Het tooneel

1230 0
02 november 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 02 November. Het tooneel. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1g0ht2h40b/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het Tooneel 4e Jaargang Nr 8 2 November 1918 Beheer en Redactie : Haï • slei, 139, Antwerpen 15 Centiem fVrijdag 1 November Heropening Folies-Bergère Buitengewone Spelwijzer — .. ■■ ■■ Mej. Julla LAUWERS van de Vlaamsche Opéra Kon. Ned. Schouwburg " Magda „ Knap gebouwd, flink doorspekt met pakkende tooneelen, roerende toestanden, overweldigende slotecènes, verrassende gezegden, en kwasie moderne, gewaagde stellingen-van-levensopvatting, is Sudermann's derde werk bizonder geschikt, om een pnbliek, 110g altijd vatbaar voor melos en romantiek, vast te houden en warm te maken. Tegen psychologie en logika is duchtig gezondigd. Van eenzijdige belichting zouden we den schrijver ook al kunnen betichten, maar dat ailes betreft de middelen, die hij heeft aangewend, om zijn doel te bereiken. We zullen dus even den technikus met al zijn gebreken en zijn hoedanigheden laten rusten, om eens naar de ziel van het werk te pei-len, de bedoeling van den schrijver op te sporen en te onderzoeken waartoe hij is geraakt. Een konventioneel midden van strenge levens-moraal tegenover het vrij uitleven van een konventioneel artiestenleven ; want konventioneel zijn beide leden van het kontra6t.' De geest van het eerste is zoowat geïnkarneerd in den koppigen kleinsteedschen vader, die van het tweede in Magda, een ster zangeres, van huis geloopen, als de vader haar verloven wou met een predikantje en liais over kop de wereld ingebuiteld. Ze heeft mizerie gekend en roem, haat en liefde, armoe en overvloed en zoowat ailes doorgemaakt, wat een artieste schijnt te moeten doormaken, omdat het geheimzinnige aureool spint om haar glorie. Haar verechijning is een 6ensatie,de verwezenlijking van een erotischen jongemeisjesdroom, de inwijding van het publiek in een leven dat altijd een my6te-rie is. Hier wordt aan veler nieuwsgierigheid vol-daan, en dààrin ligt heel « Magda's » suksesge-heim. En Sudermann, heel wat beter bekend met theaterpubliek-psychologie dan met gewoon-men-schelijk zielkundig inzicht, weet die zwakte han-dig uit te baten, het pasteitje, dat hij opdisschen wil met een begoochelend 6ausje te overgieten, zoodat in «Magda» geestdriftig wordt toegejuicht, wat in het werkelijke leven zou vertrapt en ver-foeid worden. Oorspronkelijk genoemd: « Heimat » vertaald in «Magda», schijnt ons heelemaal niet ongelukkig, want het ouderlijke huis wordt letterlijk neerge-haald en vergruizeld (is de dood van den vader daarvan geen 6ymbool ?) en Magda zegeviert in vol-len luister ! Om haar wentelt het stuk. En de psy-chische invloed van het ouderlijk huis, heimwee, verlangen, kinderlijke genegenheid, geweten en wroeging, kortom heel het heimat-probleem is hier herleid tôt wat... nieuwsgierigheid harerzijds. De echrijver heeft alleen Magda naar voor gehaald. Al de andere verschijningen vormen maar een be-weeglijken achtergrond, zooveel gelegenheden, om Magda ziclizelf te laten teekenen, een rij beelden, om tegen te redeneeren, om te kunnen afstriemen, om aïs onderwerp te dienen van haar cynischen spot. Magda heeft haar leven uitgeleofd, heeft aan al haar verlangens, aan al haair grillen kunnen vol-doen — en wat is er van haar geworden ? En zoo komen we tôt de moraal, die de schrijver in zijn werk heeft gelegd, die hij blijkbaar met veel sympathie heeft omkleed, om ze gemakkelijk te kunnen propagandeeren. Heel die moraal ligt besloten in de formule: « Ik heb het leven overwonnen. » Sommigen heb-ben haar een TJebervrouw genoemd, maar dat is ze hoegenaamd niet. Bijna is ze zelfs geen mensch meer. Slechts een enkel draadje houdt. haar daar-àan nog vast, en dat is haar moederschap. Daarin is ze eenvoudig gewoon-menschelijk, en dat maakt haar wel voor een oogenblik groot en echt, omdat ze dan durft te doen (konflikt von Keller) wat vele moeders in haar geval wel zouden willen, maar niet altijd zouden duirven of kunnen. Maar die luxe i6 haar weer gepermitteerd, omdat ze in bizonder gunstige, ekonomische omstandigheden verkeert, die haar nu eenmaal toelaten te spotten ook met de heiligste banden. Maar zelfs hierover valt nog te redeneeren. In haar verontwaardiging — het i6 best mogelijk; dat ze in von Keller's voorstel een beleediging voelt — kan ze g-root en echt zijn, in de uitvoering van haar besluit is ze weer klein en egoïst. Want als een oogenblik daarvoor de dominé haar in zich heeft doen kijken, en haar hr-eft be-wezen, dat ze zich moet opofferen terwille van het kind, vinden we bij von Keller's behandeling weer de oude Magda terug, cynisch, sceptisch, sarcas-tisch en egoïstisch, met een liefde voor zichzelf, veel grooter dan de liefde voor haar kind, wiens toekomst ze misschien opoffe»rt aiin haar eigen eer-zucht. Dat kan heel logisch zijn, maar groot- en diep menschelijk is het in geen geval. En hier i6 de kurve die den groei van Siider-mann's moraal zou aanduiden tôt haar kulminatie-punt gekomen. Ze had een kind opgeleverd dat geen kind meer was. Genegenheid, eerbied, ont-zag... och, dat is zoo kleingeestig. Ze heeft een vrouw opgeleverd, die geen vrouw meer is. « Bij ons is het altijd de eerste knor. » Klinkt dat niet frappant geestig? En nu ontkent ze ook het innig-ste gevoel, dat de vrouw met de laagste moraal, als bij instinkt, toch nog behouden zou : de verant-woordelijkheid voor het bestaan en het geluk van haar kind. Uitwendig schitterend en pralend — inwendig leeg, verdord, verrot — dat is 't produkt van dat zoogezegd uitleven volgens Siidermann'sche moraal. en dàt wordt op het tooneel toegejuicht, als iets bewonderenswaardig bovenmenschelijks. Met frazes en kletspraat worden we overbluft en platgeslagen (dat wou tenminste de auteur bereiken). Tôt dààr is hij geraakt en .verder niet. Een huis met een doodende tucht moet neerge-haald worden, ja — omdat het dé moraal van de menschen verzwakt. Ligt het dan niet voor de hand, dat dit maar treffend en inslaand kan ge-beuren door de tegenstelling met een moreel-ste<r-ken mensch, zoodat het eerste niet wordt verguisd maar als noodzakelijk zou verbleeken om van zelf weg te vallen? Siidermann is bij koketteerende uiterlijkheden gebleven — het geven van een psychische innerlijk lag boven zijn macht. Rijk tooneel-man maar arm levensziener, zat van truks en handigheden, die dat moeten verbergen. Geen oppermensch heeft hij geschapen maar een mooi gedrapeerd geraamte. Overtuigen doet Magda niet; ze zingt maar den lof van haar anarchistiscli artiestenleven. Heel haar sterkte trouwens is maar schijn, berustend op negeering en spot. En de innerlijke leégte van haar persoonlijkheid laat zich ook duchtig gelden op heel het stuk. Wat is de invloed van die zoogezegde sterke vrouw op het door haar gehate, kleingeestig ouderlijk huis? Verruimt ze den horizon? Helpt ze banden bre-ken ? Wijst ze verdwaalden terecht? Leert ze zwak-kelingen zichzelf worden? Niets van dat ailes! Eén ding doet ze : ze helpt haar vader sterven — en dat is al. Want haar moeder blijft het ijdele vrouwtje, haar zusje zal trouwen met haar banaal luite-nantje, Heflfterdinck zal dominé blijven en von Keller de man van plicht. In hun onderlinge ver-houdingen vermag ze niets om te zetten, maar het huis, dat ze reeds zooveel verdriet aandeed ont-rukt ze nu spil en grondvest en, net zooals de eerste maal, zal ze terug de wereld invliegen met een hoonend misprijzen op de lippen voor de kleinzie-lige menschen, die de mooie grootheid van haar leven niet begrijpen kunnen. In die onmacht op het ouderlijke huis ligt de veroordeeling van Magda's schij nsterkte. Een mo-reelsterke vrouw zou in haar groot-menschelijke sterkte een innig medelijden hebben gevoeld vcor engeren van geest, en in een wederzijdsche tege-moetkoming had de schrijver een mooie tragiek kunnen bereiken : Magda's idealen verzoenen met de werkelijkheid, die daar voor haar lag. Maar op het oogenblik, dat de schrijver dat god-delijk liooge gaat bereiken, valt het doek, nadat de vader een banalen theaterdood stierf. En aldus gaat er voor « Magda » ook bij ons iets dood. * * * Een innig, warm samenspel, vlug van stapel geloopen, in het juiste tempo, en toch geen geest-driftige zaal vol spanning. Na ieder bedrijf werd maar eventjes gehaald. Maar ons publiek zal « Magda» nu wel omtrent gaan kennen en de eerste aantrekkelijkheid veçflauwt dan wel. Maar al onze artiesten hebben hun roi meegeleefd en hun mooi spel heeft heel veel vergoed. Hr Piet Janssens was bewonderenswaardig goed op dreef, alhoewel de opgeversbak toch nog een paar maal een bizondere aan trekkingskracht scheen • uit te oefenen. Een mooie kop, een prachtige mi-miek, een schoon aangrijpend spel. Er lag iets heel diep, fataal tragisch om zijn verschijning. Menig-maal heeft hij diep weten te ontroeren. Hij gaf een mooi beeld van innerlijk lijden, een ruine instortens gereed. Echt expressief was hij in I bij het vernemen van Magda's terugkomst. In III met Mevr. Dilis leverde hij prachtig samenspel. In IV bereikte hij een éénige hoogte én met von Keller én in de slotscène. Zaterdag 11. is Piet Janssens Piet Janssens geweest. We vestigen daar graag de aandacht op. Mevr. Dilis' spel ontleden, zou heel moeilijk gaan. Het was één overweldiging. Maar die roi is ook bizonder dankbaar voor haar. Niet alleen vindt ze er gelegenheid in, om haar bewonderens-waardige technische vaardigheid te coonen, maar tevens om leven en ziel in die verschijning te leg-gen. Ziel vooral, die ze put uit haar rijk en warm kunstenaarstemperament, waardoor ze van Magda een kreatie maakt, die de schrijver er niet heeft aan verdiend, want die roi biedt menige passages aan — misschien heel dramatisch, ja — maar waar melos in 't spel bijna niet te veirmijden is. Mejuffer Bertrijn was een heel lief bruidje; het zedepreekerig geai'fekteerd toontje deed heel goed, en de schrik, de vaderlijke tucht, die op het huis drukt, werd in haar spel heusch gevoeld. Het knus ijdel huismoedertje, met haar naieve blijheid bij iedere goedkeuring, met haar belang-hechten aan banale dingen, werd met fijn gevoel door Mevr. Noterman vertolkt. Hr Gheubens deed wat te lief, wat te zoetsappig voor een luitenant. Sudermann wou daar bepaald een kontrast met de nonnige Marie. Er ontbrak warmte en temperament in zijn spel. Het spel van hr Bertrijn valt bizonder te loven. Die zachte, eentonig ingehouden stem, waar ge zoo duidelijk in voeldet: vergeven en vergeten, was soms heel indrukwekkend. Dat was vooral het geval in de tooneelen met Mevr. Dilis. De redeneeren de preeker werd een mensch in zijn handen. Hr Cauwenberg maakte van die ondankbare von Keller-rol een prachtverschijning : sober streng van spel. — Koud van diktie. Een echt beeld van staal-onverschillig aristokraat. Hr Van de Putte voldeed uitermate, maar hr Angenot was ,te weinig militair voor een oud-gene-raal. Mevr. Hens en Thees bleven nogal in dèn stijl, maar Mej. Van den Eynde viel heelemaal uit den toon. — Schuld lag aan haar uitspraak. Mej. Janssens was een frissche meid, die nog altijd graag naar het publiek kijkt. WILLY. Vlaamsche Opéra De Vîiegsnde Hollander De « Vliegende Hollander » is het vierde van Wagner's groote zangspelen. Op 2 Januari 1843 werd dit muzikaal drama, waarin de komponi6t bewust nieuwe banen opging, te Dresden voor de eerste maal vertoond. De Muntschouwburg te Brus-sel, die in vele opzichten toonaangevend mag genoemd worden, gaf het werk voor het eerst in de Fransche taal, op 6 April 1872. Frankrijk volgde dit voorbeeld slechts in 1893, toen de opéra van Rijsel «De Vliegende Hollander» speelde. Dan volgden Toulouse (1894), Rouen (1896) en einde-lijk, in 1897, de Parijzer Opéra-Comique. In Antwerpen werd « De Vliegende Hollander » ten too-neele gebracht door het Gezelschap van het ,Neder-landsch Lyrisch Tooneel in 1893. Dit werk van Richard Wagner mocht hier steeds op een grooten bij val in ruimen kring bogen. We achten dan ook een bondige inleidende bespreking van dit drama niet overbodig. Op 30 Januari 1894 en tijdens het zelfde speelsei-zoen den 13 Maart 1894, werd «De Vliegende Hollander» aan den sticliter van de Vlaamsche Opéra Henry Fontaine, als feestavond aangeboden, in tegenwooirdigheid van Peter Benoit en Siegfried Wagner. De grootmeester der Vlaamsche Toon-kunst huldigde in eene gloedvolle redevoering den feesteling van dien eereavond als stichter van de Vlaamsche Opéra. * * * Wagner woonde sedert het najaar van 1837 te Riga, waar hij dirigent was aan de Opéra. Hij schreef daar twee openingstukken voor orkest: « Christoffel Colombus » en « Rule Britannia», en was begonnen aan zijn opéra «Rienzi», waarvan weldra de twee eerste bedrijven klaar kwamen. In 1839 liep zijn contract met den bestuurder van den schouwburg ten einde en kon hij denken aan de verwezenlijking van een lang gekoesterd plan. Hij wilde naar Parijs gaan en daar zijn meester-schap voor gansch de wereld doen blijken. In den Herfst slaagt Wagner erin zijn vrouw — Minna Planer, een jonge tooneelspeelster, waarmee hij sinds 1836 gehuwd was — tôt de reis te bewegen. Twee welcen en half zwalkten ze op een onstuimige zee. Het schip was verplicht een Noorsche haven binnen te loopen. Het was tijdens deze vaart langs de rotsige kusten van Skandinavië, dat de legende van den vliegenden Hollander, door Heinrich Heine in zijn « Salon » verhaald, den componist in bepaalder omtrekken voor den gee6t komt. Te Parijs kent de toondichter allerlei ontbe-ringen, leert daar Beethoven's symphoniën kennen, voltooide « Rienzi » en werkte ondertusschen aan «De Vliegende Hollander». Eigenaardig zijn wel de enkele aanteekeningen, die op het oorspronkelijk manuscript teruggevonden worden. Aan 't einde van het openingstuk staat: «Parijs, 5 November 1841 — In nacht en ellende — er aspera ad aston. God geve het. Richard Wagner. » Aan 't slot van het tweede bedrijf kan men lezen : «Mor-gen, weeral geldnood. », en aan 't einde van het werk: «Meudon, 22 Oogst 1841. In druk en zorgen.» « Rienzi » zou gespeeld worden te Dresden en Meyerbeer had «De Hollander» aangenomen voor Berlijn. Wagner verlaat dan Parijs op 7 April 1842. Daar « Rienzi » te Dresden grooten bij val had besloot het bestuur der Opéra den « Hollander 2> i onmiddellijk ter studie te leggen. Wagner nam | zijn manuscript te Berlijn terug en reeds op Januari werd dit nieuwe muzielcdrama gespeeld. J Was « Rienzi » nog heelemaal opgevat in den geest der oude opera's, de « Hollander » — zegt Houstan Chamberlain — kan beschouwd worden als een reactie tegen al de onwaarheden en onvolkomen-heden van «Rienzi». Inderdaad in «De Hollan- j der» breekt Wagner af met den traciitioneelen I bouw der opéra. Hij gebruikt het leitmotief door, | dat reeds door Weber in «De Vrijschutter » werd . aangewend, om een persoon te karakteriseereiv.i een gebeurtenis te herinneren, een gevoelstoestand j te bepalen. De toondichter voerde er nieuwe, onaf- j hankelijke instrumenteering in. Het orkest geeft {■ niet meer eenvoudig de « begeleiding » van aria's en liederen, maar drenkt het gebeuren, het lieele drama in een atmosfeer van klanken en rhythmen. De symphonie grijpt in het drama in, vooral wan-j* neer de stemmen zwijgen en het spel hoofdzaa^w wordt. Tooneel en orkest worden eén. Bij de eerste opvoeringen te Dresden werd hj \ publiek wel door het nieuwe der dramatifeche ui | drukkingen getroffen, doch de bij val bleef uit, c, j critiek bleek het werk niet te verstaan, en na vi; voorstellingen verdween « De Hollander » van h» | speelplan. Toch zou Wagner niet versagen. D i eenmaal ingeslagen weg had hij als den goed-' y ' erkend en hij bleef hem volgen. Aan dit koppig vasthouden aan eigen princiepes danken we de heerlijlce drama'» uit Wagner's latere levens-1 periode. Onverdeeld toch is ook thans de bewondering voor «De Vliegende Hollander» geenszins, zelfs niet onder de wagnerianen. Nog te veel staat de komponist onder den invloed van groote vcorgan-j gers en tijdgenooten als Auber, Meyerbeer, Verdi en vooral Weber. In do partituur van « De Vliegende Hollander » is Wagner nog niet aan 'fe woord. De komponist staat op den tweesprong./ Hij weet reeds wat hij wil, doch heeft zich nog niet heelemaal van de inwerking der meesters vrij gemaakt. Daarin 6laagt hij in zijn later werk! De sage van den « Vliegenden Hollander », de' kern van Wagner's drama, vinden we terug in de ballade van Senta (IIe bedrijf). Zij werd door den j toondichter het eerst gekomponeerd en haar muzi-kale bouw belieerscht de lieele partituur. De ouverture van « De Vliegende Hollander » wordt steeds als de heerlijkste brok van gansch" het werk beschouwd. De gekende Fransche musi-coloog Hugues Imbert schreef daarover ongeveer het volgènde : « Men zou zeggen, dat ze vijftien à twintig jaat na het eigenlijke drama geschreven werd en dit zal overleven. Nog langen tijd zal zij uitgevoerd worden op de grootë" concerteii, waiin^r^tio ' sche partituur, waarvan de mooiste motieven en tliemas juist diegene zijn, wellçe in de ouverture teruggevonden worden, nog enkel als een document in de groote muziekbibliotheken zal geraadpleegd worden. » Dit openingstuk, geheel verschillend van de « in-leidingen » welke Wagner voor zijn later muziek-drama's schrijven zal. geeft als 't ware den in-lioud van het gansche spel weer en bereidt ons voor op de gebeurtenissen, welke zich op het tooneel ontvouwen gaan. Een goed begrijpen van deze ouverture maakt het genieten der gansche 6tof gemaklcelijker en meer volkomen.Wagner zelf heeft den inhoud weergegeven. Wij vatten hem bondig saam. Het schip van den Hollander loopt door de stormen en nadert de ku6t om aan te leggen. De doolaar haakt naar ru6t. Wij vernemen de klanken dezer heilbelofte. Maar hopeloos blijft de Hollander. Hij kan niet ondergaan. De gevaren, die de andere zeelie bedreigen, laten hem ongedeerd1 Daar jaagt een schip voorbij. De matrozen zingen en juichen. Gram wordt de Hollander. — De lieden van de wegsnellende boot slagen een kruis. En toch ziet de verdoemde schipper in gedachten de vrouw, welke hem heil brengen kan. Tôt haar wil hij. Een hart wil zich offeren voor hem ! Waar is zij ? Een bliksem doorscheurt de nacht. Het is de blik der reddende vrouw, welke hem aantrekt. Daarheen stuurt hij zijn schip! Het lied dezer vrouw zal de smart van den zwerver heelen. Haar aanblik doet de Hollander deinzen. Zijn schip wordt verpletterd en verzwolgen. Maar uit der golven woeste kolken steigt de zwerveling op. Rein is hij nu. De opofferende vrouw redde hem door de kracht harer verheven Liefde. Dat is dan ook de hooge gedachte waardoor Wagner's drama gedragen wordt. Senta's erbarmende, opofflerende liefde, die aan aile aardsch mingenot verzaakt, doet den vloek, die op den Hollander rust, wijken. De verzoening van den goddelijken toorn door reine liefde of zelfverloochening vormt den grond-toon van Wagner's wereldbegrip. Men denke aa. aan Elisabeth in « Tannhâuser » en aan het Par-sifal-drama.« De Vliegende Hollander » is eene dramatische ballade. Te Bayreuth wordt het stuk, volgens Wagner's aanduidingen, in eén bedrijf in drie tafereelen gespeeld, hetgeen de logica van den the-matischen bouw klaarder uitschijnen doet. De opvoering van dit werk eischt een zorgvuldige en schilderachtige tooneelschikking met welbereken-de lichtspelingen, want dit ailes behoort, ever.als woord, stem en gebaar, in volkomen eenklank te blijven met de ailes beheerschende muziek. CALIBAN. + m + In en om de Schouwburgen «AAN FLARDEN», van Top Naeff, gaat Zoter-lag 9 November met de volgende verdeeling : Dok-tor Verhulst, heer Cauwenberg; Nini, zijne vrc.uw, Mevr. Dilis-Beersmans; Max van Kalstra, jieer jheubens; Jeanne, zijne vrouv^, Mevr. Noterman ; Fred Mattus, heer B. Ruysbroeck; Mevr. Mal tus, Mevr. M. Ruysbroeck; Ada Mattus, Mej. M. Berlijn; Jonkheer Holster, heer Angenot; Dina, Mej. Janssens; Antje, Mevr. Hens. EDW. GORLE. — Met waar genoegen vernaimen ivij, dat de toestand van den graaggezienen a'rtist ieer Gorlé, merkelijk verbeterd is. VLAAMSCHE OPERA. — Zaterdag en Zohdag jing de herneming van «Prinses Zonneschijn». 's Zondags voor een flink bezette zaal. Ons publiek *eeft dus duidelijk blijken van waardeering (voor le jonge krachten. Bijzonder warm, soms zelfs zé<Sr jepassioneerd samenspel, veel gewonnen aaA in-nigheid 6inds de eerste opvoeringen. Mej. Lauwers sveer een wonderbaar-lieve prinses uit een zonne-sprookje, teer naief van stem en spel, betoovrfrend Iroomerig bijna; HH. Caspeele en DeBlaër (>TLhun beste en mej. Montfort, 6oms ietwat konvent.pneel jroot-opera-achtig van spel, maar met mooi glîtem-berd orgaan, vooral in de diepe halftoonen, w|?rden iuchtig toegejuicht. Een mooi succès viel hir Mar-îely ten deel na zijn aria in II, begeleid doejr het tiarpgetokkel van de twee skalden, waarbij hr Hae-iewyck 't zeker 't meest serieus meende. MEJ. NINI DE BOEL heeft liare verbintenis met H. Henry Fontaine, bestuurder der Vlaainsche 3pera verbroken. MEJ. DELVIGNE. — De verdienstelijke zangeres van den Variétés-schouwburg, Mej. Del vigne is zoo goed als volkomen genezen. DE DOCHTER VAN DEN TAMBOEIl-MA-JOOR. — Gezien het stijgénd succès heeft de directe van den Hippodroom besloten dit prachtig spek- takel-zangspel eene week langer op het affiche te houden, dan op het speelplan voorzien was. Vrij-dag 1 November (Allerheiligen) wordt «De Doch-ter van den Tamboer-Majoor» in matinée gegeven. Bericht aan de achterblij vers. MEV. REZY VENUS heeft ook haar toi aan de Spaansch© griep moeten betalen. Sedert Vrijdag is de sympathieke actrice bedlegerig.Haar toestajad * echter in zoo verre verbeterd, dat zij eerstdaags hare roi in «De Dochter van den Tamboer Majoor» zal kunnen hernemen. ,MEJ. HILDA T'SYEN heeft verleden week ge-dat "de directie van den Hippodroom in xar een voortreffelijke kracht bezit. Na een drie-tl dagen de roi der Hertogin Délia Volta — in \?rvanging van Mev. Elise Haesen, ongesteld — te ibben vervuld, heeft zij Vrijdag op staanden voet i e zeer moeilijke roi van Stella overgenomen. Zij rtrok zich zoo goed uit den slag dat zij hartelijlc werd geluk gewenscht én door hare bestuurders én kdoor hare collegas. Door het publiek werd zij zeer ; sympathiek onthaald.Zoo'n stout stuk je mocht niet I"""uvermeld blijven. H 1PPODROOM-PALEÎS. — Een groot deel (de leine helft) der aandeelen van het Hippodroom-Paleis zijn in handen der Gebroeders Mathonet van Luik — de eigenaars der verschillende «Wintergar-iten's» van België — overgegaan. De verkoopers war ren H.H. Van Boxelaer en Verstappen, beide be-heerders der maatschappij. NEEL NOUWEN. — De waarlijk knappe too-neelliefhebber, heer Neel Nouwen, die lange jaren optrad in de voorn>aamste Antwerpsche maatschaj>-]>ijen zooals : «Verbroedering», «Vondel», «Bloeiende Rozen», «Morgendstar», «Willem Ogier» e.a. werd verleden week in de allergrootste stilte begraven. Hij was een onzer meest gewetensvolle dilettan-ten, en telde talrijke merkwaardige rollenuitbeel-dingen.«Goeië Neel» weigerde ook r.iooit in te sprin-gen, wanneer zich in de eene of andree vereeniging moeilijkheden voordeden van aard om het door-gaan van een aangekondigd feest te beletten. Met hem verdwijnt een der oud6te vertegenwoordigers van onze geprezene amateurs. Dit afsterven %ullen stellig velen met droeiheid vernemen. Drie Vlaamsche Reaiisten Sleeckx — Virginie Loveling — Stijns door Lode Baekelmans. Uitgegeven door Eug. Kauch, Antwerpen 1918. Onze schrijvers houden opruim en dat is een eel verheugend verschijnsel, want het beteekent 3ncentratie van krachten, en dat" kan ons, in de ritische periode, die we thans doorleven, slechts 'n goede komen. Verspreid en verdeeld in maand-shriften en weekbladen ligt een boel energie be-raven, die, vereenigd tôt een kern, rechtstreeks Ltewerkt tôt de heropwekking van ons zelfbewust-jn, want een brok mooi verleden wordt daardoor pgeroepen, een degelijke grond van vertrek voor et komend geslacht. , P:j hpt uilpiden verwittigt de schrijver: «Deze rie opstellen huldigen schrijvers van eigen bo-em en ver6chenen in het weekblad « Vlaamsch even». De schrijver meent een geschikt volks-oekje te hebben samengesteld. Zijn werk maakt p niets meer aanspraak. » Maar dat is o. i. wat al te bescheiden. Hier wordt téer gegeven dan een eenvoudige inleiding tôt — f een simpele huldeblijk aan die drie auteurs. Er i getracht een beeld te 6cheppen van hun persoon-jkheid, hun leven, hun verlangens, hun betrach-ingen — en alzoo aan te toonen hoe innig hun erk daarmee in verband stond, met ander woor-en, hoe in-reali6tisch ze voelden, want aile drie ebben ze immers de belijdenis afgelegd, dat hun unst in den grond een brok doorleefd leven was. Ik beken graag, nooit heb ik zoo innig, zoo door-iep die ziel van het realisme « begrepen », als oor het lezen van dit boekje. De suggestie im-îers, die uitgaat van de kunst-zelf, dringt niet ltijd door tôt het bewustzijn, maar blijft soms angen in de ziel als een onbegrijpelijk mysterie. taekelmans heeft er vorm aan gegeven. Hier is een werk van liefde verricht. Met kiesch-eid, fijnen smaak en bewonderenswaardig geduld s er een dokumentatie tôt stand gekomen, die iet alleen het werk der schrijvers doet kennen. laar waardoor ook een trouw en kleurrijk beeld -ordt gegeven van heel het bloeitijdperk van het ealisme in Vlaanderen. We blijven niet vastzitten iij de drie persoonlijkheden. Ze worden niet be-andeld als afzonderlijke verschijningen. Een aooi brok intellektueel leven uit de tweede helft an de vorige eeuw doemt uit die bladzijden voor ns op. En dat is het juist wat hetydoorlezen van .it boekje zoo aantrekkelijk, zoo boeiend maakt, n 't is er tevens de groot6te verdienste van : de iel van de schrijvers is opgeroepen ; er is aange-oond hoe hun persoonlijkheid gegroeid is uit hun ijd en uit hun midden. Veel meer dus is hier egeven dan wat luttel 6tof-tot-samenstellen van fat men gewoonlijk een volksboekje noemt. Bae-:elmans' aangename verteltrant, ja — die heeft iet geschikt en genietbaar gemaakt voor iedereen, lie maar eenigszins belang stelt in letterkunde of impele lektuur in 't algemeen. De ouderen vinden ;r een duidelijke conceptie in van éen van de 'ruchtbaarste literaire tijdvakken, die Vlaanderen îeeft gekend en die zij hebben meegemaakt en roor de jongeren ligt er erfh wijze les in besloten: wsitief werk te verrichten ; « leven te geven » — *>oals de drie behandelde auteurs altijd hebben jetracht — en al hun krachten niet te verspillen n eindeloos, onvruchtbaar en ondankbaar getheo-•etiseer over de wij zen van «leven beschouwen ». De bundel is heel flink uitgegeven en bezorgt îaast een reeks merkwaardige portretten ook >enige fraai geslaagde facsimile's. WILLY. Herfstzon HET OUDERDOMSTEHUIS VOOR ZWEEDSCHE TOONEELSPELERS. « Herfstzon », dat is de schoone naam van een toevluchtsoord voor Zweedscho tooneelspelers en speelsters dat onlangs ingehuldigd werd, nabij de hoofdstad van Zweden : Stockholm. TJit eene correspondent van de « N. R. C. » ontleenen wij over de nieuwe sticliting wat volgt: Beseffen wij, wat.de dienaren van Thalia ons in het leven geven, hoe zij door hun spel in vervoe-ring lcunnen brengen, hoe zij ons de extase mëde-deelen, waaronder de sclieppingen der dichters ontstonden? Het zijn de tooneelspelers, die aan deze 6cheppingen voor ons leven inblazen, die ze voor onze verbeelding doen groeien tôt levende gestalten, menschelijke hartstochten vertolkende. Zij zijn het, die ons doen lachen en schreien, ter-wijl zij ons meesleepen dOor de muziek van hun stem, door het gevoel, dat hun gebaar vertolkt, door de betoovering, die uitgaat van hun mimiek en hun grime. In één woord, zij doen ons onze «werkelijkheid» vergeten in de roi, die zij dooff hun kunst weten te scheppen, terwijl zij ons tege-lijkertijd hypnotiseeren door de intense kracht, die hun zenuwen onder hun spel ontwikkelen. Beseffen wij toeschouwers wel, welk een massa energie de tooneelspeler dagelijks verbruikt, wanneer hij ons door zijn spel meêsleept en boeit, eu dat er voor hem ten slotte ook een oudersdoms-grens komt, waarop zijn krachten tekort schieten: Dan 6taat de ouderdom grijnzend voor de deur, dan trekt de tooneelspeler zich van het tooneel terug. Gij ontmoet hem later nog soms als een eenzame, wandelend op straat. Peinzend 6taart hij voor zich uit; fixeert gij hem sterk, dan lich-ten zijn oogen u wonderlijk toe; zij doen dit me1 een soort vrees of verwondering, als wilden zij den persoon thuis brengen, die hen aanstàart. Wij herkennen hem in de massa aan zijn ondoorgron- delijk masker, waarachter zich een oneindige ver-sclieidenheid van andere maskers verbergt, en waardoor gij hem onmiddellijk als een dienaar van Thalia herkent, terwijl de massa met haar week, banaal masker onverschillig langs hem lieen glijdt. Nu is er in Zweden een ouderdoms-tehuis voor bejaarde tooneelspelers en tooneelspeelsters opge-richt, waar zij het goed kunnen hebben op hun ouden dag, waar zij in een harmonische omgeving, in de sfeer, waarin zij «geleefd» hebben, hun laatste jaren rustig en onbezorgd kunnen slijten. De droom, dien de leiders van het Zweedsche Theaterverbond al vele jaren gehad hebben, is in « Herfstzon » verwezenlijkfc geworden, het ouder-domstehuis van Gustaf Frederikson, den nestor der Zweedsche tooneelspelers, die voor het doel een groot deel der middelen verschaft heeft. Het tehuis ligt op een geschikten af stand van Stockholm, zoodat een toertje daarheen niet tôt het onbereikbare behoort en wel op het landgoed Sàsta bij het Vallentunameer. Het mag gerust een ideëele 6tichting genoemd worden. Het « corps de logis », met eén. kasteelachtig voorkomen, ligt tusschen schaduwrijk geboomte op een hoogte en is omgeven door bloemperken. Men nadert het door een grooten boomgaard, waar de takkon zich nu buigen onder den last van het ooft, terwijl men verder de roodgeverfde schuren en tuinmanswo-ningen passeert, die tôt het landgoed behooren. Het is een. modem gebouw, in 1903 opgericht en er spreekt een zekere smaak uit, terwijl de inricli-ting praktisch mag heeten. Door een klein voor-vertrek komt men in een groote « hall » met gepa-neelde wanden van donker eikenliout, een breede trap voert van daar naar de eerste verdieping. Links ligt de bibliotheek, met tafels en fauteuils en gemakkelijke vaste sofa's langs de wanden. De bibliotheek bevat meer dan 300 deelen, hoofdzake-lijk romanliteratuur. Rechts van de groote «hall», die verscheidene gezelligeconversatiehoekjes heeft, ligt de eetzaal, een groot en ruim vertrek in En-gelschen stijl met do::kej*e paneelen en donkere meubels. Aan de andere zijde van de hall, een kleine, elegante salon met een antiek ameublement, een geschenk. van den tooneelspeler Gustaf Fredrikson, wien6 portret een der wanden tooit. Daarnaast ligt de kamer van de directrice der sticliting, mevrouw Dr. Gertrud Zander. In de twee bovenverdiepingen hebben de pensionaires hun ne kamers : mime, gezellige vertrekken, waar de meesten hun eigen meubels hebben, gewoonlijk antieke stukken, rococostoelen, empiretafels, dale-carlische klokken, kleine kristallen lichtkroontjes. Natuurlijk ontbreken niet de persoonlijke herin-neringen uit hun tooneelleven : verbleekte zij den linten van lauwerkransen en massa's portretten uit de tooneel wereld, vooral van een verdwenen tijd. De 8 eerste pensionaires (de stichting is eenige weken geleden officieel ingewijd) zijn drie dames en vijf heeren. De meesten hunner zijn de 70 gepasseerd, en op eene enkele uitzondering na, zijn allen nog frisch en gezond, hapert er wat aan, dan zit het gewoonlijk in de beenen. Allen zijn het er over eens, dat zij het in hun leven nooit beter gehad hebben dan nu. « Herfstzon » is hun paradijs; zij voelen zich daar als prinsen en pnneessen, gelijk zij het uitdrukten. Zuo iiiuti hol ook zijn! 7'j 'orrolen '/icli niet. De meesten zijn 's morgens reeds om 8 uur present. Om 9 uur wordt er ontbeten, om 1 uur is de lunch, om 5 uur het diner en om 8 uur het avond-maal, waarbij steeds een rijkelijke en afwisselende kost opgedischt wordt. Men passeert den tijd met lezen. converseeren en wandelen. GROOTE AFSLAG OP HET COUD 1 0 °;0 vermindering op de. peteekende prijzen. Inkoop OCCAS3E JUWEELEN Verkoop Frans Van Kerckhoven GOUDSMID - HORLOGIEMAKER - DIAMANTZETTER j ... 1, Anneessensstraat, 1, Antwerpen ... INKOOP van aile Juweelen, Diamant, enz. aan de hoogste prijzen Galaavond in de Variétés voor "Nieuw Leven" Wat wij vooral in de feesten van «Nieuw Leven » moeten bewonderen is de goede smaak waarmede zij immer zijn samengesteld, en het streven om aan de toeschouwers iets degelijks voor te disschen. Ditmaal is het knap bestuur der liefdadige instel-ling weer schitterend gelukt in zijn pogen. Hoe kan het anders als eene maatschappij beschikt over werkkrachten als Heer Edgard Herremans, de vroegere schatbewaarder van « Nieuw Leven », die nu de zware taak van het voorzitterschap op zich heeft genomen en de traditie van zijn voor-ganger, den betreurden Fons Goiris — stichter van het menschlievend werk: Hulp door voedselbedee-ling — met zooveel takt als opoffering6geest blijft voortzetten. Ook Heer Edw. Colmet, de zoo bescheiden als gedienstige secretaris van « Nieuw Leven » mogen we niet vergeten, benevens al de andere leden van het Bestuur, waarvan ons de na-men niet te binnen 6chieten, maar die niettemin recht hebben op de erkentelijkheid van allen. Een sprekend bewijs, dat de werking van het Bestuur zeer vruchtbaar was, is ontegenzeggelijk het feit dat de Variétés-Schouwburg te klein was om al de inschrijvers voor het feest van Vrijdag 11. te bevatten ; inderdaad er moesten lionderde plaat-sen geweigerd worden... Dit verheugend resultaat... voor de inrichters, was misschien minder verheugend voor de inschrijvers, maar deze zullen zeker beseffen dat er hier heirkracht bestond" en zullen ongetwijfeld, voor de toekomst, hun gewaardeer-den steun aan het Werk niet ontzeggen. Merken wij terloops op dat talrijke vooraanstaande perso-naliteiten het feest met hun tegenwoordigheid op-luisterden.* * * De opvoering van « Walsdroom» werd voorafge-gaan door het gebruikelijk conoertgedeelte. Het orkest van Hr Alfons Cluytens gaf ons nogmaals eene zeer correcte uitvoering van de ouvertu-re van «Othello» van Rossini. Hr Villier zong met zijn gewoon talent het groot aria uit « Hérodiade », dat geestdriftig werd toegejuicht, terwijl Mej. Helena Krinkels veel bijval inoogstte met «Madame Butterfly », met zeer veel sentiment voorgedragen. Daarna werd het quatuor uit « Rigoletto » gezon-gen door Mej. Krinkels, Zita Rutten en de HH. Georges Villier en Varnier. Deze artisten — en dé laatste niet het minst — wisten zich te doen gelden en hun flinke prestatie weTd met geestdriftig handgeklap begroet. Wat de grootste nieuwsgierigheid liad gewekt was het eerste optreden van den ténor Hr Midler, die wij tôt nog toe enkel in het concertgedeelte liadden gehoord. Wij moeten bekennen dat dit debuut niet allergelukkigst was, maar we voegen er onmiddellijk bij dat zulks grootendeels te wij-ten was aan een samenloop van omstandigheden, die Hr Midler van een gedeelte zijner middelen hadden beroofd. .Na zijn «accident» in het eerste bedrijf van «Walsdroom» heeft Hr Midler — die, zooals wij trouwens reeds hebben kunnen consta-teeren, over een zeer uitgebreid en mooi orgaan beschikt — zich weten te hervatten en in III er zich heelemaal bovenop gewerkt, zoodat d© eindindruk tocli gunstig bleef. Wij zullen echter eene volgende gelegenheid afwachten om Hr Midler te bouordee-len in een werk dat beter voor hem geschikt is; wij twijfelen geen oogenblik of hij zal eerstdaags eene schitterende « revanche » nemen. De andere artisten hebben zeer goed 6amenspel geleverd — het Piccolo duet werd nogmaals gebis-seerd, — en na elk bedrijf werd er meermaals gehaald.Het was een best gelukt feest, waardig van «Nieuw Leven». C. W. Inkoop, verkoop : naaimachienen, meubelen, pianos, fonografen. splegels. Lange Diikstr., 92 Kon. Ned. Schouwburg « HET SCHANDAAL ». Vrijdag 1 November Allerheiligen (dag- en avondvertooning), Zaterdag 2, Zondag 3 (dag- en avondvertooning), Maandag 4 en Donderdag 7 November, « Het Schandaal », tooneelspel in 4 bedrijven van Henry Bataille ». VERDEELING : Maurice Férioul Ilr L. Bertrijn Charlotte, zijne vrouw Mevr. H. Bertrijn Martlion ) hun kind Jonge juf'fer Van Gool Riquet ) » Jonge hr Noterman Parizot Hr Gheubens Artanezzo » G. Cauwenberg Jeannetier » R. Van de Putte De prefekt » R. Angenot Gaston de Bérieux » J. Schmitz Gruz » F. Van Gool Jean, chauffeur » F. Van Gool Mevrouw Férioul Mevr. Ch. Noterman Margaridou » L. Hens Jufvrouw Blanquette Mej. M. Bertrijn Do Dame met den Blauwen Hoed » J. Janssens De Dame met den Rooden Hoed » J. Neyssens "Rpdiftîutar». wand<»laars. volk. Het eerste bedrijf speelt in den tuin van het Casino te Luchon, de andere bedrijven in de villa van Férioul te Grasse. Korte inhoud. — Charlotte Férioul heeft zich laten verleiden om in de verboden vrucht te bij ten. Zij zegt het zelf : om eens wat anders te hebben dan wat zij te huis geniet; 't i6 bij haar maar altijd hetzelfde. Doch zij betreurt gauw hare zinne-lijke nieuwsgierigheid, als zij bemerkt dat zij zich weggaf aan een soort avonturier, die misbruik maakt van haar vertrouwen om afzetterijen te plegen die hem in handen van het gerecht brengen. En nu begint voor haar een leven van angst voor de ontdekking van haar gelieim, een angst die nog stijgt al6 zij gedaagd wordt voor de reclitbank te Parijs om als getuige op te treden in de zaak tegen haar minnaar van enkele uren. Zij verschalkt haar man en gaat naar Parijs. Terwijl zij weg is dwingt Férioul zoo half en half de waarheid af van den deurwaarder Parizot. Als zijne vrouw terugkeert komt het tôt eene geweldige verklaring, doch Charlotte, overmeesterd door geestelijke en lichamelijke vermoeidheid, valt midden van de stortvloed van verwijtingen in slaap. En men voorziet wel dat ailes op eene verzoening zal neerkomen. • * • Het orkest, onder leiding van toondichter Karel Candael, zal uitvoecen: Voor het eerste bedrijf: « Boheemsche Marsch », Filipucci. — Voor het tweede bedrijf: Fantazij op de opéra «Paljas», Leoncavallo. — Voor het derde bedrijf : « Madame Chrysanthème», A. Messager. — Voor het vierde bedrijf: «Fortunios' lied», A. Messager. IK K0QP nog altijd Diama^ten en Brillanten, alsook Hôrlogiîln aan de hoogste prijzen 5, Oude Steenweg, 5, nevens den hoek der St-Jansplaats. Huis van occasiejuweelen Vlaamsche Opéra «DE VLIEGENDE HOLLANDER». Donderdag 31 Oktober, Zaterdag 2, Zondag 3 November, telkens om 8 uur 's avonds (T. U.), «De Vliegende Hollander », zangspel in 4 bedrijven van Richard Wagner. Dirigent: Hr J. J. B. Schrey. Regie: Hr Fé Derickx. VERDEELING : Daland Hr Caspeele Senta, zijne dochter Mej. E. Van Herck De Hollander Hr R. Van Aert Erick » Paul De Blaër Mary Mej. Van Oosten De stuurman Hr Marcelly Korte inhoud. — De Hollander is gedoemd op zijn spookschip heel zijn leven lang op de zee te zwalken, zonder een oogenblik rust te vinden, tenzij de liefde van een maagd hem redt. Op zijn reizen komt hij in aanraking met schipper Daland, die hem 6preekt over zijn dochter Senta en de Hollander beweegt hem haar met hem in kennis te brengen. Senta zelf, alhoewel verloofd met Erik, heeft het voorgevoel van de komst van den Hollander, wiens portret in de huiskamer hangt en met wiens lot zij tôt in 't diepste begaan is. Zijn komst zelf doet heel haar gevoel voor hem ontwa-ken, en zij belooft voor eeuwig hem toe te behooren. Maar een ontmoeting van Senta met den afge-wezen Erik, door den Hollander verkeerd opgevat, doet hem twijfelen aan haar trouw en hij vertrekt weer met zijn schip. Doch dit vergaat in een 6torm, Senta is liaar geliefde achterna gesprongen i m zee en beiden verschijnen ten slotte in een apothéose, die de overwinning der ware liefde voor-stelt.,* * * MARTHA. Vrijdag 1 November, om 8 uur 's avonds (T. U.), « Martlia », zangspel in 4 bedrijven van P. von; Flotow. VERDEELING: Lord Tristan van Mikleford Hr Bernard Naurdy Lyonel » H. Dognies Plumkett » Ch. Bogaers De Recliter van Richmond » Fé Derickx Jr Lady Henriette Durham, eeredame van de koningin Mej. Mia Sylva Nancy, vriendin en ve>rtrou- welinge » R. Christiane Een griffier, boeren, boerinnen, knechten, ja-gers, eeredamen uit het gevolg der Koningin. Einde der vertooning: 11 uur (T.TJ.). IJitleg van het stuk. Wij zijn in het begin der achttiende eeuw. Lady Harriet Durham, eeredame der koningin en haar vriendin Nancy willen een avontuur om de eento-nigheid van haar bestaan aan het Hof wat te bre-ken, en ze komen op het idee om naar de markt van Richmond te gaan, waar de dienstmeiden een post gaan zoeken,en zich daar als meiden aan Tijke pachters te verhuren. Onder de namen van Martha en Julia worden ze in dienst genomen door twee jonge pachters: Lyonel en Plumkett. Als dienstmeiden maken ze een mal figuur, maar... des te gauwer hebben ze het hart van haar meesters veroverd. Als 't zoover is, weten ze zich echter uit de voe-ten te maken, zeer tôt spijt van de jonge pachters die geen rust meer vinden of ze moeten haar hebben teruggezien. Na een heelen tijd zoekens komen ze terecht midden in eene koninklijke jachtpartij, en loopen hun lieve meid j es op het lijf, die thans natuurlijk weer in haar gedaante van hofdames verschijnen. Lyonel verliest er 6chier het verstand bij ;doch nu gebeurt er iets, wat jammer genoeg, nooit elders dan in de oude opéra-comiques is te zien gewee6t. Martha vindt uit, dat Lyonel eigenlijk een edel-man is, wiens familie eenmaal van haar erfgoed werd beroofd en dat hij eigenlijk de graaf van Derby moet heeten. En nu legt zij het zoo handig aan boord, dat hem zijn bezittingen en zijn titel worden teruggeschonken... En dan krijgt hij de schoone Martha er nog op den koop toe bij ! Tusschen Plumkett en Nancy is natuurlijk de zaak ook in orde gekomen, maar dat ie wel wat gemakkelijker gegaan. Zoodus: einde goed, ailes goed.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes