Fondsenblad: handel, nijverheid, taal, godsdienst

1540 0
25 september 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 25 September. Fondsenblad: handel, nijverheid, taal, godsdienst. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/ww76t0jv8m/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Vrijdag 25 September 1914 Prijs per nummer: 5 centiemsn 45e jaar mm. 223 Telefoon «Ol FONDSENBLAD Telefoon 69# «iniLunuikKi»» • Vooï aile aantondiffngeo weod» mon zicfc tea barçelo ran het blad. —o— KETELVEST, Nun*. 16, te CENT. wLâAMSCH LAND Handel, Nijverheid, Taal en G-odsdieïist VERSCHIJNENDE ALLE WERKDAGEN ■ HSCHKUV ijiï GSPRIiS VOOROP BETAALBAAR: Per jaar fr. 15.00 Per halfjaar » S.OO Per dwe maanden » l.OO Voor herl»ergiere : fr. !%.«•: fr. G50 ; fr. 3,50. Voor vreemde laade», de versendingskosten bij te voegen. ebnigb uitgave Gent, 18, Ketelvest, 18, Gent e aanfconcKgingen worden geplaatst per regel aan fr, •.«#. - Reklamen onder het stads-nieuwe, per regel fr. 1 ,®0. — Begr»feoisberichten voor de niet geabonneerden, fr. 5.00 VAN HLLES WAT. De vernieling der hoofdkerk van Reims. Bsiitsctie slaehtoîîers. Het is niet vier, maar dertien Duitsche gekwetsten op 130, die in den brand der hoofdkerk van Reims zijn omgekomen. Het vuur liep zoo snel voort dat men den tijd niet had ze te redden. Hunne zwarte Hjken lagen Dinsdag nog in de assche op den vloei. Ongelooîlijk 1 De St-Lucas-Akademie van Rome, niet kunnende gelooven dat de hoofdkerk van Reims inderdaad in brand geschoten «verd heeft per telegram aan de Akademie van Berlijn mlichtingen gevraagd, alsookiindien het nièuws waar is hoeveel de schade wel bedraagt. In Engeland esti Amerïka. De Engelsche en Amerikaansche bladen gaan vooit met de vernieling der hoofdkerk van Reims te bespreken. De koele voorbedachtheid, zeggen ze, is klaarblijkend en het hart der kristenhelid zal bloeden om de wille van Reims. De keizer heeft aan Duitschland eene grootere nederlaag doen ondergaan dan de Bondgenooten hem er eene hadden kunnen berokkenen. Het gras zal weer opschieten op de slag-velden ; de menschheid zal de stelselmatige vernieling van dorpen vergeten, maar men zal nooit kunnen vergeten noch vergeven wat te Reims werd gepleegd. Gedurig komen telegrammen toe, welke de verontwaardiging in Amerika vertolken. Het wandalenwerk der Duitschers te Reims maakt nog grooteren indruk dan de plundering en vernieling van Leuven. De hoofdkerk van Reims was gekend en bemind door duizenden Amerikanen. De Amerikaansche dagbladen zeggen dat het eene misdaad tegen de beschaving, het Geloof, de kunst en de Menschheid is,alleen uit leggen door de razernij der wanhoop, maar nimmer verschoonbaar. De kunsttapiiten (Gobelins) gered. Men weet dat de kathedraal van Reims eene reeks wonderschoone kunsttapijten of Gobelins bezit van groote afmetingen die in de Middenbeuk opgehangen waren. De tapijtwerlîen stellen tooueelen voor uit de geschiedenis der koningen van Frankrijk. Zij werden door het bestuur der schoone kunsten weggenomen en zijn in verzekerde bewaring. Ovei* zijn bout. Dinsdag bracht men vijf Duitsche krijgs-gevangenen naar Gent over. Onder deze bevond zich een ingenieur, onder-officier bij de Landweer, die zeer wel Fransch ver-staat.Men ondervroeg hem over de gruwelen welke de Duitschers in België begaan, maar daa; op bekwam men geen antwooi d vanhem. Toen de ondervraging geëindigd was wilde een gendarm hem de hand op den scbouder leggen. De Duitscher trok zich dadelijk achteruit en zegde : Niet lïPUÎaal zijn, als 'î u beliett. —K~ Vlïegeiachienen. Dinsdag hebben dtie cf vier vlieg-machienen over Gent gezweefd. Het waren vliegmachienen van Belgie of van de Bondgenooten.De gewapende macht was verwittigd er niet op te scbieterj. Het ware goed geweest ware de bevol-king daar ook van verwittigd geweest. HeMcnmoed van GeestellSken en KLiosterzustcrs in SFraraîtriSk. Het Engelsch blad de « Daily News » schrijft : Het schijnt dat keizer Wilhelm er in zal gelukkeri door zijnen barbaarschen oorlog, een soort van vriendschappelijke overeen-komst te bewerken tusschen den Fran-sclien Staat en de Katholieke Kerk. Honderden Fransche kloosterzusîers zijn teruggeroepen uit België, waar zij uitge-weken waren en zijn nu aïs ziekendiensters Frankrijk weer binnengetreden. Hun he'denmoed isbewondereriswaardig. Daarenboven strijden 22,000 geestelijken voor het Vaderland op de slagvelden. Ten andere een oorlog verwekt altijd in delanden waar hij woedt eene heropbeuring van het godsdienstig leven. De vuursprankel van geloof, die in het hart van elken mensch verblijft wordt weer eene vlam als de dood voor de deur staat. Waarschijnlijk zullen we nooit het kon-kordaat terugzien in Frankrijk, maar onder de Regeeting van den nieuwen Paus mag men er zich aan verwachten dat de betrek-kingen tusschen Kerk en Staat minder gespannen blijven. De kerken zullen het eigendom van den Staat blijven, maar ik denk dat de toekomst niet ver meer af is dat niet alleen de praal-gebouwen gelijk O. L. Vrouwkerk van Parijs, (in welke Zondag 100,000 menschen het Te Dcum bijwoonden) maar aile kerken zullen onderhouden woiden ten koste der gemeenschap. Dat onderhoud dtr kerkelijke gebouwen gaf aanleiding zooals men weet tôt ernstige moeilijkheden. » Bovenstaande artikel is belangrijk, te meer omdat het uitRaat van een protestantsch blâd dat niet kan verdacht worden van al te groote sympathie voor de katholieke kerk. Wij deelen het echter onder aile voorbe-houding mede. Kousen voor de soldaten. Onze soldaten zijn sedert twee maanden in het veld. Zeer dikwijls hebben zij in vijf) zes dagen den tijd niet hunne schoenen uit te doen, en als zij ze uitdoen dan zijn hunne kousen rot en versleten. Het ware een uitmunter.d werk hun vei sche kousen te bezorgen. Dat zou gemak-kelijk kunnen gedaan worden. Vele vrouwen en dochters hebben geene of weinige bezigheid, daar vele nijverheden stilliggen; a'ten hebben __dagelijks wat vrijen tijd. Dat ze dien tijd besteden om halve kousen te breien voor onze soldaten. Het zal weinig moeite kosten om er een paar per week af te krijgen. En 't is voor geene vreemden dat ze zullen breien. . Elkeen heeft eenen zoon, eenen broeder, eenen kozijn, eenen vriend of kennis onder de wapens. De rijke en begoede menschen zouden benevens het werk ook de saaiette kunnen leveren ; aan de min begoeden zou men saaiette kunnen bezorgen. In ellce gemeente zou iemand de gebreide kousen kunnen opgaren en ze aan de militaire overheid berzorgen. . Alzoo zouden ook de vrouwen bijdragen in den strijd voor het vaderland. De meisjesscholen zijn in vele gemeente-scboien open of zullen binnen korl open-gaan.De tiid aan handwerk besteed zou men kunnen benuttigen voor het breien van kousen. Zelfs zouden de meisjes, als de school om reden van den oorlog niet kan opengaan te huis kunnen breien. Vele handen maken licht werk. Men richtte in elke gemeente het werk in der kousen van den soldaat. Uit het bovenstaande. mag nietbesloten worden dat de krijgsintendencie de soldaten geene kousen of ondergoed bezorgt. Integendeel ze lcoopt al op wat ze maar krijgen kan. Ze lcoopt alzoo ook katoenen kousen, bij gebrek aan andere, en die, iedereen weet het, zijn op verre na, zoo duurzaam en deugdelijk niet als kousen met saaiette gebreid. De beste zijn van grijze saaiette, die niet tefijn is. Eene dagofde M genefakl • FrancM d'EgpePeiJ. Vooruit, Soldaten, voor Fraïîkrijk ! Het officieel verslag van den Engelschen algemeenen legerstaf, behelst den tekst van eene merkwaardige dagorde van generaal Franchet d'Esperey, welk den 9 September aan de troepen werd voorgelezcn na den veldslag van Montmirail : o Soldaten, op de gedenkwaardige slagvelden van Montmirail, Vauchamps of Champaubert, welke, honderdjaar geleden, getuigen waren der overwinningen behaald door onze voorouders op de Pruisische soldaten van Blûcher, heeft uw krachtdadige tegenaanval gezegevierd over den weerstand der Duitsche legermacht. » Achterna gezet op zijne rechter- en linkerflanken en zijn centrumleger verbro-ken, blies de vijand den aftocht naar het Oosten en het Noorden en voerde daarbij gedwongen vlugge marschen uit. De be-roemdste legerkorpsen van 't oude Pruisen, de kontingenten van Westfalië, Hanover en Brandenburg, zijn bezweken en in allerhaast achteruit getrokken voor uwen rotsvasten Wil en uwer. onwrikbaren moed ! » Die eerste overwmning is maar een begin. » De vijand is geslagen, maar hij is nog niet beslist verslagen ! » Gij zult nog harde vermoeinissen moeten doorstaan, lange, afmattende marschen moeten voltrekken en bloedige slagen moeten leveren I » Dat het beeld van uw Vaderland, onge-lukkig zoodeerlijkbevlekt door de barbaren, onafgebroken voor uwe oogen zweve : » Nooit was het noodzakelijker ailes te offeren aan het geliefde Vaderland ! » Wanneer ik de helden gioet die gevallen zijn in het laatste gevecht, dat dezer dagen plaats had, gaan mijne hoopvolle gedachten tôt u, moedige, heldhîftige overwinnaars van den aanstaanden veldslag. » Vooruit, soldaten 1 Voor Frankrijk ! » (Geteekend) Franchet d'Esperey, » Generaal-bevelhebber van het 5e legerkorps ». Generaal frersch fol zijm froeper* Uit Londen wordt geseind dat de vol-gende dagorde gisteren aan de Engelsche troepen werd voorgelezen : Bijzondere dagorde van veldmaaraclialk Sir John Prenoh, opper-bsvelhebber van het Engelsoh léger dat ln oorlog is. « Eens te meer moet ik mijne diepe be-woudering uitdrukken over het schitterend gedrag der officieren, onder-officieren en soldatjn van het leger, dat onder mijne be-velen was geplaatst tijdens den slag aan de Aisne, welke aanvingden 12e dezer. » De slag aan de Marne, welke duurde van den 6 September 's morgends, tôt den lOdcn 's avonds, was nauwelijks geëindigd door de overhaaste vluchtvanden vijand, of wij bevonden ons tegenover eene vijan-delijke positie, bijzonder sterk, met zorg beschut en verschanst, en door een leger en eenen legerstaf, die bijzonder uitgerust zijn voor dergelijke operatie, bediend. » Den 13e» en 14cn September werd die positie moedig aangevallen door de Engelsche troepen en ons volk gelukte erin de Aisne over te trekken. Sedert vijf dagen behouden onze troepen heldhaftig die nieuw veroverde stelling niettegenstaande de steeds herliaalde en wanhopige tegen aanvallen van den vijand, die onafgebroken de Engelsche soldaten beschieten met hunne zware kanonnen. » Ik ben in de onmogelijkheid de gepaste woorden te vin den om mijne bewondering uit te drukken over het overheerlijk gedrag der Britsche troepen. » Het Fransche leger bevindt zich aan onze rechterzijde en onze linkqrzijde gaat ernstig vooruit, en, ik bon ooertuigd dut wij ons slechts gcduvende eenen korten tijd, met eene hardnekkige aanhoudendheid moeten vastklampen aan het veroverd terrein, opdat de bondgenooten opnieuw den vijand zullen verslaan en hem segeoierend zullen acliter-achtcrvolgen. v » De verkleefdheid tôt aan de grootste opoffering, gepaard aan den uitmuntenden geest van het Britsche leger in Frankrijk, maken dat de zonen van Albion onover-winnelijk zijn en dat zij ailes zullen omstooten wat zij op hunnen weg ontmoe-ten l » (Geteekend) FRENCH, Opper-bevelhebber van het Engelsch leger in den oorlog. IH BELGIE. De vijandeSijke inval van een Zeppelin. Een Duitsche bestuurbare luchtbal heeft in den nacht van Dinsdag tôt Woensdag nogmaals gepoogd zijn misdadig plan uit te voeren door het werpen van bommen,waar-van de Duitsche luchtvaarders de speciali-teit bezitten. Een Zeppelin vloog zeer laag boven Turnhout en werd ingelijks te Moll gezien. De besluurbare luchtbal, in plaats van in de vuurlijn van het fort van Lier, te komen, trok spoedig af aan zijne reis naar Antwer-pen verzakende. Het werd hoog tijd want van uit het front werd op het luchtschip geschoten. Boven Zeeuwsch-Vlaanderen werd insge-lijks een Duitsche bestuurbare luchtbal gezien, die zijne zoeklichten gebruikte om zijne richting te vinden. De grenswacht dicht de Belgische grens opgesteld, opende insgelijks het vuur, doch kon het luchtschip niet treffen. De Disitsctiers zeltea gedarig hm wandalenwerk Voorl. Te Wespelaere. Toen de Duitschers de gemeeute Wespe-laer (arrondissement Leuven) binnendron-gen, zegden zij tôt de bevolking : « Wij zullen al de huizen in brand steken van dezen die niet te huis zijn en ailes ver-nielen. De barbaren hielden woord en staken 56 huizen in brand alsook de kousen* fabriek. Bij M. Vande Ven stampten zij de deur in en riepen tôt de bewoner : « Hands Hup » enschoten den man door den kop. Zijne 20jarige dochter onderging hetzelfde lot. Twee-en-twintig personen werden uit hunne woning de straat op gejaagd en door den kop geschoten. Van aan Wespelaer-Hoek tôt aanCampen-hout^Saszijn al de huizen plat gebrand of vernield. MecheSen en Lier. Te Mcclielen is voor dezen oogenblik ailes rustig en herneemt de stad zijn gewoon uitzicht en het volk zijne bedrij vigheid.Al de magazijnen zijn geopend. Op verschillige plaatsen is men naarstig aan het herstellen der gebouwen die door het bombardement werden beschadigd. Aan de St-Rombautskerk is men reeds bezig eene stelling te plaatsen om den ver» nielden toren herop te bouwen, alsook om het deel der kerk te herstellen, door de houwitsers der Duitschers getrofîen. Ten Zuiden van Mçchelen zijn geene vijandelijke soldaten rhçer te bespeuren. Zij blijven in hunne lijnen en houden zich koes ; zij durven zich niet meer blootstellen aan eenen aanval, waarvan zij de erge ge-volgen hebben ondervonden. Van Mechelen naar Lier en van Lier naar Antwerpen is er ook geen spoor van den vijand meer ; de boeren der streek zijn allen ieverig aan het werk. Rond Mechelen. • Te Sempst zijn de Belgische troepen nog wat vooruitgedrongen ; de Duitschers zijn achteruit getrokken tôt aan Weerde. Dinsdjtg heeft eene groep van 400 Duitschers zich gewaagd op de baan van Aar-schot ; zij waren voorzien van vier kanonnen en twee mitrailleuzen. Hun doel was in de omliggende gemeen-ten, levensmiddelen te gaan afpersen, want zij schijnen aan ailes gebrek te hebben. De Belgen zijn met eene auto-mitrailleuse op hen afgetrokken en hebben ze op de vlucht gedreven. De Duitschers lieten zeven dooden achter. Mechelen schijnt te herleven, het meeren-deel der inwoners is reeds weergekomen. De puinen der beschoten huizen, de bescha-digde St-Rombautstoren getuigen echter nog altijd dat de Duitschers daar aan het werk zijn geweest. KAPPELLEN-TEN-BOSCH. Nog een dorp dat door de Duitschers verwoest en neergebrand is. De heer Meuldermans, dokter en burge-meester, verhaâlde de gebeurtenissen als volgt : Den Zondag 30 Oogst kwamen voor de eerste maal 15 uhlanen in Kappellen. Zij werden door de Belgen op de vlucht gedreven.'s Anderendaags kwamen er 40 mannen van het Duitsch genie ; de luitenant ging bij den burgemeester, zegde hem dat hij thuis moest blijven en zette een schildwacht voor zijne deur van 9 tôt 14 ure. I Later kwam een Herr Hauptmann die begon op te spelen omdat, zegde hij, vier Duitschers doodgeschoten werden. Hij wilde den burgemeester en den pastoor yerantwooidelijk stellen en sprak ervan een inwoner op drie door den kop te doen schieten, Na riog wat gegrol, deed hij de inwoners in eene danszaal opsluiten. Hij was gekomen om de spoorbrug en de baanbrug over de vaa:t te doen springen. 's Anderendaags doorzocht hij de huizen, deed de inwoners onder den spoor wegtun-net gaan, waar ze een uur moesten blijven. Hij werd op de vlucht gedreven door eene Belgische patroelje. Den Vrijdag 4 September kwamen de Duitschers weer, er had een gevecht plaats. De burgemeester vertrok met al de weerbare mannen der gemeente. De Duitschers vestigden zich in Kappellen-ten-Bosch ; ze drongen zelfs door tôt This-selt, bij Willebroek. Ze bleven in Kappellen tôt den Zaterdag avond, ze aten en dronken er naar hartelust. Toen ze dronken waren, staken zij het dorp in brand, volgens de gewoonte der troepen van den beschaafden keizer. Op de 400 huizen zijn er nauwelijks een 12tal recht gebleven ; het zijn dan nog maar kleine hiiizen ver van het dorp staanae. Voor den brand waren de huizen geplun-derd ; men deed geldkoffers bij middel van dynamiet springen. Met huis van M. Meuldermans is zoe-danig verwoest, dat men niet wel kan zeggen wat ervan overblijft. In de apotheek werd ailes dooreenge-mengd, uitgegoten of verbrijzeld. Aile kassen en laden werden opangebroken er. ailes op onzeggelijke manier bevuild. De plafonds zijn ingestooten ; overal ziet men verbrijzelde of geheele, ledige of half-volle wijnflesschen. Op de deur eener kamer staat de naam van den officier die hier bevel voerde : von Puttkamer, Hauptmann en kompagnie-chef. Zou dat een afstammeling zijn van den gewezen minister von Puttkamer? Plunderen en branden was nog niet genoeg. De twee kinderen De Witte, van Humbeek, een knaapie van 8 en een meisje van '1 jaren, die op de vlucht waren, werden doodgeschoten. Belgische geneesheeren hebben vast-gesteld hoe schrikkelijk zij door de kogels werden doorboord. In den hof van den burgemeester vond men verscheidene soldaten begraven waron-der rene" Bçlg, die, volgens een opschrift der Duitschers, zich verdïonken had.Geloose dat wie het wil. Op een dagboekje van eenen Duitscher vond men aangeteeker.d : » Op 4 September, om 12 ure 's nachts hebben wij gewerkt ; om 1 ure oprukken. Na lange en lastige marsch zijn wij na een gevecht in Kappellen-ten-Bosch ge-treden, dat volkomen door ons vernield werd. » De kerk is stelselmatig nedergehaald ; de pilaren werden zelf omverge worpen. Wat onmenschen I ln het Luiksche De DuitscJien versterken zich. Volgens nieuwstijdite'en uit het Luiksche, schijnen de Duitschers zich sinds enkele dagen wantrouwiger te toonen. Te Wandre bij Herstal doorzocht men van het hoofd tôt de voeten, de voorbijgangers in de straten. De Duitschers voeren werken uit, in den omtrek der forten van Barchon en Pontisse, tôt op eenen afstand van 250 ipefers. Zij maken hunne loopgrachten eenen meter diep. Zij hebben ook diepe putten gegraven bedekt met ijzerdraad en graszoden. Gansch de streek, tôt Richelle en Argenteau is versterkt. Te Saive moeten de inwoners, om A ure 's namiddags binnen hunne huizen zijn ; op andere plaatsen mogen zij tôt 6 ure buiten bliiven. Een Luikenaar, uit Jeumont teraggekeerd, meldde dat de Duitschers aldaar dezelfde wreed-heden hadden begaan zooals overal elders. De benoodigheden beginnen in den omtrek van Luik in prijs te stijgen. De suiker kost I fr. den kilo en de bruine zeep 0,90 fr. De burgemeester van Hermalle, M. Florent Leruth werd gevangen genomen en verscheen te Eassange voor eenen krijgsraad, Hij kon zijne onschuld bewijzen en werd terug in vrij-heid gesteld. De Duitsche versterkiogen rond Brussel. Waartoe de ledigre vaten dienen. Wij hebben gemeld dat de Duitschers in Brussel al de ledige tonnen hadden opgeëischt. Naar men verneemt uit ernstige inlichtingen zouden die tonnen en vaten worden rechtgesteld, in diepe grachtenen zou vervolgens allen worden overdekt met eene zeer dunne laag aarde. De ruiterij die zich daar zou wagen ware onver-mijdelijk verloren. Zee^Iag in k HloordzEE. (Nadere bijzonderlieden). De Hollandsche bladen geven een omstandig verhaal over den zeeveldslag in den Noordzee, waarbij twee Duitsche duikbooten ziin gezonken en de wijze waarop de Engelsche kruisers « Cressj'- », de « Hogue » en de « Aboukir » door de Duitsche onderzeeëis 'in den grond werden geboord. Een officier van de « Titan » een Hollandsche stoomboot der « Koninklijke Nederîandsche stoomvaartmaatschappij » die er in gelukt is een groot deel der overlevenden van de Engelsche kruisers te redden, vertelt het volgende : De Engelsche kruisers bevonden zich Dinsdag morgend vroeg op ongeveer 30 mijlen van de Hollandsche kust, ter hoogte van den Hoek ; het weder was onstuimig. De » Titan » bevond zich rond 5 1/4 ure op : omstreeks 40 mijlen van de Hollandsche kust, ter hoogte van « Bree 14 » toen het hoog opgestuwde waterhoozen en overgroote stoom massas gewaar werd. Eene schrikkelijke ontploffing voîgde, waarop de « Titan »• onmiddellijk koers zette in de richting der ontplofîing. Het schip had drie kwaart uurs noodig om de plaats des onheils te bereiken en moest zich. eenen weg banen door aile soorten wrakken. Stukken ijzer werden mijlen afstands in het ronde geslingerd en in het water. Bij de ver* ongelukte schepen spartelden tusschen een groot aantal gedoode menschen, tal van marino-soldaten, die de ramp hadden overleefd. De «Titan » zette dadelijk reddingsbooten uit en gelukte erin een lOOtal matrozen op te pikken. De ongelukkieen waren de kleederen van het lichaam gerukt. Zij behoorden tôt de drie Engelsche kruisers « Hogue », « Aboukir » en « Cressy ». De overlevenden vertelden dat in den morgend, nog zeer vroeg, toen bijna al de matrozen in diepen slaap waren gedompeld, plotselings een der drie kruisers door een Duitsche onderzeëer moet overvallen zijn. Eene verschrikkelijke ontploffing volgde ; de torpédo had de kruitkamer geraakt en het schip, welke van de drie het was kon men niet zeggen, werd uiteen gerukt. De bemanningsprong in het water en poogde al zwemmende de « Cressy » te bereiken, dat reeds ter hulp snelde en sloepen te water liet. Op dat oogenblik werd ook deze bodem, door een torpédo getroffen en enkele sekonden daarna door een tweede torpédo, waarbij de kruiser dadelijk zonk, het grootste deel der be-mannins:, die niet in tijds over boord was gesprongen, in de diepte medeslepende. De derde Engelsche kruiser gelukte er in een of twee Duitsche onderzeeèrs te treffen, die op hunne beurt, zonken. De Engelsche kruiser onderging later ook hetzelfde lot. Dit ailes, zoo vertelt de kapitein van de « Titan, «heeft slechts een half uur geduurd. De bemanning der drie Engelsche kruisers bestond uit ongeveer 2,400 matrozen, waarvan slechts 800 zijn gered. Talrij le e ma'rozen zijn bezweken aan de koude en uitputting. De kapitéîn van de « Flora », ook een Nederîandsche boot, die op de plaats der ramp verscheen, trachite eveneens te redden wat aan menschenlevens te redden was. De kapitein van de « Flora » zegt dat hij de Nieuwe Waterweg had verlaten een weinig vôôr G ure en in voile zee gekomen was. Omtrent twee uren later, op 18 mijlen van het Maas-vuurschip, zag hij op een afstand van acht mijlen een oorlogschip dat de «Cressy » bleek te zijn ; hij kon zeer goed de vier schouwen zien. Het moet 8 1/2 uie geweest zijn, toen hij alsdan de « Cressy » zaq; omhellen en kort daarop zag doorbreken en de twee helften zinken. Dit ailes geschiedde in minder tijd dan men denken kan. Van dat oogenblik had ik slechts een ge-dacht : te redden wat nog kon gered worden. Ik gaf dadelijk bevelen koers naar hetgezonktn oorlogschip te zetten, doch het ging zeer moeilijlc want de zee stond hol en toen ik ter plaats kwam vond ik de sloepen van de «Titan» vol met schipbreukelingen, die schier geene kleederen meer aan het lichaam hadden. Een stoker van de t Cressy » die zich in de machion?_aal bevond, toen het eerste schot werd gelost, verhaalt het volgende : « Ik hoorde een verschrikkelijk gerucht, evenals een donderslag. Het water stroomde langs aile kanten in de machienkamer, waarop ile naar het dek snelde om te zien wat er ge-beurd was. Toen ik naar boven stormde, scheen het alsof géheel het schip draaide en op denzelfden stond deed zich eene nieuwe ontploffing voor, waarbij de « Cressy » midden werd doorgesneden en ik viel in het water. Het is biina zeker dat de Engelsche kruisers door vier Duitsche duikbooten zijn aangevallen. waarvan twee insgelijks zijn gezonken. De « Cressy » had zich een weinig van de andere kruisers verw.'jderd, denkende dat deze laatsten op eene onderzeesche mijn geloopen waren. Vier-en-tachtig ontsnapten zijn te Harwich aangekomen ; daaronder bevonden zich 31 officieren die zich al zwemmende hebben kunnen redden. Vele matrozen hebben gedurende meer dan drie uren rondgezwalpt op stukken wrak-hout, vôôr zij werden gered. Velen der beman-ningen zijn, na geruimen tijd gezwommen te hebben, van koude omgekomen. Bij het binncnhalen in de sloepen, verdwenen nog menigen, wiens krachten geheel waren uitgeput, in de diepte. De drie gezonken kruisers waren voor het meerendeel met reservisten bemand, van wie velen vijftien jaar en langer op de Engelsche vloot dienst hebben gedaan. Ken Eng:elaohe kruiser beschadigd door de « Kœnigsborg. » De lichte kruiser « Pegasus, » die zich op de kusten bevond van Zanzibar en reeds verscheidene krijgsverrichtingen had volvoerd, onder andere de beschieting vau Daz-es-Salam, bevond zich in de reede van Zanzibar, waar de machienen gekuischt werden, wanneer hij werd aangevallen door het Duitsche schip « Kœnigsberg, » dat bewapend was met nieuwe vierduimerkanonnen. Het Engelsche schip dat in die voorwaarden onmogelijk den strijd kon volhouden werd volkomen buiten gebruik gesteld. Er waren 25 dooden en 80 gekwetsten, op eene bemanning van 234 koppen. Eene flinke daad Honderdduizend liters essence waren geborgen in eene gemeente van het Noorder-departement, waarheen een Duitsch legerkorps opmarcheerde. Engelsche luchtvliegers werden gelast die bergplaats te gaan vernielen, of beter de essence te doen verdwijnen, uitgiëten of iets dergelijks. Ongelukkig konden zij niet opstijgen tenge-volge van het woedend tempeest. L)aarop werden te Duinkerke dadelijk twee treinen gevormd : een koopwarentrein en een reizigerstrein met een bataljon territoriale troepen. De twee treinen kwamen bij tijds aan op de gestelde plaats en in korten tijd was de essence op den koopwarentrein geladen, welke dadelijk vertrok. De trein met het batalj on soldaten bleef ter plaats en wachtte den vijand af. Zoodra deze verscheen werd een aanhoudend geweervuurgelost. Een twintigtal Duitschers beten in het fcand en werden buiten gevecht gesteld, waarna de Fransche troepen wêer in den trein stapten en naar Duinkerke terugkeerden. De Duitsche luchtvliegers die het gemunt hadden op die honderd duizend liters essence waren bek af, zij waren bruin I De ïeldgîag de? J^ne, Den 14 September boden de Duitschers eenen ernstigen weerstand langs de Aisne. Hiermede scheen eerst de achterhoede alleen gemoeid, doch wij ondervonden weldra dat de tegenstand heviger was dan wij vooreerst ge-dacht hadden. Het is mogelijk dat de Duitschers enkel op gansch de lijn den veldslag aangingen om lijd te winnen voor eene strategische beweglng, en niet om de stelling bepaald te behouden. Doch het gevecht nanj zulke uitbreiding dat het we\

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Fondsenblad: handel, nijverheid, taal, godsdienst behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Gent van 1871 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes