Fondsenblad: handel, nijverheid, taal, godsdienst

1052 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 22 Juni. Fondsenblad: handel, nijverheid, taal, godsdienst. Geraadpleegd op 01 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/j09w08z58b/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Maandag 22 Juni 1914 Prijs per nummer: 5 centiemen 45e jaar, num. 143 relefoon ei> i FONDSENBLAD Telefoon 691 MHHOniUlVISVKH : Voorï aile aankondigingen wende men zich ten bureele van het blad. —O— KETELVEST» Nam. 16, te GENT. VLAAMSCH LAND Hande], Nijverheid, Taal en G-odsdienst VERSCH IJ N EN DE ALLE WERKDAGEN IKSCHRIJVIIIIGSPRIJS VOOROP BETAALBAAR : Per jaar . 15.O» Per halfjaar ...... >, $.00 Per drie maanden » l.OW Voor herbergiers: fr. I Î.OO fr. K..VO ; fr. 3,59. Voor vreemde landen, de verzendingskosten bij te voegen. EBISTIO-EJ UTTGAVE J Gent, 18, Ketelvest, 18, Gent j )e aankondigingen worden geplaatst per regel aan fr. O.'IO. — Reklamen onder het stads-nieuws, per regel fr. 1 .©O. — Begrafenisberichten voor de niet geabonneerden, fr, 5.00 GENT, 22 JUNI. O^erzfcp De toestand in de Balkans. DE GEVOLGEN EENER BESCHIETING. Wij hebben gemeld dat een Oostenrijksch-Horigaarsch stoomschip, « Herzegowina, » dat gehuurd en bewapend is geworden door de Albaneesche regeering, do Albaneesche kust had afgevaren en in het voorbijtrekken de stad Kavaia had gebombardeerd. De Engelsche admiraal heeft dadelijk de « Herzegowina » verwittigd dat, indien het vuur niet dadelijk gestaakt werd. de internationale vloot het stoomschip zou bombardeeren. Hij heeft tezelfder tijd een krachtig protest gezonden aan de Albaneesche regeering om verzet aan te teekenen tegen de verkrachting van de onzijdigheid. Thans is ailes rustig. OOSTENRIJKSCHE OFFICIEREN BEST U RE N DE MILITAIRE WERKING TEGEN DE OPROERLINGEN Men meldt uit Durazzo aan de « Messagero » : « Een Oostenrijksch Officier is dezen morgend gekwetst geworden door het achteruitspringen van een kanon, dat hij deed afgaan. » Een Oostenrijksch officier in uniform heeft eergisteren gansch den dag de behandeling van een kanon bestuurd, dat in de nabijheid der brug was opgesteld. Drie andere Oostenrijksche officieren, insgelijks in hun nationaal militair uniform, hebben s namiddags aan groepen Malissoien bevolen vooruit te rukken en positie te nemen op het plein gelegen voor de ver-schansingen.» Het bestuur der krijgsverrichtingen tegen de oproerlingen, wordt feiteliik waargenomen door Oostenrijksche officieren, die voortaan hunne hoedanigheid nietmeer hoeven te verduiken,daar iedereen hen aan 't werk heeft gezien. » De geruchtmakende neêrlaag welke het legervan den prins heeft ondergaan, is veel min eene neêrlaag voor den prins dan eene neêrlaag voor de bende Oostenrijksche vrijwilligers en officieren, die zich aan het hoofd stelcien der reguliere troepen van prins von Wied ! » Wij begrijprn niet goed den spottenden toon van de Messaggero. Men weet dat Italie en Oostenrijk-Hongarië zich beide aangesteld hebben of hebben laten aanstellen, als heschermers der regeering van prins von Wied en van dezes persooa en ook als beschermeis der gezantschappen. Laat ons nu zien hoe die beide latiden hunne roi verstaan en vervullen. Oostenrijk-Hongarië zendt een detachement marine-soldaten naar Durazzo om den prins van Albanie en dezes paleis te" vrij waren tegen de aanvallen der oproerlingen. Eene groep Oosten-rijkers hebben, verzekert men, vrijwilligers aangewoi ven om den prins en het wettig gezag van Albanië te gaan helpen en eenige Oostenrijksche officieren hebben verlot gekregen en zich aangesloten bij die vrijwilligers. Oostenrijk en de Oostenrijkers vevtaan dus goed hunne roi en treden op als wezenlijk be-schermers.Italie zendt op zijne beurt een detachement marine-soldaten naar Durazzo om er den prins, ziin paleis en de gezantschappen te beschermen te* en de woeste aanvallen der oproerlingen. Tôt hier toe is Italie in regel ; maar 't is nu dat de kat op de koord danst. De Italiaanscbe kolonél Muricchio, een dito leeraar en een dozijn Italiaansche officieren en burgers, aangevoerd door M. Aliotti, minister van Italie, sluiten zich niet aan bij de regeering en doen niets om den prins te helpen, integen-deel, houden zij zich over dag onzijdig, 's avoods en 's nachts is het anders, dan loopt minister Aliotti, naar de plaatsen waar de oproerlingen hunne aanvallen vvagen, terwijl kolonel Muricchio met den leeraar,van uitzijn huis,bij middel van lichtteekens, zich in betrekking stellen met de oproerlingen en hun de plaatsen aanwijzen, waar de aanvallen met goed gevolg kunnen beproefd worden. Oordeel t nu, welk van beide landen zijnen plicht verstaat en doet, welk van beide landen redens heeft te zwijgen, en welk van beide landen de achting van aile rechtschapen men-schen verdient ! Men zal geene twee briîlen moeten opzetten en zijne hersenpan niet aan stukken moeten denken om te weten wie de eerlijke plicht-vervuller en wie de verrader is ! DE ITALIAANSCHE EN OOSTENRIJKSCHE OORLOGSCHEPEN ZULLEN TUSSCHENKOMEN indien de MUITfîRS JDE STAD DURAZZO INNEMEN. De bevelhebbers der Oostenrijksche en Italiaansche oorlogschepen, welke te Durazzo voor anker liggen, zijn door hunne wederzijdsche regeeringen gemachtigd geworden marinesoldaten aan wal te zettcn, in geval de oproerlingen de stad Durazzo zouden innemen en er gevaar zou bestaan voor den prins, voor het hof, de gezantschappen of voor de vreemde koloniën. DE DUITSCIiE PERS DRINGT AAN OP EENE INTERNATIONALE TUSSCHENKOMST. In Duitschland aanziet men den toestand, waarin prins von Wied verkeert, meer dan netelig. De behoudsgezinde en de pangermanis-tische drukpers dringen aan op eene doortastende tusschenkomst der groote mogendheden. Zij zeggen onbewimpeld harde waarheden : « De groote mogendheden, schrijven zij, die den prins als vorst van Albanie hebben aangeduid, zouden zich ten plicht moeten rekenen hem op den troon te behouden en ailes te doen om den toestand te verzekeren. Gelijk de zaken nu staan, is alleen een inter-nationaal legerkorps, bestaandeuit verschei îene duizenden £oed gewapende mannen, in staat de souvereiniteit in Albanië te verzekeren. Indien de diplomatie prins von Wied dien zij op den troon van Albanië plaatste, aanziet als haar pleegkind, dan is het hâre zedelijke plicht ailes te doen en voor geenen enkelen maatregel achteruit te deinzen, om van de oproerige Albaneezen den eerbied voor den wil van ÏSuropa af'te dwingen ! » Flink gesproken ' TE ONTHOUDËjî. De schooldwang tôt 14 jaar wordt alge-meen overdreven gevonden. M. du Bus de Warnaffe, Kamerlid vooi Aarlen, handelt over die kwestie, in - eene studie Verscheneo in L'A venir du Luxembourg, en hij licht een aantal punten