Belgische zaak. Het huwelijk van Simon eu Priska zal gesloten'worden wanneer de koning i het begeert. / Hoe zouden De Clercq c.s. dezen koning rie-[ ron ; hoort hot bruidslied : 1 Wij zullen den Koning vieren, Den Koning in zijn land, Wanneer Hij, met luido banieren, Terugkeer t triom fa nt... Dan spannen wij uit zijn wagèn, ' I)ie'de driekleur voert uit "t veld. | Op handen zullen wij dragon, Albert, onzen Heldî Hoo lauw en weo doet het aan, hiertegen-over, wat Roland de Mares schreef ; hoo tôt weenciîs too roert het het Vlaamscho meisje — i het kan ook sentimenteel zijn — deze miskènning: ,,De tout conque nous avons vu depuis la nuit tragique du 2 août, 1? chose la plus émouvante, la plus noblement belle, fut peut-être cette réconciliation spontanée des Flamands et des Wallons, hier frères ennemis, aujourd'hui Belges de coeur, d'esprit et d'âme, Belges jusqu'aux fibres les plus intimes de leur être." Met grooto instemming. met gejubel zou men z.eggen, neemt Chuquet, dio Hosto de hand bovon het hoofd houdt als den vev-tegenwoordiger van het Vlaamsche volk. dezo tirado over m een boekje, dat hij dezor dagen het licht deed zien. *) Dezo groep deed do Vlaamsche Beweging voor het Nederlandsche,— het Hollandsche — gevoel geen netelige kwestie zijn, evenmin als die groep, die het lang niet eens is met de Vlamingen, die ..crânement (Chuquet) neen hebben gezegd, toen Duitschland hen lokte. Maar sedert Hoste sprak in zijn Vlaamschr (razet is er iets gebeurd, dat de Vlçyimsche zaak wel een netelige zaak niaakte, n.l. de tact'isc-hc fon t van■ de Belgisch e regeering, , Vlaanderen. dat voor zich zelve spreekt, te miskennen. Het Vlaamscho meisje, dat wel trouwen wil, dat is niet Hoste c.s., maar dat is René de Clercq, en hij verlangt van het volk ..qui souffre pour la justice", dat het niet Ujden laat. Priska heeft nog een ouden minnaar, dat is Holland. Holland, dat "zijn liefde vorgeten heeft en zijn jeligd verdroomt in de rook-wolkjes van een gezellige Goudsche pijp en lekker warmo pantorfels, licort aan zijn deurtje kloppen, en Juistert, luistert naar een bokende stem, van vroeger, ,,laat ons naar Holland gaan" Waar zal liet kind graag deelen Zijn brood en onzen traan? De vrouw ons' handjes streelen Als moeder heeft gedaan? In Holland. I.ief Holland, Laar ons naar Holland gaan! Het moederlooze kind van Priska Holland, zal het niet miskennen. Zo hoopt hot. Er komt in Holland al iets, dat op een antwoord gaat lijken. Do oudo man rekfc zieh. ..Indien de Volksgeest sluimert, en de Burger-zin te flauw schijnt: vergis u niet: er js nog eeno onmetelijke reserve aan zedelijke kracht . die naar uiting dringt: er is nog opofferingK-zin, die zich zelf te verliezen weet ; er is nog rechtsgevoel, dat zijne richting zoekt". (Ned. Ged., p. 8.) Al komt er een pijnlijke trek, eventjes, om .Tan's mond, er is gehoor, ja, er is gelioor. Al 1 is liij wat op een afstand tegenover Priska zij was immers lang piet geheel onschuldig in dien lang vorgeten tijd! — hij ziet hanr in het gediclit, en glimlacht even. Al kan liij op het oogenblik niets voor haar doen, de tijden zijn er niet naar — hij kan haar toch in ieder geval onderdak bezorgen. „Groot-Nederland is, thans, geen pohtieke

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes