De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

573909 0
09 december 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 09 December. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 18 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/6d5p844t8k/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

i Jaarâané No. ISS Donderdag, 9 December 1913 DE VLAAMSCHE STEM I Een volk zal niet vergaanl ALGEMEEN BELQISCH DAQBLAF Fonrinonto* » f. IDIRECTIE EN REDACTIEl PALEISSTRAAT 31. bovenhul», AMSTERDAM. T„!r,fo„« Wo OOOO unn,il Onder leiding van Dr. RENE DE CLERCQ en Dr. A. JACOB. ABONNEMENTSPKIJS (bj vooruitbetaling): Voor Nederland per jùr .]d 6 60 - per k war taal gld. 1.75 - per maand gld. 0.75. Voor België, Bngeland, Frmkrije en andere landen dezelfde prgzen, met verhoogmg van verzendingskosten <2U cent per nummer), v 72*cul- ATYVFTfTtfN'rrFS on — 1 Iln het Fiestaaal dei Jftstkt steiamen". J£. H-, is niet onze bedoeling d; 6an dezen di-ch de Dietsch© stemmen zwi ren welnu laten wij ons dan allen opens/te jen.' dat het een* schoone. symphonie word< Wanneèr wij zitten te mijmeren aan onze iaard, ontmoedigd door aile verdrietelijO heden, door aile fouten en misvattingen d: de verwezenlijiking onzer idealen schaci doen wanneer wij somber gestemd zijn o] al het leed dat is gekomen over onze broi ders, — dan kan het gebeuren, dat het vei ledm macht over ons krijgt. Onze gedacht wordt rhythmisch, ons geestesoor beluistei £en wiegende melodie,... wat is liet da wij hooren?, liet is een sonore klank die ? maar aanhoudt, die onweerstaanbaar word over ons, het is klotkkeklank. En voor oc rijst een oude Vlaamsche stad in do vroeg lente. De donkere beiaard staat als ee. groote goede wachter onder don ijlen grot een avondhemel, waar do kleine sterren i: fcnkelen als do liohtjes in d© oogen van ©e: opgetogen kind. De boomen ora het kerk plein in hun kleed van kleine trillend© jong Haadjes, staan te luisteren, en te ïuister©] ftaat on! hen heen het Vlaamsche volk. He Vlaainsche volk, dat is uitgekomen als ééi poofce familie, mannen en vrouwen e: îleine kinders op den arm van vader of no; tan moeders borst. In héél dat volk lieef maar één ziel, een ziel die luistert in liefde voile aandacht, die het plein zoo diep ifilte geeft, dat liet vallen van ©en dauw druppel zou worden gehoord. Bat volk, — dafc luistert, omdat vanuit den hoogei Ylâamsohen hemel ruischt liet vrom< Vlaamsclie lied, liet Vlaamsche lied da' item kreeg in de stem van Jef Denijn. Maar, M. H., de zoete Herinnering om iluierfc ons niet lang. Donkere wolken trek-ken kngé den transparanten hemel , — d< Khemering op het plein verdiaht zich, d< wrmen der boomen en der huizen ei der menschen worden onkenbaar in d< komende duisternis. Het lied dat diep en zacht was als orgel-Euziek, en dan omhoog rees tôt het ijl er tintelend werd als het geklank van Aeolus-tarpen, — het wordt nadrukkelijiker, — bel iiiûkt als een alarmklok, het klinkt al3 een taraer aie slaat op ©en aambeeld. Het klii\kfc, mijn God ! — als het doffe gedreun van het kanon. De beiaard zelve is verslon-den door de alom dreigende duisternis. taarin alleen de duizend arme witte vra-fende gezichten spookachtig schijnen. Wat b er ? — De oorlog komt over het land ; iet beeld der werkelijklieid verschrikt ons nu als een onfczettende phantasmagorie. Wij hooren het holllen der voeten door de Snten, wij hooren de kreten van angst en inart, — wij zien den "uittooht van heel ©en vdk over de kale velden, met achter zdch fegloed der laaiende steden ^ ij sohrikken op, — wij zijn in het Noor-•hthaîis, wij zijn te midden van ons koele. licgzarae, nuchtere Holland. Er is bereid-*illigheid, er is gastvrijheàd, er is hiidpbe-bn. Maar bereidwilligheid en bulpibetoon voor België, voor Vlaanderen niet. Het is huraaniteit, maar niet het hart dat îpreekfc. Kennen wij, Hollanders, onze broe-cers niet meer l Toch, m.h., er is een kleine kern, een Neine kern van Hollanders die de nationale jedachte, die het nationale sentiment vast-held", ten spijt. van logge en onve<rbrekelijke wvsrschilligheid, ten spijt van lauwheid en ^rkeerd begrepen Kosmopolitismè. Er is één ; in Hcdiland die, toen het intellectueele fiolland zich volstopte met Duitsche weten-^ap en Fransche kunst, en het Holland-«he volk niet beter wist te doen dan te ®2gon van ,,geef me-r-es een dropje", — *c'fl bezon dat datzelfde Holland stamde den geuzontijd, dat datzelfde Holland J°no en bad tegader en luisterde naar het dat sprak van ,,houd. il vroom, be-^uwd Nederlanden". Er is een man die de yérwerkelijking van een ideaal, dat 'tans opeens onze geestdrift en ons leveai J&ft door den nood dei* gebeurtenissen, ge-^'d heeft met een sterk geloof, en er voor î^erkt heeft, — wij aanvaarden zijn ©ig©n 'oorden — als een koelie. M. H-, wij kun-geen feestmaaltijd houden ter viering de Nederlandsche Gedachte, zonder to f:'-"oinen de a t e m van den man die het ^ de dietsche stem in Holland deed weer-^'l'kon, de stem van Frits Coers. " i] lovetfi thans in eene verdere periode p ^"ederlandscihe actie. Wij weten allen wt da nood van Vlaanderen, van Vlaande-t!n dat zijn hoofd omhoog houdt te middem ;îj| beproevingen zoo hevig als aelden eendg ; , doorstoncl, een nood is van den Neder-^dschen atam. Vlaanderen heeft te strij-^eri Uaar twee fronten; den strijd tfegeai het ^Qj vanwaar de vijand kwam die heb °one Vlaamsche land vertrad, zijn bur~ ,cr3 v°-moorddc en zijn sierlijke lakenha.1-511 kathedralen in puin schoob met zijn °îse projectielen, — den geestelijken strijci 1 * _bet Zuiden, tegen den uitheomschen ^'uper en verstikker zijner eigenheid. ^ ^ laamsche volk van onze dagen i 4nt dat het lijdeoi kaln. De en onder da Vlamingen toonen dat zij ,i 1 voor de venverkelijking dezer ^aavde: een Vlaanderen dat zich-î\ • vlin* stem van Jong-Vlaanderen, q ^inkt in daad en lied. . zo woorden aan dezen disch zijn meer J°^er feestgeklank. Er is vroe-^ 1°' en °P de Neder- taalcenheid, er zijn dronke-^ !a.nen geweend en omhelzingen die. als het oj> daden 11 . aankwam, waren vergeten, Maar than f onder het leed en den druk der tijdei thans heeft het Nederlandsche woord e« levenden, werkflijken dnhoud. Wij toasts niet om verbvoedering te brengen, mas wij komen bijeen om de verbroedering 1 6ymboliseeren. Er is voor de Nederlandscl gedachte bloed gevloeid in doze, onze tijdei it — en a]s -wij luisteren naar de stemmen va J" onzen stam... aan-zwelt in onze herinnerii 1" de zoete . klokkeklank van Jef Denijn, -de vroom heid en kracht van onzer Vader e n Lied, door Coers ons weergegeven, da > zwelt het lied van de mannen der zuivei e Vlaamsche daad, — maar de hoogere eei © heid, de spierkracht, de overtuiging die va n geen wijken weet, het vroom berusten, da i- komt naar ons hoen in de stervenswoordèn ■- ,,G© moet skiet, juÎ6t op mijn hart, dat i e een groot Afrikaanderhart", — die spreek t in de stem van den mon: Joseph Fourie. t M. H., de daad van Fourie zij ons in haa ,1 eenvoudige grootheid een symbool. Fouri t gaf voor de Nederlandsche gedachte zij s hart. Dit eischt zij ook van ons: ons hart e Wanneer aile stemmen zijn gaan zwijgen ! als wij alleen iiggen in den stillen nacht dan is er een laatste en eenige stem, ee: stem die ons nimmer verlaat, de stem vm het eigen bloed. Aan het einde van aile keeren wij weder tôt ons zelf, tôt onz eigenheid. Maar deze eigenheid te begrijpei en te beleven, yiet in haar individueel ka rakter, maar m haar dieperen aard, il haar karakter van levend orgaan eene levende geraeenschap, — dat is thans d< kracht die ons vèrvult. •M. H., Redacteuren van de ,,Dietsch* Stemmen", wai, hebt gij voor Nederland en ^k vraag het «als Hollander, wat hebt gi voor Holland gedaan ? Voor Nederland in wijderen zin. Gij heb trots tegeaiwerking zelfs van gelijkgeetem den, de verspreide krachten bijeengebracht Voor Holland? Ziet, de geest van huidi^ Holland is te vergelijken met den geest vai Scroog© uit Dickens' Kerstverhaal. Hi; telt de centen en de krenten en is ver der ir zijn dorre abstracties, in zijn individualis tiscli formalisme bevangen. IMaar lang Hollands venster komt thans de Geest, de Geest der Geestdrift, dien mijn Vaderland dat buiten de loutering bleef, nog niet heeft gekend. Hij voert hem door de brandende. kermende wereld, hij voert hem door de wereld van grooter-nationale nooden en idealen, en hij brengt hem tôt het leveu terug, tôt het warme, iintelende, bezielend'C leven. Holland, rrieuw ideaal! Op d< stûdeerkamers branden de.lichten laat, en de etille Werker die onder het lamplicht ge-bosren zit, gevoelt te arbeiden niet voor zich-zelf aan een abstractie, maar als een mede-arbeider aan de groote gemeenschappelijke taak, die tôt vervulling komt in de realiteit der Nederlandsche wereld om hem heen. Mijue Iîeerên Redacteuren der ,,Dietsche Stemmen", wij staan u ter zijde en wen-6chen u heil ! P. H. RITTER JR. Coers' Lied. Op een zestiendeewwsche wrjze. Kunst is de kracht, het hoogste recht op leven, Kunst waar geen macht ter wereld hand op legt. Kunst is het volk van Nederland gegeven, Dies, wat ook valle, Nederland staat recht. Grootheerlijfc Volk, wat klinkt a.ls een klaroene, Zoo koene, Over Noord en Zuid 1 Coers' lied, vooruit, Met vroom geluid : Daar is nog Recht te doene ! RENÉ DE CLERCQ. le! gde Recht der Tlusuli Beiifiai 1, Prof. Âug. Vermeyien. ,,'t Beoordeelen van de toestanden ïn 't land zelf ia niet gemakkelijk: de Hollander ziet in België veel Fransche uit-hangborden, overal hoort hij Fransch, en ziet zoo heel wat anders dan de Vlamingen, die zich licht door hun gevoel laten mee-slepen, hem hadden voorgespiegeld : hij voelt zich half op reis naar Gascogne. De in herbergen en volksvergaderingen brul-lende Vlaamsche leeuw lijkt hem een tamme végéta ri sclie leeuw, ofschoon nog lang geen geheel -on t houder. Dat ailes is slechts schijn. Ook dat j Vlaanderen Fransch zou zijn. 't Fransch , is als een oppei'vlakkig vernis, dat de Vlaamsche kern omgeeft. Om de Vlaamsche toestanden van thans duidelijker te maken, vergelijkt spreker 't Vlaamsche volk met een man, wiens bloed is afgetapt en vergiftigd, eeuwen lang — door den loop der gescliiedenis. Geen won-der, dat de lijder niet in een paar tiental-len van jaren kan genezen. Zich grondend op de geschiedenis lichtte Prof. Vermeyien z n bewering toe. In de middeleeuwen bloeiden Vlaamsche kunst, litteratuur, wetenschap en muziek ; ook 't ras stond hoog, getuige de portretten uit de Iode en 16de eeuw, waarvan de koppen zijn door-tinteîd door geesterleven en hetzelfde door- 5, schijnen der ziel toonen als bij d© afbee i, dingeii der Florentijnen. D© strijd teg< n Spanje dreef de. besten naar 't Noorde n waar zij bijdroegen tôt onze gouden eeuv ir d© blijvenden werden geknecht en getra; & door Spanje en door monniken, terwijl Ile e land de Schelde sloot. 't Volk verwilder< i, en de Fransch© invloed, reeds dagteekenei: n uit de 13de eeuw, nam to©. Di© Franscl g invloed was van den aanvang een d< _ nuances tusschen Noord eu Zuid; eers n toen Vlaanderen nog krachtig was, brael n hij, als uitstraling eener mooie beschavinj e verfijning van kultuur, maar later, in [. tijdperk van verval, deed hij. zijn ,,mechi a nischen" iuvloed golden en leidde tôt ve; t bastering van den volksaard. Met den he: tog van Bourgondie kwam een Fransch ho s een Fransche aristocratie en Brussel wer ^ een certrum van Franschen invloed. Me heeft wel België met Zwitserland vergcli r ken, waar drie talen naast elkander b< e staan, maar deze vergelijking gaat mank j want Zwitserland kent geen hoofdstad, va waar zulk een machtige invloed ten gunst van één taal en beschaving uitgaat. ' De hoogere klassen werden zoo allen^ J verfranscht, de lagere waren van goe l volksonderwijs verstoken, zoodat het gee . verbazing kan wekken, dat het Vlaamsc 3 werd een patois, een 6traattaal, en dat d J meer ontwikkeld© Fransch sprak. Ook de revolutie met z'n zucht tôt gelijl; l making was de ontwaking van het Vlaamsc . niet gunstig. j Dan kwam Napoléon en na zijn val wer Noord met Zuid vereenigd. Aan 't Noor ^ den is de opbeuring tedanken, die in de] korten tijd der vereeniging alleen mâar eei | paar kiemen van nationaal leven kon d"ôei 1 ontluiken. 't Noorden kwam in '15 te staan tegei ' een ander volk: de nuances waren disso nanten geworden. We mogen de gebeurte I, nissen van ;30 betreuren, maar volgen ; spreker gaat 't niet aan, ze slechts te ver klaron door de onmiddellijk zichtbare oor zaken. De Vlamingen werden van de afschei ding elachtoffer, ze werden teruggeduwc .in hun eliende. De politiek der mannei van '30 was, ofschoon voor Vlaanderei noodlottig, toch logisch ; bezield door d< denkbeelden van het Fransche libéralisme wilden zij eén sterken Staat, dus centrali sati© en ook één taal. De Waalsche nijver h©id begon zich te ontwikkolen ©n streefd< eveneens naar centralisatie, wat de groott steden, meerendeels verfranscht, bevoor deelde boven het Vlaamsche platteland. Ramp na ramp trof bovendien 't Vlaam sohe land na '30: mislukking van den vlas-oogst en aardappelziekte dedeu een wree-den hongersnood ontstaan: van 1830-'o€ namen de Vlamingen toe met 13 t.h., de Walen met 39 t.h. Beho©ftigen en misda-digei-s vermenigvuldigden zâch. 't Ras vsr-viel; tôt '50 werden er voor den krijgs-dienst tweemaal meer Vlamingen afgekeurc dan Walen en eerst na '60 is een flauwe verbetering te bespeuren. De taa-lpolitiiek was voor de Vlaminge® allernoodlottigst. Van '30 text '90 was Fransch de eenige officieele taal : geen be-ambte hoefde Vliaamsch te kennen. Er was ,,talenvTijheid', volgens de grondwet, maai t' publiek was genoodzaakt de taal der be-ambten te volgen. Fransch was ailes wat van boven kwam: bestuur, léger, gerecht ©n onderwijs. t' Ge-volg ligt voor de hand. Wie lager onderwijs liad genoten en in een Vlaamsche omgeving was opgegroeid, sprak geen voldoende Fransch, zijn eigen taal liad hij op school evenmin geleerd door al de moeite om hem aan 't verstand te brengen dat ,,de stoel" is ,,la chaise". Hij bleef zdtten met z'n dialect. Die betere stands n werden totaal verfranscht : toen spreker 13 jaar was, kon hij geen Nederlandsch bc k lezen! Er is in België verder geen do'kter, ingenieur, ma-thematicus, gescliiedkundige, die één woord Nederlandsch iheeft hooren klinken van 7t gestoelte op de Hoogeschool. Men kan zich de uitwerking hierv^n vooi-stelleji. Boven-aan een zeer kleine kaste verfranschten ©n ©en nog kLeiner aantal tweetaligen, die ook 't goede der Fransclie beschaving overne-men: dan de halfverfranschten, de „ver-muilezelden", die spreiken een Vlaamsdh dialect en een koeterwaalsoh, dat zij , voor Fransch uitgeven. Zij kunnen niet goed denken — immers ze kuiwien niet eens goed spreken. De groote massa, 3 millicen, is zonder hoogere kultuur, en bestaat_ uit tob-bers, die in eigen land koeliediensten rnoe-ten doen, terwijl de betea*e betrekkingen worden \-ei-vuld door Walen en Duitscliers. Zoo leed de taalpolitiek 6chipbreuk. 't Volk is niet verfranscht, zooals Rogier wilde, 't is verarmd door gebrek aan onder-n'cht. 't Kent geen vakonderwijs, want er zijn geen hoogescholen, di© vakleeraren vormen, in staat 't volk in het Vlaamsch t© ondenvijzen. Ten minste even sterk als de politiek werkt de mode, de gewoonte ten gunste van het Fransch, dat geldt als symbool der beschaving en geestesmeerderheid. Vooral wordt die conventie in stand gehou-den door de vrouwen, die meer kwaad ge-daan hebben in dit opzicht dan al d© legers van Napoléon. Immers door haar wordt het Fransch de moedertaal van menigeen. Dit ailes om te doen begrijpen dat de strijd gaat tegen een heelen samenhang van diep ingewortelde krachten, en niet bloot tegen ©en paar wetteksten. Waarom kunnen dan d© Vlamingen niet aanstonds over-winnen ? Ze zijn toch in de meerderheid en tellen 4 millioen zielen? Ook de werklie-den, zegt spreker, zijn 't talrijkst en toch sociaal in de minderheid. 't Fransch werkt onwetendlieid in de hand bij 't volk en deze onwetendheid maakt dat we 't Fransch in de hoogste lagen der maatschappij niet kunnen tegengaan. Intusschen is dit geen hopeloos gesloten kringloop; de Vlaamsche beweging is d« laatste 20 jaar sterk vooruit- 1- gegaan. Een kleine minderheid in d© h m gère standen verkreeg in '98 op pap i, althans gelijkstelling, waardoor weer betn r ; toestanden in 't onderwijs zijn ontstaan Dt 't volk vult z'n gebrek aan ontwikkeli 1- gedeeltelijk aan door instinct en den li le zich op te werken, vooral sinds in '93 d algemeen stemrecht werd ingevoerd. W te bad 10 jaar geleden kunnen denken dat * )r volk zou jubelen bij 't denkbeeld der v< b, vlaamsching van de Gentsche Hoogescho< it Vele andere voorbeelden van dit ontwak r, voert spreker aan, om dan de aandacht 't vestigen op de Vlaaimscihe muziek en littei l- tuur, opgestuwd uit het volk zelf." (N. B. Ct.) ^ Il Or. F. van Cauwelaert n Dat het vakonderwijs in onze Vlaamsc' taal veel te weinig is uitgebreid vindt oi > al weer voor een deel zijn oorzaak hieri a dat degen©n, di© universitaire studiën he e ben gedaan, de Vlaamsche taal niet kenm en zich dus niet kunnen bezig houden m I de vorming en opleiding des volks. Zioo bestaat er te Viïvoorden een tui: n bouwschool, maar onze jongens hobben 1 1 niets aan, omdat zij de taal niet kenn< 9 waarin onderwezen wordt: het Fransch. I is voor eenige jaren een Vlaamsche afde ling gekomen, maar deze beantwoordt ni 3 voldoende aan de te 6tellen eischen. In Gent : is de tuinbouwschool ook Fransch. Ze zal nu, dank zij minister He leputte, vervlaamscht worden. En in geva 1 len als deze blijkt, hoe de Vlaamsche bew 1 ging naa6t de vervlaamsching van ons oi 1 derwijs, ook groote en goede gevolgen z met zich brengen op het gebied van onze 1 landbouw, onze nijverheid, onzen hande onze gansche verheffing, ook in ekonom " schen zin. Die beweging heeft niet enkel c 5 het taal-tekort het oog gevestigd, maar c aile tekorten. Door het nieuwe zelfbewustzijn, dat z wekt, zal het Vlaamsche volk zijn krach te ' rijker weten te ontplooien in elk opzich maatschappelijk wetenscliappelijk ©n arti, 1 tiek. Wij hebben nog zooveel in te haler L men heeft ons nog op zoo menig gebied acl J ter gesteld! De post-inrichtingen in Walei ' land zijn dubbel zoo groot voor eenzelfd bevolkingssterkte als in Vlaanderen. In d rechterlijke macht zijn, wat de taalkwesti 1 betreft, reeds verbeteringen gekomen, maa \ men kent toch in 't algemeen de taal nie oi niet genoeg. Denk u daar eens in, da overheidspersonen, dat mannen van studi en .wetenschap, rechters, notarissen, adve katen, dokters, die zooveel aanraking me bet volk hebben, de taal van dat volk nie ' verstaan ! De notaris kan geen akte opmaken zonde bulp van een hoofdklerk, de advocaten we ten zich niet behoorlijk of heelemaal ni< uit te drukken in de volkstaal, de doktei kunnen geen populaire voordrachten hou de: over volksgezondheid, d© ingénieurs, aa: onze Fransche hoogescholen gevonnd, moe ten inlichtingen geven aan ploegbazen e: kennen de taal niet, waarin die onderge schikten spreken. Deze gevallen zijn ook, nu nog niet ee zeldzaamheid g©worden. In het bestuur vai land en gewest blijven telkens stukken lig gen, onbeantwoord, onbehandeld, omda een Vlaming geen Fransch schrijven kan En daarbij zijn allerlei staaltjes aan te wij zen van de achteruitzetting den Vlaamsch gezinden aangedaan, omdat de autoriteitei of hoogere ambtenaren onze taal nie kennen. In Brabant gelastte een postdirecteur dat de briefdragers — brievenbesteller: zegt men bij u — hem moesten schrijven ir het Fransch of er eene Fransolie vertalinc aan toevoegen. Een dien6tverbetering, bij de spoorwegei voorgesteld, werd onlangs met. een beris-ping teruggezonden, omdat zij was opgestelc in liet Vlaamsch ! Een beambte, di© zich veroorloofd had oj: een dienststuk, dat moest verzonden var Borgerhout (voorstad van Antwerpen) naai Antwerpen, het gebruikelijke Anvers te vervangen door Antwerpen werd bedreigd met straf. E)e examens voor ambtenaren bij 6om-mige departementen zijn zoo ingericht, dat de Vlamingen moeten doorvallen. Men eischt van de Vlamingen, dat zij het Fransch machtig zijn. Maar voor de Walen schijnt het volstrekt niet noodig, Vlaamsch te kennen, ook al hebben zij een taak oî ambt te vervullen in onze Vlaamsche ge-westen. Onze viinisteries- zijn geheel ver-wqalscht. En wat ziet men.gebeuren?... In 1909 werd alleen in het Département van Spoorwegen aan de. hoogere ambtenaren (Walen) uitgekeerd een bedrag van l,9Jt8,600 fr. aan salaris, en aan de Vlaamschkundigen onder de ambtenaren slecht6 een totaal van 853,000 fr. Zou men niet veeleer de Vlamingen moeten voortrekken, die de beide talen des landa kennen, dan de Walen, die er slechts één verstaan? Welnu, het tegenovergestelde ge--cliiedt... Wij zijn in ailes ten achter: het arrondissement Aalst heeft 100,000 inwo-ners meer dan het arrondissment Dinant en toch 15 post-inrichtingen min der; en die verhouding, een wanverhouding, gaat overal dood. We6t-Vlaanderen telt^50,000 iri-woners en Namen slechts 350,000. Toch heeft West-Vlaanderen twaalf post-ontvan-pngen minder dan Namen, wijl de hoogere oesturen Waalsch zijn. Ik zou u gansche reeksen van zulke voorbeelden kunnen opnoemen maar genoeg. Slechts enkele bijzonderheden bracht ik naar voren^om klaar te maken, hoe diep de taalkwestie grijpt in het volksleven. (Cenirum.) i >r Kern. 'ie Ik weet een heele volk dat kwijnde, Qg Oud, bibb'rig, bijgeloovig, bang. ist Is dat nu 't einde van het ednde ? t En sterft gij, Vlaand'ren al zoo lang? rie tet TOORTSEN. >n ■ ' ■ H Roskam. La Belgique Nouvelle.. In het Zondagnnmmer van 28 Novemb van het weekblad van dien naani, dat ve schijnt in Engeland, wordt in een hoof< ■ artikel van het vroegere België gesproke ae als van een ,,aardscli-paradijs' waar m< jj. eigen geluk niet waardeerde',. Indien v. a ons niet vergissen, was dat België „onzi b- dig". Waarom spreekt hetzelfde artik ;n dan van „Russisclie, Engelsche, Italiaai sche en... Franco-Belgische bajonetten' Moet ,,la Belgique Nouvelle" medewerke a. aan een onzalig verbond? Moet ,,Nieu\ îr België" eene annexe zijn van Frankrijk? I ,n vraag is dan of ons land nog „een aardsc ]r paradijs" zal verdienen te heeten ! Maar j; B. België is toch alleen het luilekkerland va 3t den Franskiljon ! Vlamingen, waar is u vaderland 2 il j- Van Volksman tôt Staatsman. 2- Meermalen reeds hebben wij op het merl i- waardig parallélisme tusschen de houdin il van de heeren Botha en Van Cauwelaei n gewezen. 1} In de ,, Dietsche Stemmen" lezen we ni; i_ van de hand van prof. Dr. Bodenstein d p volgende merkwaardig© zielkundige verkls p ring van Botha's verwording. „Mens als hij was, het hij zoo langsamei ij hand onder die indruk gekom, dat hij. to n de enigst man was, wat in staat was di land te regeer. Vriend en vijand het di openlijk uitgespreek, alieen 'n klompti t, ,,oackveldei's'' het nie aan die algemeen l- eerbetuiginge meegedoen nie, als mede ': L- klcmpie socialisties© arbeiders. £1 y het gc e leideïik begimie denk, dat dio landsbelàn. e daannee gediend is, dat niemand ander e dan hij die baas speel. Dit is iets zoo men r selik en begrijpelik, onder die oemstandig b heid, dat niemand hem daaroor sal vei ^ wonder nie. 6 Maar ieder sal ook moet toegee, dat wannèer 'n staatsman reeds in die stadiuE ^ is, sy eiê belang en die van die staat, naa t sy opvatting se saamgeweef is, dat dit hen onmogelijk is, om die twee te skei. Dit is 'i r natuuiiijke neiging van 'n mens onde sulke omstandighede om meer dan di ,t, landsbelang dit vorder, waarde te gaan he< s aan die feit, dat jij aan die bewind vai 1 sa-ke staan. 1 So lig verwar jij dan die vraag, hoe diei ik mijn land en volk die beste met dw 2 vraag, hoe moet ik dit aanleg om aan di< bewind te blij. Botha... kon hem eenvoudij nie losmaak nie van die opvatting, aL a sou syn aanblijve als minister-president er i die bedang van sy volk één ding wees... Welk een helder licht wordt, door deze regels, ook geworpen op de wijze, waarop de j Vlaamsch© volksman van Cauwelaert, ter ] slotte tegenover zijn volk is te komen te staan ! | Ook van Cauwelaert — te snel wellicht, door zijn oratorische gaven, op een leidende plaats gekomen, is zich geleidelijk gaan in-beelden, dat met hem ,,le chef autorisé du ; mouvement flamand", zooals de XXe Siècle vleit; met hem en zijn vrienden ,,de verant-woordelijke leiders", zooals in" Vrij België 1 in aile toonaarden herhaald wordt, ,,de Vlaamsche Zaak staat of valt. En daaruit is te verklaren, dat nu zich eene nieuwe richting in de Vlaamsche Beweging openbaart, van Cauwelaert zich in de meening dat zijn leiderschap en het Vlaa.msche volksbelang één en onafscheide-lijk zijn, zoo heeft vastgezet, dat het voor den buitenstaander moeilijk valt uit te maken, of de verbitterde tegenstand tegen wie de ,verantwoordelijke leider" in een zijner la-atste artikelen ,,een troepje scharrelaârs" durft noemen, als een strijd in 't belang van Vlaanderen, dan wel als eene wanho-pige verdediging van eigen wankelende machtspositie valt op te vatten. De Ernst der Vlaamsche Beweging, Langzamerhand begint het tôt de aan-vankelijk door de franskillonsche en pas-sieve pers misleide Nederlandsch© bladen door te dringen, dat het den Vlamingen, met hun beweging voor zelfbestuur ernst is. Een nieuw bewij-s vinden wij daarvan in ,,liet Dagblad van Noord'brabant", — een blad, dat vroeger, onder invloed van ,,De Tijd", zich nogal eens lichtvaardig en afkeurend over onze richting heeft uitge-laten.In een artikel, welks titel hier boven staat, zegt het blad nu ecliter, na een uit-treksel te hebben gegeven van de Clercq's gesprek met den minister Poullet: ,,Tot zoover het verslag. Wij hebben er een deel van opgenomen, omdat uit dit vcorval blijkt, hoe ernstig deze ,,Vlaamsche Beweging" docr hare leiders wordt bp-gevat, dat zij er hun bestaan voor vaar-wel zeggen. Wij hebben vroeger anders ge-oordeeld en gedaoht aan heethoofdigheid van Duitschgezind© jongelieden. Het zit blijkbaar dieper." Hoe diep het zit, zullen de gebeurtenissen nog wel uitwijzen. i USt de Fers. □uitschland en België. Een lezer sohrijft aan de „Nieuwa Hotter-daœsche Courant" over een geval dat al wel wat oud is, maar op zich zelf niet onmerk-waardig, het volgende: De lezers van de „N. E. Ct." zullen zich _ nog het interview herinneren, dat een mede-weiker van dit blad op 24 September 1.1. had met den Duitschen onderstaatssecretaris van buitenlandsche zaken, den heer Zimmermann, en waarover verslag verscheen in het Avond-blad B van 29 September 1.1. In dit verslag wordt het volgende zeze^d aangaande België: vft bracht België t©r sprake : het lot van • iielgie gaat ons, Nederlanders, zeer ter harte. i- Met is zeide de heer Zimmerman, op het m oogonbhk nog niet mogeliik aan t© geven, hoe n fen oorlog de verlioudmg tusschen Duitsch-ij \™d en België zal zijn. Het is een heel moei-. lijke zaak. Er moet nog ©en oplossing worden J g©vonden. Maar. één ding stjaat vast, ging hij voort : Duitschland moet er voor waken, dat i- Engeland niet de hand op België legt. Bel°io ? mag geen voorpost van Engeland worden. DjTar 2^ zullen wij voor zorgen. i8 er dus van overtuigd, vroeg ik, dat >e in staat zal zijn te bepalen, wat het lot van België zal zijn? I)at Duitschland ltL den oorlog zal winnen? 5.0 stellig", was het antwoord. „Daa,r zijn. n ^ ij in Duitschland alleu vast van overtuigd. w \Vij zullen ons aiet ce voovwaarcen laten op-loggen. Wij zu^Jcn er voor zorgen, da;. wat er nu ^s gebeuri, niet nogmaals kan gebeuren..."' Deze corresporidentie heeft Laar joude gedaan in de woieldpers. Nu is het e.genaârdig de wijzo vast te stellen waarop een paar be-langrijke bladen de uitlatingen van den heer ' g Zimmermann hebben weergegeven. In zijn t no. 499, Ochtendblad van 30 September 1915, heeft de „Berliner LokalnAizei^er" ce samen-spraak gotrouw w©erg<^ev©n. AJleen liet hij do ' vraag of Duitsohland den oorlog zal winnen wegvallen, waarop toch het antwoord: dat - îedereen in Duitschland daarvan overtuigd is, slaan moet. — Of in die weglating een betee- - kenis moèt gezocht worden, willen wij buiten cr besprekrng laten. g Maar het intéressante van het geval ligt in k de wijziging door den Berlijnschen correspondent van do katholieke Zwitserseho Neuo 0 Zùrcher Nachricliten aangebracht. Deze krant 3 geeft in haar no. 270 van 1 October 1915 1 (eerste blad, pagina 1) het interview weer onder - den vorm van een Privattelegram uit Berlijn, ■j 30 September, en vestigt de aandacht van liaar s lezers erop, bij middel van een hand-teekentjo voor den titel : Een Duitsch Rijksminister over _ de toekomst van België. De overeenkomst tusschen do data van het opsturen van de tele- - grammen en hun wederzijdsche publicatie in do twe© bladen en ook de overeenkomst in hun , teks ten wijzen er op, dat het Privattelegram, i U1t Berlijn gezonden op 30 September en ver-r schenen in do ,,Neuo Zurcher Nachrichten', L vau 1 October, eigenlijk niets anders is dan t een copie of herhaling van het telegram den . 29cn September door den Rotterdam schen correspondent over het interview in do ,,N. R. -5 Ct." gezonden aan den „Berliner Lokal-Aiizei-' §er" °n verschenen in de ochtendeditio van L 30 September van dit laatste blad. | Als men nu aandachtig de beide teksten in i | deze bladen vergelijkt, merkt men dat in 'het 5 blad van Zurich een belangrijk woord veran-^ derd is. In het Berlijnsche blad stond, wat ©r in d© ,,N. R. Ct." staat aangaande de vraag : van den medewerker van de JN. R. Ct." aan > den onderstaatssecretaris: „U is er dus van overtnigd dat Duitschland in staat zal zijn te bepalen wat het lot van België zal zijn?" , In het telegram uit Berlijn aan d© ,,Neue , Zurcher Nacktrichten" gestuurd wordt de/^ tekst: ,,U is er dus van overtuigd dat België zijn eigen lot zal vaststellen ?" (Sie sind somit 1 iiberzeugt dasz di© Bestimmung des Schackseïs Belgiens von Belgien abliàngen wird). Waarop d© onderstaatssecretaris antwoordde : zeker, daar zijn wij in Duitschland allen vast van overtuigd. Daar door krijgt deze uitlating een geheel anderen zin. Zou er een vèrgissing gebeurd zijn bij de ver-taling uit de N. R. Ct. ? Maar het telegram uit Berlijn naar Zurich was in 't Duitsch gesteld on overgenomen uit den Duitschen Berliner Lokal Anzeiger. Is het een seinfout of een druk-fout? Denkelijk niet, want de Berlijnsche correspondent van d© Neuo Zurcher Nachricliten bespreekt in zijn telegram de beteekenis van het interview en zegt: „Wat de onderstaatssecretaris Zimmermann gezegd heeft aangaande België is niet'iets als een verzaehtingspo-ging naar buiten, ma^ir is overeenkomstig met de realiteit. Nog steeds ligt het in de macht van België t© ontsnappen aan do annoxatie bij Duitschland, welke geen volstrekt Duitsch vre-desdoel is en welke men integendeel wenscht te vermijden. Als eenmaal d© sluiers voor open-baarmaking opgelieven worden, dan zal de wereld er wel over verbaasd staan, als ze te weten komt wie d© annexatiepolitiek tegenover België dreef ©n wie haar st©rkste bastrijder is. (*) Deze woorden heeft de Duitsche censuur doorgelaten. Had zij daarbij een doel? Wou Duitschland voor het buitenland grootmoedig optreden tegenover het zwakke België? Wou het nieuwe pogingen doen om Bolgië" van zijn strijd te doen afzien? Men kan higi. a^krlei gissingen maken, maar het is niet van b étang ont bloot de aandacht te vestigen op d© w^zi-gmgen ,die de tekst van de ,,N. R. Ct." on-derging.*'Was Staatssekretar Z. beziiglich Belgiens sagte war nicht etwa ©in Bescliwiclitigungsver-such nacht aussen, sondern es entspficht der llealitât. Noch immer liât es Belgien în der Hand einer Annexion durcli Deutsehland zu entgehen, die kein unbedingten Deutscli Frie-densziel ist, im Gegentoil zu vermeiden ge-wiinscht ^"ird. Diiften sicli einmaj die Schleier fiir die Oeffentlichkeit, wird die Welt wohl staunen, wer die Annexionspolitik gegeniiber Belgien • betrieb und • wer ihr starker Bremse^ war. VLAANDEREN 0AG EPS NACHT DENK IK AAN U.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes