ABONNEMENTSPRIJS : Binncnland (Etapegebied uitgezonderd), fr. 4.50 per kwartaal. (ALLE KOSTEN INBEOREPEN) Men wende zich tôt de postkantoren. Ongevraagde stukken worden in gev*I van mtot- opneraing enkel tefuggczonden zoo ei lut Doodlge poito if bijgevoegd. Hoofdopsieileri Dr René De Ciercq BEHEER EN REDAKTIE : dj Ruysdaelstraat, 9, Anderlecht PUBLICITEIT : mm—mmmm 7K A rsetw.mif*-rnI«am su - ! " Elke mtdewerket Is verantwooidelijk root hetgeen blj schiljft. AANKONDIGINGEN worden aangenomea : 75, Anspachlaan (Beurs). — 52, Warmoesberg. Publiciteit DE CERF, 54-56,de Brouckerepleln. Office de Publicité, 36, Nieuwstraat, Brussel. Het Duitsche offensief houdt aan. Gzernin en Clemenceau. — Een Rede van Wilsen. De nieuwe oflensiefetoot ten zuidea der Oise. BERLIJN, 8 Aprii. — Ovea.- <ie gevedhiten van 6 Aprii ten zuiden van d» Oise schrijft oen booger offioieir van den aigameeaieii staf : Het voordrmgen van giateren deir Duit-sabers over de Oise en ten zuiden van den stroom is een wereidvoleinde leestinjg van lei-dfers en troepen. M en moefc de moeiilijkhedesn nagaan, die ge-paard gaan met dien toestand van den dioor tien regen bijna zonder grond ge worden bo-dem en de gemeeilteuijke overstrooming van de vailei der Oise, om deze verriotitimgm oaar waarde te kunnen schaitteoi. Van uit het oooitien drongen Duitsche troapen door over-brugging van heit ka-naail en den loop van den sfcnooin in de zuidietiijke voorstad Chauny. Se gingen ten zuiden van Tergiitietr naar Ami-guy op, terwijl tei'aelfder tpd van uiit het xwten Duitsahe infanterie ovea' Setrvaiis tôt ieai stonm averging. De aan vais bevvegingeai iar infanterie werden op eçm voixnaaikte wujze ioor heit giescihiuib voorbeireid. Amdgny, het jrandpunt van den eersten sfcrijd, werd dooir çeschiut- an mdjmwerpersvuaxr gélheeâ over-iekt. OnJder die puànlhioopea van deizie piaatis liigt het grootste gedoQlte van een Franisch roebvoiki-egimenit Degraven, waarvan het werschot zich im een bu i tang e won en zadedij-îen toestand overgaf.Offlicieren en manschap-pem waren gelieel gebrofken. Vooral de man-ichappen haaldan. zonder ophouiden de woor-ien aan : « Allés vemietigd ! » Dat in zuLke wnstandigiieden de aanval der Duitschers, jiebfceigenstaande de groote moeilijMieden /an het terrein op een îengte vain 8 kilometer slaats bad is te begrijpen. in verlhouiahng tôt leze van den tegenstander kunnen de ver-iezœn der ûuit&ch^ infanterie zeer goring jenometi wordlen. aVn Fransche zâjde werden } voetvolkregknenten roin of xneer ontbcm-ien. Hand in hand met de scihitterende wer-cinig der infanterie en artilierie gingen de >ioniers. Het is verbajzeiad wat door hen aan le Oise en het kanaa! aan techni&ohe arbeid verd vqortgûbraoht. Daarbij kornt nog in la/rumerfcing den bouw van de gefaeel stuikge-ichcuten ' en doorweekte straten. De drang laar vooruitrnkken sohijnt hier ook, zooals n die groote geivechten boj Saint^Quentin het eger te bozieUen. Ook hier was een der meest «pvaJlenxie verschijnselen, dat onmiddellkjik idhter die stoimende infanterie de yraat-Kmrwkotrbpagiixën optraden om de munitie-oetvoer mogelijik te maken. Even als op het iwechtsveid trof men ook hier het geschut ia wel van de zwaarste batterijen, in de "oorste linie (der infanterie aan. Ieder m-an vas bezield door eene gadadhte : « Voor-raarts ! » De buit. BEELIJN, 8 April. — Eerst nu kornen stii-aia de mededeed.ngen binnen aangaande de mit. De Engel&chen hebben de njke voor-aden niet kunnen medenamen of vermeti-en. Werden buitgemaakt ; te Noyon, 200,000 .'ter wijn, 4,000 wollen paardeaidekens, 100 utowagons met rijiken buit en vervangiDg-tukken, 200 veldkeuikens, 220 rijungen, iraagstoelen voor eiea waarde van 10,000 M., eel gereedschap, 360 oentenaars rogge, 300 erutenaars haver, 100 tenten, een groote hoe-eelhedd materiaaâ vootr (den geaondfcids-ienst, verder die verpleging voor een divisie oor verschiliende dagen. Eveneens werden oor buiiitgemaakt.e voorraden te Montdidier w&e div.sies, te Haan een divisie verpJeegd. Te Koye viel een ongehoorde atapeil hui-en van oruteibare lundervelien en sohapen-elJein, aJsook van doiizenden konijnveiien in ►uitsohe handen; te Montdidier een belang-ijke stapel leder, vlaa en hennep, aisook saisaohtige wijnvc«>ri-adeD. Engelsone voora-;en te Ham voorzagen in d? voorziiening aan rijn, koaken, wafelen en 50 tons aardappe-sn voor Duitsche veldhospiitalen. Te j.,eeie îaakten die Duitschers een otmvangrijke sta-a'jpJaats materiaal voor cnderkomen en La-ikkeD, kamer- en toeruisitingsvoorwerpen uit. Eindeioos is de hoeveelheid manteAs, bodden, waterdiohto mantels en tenten. Het tedien van de buit eisoht veiel tijd en woifit voortgezet. EEN ANTWOORD VAN CLEMENCEAU OP CZERNlrt 'S HED£. GENEVE, 6 Aprii. — Volgens heit Havas-agentschap, maakte de Eransche minister-vocxrzitter de volgende nota opexiibaar : Toen Cleanenoeau de regeerimg oweJTuam, bieek het dat in ZiWjtseriand, op aanvi'aag van Oostenrijk, besprekingen plaats hadden tuasohen graat Eovieriera, een persooniijkeiu vriend van den keizer en majoor Armand, van het tweede buieel vian den aligemeencai staf , die met dat doel door den toenmaiigen mdnister-voorzitter afgetvajaafddgd wais. Ole-mericeau dacht de verantwoorilelijkheid niet op zich te mogen nenien, om deze besprekingen, die tôt geen uitsiag geieid hadden, ai te breken, aangeizien ze nuttige iniiichtiigs-bronruen konden zijn. Majoor Armand kon dus op verzoetk van griaaf Eevertera onon-derhrôken naar Zw:itseriand gaan. In tewen-woordigihetid van zijn chefs werd hem dooir Clcumciiccau de voigemtie aanvtijtaing gegt-ven : Hooiren en niets zeggen ! Alis dan graaf Kevertera ten stotte overtuigid was dat zijne poging om een Duitsohen vrede uit te lok-ken zooideir uiteiag bleef, gai hij zich de moeàte, om zijne zending te kenschetaen, den 25 Februara aan majopr Armand «» ei-genihanidig handsohrift, eeai nota^ te over-hanidigein, waarvan de eerste zin ailis voJgt luiidt: « In de maand Augustus 1917 waren besprekingen aangiegaan met het dioel, van de Franisone regeering, met het oog op den toekoansitigen vrede, _ vocKrstellon voor Oojten-rijk te verkiijgen, die door OostenriJk bij de Duitsdhe regeering ood'ersiteund zouaen kunnen worden. » Graaf Kevertera geeft hieir-door dius toe, dat het er om gir.g, van de Fran&ohe îegeering vredesvoorsteden te ont-vangen aan Oostienrijk's adreg met bestean-naing voor Berlijn. Dat fedt, door een arnbfco-lijk sdhrift bevestôgd waagt Ozernin op de volgende wijze wefler te geven: « Eenigon tijid vôôr het oftensief aan het westelijk front Het Clemenceau mij vragien, of ik er in toe-stemde in oniderhiamdeliing te treden en op welke grondslagen. » Daarmede heeft hij niet alleten die waarhekl niet gezegd, maar wel het tegenoveigestelde van de waarhedid. In Fraixkrijk noeomt men dat li'egen. Het is al te natuurlijk dat Clemenceau zijn onrust niet kon beteugelen, toen hij zag hoe graiaf Czernin, onnustig over de gevoilgetn van het offemief, zoo koen de rodlen verwisselde en Ido Fransche r ~eering voorste'Me of aij ■den vrede afgesimeeikt heeft in eien oogenhlik waarop Frankrijk m gemeenschap met zajne bondgenooten zich geieed maakte de Mid-denrijken eien vernietigende nederlaag toe te brengen. Het zou al te gemakkeilijk zjijn er aan te herinneren hoe zeer Oostenrijk zich in-spande om een sohijnbaar afzondeiriijkien vrede in Borne, Washington en Londe», en nooli-taas geen andar doel liad. dan ons in een spoor te brengen dat Oostenrijk naar lueit bekend gevolgd is. Wie kent niet de goscliie-dcsiis van de jongste samenkomst van den vroegeren Oostenrijkschen gezant met hooge persDon'lijkiheden van de Entente 1 De kortfe-rent:e diûurde slochts enkele minuten. Ook deze maal waren het niet onze bondgenooten die het onderhoud hadden aangevraiagd, maar wel de Oostenrijksohe regeering. Kon graaf Czernin in zijn inbeelding geen ander poiging van dezelfde -atuur vinaen, die in Parijs en Londen slechts twee maand vôôr de onderncaning van Eevertera door een per-soonlijkheid ondernomen wei^, die in aan-z'en ver boven Kevertera staat ? Ook hier, evenals voor het besproken geval, is een amibtelijk, maar dat van nog mear beteekenis is, bewijsstuk vootrhanden. PABIJS, 8 AparM. — Over het bericiht van den ministervoorzitter heeft Fainlevé de vol-gende verklaring afgedegd: In den loop van het jaar 1917 werden door Oofitenrijk-Hongarij e talrijko poging,en aan-geweod, officieuse gesprekken met persoon-lijMxeden, der Ententie don te gaan; vooral werd in Juni 1917 van de tweede afdeeling geaneld, dat een Oostenrùjksch-Hongaarsahe persoonlijkheid, graaf Koyertera, door tus-sohenkoimst van een Zwitser hetiiaakie malen er op aangedrongen had, eetn privaat onderhoud te heibtoen met een verre bloedverwant van hem, m_ajoor Armand, der tweede afdee-ling. Nadat" de toesnalige ininkitervoorizitter Eibot, hiervan op de hoogt© werd gabraoht, kwamen in Augustus Reversera en majoor Armand bijeen. Hierbij blieef het. In Augustus hadden geen andere bijeenkoirusten plaats, en ik heb er geene lcenaiis van, (dat tôt den 13 Novetmiber 1917, datam van het aftredcn van^ mijn kabinet, een andere samenkomst heeft plaats gehad. Hetgeen laiter gefoeurd is, valt natuurlijk niet omder mijne beoordeelîng. _ Na de vertldiaringen van den ministervoorzitter neein ik noohtans aan, dat hocih Kevertera noah hij op de zaak is terug gekomen. GENEVE, 6 April. — Een zeer beiangriijke verkLaring van Painlevé, die een der wezent-lijke vefohtfectalidtigingejii- van Ctetmenceau ontmaskert, wordt door de « Humanité » ge-geven. Painlevé veraekert namentli|k, Idlait tôt op het oogenibKk dat Clemenceau aan het hoofd deir regeéring Iswaan, graaf Armand slechts een onderhoud met Kevertera taid. Volgens deze verzefcering kon Clemenccau het geheim verkeer kort en goed afbreflcon. Wanneer duis Clemenceau aan de voortzet-ting er vian hield, gebeurde dat zeker zonder dwang van buitén uit «i op eigen gevaar. Het slot van de nota TOin Clemenceau, dlat een zsetr hoog,staai<d persoon reedis vôôr Kevertera _ en Armiard zich met de vredeskwes-tie bezigihield, _ heeft betrekking op den in Engeilsoh - BeJigâachan dienst staamide prins van Panna. Men zal zich herinnenen dat dieu prins, wiens diplomaitisahe pogingen faalden, naar Afrika gezon'den werd. Wantïouwon tegenover de verkîaring vain Clemenceau. GENEVE, 7 April. — De Parijsche bladen brengen vanaaag eenige klaarheid over de ver-legenheid waarin Clemenceau kwam door de onthulling der Zwitsersche vredesgesprekken. Verleden V'rijdagavond kwamen de kommissies voor buitenlandsclic zaken bijeen evenals het legerkomiteit en hielden een gemeenschappe-lijke zitting. In deze zitting vroeg de leider der socialisten, Renaudel, den minister - voorzitter om ophelderingen over de mededeeling van het korrespondentiebureau. In zijn antwoord be-paalde Clemenceau er zich bij op hetgeen la-ter in de ambtelijke mededeeling van het agent-schap Havas voorkwam. Daar Clemenceau, zonder een naderen datum te bepalen, vaststel-de, dat het beg;n der Oostenrijksch-Fransche besprekingen niet viei in zijn ambtsuitoefe-ning, stond Bartou recht, die voor Clemenceau het ambt van buitenlandsche zaken bekleedde, en verklaarde dat hij van de geheele zaak met het minste afweet, anderdeeis liet Painlevé ver-klaren, dat de onderhandelingen, die in Juni 1917 werden begonnen, in Augustus verbroken werden en tôt Clemenceau aan het bestuur kwam in ieder geval niet hernomen werden. Daarop stelde Renaudel vast en hij herhaal-de het in de « Humanité » van vandaag, dat, aangezien Clemenceau in openbare tegenspr. ak is en er eensdeels klaarheid over bestaat dat de onderhandelingen m Augustus 1917 werden af-gebroken, anderdeeis Clemenceau in zijn antwoord verklaarde, dat hij de besprekingen niet heeft willen ondeibreken, een uitkomst over dsze merkwaardige kijkjes in de gebeurtenis-sen misschien door den vroegeren minister van buitenlandsche zaken, Ribot, zou kunnen ge-geven worden. Ribot wees nochtans elke uit-latin? van de hand. zcker om nocli 7iVh ïp!vp In den loop der zitting der beide komiteiten werd Clemenceau gevraagd het gansche mate-rieel over de onderhaadelingen voor te leggen. Clemenceau verontschuldigde zich met te zeggen, dat hij nog Zaterdag in de eerste uren naar het hoofdkwartier moest vertrekken. Het legerkomiteit besloot Woensdag Clemenceau ognieuw te onderiiooren. Renaïudel, u L'Heure » en eemige andere bla den verlangen dat Clemenceau zijn onvoldoend antwoord op Czernin's beweringen zou aanvul-len, vôôr ailes de nota van graaf Revertera in zijn geheel bekend make. Zelf de « Temps » wenscht opheldering door akten gestaafd, die alleen kan dienen om de Oostenrijksche diplomatie bloot te stellen. Vôôr ailes wil de « Temps », dat Clemenceau de door hem aan. geduide dokumenten bekend maakt, over het aangegeven vredesaanbod van een hooge Ween-sche personaliteit. De « Matin » laat klaar genoeg uitschijnen, dat het niet om een hooge, maar een zeer hooge persoonlijkheid gaat Zooals Renaudel ^ankondigd, zal de gansche zaak door de gansche socialistische fraktie in de Kamer ter bespreking gebracht worden, zoo-dra de militaire toestand het toelaat en Clemenceau zal tôt volledige laandbidingen ge-dwongen worden. In die zitting zal aan Clemenceau ook gelegenheid gegev^n worden, zich uit te laten over de geruchten dat hij. in den loop van de gesprekken, die graaf Revertera met Armand had, gansch bepaalde voorstellon over de Poolsdio kiv£»tie zou gôdâân hobbeo. iEen Oostenriiksch-Hcngaarsche terecht-wijzing.WEENEN, 8 April. iAmbtelijk. ) Tegenover de eerste, borte verklaring vain Clemenceau, door dewelke deze graaf Czernin als leugenaar aanstelde, wordt aan het voorlie-gend oericht van het Fransch mmister-presi-dentschap van 6 April met bevrediging de toe-geving ontnomen, dat tusschen de beide ver-trouwensmannen van de regeer.in.gen van Oos-tenrijk - Ho-ngarije en Frankrijk besprekingen plaatsgehad tiebben. De door Clemeceau geg-e-ven uitleg over de înleiding en het verloop van deze onderhandelingen, evenals de door Pain-leve over dat onûerwerp openbare verklarin-Y^rschillen nochtans in menig' op2icht ©n, werkelijKe punten derwijze vaa elkander. dat een meer uitgebreide terechtwijzmg van het Fransch bericht ruoodig schijnt. In Juli 1917 werd graaf Revertera door een neutraal tusschenpersoon in nàam der Fran-sche regenng gevraagd mede te deelen of het hem mogelijk was, kennisgevingen van deze regeering aan die van Oostennjk-rlongarije over te maJven. ioen graaf Revertera na in^ewon-nen toesteming m Juli 1917 deze vraag beves tigend beantwoordde, kwam den 7 Augustus J917 m oparacht van den toenmaligen Fran-schen minister van oorlog, Painlevé, in ver-stanohouding met den toenmaligen Franische» mimstex-voorzitter, Ribot, majoor graaf Ar-maud met de met hem verwante graaf Revertera te Freiburg bijeen. Graaf Armand stelde nu çraaf Revertera de yraag of met Frankrijk en Oostennjk - Honga ri je besprekingen mogelijk waren; het mitiatief van deze sameaikomst g-aat dus uit van France zjjde. Graaf Revertera gaf van deze, hem gestelde vraag verslae aan den k. en k. minister van buitenlandsche zakendie hierop graaf Revertera verzocht de besprekingen met den Fransohen vertrouwèns-man aan te gaan en in het verloop cierzelve vast te stellen, of hierdoor de grondslag kon bereikt worden voor het verkrijgen van een »!-gemeenen vrede. Daarop gin g graaf Revertera den p en -M Augustus besprekingen aan met graaf Armanu die nochtaiiSj zooals Clemenceaai het ju'st verklaart, geen uitslag opleverden. Hieimede werden deze onderhandelingen a.fee-broken. s Wanneer de heer Clemencau beweert dat wanneer hij zijn ambt besteeg, besprekingen in, gang waren tusschen graaf Revertera en graar Armand, dan is dat onjuist. Eerst in 1918 nam graaf Armand, ditmaal in opdracht van den heer Clemenceau, opnieuw voeling met graaf Revertera. De in Augustus 1917 verbroken ver-bindmgen werden dus in Jan.uari 1918 door Clemenceau terug opgenomen. Uit deze nieu- WP liprrtpmincr riir> rr ^„ ,1 j t C 1-, -'i'ww.i.wxAvaoil VJdJU UC LEEST ONZE LAATSTE TIJD1NGEN MET HET DUITSCHE LEOERBERICHT VAN HEDEN MIDDAO OP DE 3de BLADZIJDE. (Jdejaargàng. — IV. 97. Prijs : 0 Oentiem Woensdag ÎO April 191ÎS,

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.