Denâerdag 28 ftfei 1914 frlfs par nommer : S C0*ti«nien 45e jaar, NnmJ 123 ——————M Teleloo «94 FONDSENBLAD Telefoon aankwkdmumgeui : Vooi aile aankondigis£«n wende mon àch ton bureele van net biad —O— KETELVEST, Num. 1#. te GEN'I. VLAAMSCH LAN® JEIandel, Nijverheid, Taal en G-odsdienst VERSCHIJ N EN DE ALLE WERKDAGEN ISSCHRIIVIHfiSPBIIt VOOROP BETAALBAAR: Per ja«r. {t. « B.OI» Per halfjaaf » S,(tO Per drie maandèn » 4,00 Voor herberslers : fr. S ®,00; îr. 8,50 ; 3,50. Voor vieaade landen, de vérzendingskosten bij ta Toefrea BENIGKE UITGAVB ] n - i 5 q y i i * mo n i ^De aaskondicriïiisren worden geplttatst per regel tan fr. O.ÏO, — Reklamen onder het stadf 1 (îÔflt — 18, KQt8lVôSt. 18 — 00St I nieuws, per regel fr. ï .©<f. — Begrafenisberichten *oor de met jrefibonneerden.fr. ft.OO GENT, 2S M El. Slaaf.kiîncfe OvmîeM Oe toestand in de Balkans. Prina von Wied zou bereid zijn affltand te &oen van zljnen troon. Men schijnt het hoofd te verliezen niet alleen te Durazzo, maar ook te Weeneu. De opstokers van den beroerden toestand te Durazo zijn,verzekert men, Italiaansche agenten en Jong Turken. Het Romeinsche bericht. voleens hetwelk de mogendheden zouden beslist hebben eene militaire expeditie naar Albanie te zenden, wordt niet bevestisrd. Het ontwerp van een gemeenzaam optrecien van Oostenrijk en Italië, schijnt niet meer ia aanmerking genomen te worden, Integendleel schijnt het bericht zeer nauw-keurig, volgens hetwelk prins van Wied aan graaf Berchtold zou hebben laten weten, door tusschenkomst van zijnen bijzonderen nfge-vaardigde, Surey-Bey, dat hïj niet lancer hield aan zijnen troon, indien de mogendheden hem niet ter hiilp kwamen. Het bericht welk wij dien aangaande, in het begin der week mededeelden, was dus echt ; Prins von Wied bekleedt eenen troon waarvan depikkelen :ian 't branden zijn. Er blijft hem geen middenweg ! Hij moet kiezen : Met vrouw en kinderen het land ver-laten of op post blijven en desnoods zich laten dooden aan het hoofd der mannen die hem ge-trouw zullen zijn gebleven. Denkelijkzal hij den eersten uitwe? verkiezen en het grond^ebied van dat ondankbaar land verlaten,dat hij nooit zou hebben betreden,indien hij een greintje helder doorzicht had gehad. HET OPROER. (Nadere bijzonderheden.) Men verzekert dat meer dan 800 oproerlingen de overheden te Kavaja hebbèn verdreven en de Turksche vlag hebben geheschen, nadat zii de Albaneesche vlag hadden verscheurd en daarna verbrand. De opstandelin&en hebben eenen « Mufti » (uitlegger van het Mahomedaansche recht) en eenen gouverneur benoemd en daarnà de zelf-standigheid van het distrikt uitgeroepen onder den kreet : Leve Essad Pacha, Koning der Albaneezen ! POSTZEGELS VAN ESSAD PACHA. De policie v^nTriest hefft een groot geUl postzegels onldekt, de beeltenis dragend van Essad Pâcha alsook het opschrift : « Albanië », in Turksche letters. De Oostenrijksch-Hongaarsche overheden hebben die postzegels in beslag genomen en het Albaneesch gouvernement verwittigu ; het schijnt dat daardoor Essad ontmaskerd werd. ïn de twee kistjes. met brieven gevuld, welke in de woonst van Essad Pacha gevonden werden, waren er een aantal waarin er gesproken werd over de postzegels waarvan hierboven spraak is. In eenen brief, den datum 1 Mei dragend, komt onder andere de volgende volzin voor : Uive postz égals zijn gereed ; zij zijn prachtisç çelukt ! Laat nu Essad Pacha zweren,bij hoog en laag, dat hij volkomen vreemd is aan het oproer en steeds trouw en rechtzinnig zijnen koning en ziin vaderland heeft gediend, de bewijzec, de klare, onloochenbare bewijzen zijn er, dat hij een verrader, een loensche piketter is. EEN VALSCH GERUCHT. Een ambtelijk bericht spreekt het gerucht tegen als zou de Italiaansche gezant te Kon-stantinopel voorstellen gedaan hebben aan Turkije om eenen Muzulmanschen kandidaat voor te dragen voor den troon van Albanië. INTERNATIONAAL AKKOORD. Wij hebben gemeld dat Italië en Oostenrijk-Hongarie aan de Europeesche mogendheden het voorstel hebben gedaan om eene internationale troepenafdeeling naar Durazzo te zenden. Thâns vernemen wij dat Rusland en Frankrijk hunne instemming met het voorstel hebben betuigd. Alleeti Duitschland en Engeland hebben nog hunne zienswijze niet doen kennen. TERUG IN DE HOOFDSTAD. • Op bevel van prins von Wied ontscheepten Kisteren, te 10 ure 's morgends, zijne kinderen van de Musurata. Een vijftigtal Albaneesche gendarmen kwamen gisteren te Durazzo aan, aan boord van eene Oostenrijksche torpedoboot. ESSAD PACHA IN ITALIE. De tijding, volgens dewelke, markies de San Giuliano I alie's minister van buitenlandsche zaken, Essad Pacha in bijzonder gehoor zou ontvangen hebben, is van allen grona ontbloot. Essad Pacha is gisteren avond naar Napeis vertrokken. TELEGRAM VAN ISMAIL KEMAL AAN PRINS WILHELM (VON WIED). Men seint uit Rome dat Ismaïl Kemal Bey Maandag een telecram heeft gezonden aac prins Wilhelm van Albanië, om hem de verzekering zijner trouw en verkleefdheid te vernieuwen. Dat telegram elndigt met de volgende woorden : f Gij hebt maar een ongelijk gehad, namelijk datgene, de bewaking uwer kudde toe te ver-trouwen aan den wolf. » DE MALISSOREN VERLATEN DURAZZO De kruiser < Admirai Spaun > heeft gisteren van Durazzo, de Malissoren naar Medua over-geferacht, waar zij aan boord gingen van de stoomboot « Skutari », welke hun naar de stad ran dien naam bracht. UIT MEXIKO. DE KONFERENCIE VAN NI AGAR A-F ALLeS. De afgevaardigden, bij de konfeiencie van Niagara-Falls, hebben heden destudie aangevat der bijzonderheden van een plan voor de bevre-diging van Mexiko. Een der Amerikaansche afgevaardigden heeft verklaard, dat men het volkomen eens was over die bijzonderheden. Het schijnt dat het evenzoo zijn zal over andere kwestièn, welke tôt nog toe niet besproken werden. DE T-ERUGKEER VAN M. SULLIMAN. M. Sulliman, konsul der Vereenigde-Staten te Saltillo is gisteren,komend van Mexiko, te Vera Cruz aangekomen. Hij heeft geweigerd bijzonderheden mede te deelen over zijne ontvluchtin£ \ooraleer een officieel verslag te hebben opge-maakt. UIT RUSLAND. EENE GEWELDIGE ZITTTNG IN DE DOUMA. Gisteren hebben tiiterst woelige tooneelen de zittjnç der Russische Douma gekenmerkt. bij gelegenheid van de bespreking der begrooting van justicie. Verscheidene Doumaleden mne-tpn door de-militaire wacht buifengedreven worden. lînkele leden bekwamen îichte vorwondingen. Twee der leden, die zich het gew^ldigst aan-stelden, beriepen malkander in tweegevecht. UIT SPANJE. EENE WOELTGE ZITTING IN DE SPAANSCHE ICA MER. Gisteren sprak M. Pablo Iglesias, republi-keinsch hd, m de Spaansche Kamer eenege-weldige redevoering uit over de politiek van Spanje, in Marokko. Op zeker oogenblik riep hij uit : Koning Alfons is verantwoordeliik voor de militaire expeditie in Marokko, welke aan Spanje reeds zoovele miljoenen en zoovele duizenden menschenlevens heeft gekosf !... Die woorden venvekfen zulk geweldig tumult. dat men bijkan<î handgemeen werd en dat rie zitttiug moest geheven worden. OuDE LIEDJES. Msy- .i-jciaicRûtciic» ucuuen Derejcemngen gemaakt uit welke zou blijken dat het Gouvernement de meerderheid niet meer zou bezitten in het land. Die berekeningen zijn er naar aangelegd om die geliefkoosde stelling te bewijzen, maar ze missen eene hoedanigheid welke in eersten graad vereischt wordt om emstig te zijn, nameliik de waarheid. Maar verondersteld dat het nu eens echt zou zijn dat de meerderheid der Kamer niet beantwoordt aan de meerderheid van het land. Dan mogen wij zeggen dat zulks ook het geval is geweest met de liberalen, en namelijk met het laatste liberaal ministerie. Datministerie was zoodanig overtuigd van de vijandigheid der bevolking dat het na twee jaren bestnur eene wet maakte die honderden katholieke kiezers afschafte. Zoo bijvoorbeeid werden de pastorijen vrijgesteld van de belastingen op deuren er vensters en de pastoors verloren hun stemrecht. Nog andere klassen van kiezers, die ver-dacht waren in meerderheid katholiek te zijn werden afgeschaft. Niettemin scheelde het maar 5G stemmen of de liberalen dolven in 1S82 het onderspit te Gent ; het is maar dank aan dat wettelijk gezeur dat ze hun politiek leven nog twee jaar rekten totdat gansch het land ze in 1884 in de kiezing der verachting uit de minister-zetels wierp. Ook wijzen de bladen der tegenpartijen eropdat deEvenredige Vertegenwoordiging ; uitvalt ten voordeele der katholieken. Het is de waarheid dat de Evenredige Vertegenwoordiging werkt ten voordeele der sterkste partijen, en daar de katholieke " partij nu de sterkste is van de drie, is haar de E. V. gunstig. Al de bekomen stemmen samengenomen en verdeeld onder de bekomen zetels, be-vindt men dat de liberalen eenen zetel bekomen met 16,203 stemmen ; de socialisten eenen zetel met 15,434 stemmen en de katholieken eenen zetel met enkel 13,814 stemmen. Dat is niet overal zoo; bijvoorbeeid te Zoningen hebben de liberalen eenen zetel met 15,431 stemmen ; de socialisten twee zetels met 28908 stemmen en de katholieken enkel eenen zetel met 27607 stemmen. i De E. V valt hier ten nadeele der katho | lieken uit. | Te Aalst hebben de liberalen eenen zetel E met 11,084 stemmen, terwijl de kristene s demokraten er ook maar een hebben, met j 20,058 ; de katholieken hebben er drie, met j 35,777 stemmen, of één per 11,926 stemmen. i De Evenredige vertegenwoordiging is niet volmaakt, maar met het meerderheidsstelsel zou het nog slechter gesteld zijn. Met dat stelsel zouden de tegenpartijeD i geenen enkelen zetel hebben in Gent, hoe-! wel zij samen in de zeventig duizend stem-' men op hunne kandidaten vereenigen. i In andere plaatsen zouden noch katho. | lieken noch liberalen gekozenen hebben, ; boewel zij soms samen meer dan de helfi van het kiezerskorps uitmaken. De E. V. kan wellicht verbeterd worden, ■doch ze is reeds een groote vooiuitgang op het oude meerderheidstelsel. We hebben er volstrekt nietstegendat mer betrachte de Evenredige vertegenwooi-diging zoo rechtvaardig mogelijk te maken. Hoe rechtvaardiger ze is, hoe meer elke kiezer de veia'ntwoordelijkheid van zijne , handelwijze zal gevoelen ! Verplichtend Onderwijs Het is een uitgemaakt feît dat de ieerpiicat, hoe wel zij nog niet iQ de pralctijk bestaat, de katholieken veie stemmen heeft doen verliezen. Wij hebben er reeds op gewezen dat wij altijd tegen het verplichtend sçhoolgaan zijn geweest en wij hebben herinnerd wafc wij schreven op 7 December 1912. Wij herhaîen hier wat wij toen zegden, namelijk : « Wat het verplichtend schoolgaan betreft, de liberalen zullen toch niet looehenen of verduiken dat zij daar altijd sedert zeer lange jaren voorstanders zijn van geweest, ten minste als zij die hervormïng niet moesten invoeren. Immer?, als zij die konden invo^r^n van 1878' tôt 1884, hebben ze dat niet gedaan, evenmin als zij het alleman soldaat inge» voerd hebben, waarvan zij, volgens Vaderland, sedert 1870 voorstanders waren. De katholieken gaan de schoo'plicht invoeren, zegt men, nadat zij die verplich-ting evenals allen dwang hebben bestreden. We bekennen dat vele katholieken, vooral katholieke demokraten, tôt den schooldwang zijn bekeerd, we zullen niet looehenen dnt de schoolplicht ook zimen goeden kant heeft, maar we bekennen dat wij voor die hervor-ming volstrekt geenen gcrsstcjrift erevoelen. We stellen de vraag : welk praktisch nut de sçhoolplicht hebben zal, aangez^en men tôt hîertoe jaarlijks in de Kamer heeft bewezen, dat in Belgie weinige kinderen in schoolouderdom niet ter school gaan, dat de schoolbijwoning in Belgie,met het stelsel der vrijheid, oneindig veel beter is dan in die landen waar de schoolplicht bestaat. Waarom ? aïs de kinderen, in schoolouderdom, zoo goed als allen ter school gaan, waarom nog dwang in de wet schrijven ? Wij roepen de bijzondere aandacht onzer katholieke vrienden op het gevaar dat de schooldwang opleveren kan eens dat een anti-katholiek bestuur aan het hoofd van het land komt. Denkt men dat de tegenpartij, in ruil voor den schooldwang, het recht der vrije school op gelijkb«!d voor de wet zal erk« men — en dat te goeder trouw ? Dat ware meenen wij, zich met begooche» lingen paaien. De schooldwang!... en bloc enfariné ne nous dit rien qui vaille — we hebben weinig vertrouwen in hetgeen achter dat masker verborgen zit. Zeker is het dat er, zonder de geditrige werking en propaganda der tegenpartij, van den schooldwang geene spraak zou zijn. Vele katholieken geven er aan toe « om van die zaag verlost te zijn ». Wij zijn anders gemaakt; we denken dat er met toegeven niets te winnen is en we willen vooial niet dat de tegenstrevers ons later komen in het aangezicht werpen : het is uwe schuld. Als 't moet we zullen er ons bij neerleg-gen : maar, zonder eenige verantwoordeiijk- heid op ons te nemen ». * Elk stelt het nu vast dat de tegenstrevers schaamteloos den schooldwang tegen ons hebben uitgebaat ; — wij — we waren van gedacht dat men hun die gelegenheid niet moest verschafteu. $cj}ooIWBl5 VBij 21 î^ei 1914 Titel IV. — Kosteloosheid van het onderwijs. Art. 94. Artikel 3 der wet van 20 September 1884-15 Septcmber 1895 wordt door de volgende bepaling vervangen : Het lager onderwijs wordt kosteloos aan al de kinderen gegeven in de gemeenlescholen. in de aangenomen en in de aanneembare scholen. Evenwel, daar waar in de behoeften van het kosteloos onderwijs wordt voorzien door een voldoendc {jetai kostelooze scholen of klassen, kunnen betalende kinderen worden opgenomen in de alossen of de scholen, bij voorkomend geval te bepalen dOor de gemeenteoverheid voor de gemeentescholen en door de besturen der aangenomen en der aanneembare scholen voor deze scholen. De gemeente zorgt dat al de kinderen, die de private scholen niet be^oeken, onderwijs kunnen genieten heizij in eene gemeenteschool, hetzij in eene aacgenomen school. Kosteloosheid brengt mede het verschafFen van de schoolbehoeften aan de kinderen, door wier ouders wordt betaald, in hoofdsom en opeen-tiemen ten behoeve van den Staat, eene perso-neele belasting van minder dan 10 frank in de gemeenten beneden de 5,000 inwoners, van minder dan 15 frank in gemeenten van 5,000 tôt 20,000 iawoners, en van minder dan 30 frank . in gemeenten van 20,000 inwoners. Art. 25. Artikel 7, § 2, der wet van 20 September 1894-15 September 1895, rakende de bijdrage der provinciëu in de kosteu van het lager onderwijs, wordt vervangen door de volgende bepaling:In de uitgaven der gemeentelijke, aangenomen en aanneembare scholen, wegens Kostelooze verstrekking der schoolbehoeften, wordt door de provincie bij.sedragen ten beloope van 2 frank per jooken en van 3 frank per inéisje ; echter mag de geheeio jaarlijksche last niet 4 opeen-tiemen op de hoofdsom der rechtstreeksche belasting overschrijden. Het beloop dier bijdrage wordt aan de gemeenten ' en de besturen van aanneembare scholen terugbetaald, op door het schooltoezicht echt verklaarde staten. Art. 26. Artikel 76 van de gemeente\yet en artikel 86 van de provinciale wet worden aange-vuM als volgt : De beraadslagingen der provincie- en ge-meenteraden rakéhdè het inrichten van school-refters, schoolkoloniën, uitdeelingen van vbè'dsël of kleedingstukken aan de scboolkinderen, van toelagen voor die werken. worden aan 's Konings goedkeuring onderworpen. De Koning zorgt dat tussenen de kinderen, die het voordeel dier beraadslagingen moeten geAieten, geen onderscheid gemaakt wordt volgens het soort school dat ze bezoeken. De reeds genomen béslissingen omtrent boven- ' geme1dç ouderwerpen moeten herzien worden binnen het verloop van één jaar na de afkon-diging van deze wet. Titel V. — Onderàoheldene bepallngen. Art. 27. A. Lid 2 van artikel 1 der organieke wet wordt opgesteld als volgt : De gemeente kan eene of meer private scholen aaanemen ; in zulk geval kan de Koning, na inwinr.ing van het advies dér bestendice deputatie, de gemeente ontslaan van de oprich-ting of het behoud eener gemeenteschool ; gemelde ontheffing kan niet worden verleend,-zoo een getal gezinshoofden, hebbende te zamen ten minste twintig kinderen in de schooljar^n. de oprichting of het behoud der school voor h H onderricht hunner kinderen aanvratren en ?oo de bestendige deputatie hieromtrent een eens-luidend advies uitbrengt. B. De volgende bepilingen worden in artikel 1 der organieke wet, na het 4® lid, opgenomen : Wonen kioderen veel verder van de school hunner gemeente dan van die eener naburige gemeente, dan kunnen zij tôt het bijwonen dezer laa:ste school gemachtigd worden bij beslisying van de bestefridige deputatie, nadat de belang-hebbende eemeenteraden en het schooltoezicht werden gehoord. Zij worden er toegelaten tegen betaling eener vergoeding door de gemeente di^ hun hft onderwijs verschuldigd is. Het bedrag dier vergoeding wordt door de bestendige deputatie bepaald. ingeval de belanghebbende gemeenten het niet eens zijn. Behooren de twee gemeenten tôt verschillende provinciën, dan beslist de minister van weten-schappen en kunsten. Art. 28.— Artikel 2 van de organieke wet wordt aangeruld door eene slot-alinea, luidende : Daar waar zulks mogelijk is wegens het getal inwoners, zijn de gemeenten verplicht klassen voor zwakbegaafde of acht?rlijke kinderen en voor abnormale kinderen in te richten. Art. 29. — Lid 2 en lid 3 van artikel IS der organieke wet op het lager onderwijs worden door de volgende bepaling vervangen : Het bedrag der vergoeding, aan den waarne-menden onderwijzer te betalen, wordt door den gemeenteraad bepaald volgens de grondslagen aangenomen ten bate van de voorgoed benoemde onder wijzers ; zij wordt berekend naar het getal dagen gedurende welke de waarnemende onderwijzer zijn ambt vervuld heeft, vergeleken met het getal dagen gedurende welke de school in den loop van het jaar open is. De uitgave wegens tijdelijke waarneming valt ten laste van den Staat, de gemeente, de provincie en den zieken titelvoerder, in de volgende verhouding : 2/5 ten laste van den Staat, 2/5 ten laste van de gemeente, 1/10 ten laste van de provincie en 1/10 ten liste van den titelvoerder. De kosten wegens tijdelijke waarneming in de aanneembare scholen worden door den Staat gedrag< n tôt een bedrag van 3/5 der jaarwedde berekend naar de wettelijke bepalingen. Art. 30. Artikel J.9, nrs 2° en 4°, der wet van 20 September 1884-15 September 1895, word' gewijzigd als volgt : 2° Onder voorbehoûd van de op l Januari 19.14 verworven toestanden, moeten de leden van he onderwijzend perseneel Belgen zijn. Zij behoeven gediplomeerd te"-zijn ofhetin artikel 9 vermelde examen afgelegd te hebben. Zijn vrijgesteld van het examen de bedienden die vôôr het in werking treden van de wet van 15 September 1895 in dienst waren en die sinds dat tijdstip onafgebroken schooldienst gedaan hebben. Vrijstelling van het diploma of van het examen kan bij ministerieel besluit, op advies van het schooltoezicht worden verleend ten behoeve van onderwijzers boren 30 jaar. die in den loop van het jaar 1914 sedert meer dan 5 jaar in dienst zijn. Aan de niet gediplomeerde onderwijzers, die op den datum van 1 Januari 1914 ln dienst waren bij de aangenomen of aanneembare scholen en het voordeel van bovengemelde vrijstellingen met genieten, wordt vijf jaar uitstel verleend, te rèkenen van de afkondiging dezer wet, om den vereischten titel te verwerven. Onder dezelfde omstandigheden kan de vrijstelling eveneens verleend worden ten behoeve van de onderwijzers die, gedurende ten minste vijf iaar, leeraar waren in het middelbaar of lager vrij onderwijs en in het bezit zijn van een bekrachtigd getuigschrit van volledige humaniora of van middelbare studiën van den lageren graad. 4e Het leerplan zal de in artikel 4 opgesomde vakken omvatten. jvlr 6° van artikel 19 vervalt. Art. 31. De laatste volzin van artikel 6 der wet van 20 September 1884-15 September 1895 wordt gewijzied als volgt : Bij het geven van zijn onderricht onthoudt hij zich van elken aan val tegen de personen ofwel tegen de godsdienstige overtuiging der familiën, wier kinderen hem zijn toevertrouwd. Art. 32. Artikel 27, § 2, der wet van 20 Septem ber 1884 15 September 1895 wordt opgesteld als volgt : Artikel 1 der wet van 15 Juni 1881 wordt gewijzigd in dezen zin dat het getal Koninklijke athenea en collèges niet vier en twintig, het getal middelbare jongensscholen niet honderd, het getal meisjesscholen niet vijftig mag overschrijden.Art. 33. Artikel 27, § 3, der wet van 1 Juni 1850 wordt opgesteld als volgt : De Regeering kan indien zulks nuttig blijkt, den duur der s'tudiën in de middelbare scholen verlengen, andere leergangen inrichten of de hooger aanaegeven leergangen wijzigen volgens de plaatselijke behoeften. Art. 34. Elke gemeente is gehouden eenen kosteloozen dienst voor medisch schooltoezicht in te richten, welke dienst qrnvat een onderzoek der leeflingen bij de opneming in de school en ten minste één schoolbezoek per maand. Deze dienst strekt zich uit over al de onder het beheer dezer wet staande scholen. De algemeene voorwaarden, waaronder dit toezicht geschiedt, worden bij koninklijk besluit geregeld. De ^eneesheeren-opzieners van de gemeentescholen worden benoemd door den gemeente-i raad ; de geneesheeren-opzieners van de aange-! nomen en aaûneembare scholen worden door i het bestuur dier scholen benoemd en door het schepencollege toegelaten, behoudens beroep bij den Koning ingeval de toelating wordt geweigerd.Na elk schoolbezoek zendt de geneesheer-opziener aan den burgemeestereen verslag,waarvan een afschrift wordt overgemaakt aan het gezondheidstoezicht, aan den opziener van het onderwijs in het gebied en aan het bestuur der belanghebbende schooL Met afwijking van artikel 68, 6°, der wet van 12 September 1896, kunnen de leden van den gemeenteraad en de burgemeesters met het ambt van geneesheer-opziener belast worden behoudens goedkeuring, door den Koning, van de beraadslaging van den gemeenteraad die den belanghebbende benoemt en zijne jaarwedde bepaalt. Art. 35. De regeering wordt gemachtigd tôt het instellen, voor de gemeentescholen, van één of meer raden van beroep waarvan de inrichting en de bevoegdheid, in zake van tucht, bii koninklijk besluit worden geregeld, ! De aangenomen en aanneembare scholen. waarvan net onderwijzend personeel geheel of gedeeltelijk bestaat uit bedienden andere dan die bedoeld bij artikel 17, litt. L), zijn verplicht één of meer raden van beroep in te stellen. De bevoegdheid van deze raden en de wijze van benoeming hunner leden worden door de instellingsakte geregeld. Art. 36. —De bepalingen der artikebm 16 tôt 21 zijn van toepassing te re' enen van 1 Jamian 1914. Die, welke voorkomen in de titels I en IV, treden4n werkins" bii h^t heropenen der scholen in het schooljaar 1914-1915. Bij overgangsmaatreirel mogen de weldad;?-heidsbureelen. op welker begrooting voor het dienstjaar 1913 eene toelage was uitgetrokkea ten behoeve van den dienst van het lager onderwijs, zoodanige toelage behoude'n tôt einde 191,6. Echter mag hunne bijdt'ag" iû 1915 niet twee derden en in 1916 niet een derde van de in 1913 uitgekeerde toelage overschriiden. A&nvullende bepaling:. Art. 37. De regeering zal de bepalingen van deze wet doen samenordenen met die der wet van 20 September 1884 en 15 September 1895, welke van kracht blijven. Detekstvande samengeordende bepalingen, uitmakende de organise wet op het lager onderwijs, zal in het Staatsblad opgenomen worden. ALLERLEI. Kartel. — Dat het kartel nog altijd bestaat, wordt bewezen door La Flandre Libérale die uitlegt hoe het komt dat de liberale kandidaat Giroul niet herkozen werd te Hoei. Hij is gevallen met 15 stemmen. Erzijn 1520 witte en nietige briefjes en daaroui zal men het nazicht vragen der stembriefjes van verscheidene kantons. Verder zegt La Flandre Libérale : ' «De neerlaag is te wij ten aan detaktiek van talrijke liberalen,die,— overtuigd zijnde dat de liberale zetel verzekerd gewonnen was, voor de socialisten gestemd hebben om den katholieken hunnen tweeden zetel te ontnemen ». Duidelijk bewijs dat het kartel nog altijd bestaat, in 't openbaar gelijk te St-Nikolaas, Hasselt en Tongeren, of bedektelijk gelijk te Hoei-Borchworm. We hebben het altijd gezegd maar het is goed dat de geuzenbladen dat zelven bekennen. 't Kan te pas komen. Wel gezegd, — Het Handelsblad van Antwerpen na het oordeelen van een aantal bladen aangehaald te hebben schrijft : « Het komt er echter volgens ons minder » op aan dat de tegenstrever dit misnoegen » (der kiezers) heeft weten te exploiteeren » zelfs ten koste eener ellendige kazakkeer-» derij : » De hoofdzaak is dat. dit misnoegen » bestaat en dat men aan hoogerhand » zorg moet dragen het in de toekomat » nog niet scherper te maken. » Natuurlijk friet scherper ! Er moet zelfs ge^orgd worden dat de oorzaken van dat misnoegen weggeiiomen worden. Men heeft zich te Brussel wel aan eenig 'misnoegen en aan eenig stemmen verbes ver-wacht, maar men heeft voorzeker niet verondersteld datde misnoegdheid zoo groot was en dat zij zich in zulke mate lucht zou gegeven hebben. De kwestie is nu het vertrouwen der kiezers te herwinnen, men gelieve daartoe de middels te gebruiken, Men vergeté niet wat Keizer Karel heeft gezegd : De Belgen zijn getrouwe onderdanen maar zij ver-dragen geene slavernij ! /> Eene onderlinge verstandhouding der kleine staten. — Het schijnt dat het gedacht, eene onderlinge overeenkomst en verstandhouding te stichten tusschen de verscheidene kleine staten van Europa, Zwitserland, België, Holland, Denemarken, Zweden en Noorwegen, thans een praktisch vorm gaat aannemen. Het zijn onze Noorderburen die het eerst deze beweging, waar aile politieke en militaire strekking is uitgesloten hebben op touw gezet. Een inrichtingskomiteit zetelt te Groningen en schijnt over belangrijke sommen te be-schikken om de beweging te steunen. In den loop van dezen zomer zullen hoog-geplaatste personen in aile landen aange-sproken worden en in de aançtaande lente zal in Holland een kongres der kleine Statçn plaats hebben. Reeds verscheidene ontwerpen, strek-kende tôt het nauwer toehalen der vrieud-schapsbanden tusschen de kleine volkrren, werden vooruitgezet. Zoo bijvoorbeeid is er reeds spraak van het inrichten van tentoonstellin^en, waaraan voornoemde zes Staten zouden deelnemen, en die zouden plaats hebben in de weder-zijdsche hoofdsteden, uitgenomen in Holland, al waar, voor deze eerstemaal de voor-keur aan de stad Groningen zou worden gegeven. —■' lu het leger. — Generaal de Selliers de Moranville, opperbevelhebber der gendarmerie, is algemeene stafoverste benoemd van het leger. -*~ Geboorten en overlifdens. — In den loop van het jaar 1913 deden er zich in .Belgie 108.296 overlijdens voor; in 1912 109.405. Er waren in 1912 170.465 geboorten, en in 1913 telde men er 170.102 ; dus eene vermindering van 363. Een gedenkteeken aan Leopold II. De eerste inschrijvingslijst voor de oprichting van een gedenkteeken aan Leopold II zal kortelings verschijnen. De ministère hebben samen ingeteekend voor de som van vijf duizend frank, . .

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.