toe op zeer degelijke wijze. V Hij spijkert de houding aan den schand-paa! van de mannen der tegenpartij, die na zelven den schooldwang gestemd te hebben — na hem onvoldoende verklaard te hebben — na voorgesteld te hebben hem nog knellerder te maken — dan tôt de kiezers zijn gegaan om te zeggen : — ziet ge nu hoe de katholieken met u en uwe kinderen handelen ! Zij hebben zich daarbij wel gewacht mel-ding te maken van de verzachtingen welke in de wet geschreven staan. De heer du Bus de Warneffe duidt dan zelve de verzachtingen aan : 1° Volgens artikel 5 zijn de kinderen die op 13 jarigen ouderdom Het studiecertifikaat bekomen hebben, ontslagen de school nog verder bij te won en, Voor diegenen eindigt dus de verplichting op 13 jaar. Welnu, geheel de linkerzij heeft tegen die verzachting gesproken en gestemd. Liberalen en socialisten wilden dat de kinderen toch naar school zouden gaan tôt 14 jaar zonder uitzondering en hoewel zij een certifikaat hadden bekomen. De socialisten gingen zelfs nog veel verder; de heer Huysmans die in hunnen naam spraak, tijdens de bespreking der schoolwet, zegde in de zitting van 4 Decem-ber 1913 dat « aile socialistische partijen der wereld, zich steunende op de werklieden-ondervinditig, van meening zijn dat de wet de kinderen zou moeten verplichten naar school te gaan tôt 16 jaar '). (Knmerjaar• boeken bludz. 3jo.) 2" Het zal ook niet waar zijn, zegt M. du Bus de Warnaffe, dat de buitenmenschen in de toekomst zullen beroofd zijn van de hulp hunner kinderen beneden de 14 jaren oud, voor de landelijke werken. De wet doet aan de gemeenten J:wee middelen ter hand : • Ofwel ze zullen aile jaren aan 35 dagen verlof kunnen verleenen zooals artikel 7 zegt, op dat de tijdstippen dat het de ge-woonte is de kinderen aan de veldwerken te gebruiken, zoodanift dat de dagen van schoolbijwoning op 200 beperkt worden per jaar. Ofwel ze zullen ook het onderwijs van den 4d'« graad voor de kinderen van 12 tôt 14 jaar kunnen inrichten volgens het halve-dag stelsel. Door halve-dag stelsel moet men verstaan, volgens hetgeen de heer Poullet zegde in zitting van 19 Deceniber 1913 « eene ver-minderde schoolbijwoning, bestaande in het bijwonen der school hetzij 's voor'mid-dags; hetzij'snamiddag:;; —hetzijgedurende een zeker getal dagen per week ; hetzij binst de zes wintermaanden, terwijl de zomer-maanden eenen verloftijd uitmaken. Dat is zeer klaar, niet waar ? De heer du Bus de Warnaffe heeft groot gelijk gehad de verzachtingen op te zoeken, welke aan den schooldwang kunnen ge-bracht worden. De ontroering in het land veroorzaakt is immers zoo groot dat er middel moet ge-zocht worden om de onrust der bevolking te stillen. De pogingen van het achtbaar Kamerlid zijn onbetwistbaar noogst loffelijk. Daarom ook hebben wij getrouw mede-gedeeld wat hij aanbrengt. Het spijt ons te moeten zeggen dat de twee verzachtingen, in de wel: geschreven van zeer weinig beteekenis zijn. Het ceitifikaat op 13jarigen ouderdom is goed voor de uitverkorenen — zoo is er één op honderd, en dan nog blijft de dwang tôt 13 jaar. De 35 dagen verlof, en het halvedag-stelsel zijn iets, maar zeer weinig. Wij hebben uitgerekend dat de schooldwang voor zes zomermaanden aan de huisgezinnen !00, 200, tôt 400 franks 's jaars kan te staan komen, volgens het getal kinderen, — maar indien men geheel het jaar neemt, dan moeten deze sommen ver-dubbeld worden en verschillen dus van 200 tôt 800 franks. Die cijfers hebben de ronde van de pers gedaan, en niemand heeft ze betwisi, — ze tijn ten andere nog beneden de werkelijk-heid.Welnu, we vragen het — kan men zulke offers van werkende menschen eischen ? Voorzeker niet ! En wat a! doekskens tin plaasterkens men op die wonde zal leggen„ ze zal niet genezen. De schooldwang van 12 tôt 14 jaar moet uit de wet of hij zal een e bestendige oorzaak zijn van misnoegdheid onder het volk, mis-noegdheid die altijd zal uitgebaat worden tegen de katholieke partij. MISBRUIKEN. Eeti katholiek blad van Brussel doet opmerken dat buitensporige vergeldb'ngen zijn toegekend voor 1913 aan ambtenaars en bediendien van het minisierie van foi aï -ciën, namelijk voor 127.000 fr., Voorallerîei bviitengewoon werk, bijzondei lijk voor het vernieuwen van koeponbladen van de aan-deelen van spoorwegen door den staat afge-kocht.In 1910 hebben die vergeldingen beloopen van 250 tôt 300C fr. per ambtenaar, volgens den graad. Nu, de vernieuwing der titels is een zuiver stoffelijk we»k en het is wel zeker dat geen enkele hooge ambtenaar er de hand aan gestoken heeft. Nochtans strijken zij het grootste deel der vergeldingen op. Het is hier de pîaats eens te zeggen dat sommtg werk,dat hoog nôodig moest gedaan worden, bijvoorbeeld het maken der man-daten der onderwijzers voor hun aaridee! in de vier miljoen, altijd langen tijd, soms maanden achteruit was. Men verrichtte wellicht « over » werk, om buitengewone vergeldingen te bekomen, terwijl men het noodige werk liet liggen. Van twee dingen één : Ofwel, de ambtenaars en bedienden zijn bij machte hun werk te doen, en dan moeten zij geen overwerk doen en niet buiten-gewoon voor betaald worden ; Ofwel er is te veel werk, en ze kunnen het niet doen ; welnu dat men dan tijdelijke bedienden bijneme, er zijn er genoeg die er naar snakken om wat te vérdienen. De kwestie is in de ambtenaars weçeld dat velen op te giooten voet leven, Als 't zomer is, men moet naar de zeekust gaan en dat kost peperduur van reizen, van huishuur, van toilet, van bezoeken en diners. Men moet dus zien aan geld te geraken. De ambtenaars in België worden wel betaald, ze kunnen deftig leven als ze het ordentlijk aan boord leggen. Maar een gewoon ambtenaar moet toch niet leven als een minister, parbleu ! 't Zijn de lastenbetalers die 't moeten uitzweeten. —— Provinciale kiezing. De provinciale verkiezing van Zondag te Dendermonde, gaf den volgenden uitslag: Katholieken : De Bruyn 8578 stemmen ; Van Mossevelde 8969. Liberalen : De Vaj'st 4983, Vander Gucht 5018. Socialisten : Lintermans 532 stemmen, Van de Meulebroeke 528. De katholieken winnen 300 stemmen sinds de ▼srledenekiezing. .. — ALLERLES. : Vrouwenstempscht. — Vooruit ant-woordt aan La Flandre zooals wij het ver-wacht hebben. De socialisten zijn voor vrouwenstem-recht en zij behouden het op hun program, maar het is nog niet rijp, en daarom de liberalen mogen gerust zijn : de socialisten zullen nog de invoering van het vrouwen-stemrecht niet vragen. De vrouwen moeten eerst genoeg ontwik-keld zijn en verstand hebben van politiek. Tôt hiertoe zijn ze niet ontwikkeld genoeg ; — ze zijn nog maar goed om in socialistische inrichtingen bottienstepsters te zijn onder het zweetstelsel van het over-loon — maar om te kiezen—motus, zwijgen of buiten. Het stelsel van Vooruit leert ons toch iets nieuws : 1° het stemrecht is dus geen natuurlijk recht, want dan zou het den vrouwen behooren zoowel als de mannen. 2» Dat stelsel laat ons toe partijgangers te zijn van aile mogeîijke en onmogelijke stel-sels, bij vootbeeid van het stelsel van niemand kiezer behalae de roode kopstukken, — op konditie dat ze genoeg ontwikkeld zijn om verstar.dig, onpartiidig, gematigd en verdraagzaam te kunnen besturen. Prachtig ! zoo een stelsel I Om den vaak uit d'oojien te houden. — Vadcrland(eke) is topgelukkig over de verklaring van Vooruit dat hij maar 't vrouwenstemrecht zal eischen, binnen laat ons zeggen 2 a 300 jaar. Het Zal er ook voor zijn, zegt het, « wan-neer de vrouwen maer zullen ontwikkeld zijn ». Ongelukkiglijk, die tijd zal nooit komen : hoe meer de vrouwen ontwikkeld worden, hoe beter zij zullen zien welk ongelukkig lot haar zou beschoren zijn in den rooden Toekomststaat, waar de Vrije Liefde zou heerschen. Ze zouden van die vrije slavernij niet houden en zullen dus nooit waardig geacht worden tôt de stembns te naderen. Wien houden blauvven en rooden hier voor den aap ? Oogiappen. — Er is reeds dikwijls gewezen op.het ongemak dat de oogiappen veroorzaken aan de paarden en de nadeelen die er kunnen uit voortspruiten. Het paard is een dier dat licht vérschrikt ; men heeft het daarom oogiappen aangedaan omdat het alzoo op zijde niet zou zien en alzoo, denkt men, minder zou verschrikken. Maar het paard heeft niet alleen oogen ; maar ook ooren en fijne ooren, die het naar aile kanten bewegen kan om de geluiden beter op te nemen en het gewaar te worden a!s er onraad is. Het paard dat nevens hem iets hoort, maar, tengevolge der oogiappen het niet kan zien, maakt zich benauwd — integertdeel als het kan zien waardoor het geluid ver-oorzaàkt wordt zal hèt paard gerustgesteld en niet mist.ouwig zijn. De natuur heeft de oogen van het .paard zoo gepiaatst dat het gemakkelijk op zij kan zien — de mensch heeft het werk der natuur wjllen verbeteren en doet bet paard 'oog iappen aan om het te beletten op zij te zien — 't is verkeerd. De oogiappen zijn algemeen door de kenners veroordeeld, — het verwondert ons dat de paarden van den reinigheidsdienst van Gent ook nog met oogiappen gekwollen worden. De stad zou hier een schoon voorbeeld kunnen geven ! Âlkoolismus. — De eerwaarde heer kanunnik Van Langendonck, een der ieverige voorvechters in den strijd tegen het âlkoolismus, schrijft in het laatste nummer van « le Bien Social » : « Men spot nogal gaarne met de anti-alkoolisten en het anti-alkoolism. » Richt het woord tot\lieden die de schrik-kelijke verwoestingen door de alkoolplaag aangericht niet kennen en zij zullen u ?chouderophalend en met ongeloovigen glimlach aanhooren. , » Zeg hun, dat van de 120,000 personen die jaarlijks in België sterven, er 20,000 bezwijken, vergiftigd, gedood door den alkool, en men zal u uitlachen., » Zeg hun, dat men van 4 gevangenhuizen er drie zou mogen sluiten, of in andere woorden dat er van vier veroordeelingen er ■slechts eene zou overblijven, indier het alkoolmisbruik niet bestond, en men zal het hoofd schudden. » Zzg hun, dat er in België honderd duizenden personen zijn die geene behoor-lijke woonst hebben, die op zolders, in kelders of stallen moeten verblijven, en dat er aan bier jaarlijks in België genoeg wordt verkwist, om voor deze ongelukkigen 100,000 huizen te bouwen eener waarde van 7000 fr. ieder, en men zal met u spotten ! » Zeg hun dat de Balkaanoorlog 70.000 slachtofters heeft gemaakt. Men zal met afgrijzen vervuld worden. Dochzeg hun dat sienever, wijn en bier in Belgie, in 4 jaar tijds 80.000 slachtofiers maken, en men za! u uitlachen ! » Zeg dat de alkool honderd duizendeh waanzinnigen maakt, dat 500,000 arme menschen in Belgie ter oorzake van den alkool honger lijden, men zal glimiachend het hoofd schudden. » Er is slechts eeiï middel om de spotter-nijen te doen ophouden, en het middel is onfeilbaar : 't is van te vrasîen aan uwe toe-hoorders hoevele slachtoffers de alkool in hun.ie familie heeft gemaakt. » De ondervinding heeft geleerd, dat, indien men er iemand kan toe krijgen aan ieze slachtoffers te denken, de glimlach op zijne lippen besterft. » —♦— De PauzeHjke icgaat, bij het Kon-gpes van Lourdes. — Mgr. Heylen, de hoogeerwaarde bisschop van Namen, voor-zitter van het bestendig komiteit der internationale H. Sâkramentskongressen, werd vanwege Zijne Heiligheid Pius X officieel bericht, dat Zijne Eminentie Mgr. de kardinaal Granito di Be'.monte, als Pauze-lijke Iegaat bij het Kongres van Lourdes werd aangeduid. Pontiîikale orden. — Ter gelegen-heid der reis naar Rome, van de afvaardi-pring der katholieke dagbladschrijvers gelast de opbrengst der Pauzelijke nieuwjaarsgift naar Rome te brengen, heeft de H. Vader den titel van ridder der orde van den H. Gregorius den Groote aan MM. Guâtaaf Somville en Léon Ransy. MM. Winkeler en Paul Goris werden vereerd met het kruis Pro Ecelesia et Pontifice. Aan allen onze hartelijkste gelukwenschen. Soldatenmarsehen. — Klachten worden vernomen, nopens de overdrevene marschen die de soldaten worden opgelegd. In een Brusselsch blad lezen wij hierover hetvolgende: ( De troepen der vijfde legerafdeeling hebben in de onweersdagen van 12 en 13 dezer, op weg naar het kamp van Beverloo, marschen gedaan van 50 tôt 55 kilometers per dag. De gevolgen waren ellendig. De soldaten waren doodafgemat of ongesteld, eenige zelfs zeer ernstig ziek. Men meldt twee sterfgevallen : een onder-officier en een officier-vaandrig. die zouden bezweken zijn aan de overdrevene ver-moeienissen.Het wordt hoog tijd dat men aan deze door niets te rechtvaardigen misbruiken een einde stelle, en men eens het oordeel over-denke van eenen officier van groote verdient te, bij de laatste legeroefeningen. Een kolonel had zijn régiment, door eene geforceerde marsch op eene uitmuntende standplaats gebracht. De mannen evenwel waren doodaf. De generaal-bestuurder der oefeningen, na den korpsoverste geluk gewenscht te hebben, stelde het regiment buiten zaak, zeggende : c Kolonel, uwe mannen kunnen enkel gaanslapen. Tôt vechten zijn zij heei en gansch onbekwaam 1. » In ooilogstijd, zou de aanwezigheid der binnengeroepen klassen deze nuttelooze en gevaailijke marschen totaal onmogelijk maken. Waartoe dienen zij dan ? » Indien bovenstaande waar is, mag het terecht als schandelijk bestempeld woiden. De bisschoppen op het H. Sakra-nientskongres te Lourdes. — De « Journal de la Grotte » van Lourdes, meldt dat reeds 170 aartsbisschoppen en bisschoppen, waaronder 10 kardinalen beantwoord hebbea aan den oproep van Mgr Schœpfer, bisschop van Tarbes, en beloofa hebben het Internationaal Eucharistisch Kongres, dat van 22 tôt 26 Juli eerstkomende, in de stad der verschijningen zal plaats hebben, bij te wonen. Onder deze 170 kardinalen, aartsbisschoppen en bisschoppen tellen wij er : 1 uit Duitschland, 1 uit Engeland, 4 uit Oostenrijk, 1 uit België, 1 uit Bulgarië, 2uitSchot-land; 7 uit Spanje, 63 uit Frankrijk en Algérie, 1 uit Griekenland, 3 uit Hongarië, 2 uit Ierland, 16 uit Italie, 1 uit het Groot-Hertogdom Luxemburg, 4 uit Portugal, 1 uit Rusland, 1 uit Zwitserland, 9 uit Aziatisch Turkijë, 3 uit China, 3 uit de ver-schillende gewesten van Afrika, 2 van de Antillen, 8 uit Brazilië, 7 uit Kanada, 1 ut Chili, 6 uit Columbia, 7 uit de Vereenig ie Staten, 1 uit Mexiko, 1 uit de Panaurt-republiek, 1 uit Paraguay, 1 uit Peru, 1 r t Argentina, 1 uit Venezuela en eindelijk 3 uit Australië. Het zal dus, zegt de «Journal de la Grotte» een waar internationaal œcumenisch kongi es zijn, niet alleen ter oorzake van de gelo.v vigen die er zullen deel aan nemen, maar dank aan de biss.choppen uit all.e streken, r.n van aile taalgewesten der wereld, die eenen schitterer.den kring om den kardinaaMegj it van den Paus zullen vormen. Het Kamp van Beverloo onder oogpunt van GE2Q1TDHEID en ZEDELIJKHEI30. Wij hebben reeds in onze voorgaande artikels eenigzinsdegezondheidsvoorzorg-^n in het Km mp aangestipt, zooals het opbouwen van talrij U <-carrés, vermeerdering der beschikbare hoeve< 1-heid lucht m de kamèrs, volgens het getal mannen, het aarileggen van voetpaden rond de gebouwen ten einde de muren voor vochtigheid te vrijwaren, ateook de genotnen maatregelen om aan de soldaten een gezond en o /ervloedig voedsel te bezorgen. De algemeene gezondheid in het kamp ver-eischte verder eene bevoorrading van drinkbaar water en het aanleggen van een riolennet. De oplossing dezer twee kwestiën was niet gemakkelijk en men kon er enkel goede uitslagen van verwachten, op voor waarde van met zorg en in goeden staat te onderhouden, de werken die reeds uitgevoerd, of die op het punt zijn uitge-voerd te worden. Het water. Er is geen gebrek aan water onder den grond. Het kamp is er thans bij middel van pompen overvloedi? van voorzien,en hetwatergetrokken van onder het zand, op 25 meters diepte is van zéer goede hoedanigheid, doch heeft eenen lich-ten ijzersmaak. Evenwel werd er meermaals bestadigd dat het water van eenen put, dat in het begin zeer zuiver was, door den duur onbruikbaar werd. Menigvuldige navorschingen hebben aange-toond, dat de besmetting hare oorzaak vond in het water, eerst uit den put getrokken, en hetwellc na aan de oppervlakte te zijn bedorven, tengevolge der danige mulheid van den grond weer in de putten doordrong. Men heeft getracht hierin te voorzien door de pompen in groot© cimentbakken te plaatsen. Dit gaf echter nog geen voldoenden uitslag. Ook werd er thans besloten van deze manier van waterbevoorrading af te zien. Welhaast zal in het kamp eene waterkanalisa'.ie aangele^d worden. Het water zal worden ge-nomen buiten het kamp op groote diepte en door machienen naar nooge vergaarbakken worden gedreven, van waar het dan over gansch het kamp onder drukking zal worden bedeeld Onnoodig te zeggen dat, in afwachting, het toezicht der putten zeer streng is, en dat van zoohàast het minste gevaar van besmetting zich. voordoet, de pomp buiten dienst wordt gestelcL De toestand, voor wat het water betreftis dus uitmuntend. Dertlg kilometers rlolem Ten einde niets te verwaarloozen van al wat de goede gezondheidsvoorwaarden in onze militaire inrichting moet verzekeren, heeft de regeering verleden iaar in het kamp dertig kilometers riolen doen aanleggen. De kantiecen de keukens enz., zijn er rechtstreeks mede ver-bonden.Het regenwater, het vuil water voortkomende van de reiniging der gebouwen enz. loopen naar de riolen, langs gemetste goten die het kamp doorkruisen. Daar evenwel de bodem zeer plat is, moeten die goten met zorg onderhouden en gereinigd worden ; anders komen er plassen. Hier nogmaals hangt er veel af van de goede « lokale » organisatie, De soldaten Inoelen de goten onderhouden die door hunne carrés loopen. Dit is geenszins lastig, doch dé soldaat is dikwijls wat nalatig. De overheden moeten op al die kleine zaken het oog houden en zulks dient hun van tijd tôt tijd herinnerd te worden. Sommigen zijn van oordeel dat het onderhoud dier kanalisaties, boven den grond, alsook van de gemakhuisjes, en in het algemeen al wat de gezondheid van het kamp aanbelangt, aan een bijzonder personeel zou dienen toevertrouwd te worden, zoodat het kamp aldus eenen « dienst der wegenis » zou hobben. De stortbaden. In de zijgangen van een lief paviljoen waarvan het midden is ingenomen door de watervergaar-bakken en ketels, zijn 56 kabienen voor stortbaden ingericht. De vergaarbakken kunnen 10,000 liters water bevatten aan 90 graden warmte en 24,000 liters koud water. Dit water wordt automatisch vernieuwd. Een toestel laat toe de 56 stortbaden tegelijk toe te dienen. Doch dit Pruisisch stelsel is hier niet in voege. Elke soldaat is vrij een bad te nemen volgens hij verkiest op voorwaarde natuurlijk dat de anderecer geene schade bij lijden. De soldaten zijn zeer tevreden over de instel-ling der stortbaden en maken er dan ook ruim gebruik van. In enkele weken, telde men 110.000 baden. De mannen die thuis al die netheid en gezondheicls-zorgen gewoon waren zijn gelukkig dezelve in het kamp ter hunner beschikking te hebben. De anderen hebben spoedig dezelve leeren waar-deeren. Het stortbad is eenmaal per week ver-plichtend. Verder beschikken de mannen erover uaar goeddunken. Het hospitaal. Het nieuw hospitaal in het kamp is bijna voltooid. Het is gebouwd en ingericht naar aile nieuwste princiepeç, en met de meest moderne verbeterinpen. Natuurlijk er pailes naar de volmaakste gezondheidsvoorwaarden ingericht. Er zijn een • aantal afzonderlijke blokken of gebouwen, in gebroken aflijningen opgezet, zoodat de wind tasschen dezelve altijd vrij spel heeft. De muren zijn dubbel, zoodat de er tusschenin bevatte luchtlaag de binnenwanden vriiwaart tegen de er rechtstreeks opvallende koude of hitte. Ailes kan met overvloedig water gereinigd worden. Overal ten einde dç,opeenhooping - au het stof zooveel mogelijk te keer te saaà, werden aile hoeken vermeden. De zalen zijn zeer ruim en klaar, et) de vensters voorzien van dubbele ruiten, ten eiode de luchttochten te vermijden. De kamers en zalen zijn dérwijze geschikt dat het bewakingstoe^icht van één mHdenpunt kaa

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Fondsenblad: handel, nijverheid, taal, godsdienst behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Gent van 1871 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes