Het tooneel

1042 0
11 augustus 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 11 Augustus. Het tooneel. Geraadpleegd op 28 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1j9765b96v/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het Tooneel 2e Jaargang Nr 48 — 11 Augustus 1917 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centiem G. Cauwenberg De handcn in de broekzakken, de lange katoe-nen huisrok half dichtg-eknoopt, leunde de alom-cn terechtgeprezene kunstenaar tegen de schouw der smaakvol gcmeubelde voorkaraer. Ik bewon-derde zijne forsehige gestalte, en 't vol gelaat, ■waarin donkere, levendige oogen, getuigend van wilskracht, schitterden, terwijl ik met genoegen . luisterde naar het met warme stemklank, aange-naam, vlot en kleurrijk verhalen : — Ik bon op 28 Februari 1874 in de Statie-straat te Antwerpen geboren, en sleet gedurende de blije jeugdjaren, een stil leven in dit burgers-midden...Noch de omgeving, noch sterk uitgedrukte ken-teekens, konden doen vermoeden dat heer Cauwenberg een onzer bijzonderste acteurs zou wor-den.Hij was leerling op het Onze Lieve Vrouwcol-legie. Daar werden met de prijsuitdeelingen kleine stukjes opgevoerd. De jonge heer Cauwenberg, die zich zeer spoedig op de planken te huis voel-de, wees men aan om in die spelen rollen te vervullen, en zoo trad hij onder meer op in «De to.ee Brceders», -De F'aviers», enz, — Ik herinner me nog, dat de oud-leerlingen zekeren dag Athalie» van Racine voor 't voet-lieht brachten. Aan die voorstelling verleenden eenige studenten, — waaronder de baron van de Werve en van Schilde en ik, — hunne medewer-king als koristen... Toenmaals had hij heel wat aanleg voor de mu-ziek, zijne stem klonk klaar en streelend zacht, ook was hij in het schooljongenswereldje zoowat eene kleine beroemdheid geworden, en zong hij regelmatig als solist op het koor in verschillende kerken der stad. De eerste communie was achter den rug en het oogenblik was daar om 'n gewichtig besluit te ne-men : zou Gustaaf Latijnsche studiën doen of niet? Na rijp overleg besloot vader Cauwenberg zijn zoon tôt den handel op te leiden, en liet hem voor het St. Ignatiusgesticht inschrijven... Een viertal jaren nadien, toen hij, op een paar na, al de klassen gevolgd had, beleefde Gustaaf Cauwenberg een éenig-droevige dag : z'n beste moe-der werd begraven, terwijl eindeloos triest klok-kenklanken door de luchten golfden. Dit afsterven had voor gevolg, dat hij de schoolbanken moest vaarwel zeggen, om klerk te worden op een kantoor voor den verkoop van landbouwwerktuigen, meststoffen en zaden. Daar bleef hij niet minder dan veertien jaar bediende. Rond den tijd, waarop hij het St. Ignatiusgesticht verliet, werd hij lid van den studentenkring «Ei-gen Taal, eigen Zeden». In die vereeniging treedt hij dan ook enkele keeren op, onder meer in Francisco de Lexaldi» door V. De Wandeleer, een gildebroeder. Daar leerde hij hr Frans Goos-sens, onderwijzer bij de vrije scholen, kennen... Sterke vriendschapsbanden verkleefden hen al spoedig aan malkander, en uit hun vaak samen-zijn sproten toestanden voort, die voor gevolg hadden dat heer G. Cauwenberg trek kreeg voor het tooneel. Heer Goossens, die de leergangen voor voor-drachtkunst, gegeven door heer Van den Brande volgde, wist zijnen makker zoo te bepraten, dat deze er aan dacht eveneens naar de muziekschool te gaan. Er was echter een maar, hij had den ouderdom nog niet bereikt, door de verordening bepaald. Raad was duur, maar werd gevonden... Heer G. Cauwenberg kende eene vriendin van Mej. E. Jonckers, en langs dien weg kon men hr Van den Brande overhalen om op 't règlement inbreuk te maken, met het oog op den jeugdigen liefhebber, en, voor het eene week verder was, ■zat hij in de klas. Daar trof hij voor het eerst aan : Mej. Helene De Dapper. Anna De Swert, Henriette Van den Berg, Anna Kennes, en de hee-ren D. Clauwaert, Fr. Eliaerts, en. a. Een drietal jaren volgde hij stipt de lessen, en — dit zal nie-mand verwonderen — maakte snelle vorderingen. De dagen waren aangebroken waarop er in de Antwerpsche volksmaatschappijen koortsig geie-verd werd, aan de voorbereiding van het zoo ver-maard geworden «Landjuweel». Heer Goossens, die lid was van de vereeniging «Vondel», klopte hem op een gegeven avond vertrouwelijk op den schouder, op het oogenblik dat zij het conserva-torium buiten beenden, en vroeg hem : — Zeg, Staf, zijt ge geneigd om aan den stoet deel te nemen?... — Of ik! riep de achttienjarige, geestdriftige jongeling uit. — Ik zal eens over u spreken aan Flor Capro-ni, straks in het lokaal. En het kwam in orde, heer Cauwenberg werd aangeworven en aangewezen om een baldakijn te helpen dragen, waaronder een prins een zwart paard bereed. — Heerlijk straalden de guldene, verzengende zonnestralen, en ge kunt licht gissen dat dit ver-maakje me heel wat druppels zweet kostte. Het deelnemen aan dien optocht — 't moge zonderling' voorkomen — werd dan ook onrechtstreeks de oorzaak, dat mijn iever voor het komediespelen grooter werd... Inderdaad, heer Caproni kreeg mij te pakken... Ik mocht... ik zou... ik moest eene roi vervullen in «Steffel, de idioot uit het geberg-te», stuk, dat ter gelegenheid der openingsver-tooning voor het speeljaar 1892 uitgekozen was... Vanaf de eerste herhaling' viel heer Cauwenberg erg in den smaak, en bij de tweede repeti-tie — een der spelers had zijne roi afg'egeven, wat in eene vereeniging geene uitzondering is — moest hij niet langer meer den knecht zijn, maar men vertrouwde hem «Jaromir de Gids» toe. Al spoedig' rangschikte men hem onder de knappe liefhebbers, en nog hetzelfde jaar beeldde hij den «koning» uit in «Jane Shore» door Fr. Gittens, onder de leiding' van den heer Lemmens. Met dit stuk nam het gezelschap aan een prijs-kamp deel, en trad, te dier gelegenheid heer Ley-sen als minnezanger op. Beter dan wie ook had de voorzitter der maat-schappij «Vondel» er een handje van, om al de meest aangelegde dilettanten bijeen te brefigen... Zoo kwam heer Cauwenberg in aanraking met heer Jef Bogaerts — een der degelijkste amateurs, wiens naam verdient bewaard te blijven, — en trok hij heel wat nut uit diens ondervinding-rijke raadgevingen. — Een geschil bracht er mij toe mijn ontslag bij de vereeniging in te dienen. Tevens werd ik lid van den «Willem Ogierskring», en na korten tijd stelde men mij in dit midden als tooneelbe-stuurder aan, functie die ik van af 1894 tôt en met 1904 vervu'de. Af en toe verleende ik mijne medewerking aan tooneelavonden door andere maatschappijen op touw gezet, o.m. ' door «Hoop en Liefde», de re-derijkerskamer «De Violier» — waarvan ik nog eerelid ben — «Onder Ons», waarbij ik eveneem-de taak van insceneerder volbracht, — en «Het Vlaamsche Volk». In die laatste omgeving telde ik vele vrienden, zooals heeren Jan Frijters, Fr. Goossens, Mathieu Heckx, H. Boeckx, Hein Kennes, en anderen, en was ik het liefst. Veel en lange jaren nam ik aan al de feestvertooningen deel. «Het Vlaamsche Volk» gaf hare voorstellingen nog op het verrnaard «Théâtre des Variétés». Ik herinner me. met ontroering, de gezellige momen-ten die we in de rustkamer der artisten door-brachten gedurende de lange tusschenpoozen. We zaten allen, mannen en vrouwen, getooid in onze bontgekleurde kleederen, rond eene lange tafel geschaard, en onder het verhalen van luimige moppen, deden we ons buiksken goed aan lekkere gezodene worsten. De manier waarop «Het Vlaamsche Volk» ont-bonden werd, kan ik niet nalaten aan te halen, juist omdat die wellicht eenig is. Ter gelegenheid van het vijf-en-twintig jarig bestaan werd na de sluitvertooning een luisterrijk banket op touw gezet. Tijdens dit feestmaal stond de voorzitter recht, schetste de gedane werkzaamh" , den gedurende e<_n kwitaii; en ueelde dùar:> na het onherroepelijk besluit mede : — Mevrou-wen en Mijnheeren, ik ontbind hier plechtig «Het Vlaamsche Volk». — Onmogelijk kan men den in-druk beschrijven, dien we allen op dit oogenblik gevoelden, en menigeen pinkte een traan weg bij de gedachte, dat in de toekomst de wegen zouden gescheiden zijn voor zoovele trouwe vrienden... In die kringen beeldde heer Cauwenberg rollen uit in «Zwarte Griet» (Jozef), «De Bultenaar» (Lagardère), «De Goudboer» (Valken Toni), «De zoon van Coralie», «De Armen van Parijs», «De kleine Patriot», «Adolf en Arnold van Gelder-land», «Mottige Janus», enz.enz. Ook nam hij deel aan heel wat prijskampen, o.m. te Brussel, met «Eendracht maakt Macht», die in den eerewed-strijd de gouden medalie verwierf — en te Me-chelen, met «Hoop en Liefde», die eveneens de-zelfde onderscheiding bekwam. Heer Cauwenberg behaalde toen der. prijs van besten speler. Naar aanleiding van het vijftig-j a r i g jubileum van het openen van den Nederlandschen schouwburg, schreef de stad een prijskamp uit... «Hoop en Liefde» was eene der mededingende maatschappijen. In het gekozen stuk «Lena» door Delcroix, speelde hij de advokaat. Heer Van Doe-selaer woonde die voorstelling bij en nog hetzelfde jaar werd de bekwame liefhebber aan het Vlaamsch theater verbonden. (1904). Heer Cauwenberg debuteerde als «Hans Lin-denburg» in «Alpentoerist» door Kraats en Neal. Kort daarna juiehtte men hem toe als «Jésus» in «Jésus de Nazarener» door Verhulst, roi die hij onder de leiding van den vermaarden kunstenaar heer Ernest Van Dyck, instudeerde. Na heer Van Doeselaer waren de heeren De Lattin en Van Laer tijdens één jaar zijne be-stuurders. Mej. Philomena Jonckers had echter met zooveel lof over den Vlaamsch en artist ge-sproken aan heer Royaards, dat deze hem een engagement voorlegde. — Met vrouw en kinderen moest ik naar Hol-land gaan en was beangstigd om de toekomst... Viel ik niet in den smaak, dan stonden ons be-narde dagen te wachten... Het besluit was dus niet licht te nemen... In de titelrol van het treur-spel «Adam in Ballingschap» door Joost van aen Vondel, zou ik voor het eerst optreden, en o, ge-luk! de vuurproef doorstond ik schitterend... Ik zie mijne vrouw nog na de voorstelling bij me ko-raen, met betraande oogen. — Staf, wanneer ge optradt was ik zoo be-vreesd, dat mijn gelaat al de kleuren van den re-genboog kreeg'. Denk eens, onze kinderkens!... «Adam in Ballingschap» werd honderd veertien malen vertoond, heel Holtand en België door, — het stuk verwierf den meesten bijval. Tijdens dit seizoen werden slechts vijf stuk-ken door het gezelschap van W. Royaards opgevoerd. In drie was heer Cauwenberg bedeeld, en, buiten «Adam» stelde hij dertig maal «La Brive» voor in «Mercadet» door Balzac en even dikwijls «Ford» in «De vroolijke Vrouwtjes van Windsor» door Shakespeare voor. (Wordt vervolgd.) JAN DE SCHUYTER. Donderdag 23 Augustus 1917 verschijnt in "Onze Leestafel,, IN T WONDERJAAR door Hendrik Conscience. Historische tafereelen uit de XVIe eeuw, Volledig en volgens de eerste uitgave heruitgegeven. HEER PAUL SCAPUS, de gevierde ténor die heden avond optreedt in den Hip-podroom op het Kunstconcert van «De Broederband». " Het Meisje van Arles ,, Openlucbtvertooning van Zondag 5 Augustus içi7. HEER ALFONS GOIRLS. Na de mizerabele dagen van aanhoudenden re-gen en wind en koude, die een ware nachtmerrie waren voor de inrichters, kwam de verademing op Zaterdag, den dag voor de vertooning en den Zondag daarop, de langverwachte, gelukte de Oogst-zon er in de overwinning te behalen op de vijan-dige elementen. Duizende liefdadige sinjoren stroomden dan ook naar het Park Van den Abeele en lang voor het aanvangsuur was het grasplein gevuld met al wat Antwerpen telt aan menschen die nog hart hebben voor het lijden van hunne hulpbehoevende stads-genooten. Tussehen de aanwezigen bemerkten we heeren Van Peborgh, senator, Roy ers, volksverte-genwoordiger, en Soeten, gemeenteraadsheer. — Onze beste dankbetuig'ingen aan die heeren, wier voorbeeld wel wat meer mocht gevolgd worden! De aanblik was oprecht prachtig en indrukwek-kend. Het tooneel was omlijst door hooge boomen en in het verschiet spitste zich het torentje van een landhuisje. De zon schemerde tussehen het loof en doortintelde met hare gouden stralen stam en bladeren, zonder de toeschouwers te hinderen, die in de lommer volop van natuur- en kunst-schoon mochten genieten. De vertooning was overheerlijk, dat was de meening van al de aanwezigen. Op sommige mo-menten waren \ye wezenlijk ontroerd en aange-grepen door het prachtige spel onzer knappe artisten, die een ensemble hebben verkregen dat zoo mogelijk nog beter was dan bij de vertooningen in den Nederlandschen schouwburg. Men kon het hen aanzien dat zij hun uiterste krachten hadden ingespannen en «eon amore» speelden om aan de vertooning een echt kunstkarakter te geven. Allen waren rolvast, zonder uitzondering en hun stem-men g'ingen tôt de verst verwijderde toeschouwers.Meer dan eens stonden we in verrukking voor de prachtige groepen die we te bewonderen kre-gen. Op 't einde van het derde bedrijf waar Fré-déri zich verlooft met Vivette, was de samen-stelling der groep de prachtigste schilderij die men droomen kan. Ook het verlovingsfeest met de daaropvolgende farandole, was van een intense kleurenpracht. De wonderschoone muziek van Bizet, den génial en schepper van «Carmen», kwam de diepe im-pressie nog verhoogen en als 't ware louteren. Het was dus een feest zooals we er te Antwerpen nog weinig mochten bijwonen, — een waar kunstgenot voor het oog en het oor. Meerdere toeschouwers drukten dan ook den wensch uit dat ons gezelschap ons telken jare een paar open-luchtvertooningen mocht geven. Wij kunnen niet anders dan dien wensch van harte steunen : de elementen zijn er en het milieu gemakkelijk om vinden. Vs'e zeiden reeds dat onze artisten een buiten-gewoon gelukkig ensemble hadden verkregen en dat er dus niet een vlekje op de vertooning kleef-de.Piet Janssens — om de orde van het programma te volgen — was rechtuit gezeid kapitaal... Nog zelden hebben wij hem met zooveel talent zien spelen. Al de deelen van zijn groote roi heeft hij genuaneeerd met een kunstgevoel en eenen kunstzin die waarlijk aangrijpend was; het ver-haal van den dood van het geitje van M. Séguin, het tooneel in het derde bedrijf waar hij de hoe-ve wil verlaten en de scène met Moeder Renaude heeft hij weergegeven zooals alleen een zeer groot artist dat vermag. Zijn prachtig orgaan, dat door de weldoende rust heelemaal opgeknapt schijnt, klonk vol en schoon als orgeltoonen en de dictie was voortreffelijk. Louis Bertrijn heeft nog zelden met zooveel vuur gespeeld als verleden Zondag. In de ontmoe-ting met «Mitifio» en in de slotscène voor den zelfmoord, bereikte hij eene kolossale dramatische hoogte. «Schipper Marc» werd op lustige wijze voorge-steld door heer Ruysbroeck, los, flink en rolvast. «Francet Mamaï» was heer Mathyssens, die de roi van den grootvader zeer sober en zeer artis-tiek vervulde. Heer Cauwenberg had zijn groot talent ten dienste gesteld voor de uitbeelding van «Mitifio» en hierdoor kreeg die kleine roi een belang van beteekenis. Zijn typeering was buitengewoon gelukkig.Mevr. Dilis-Beersmans was de moeder, «Rose Mamaï». Onze sympathieke groote dramatische artiste presteerde andermaal werk van zeer hooge kunstwaarde en zij heeft haar zeer moeilijke roi tôt het einde toe volgehouden met een talent dat wezenlijk perfekt mag geheeten worden. Vooral in het laatste bedrijf, bij de biecht van haar lijden en haar vreeselijk voorgevoel van het droeve einde van haar geliefden zoon, was de emotie bij de toeschouwers algemeen en diep gevoeld. Mevr. Ruysbroeck, als «moeder Renaude», had niet veel te zeggen. Maar wat heeft zij nogmaals gemaakt van die kleine roi ! Haar ontmoeting met «Balthasar» was diep ingeleefd en dat romantisch en gemoedelijk tooneeltje was een echt pereltje van schoone tooneelspeelkunst. De lieve verschijning van «Vivette» werd uitge-beeld door Mevr. Bertrijn, op wezenlijk onberispe-lijke wijze. Schooner, zwartlokkiger meisje uit het zonnige Provence viel er niet te droomen. En wat was zij weer rijk, kleurvol en toch zoo eenvoudig en smaakvol in haar aankleeding. Mej. Bertrijn was de onnoozele en nog nooit heeft zij die lang niet gemakkelijke roi zoo goed gespeeld. Haar spel en haar dictie vielen alles-zins te prijzen. De kleinere rollen waren in zeer goede handen: Mej. Vervoort als dienstmeid, heeren Van Gool en Schmitz als matroos en hoeveknecht. En wat zullen we zeggen van het orkest ? — Niets dan goed ! Meester Candael heeft van zijn instrumentisten het allerbeste weten te bekomen. Onder zijn recht kundige leiding kwamen al de gedeelten van de schoone partiuur van Bizet tôt hun recht en werd er niet een détail veronacht-zaamd. De ouverture was een meesterlijke brok van uitvoering evenals het intermezzo tussehen het 3e en het 4e bedrijf. Daarbij werd het zielvol-leidmotief van den onnoozele, het verwijderd herdersgeroep, enz., haarfijn genuaneeerd. Ook de farandole liep vlot en flink van stapel. De koo-ren verdienen onvoorwaardelijk lof: niet eenmaal liepen zij buiten het spoor,, wel een bewijs dat zij knap gestyleerd waren. Hun zangen klonken zeer frisch en bezielend en hun «Marcho dei R«i» en de farandole met begeleiding van fluiten en tam-boerijnen, werden knap uitgevoerd.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes