17 Maart 1917 Nr 11 40® Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek valksgezind weekbSad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen INgCHRIJVINGMPRUe Voor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad versehijni dan Zaturd&g morgend.— Men teehent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsook bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten véor Donderdag avond ten bureele besteld zijn, alsooh de aankondigingen. Afzonderlijke nummers van dit blad zijn te bekomen ten onzen bureele, ; Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. i n mi —i i AANKONDIGINGGIV Dan regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provinoie, wende men zich tôt de Agencîe HAVAS, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele CarnotplaalH (Laar) (SS, Borgerhout-Antwerpen NIEUWE TOESTANDEN Er is reeds in verscbillenden zin nagegaan, welke nieuwe behoeften er deze laatste tijden zijn ontstaan zoowel voor de personen als voor de openbare besturen. In hoofdzaak is er gewezen op de meerdere bekwaamheid door het vakonderwijs aan de ambachtslieden te verschafïen ; op de meerdere uitbreiding van tuin- en landbouw ; op het beheer van nieuwe inriehtingen en andere noodige en onmisbare zaken door de omstandigheden opgelegd. * * * "Wat in deze vermeerdering van ver-schillende kennissen en bekwaamheden niet mag vergeten worden, 't is het beheer der openbare zaken. De tijds-omstandigheden hebben aan de over-heden allerhande verplichtingen opgelegd, die aantoonen dat die overheden de noodige bekwaamheden en de onmisbare wilskracht moeten bezitten, om die verplichtingen na te komen en ver- schillende moeielijkheden op te lossen. # * * Een der grootste bevoegdheden die van hen in de toekomst mogen vereischt worden, zal wel ongetwijfeld de rege-ling van den geldelijken kant der zaken zijn. Nu reeds is dit een der grootste bekommernissen van aile staatsbesturen, zoowel van deze die in oorlog zijn als van hen die onzijdig zijn gebleven. Om ailes redelijk te schikken en in de païen van het mogelijke te blijven, zal er veel kennis, wilskracht, beleid en vooruit-zicht noodig zijn, en vooral spaarzaam-heid die bij aile geldregeling goed te pas komt en de eerste plaats inneemt. ■jr # & De mindere besturen zullen met de zelfde moeielijkheden hebben te worste-len en 't zal dus noodig zijn dat zij goed samengesteld wezen, in dezen zin dat zij die aangesteld worden om de zaken eener stad of eener gemeente te behar-tigen en te regelen, « uitgeslapen » personen zullen moeten wezen, met de noodige kennissen en ervaringen bedeeld. # * * Tôt heden liet dit. veel te wenschen, zelfsin groote steden, want er wierden hoegenaamd geene vaste kennissen van de gekozenen vereischt. De minst bekwamen wierden dikwijls vôôr anderen gesteld, zoodat de « mannen der wet », gelijk het volk doorgaans die lieden noemt, hoegenaamd niets van wetten of reglementen kenden. * * * Zelfs de werking en bevoegdheden der verschillende gemeentelijke instel-lingen waren hen onbekend, zoodat zij niet eens in staat waren hunne mede-burgers door raad en daad te helpen. "Wie zijne toevlucht bij hen nam, wierd gewoonlijk van Herodes naar Pilatus gezonden. Het minste wat men van hen eischen mocht, was nogtans dat zij de gemeentewet, de gemeente-verordenin-gen en de werking en bevoegdheden der gemeente-instellingen en gemeente-diensten volledig en grondig zouden kennen. * * * In de toekomst zou er nu zelfs nog meer mogen gevergd worden. De eischen voor 't goed beheer eener stad of gemeente zullen zôô groot zijn, dat niet de eerste de beste als gemeentebeheer-der zou mogen aangesteld worden. Bijzonder om de steden en gemeenten uit de moeielijke geldelijke toestanden te helpen, zal er iets meer noodig zijn \ dan wat er tôt heden van de gekozenen ; te verwachten was. Zoo niet zouden de burgers het erg moeten ontgelden, want de belastingen zullen zwaar op aile standen drukken, bijzonder daar waar de geldelijke aangelegenheden niet goed verzorgd worden. # * * Het is ook noodig dat de gekozenen lieden zijn, die aile bestuurlijke verant-woordelijkheid op zich kunnen nemen. In België hoorde men immer klagen over de macht der bureelen, maar nog meer over het « machtmisbruik » dier bureelen. Welnu, die bureelen zouden min machtig zijn, en zij zouden geene of bijna geene misbruiken kunnen plegen, indien de gekozenen op de hoogte waren van de bestuurszaken die zij moeten regelen en nazien en een waakzaam oog over aile zaken van eenige aangelegenheid hielden. * * * De verschillende partijen zullen dus in de toekomst voor betere bestanddee-len moeten zorgen. En niet alleen de partijen, waardoor men begrijpt eenige aanleiders, die maar al te dikwijls over-rompeld worden door onverantwoorde-lijke personen, maar ook de goede burgers en ingezetenen, die tôt plicht hebben voor het goed beheer en ook voor het aanzien eener stad of gemeente te zorgen. Want de goede naam eener stad of gemeente lijdt veel door het weinig aanzien zijner beheerders. J. L. DE TOESTAftD HIER EH ELDERS NEDERLAND. — De herziening der grond-wet zal ten slotte nog aanleiding geven tôt groote verdeeldheid. Een aantal Kamerleden en oud-Ministers zijn van gevoelen, dat het oogenblik slecht gekozen is geweest om tôt zulk eene voorname verandering in regeerings-zaken over te gaan ; dat de aandacht nu te veel op andere zaken van meer dringenden aard gevestigd is en de grondwetsherziening dus niet met de noodige kalmte en overweging tôt een goed einde kan gebracht worden. De oud-Minister Van Houten beet het zelfs ongrond-wettelijk dat de partijen overeengekomen zijn geenen strijd te leveren bij de ontbinding der Kamer, aangezien zij aldus de kiezers beletten uitspraak te doen over de voorgestelde grond-wetsherziening.Anderen vinden een steen des aanstoots in het voorstel, aan al de Kamerleden een pensioen toe te kennen, zelfs met terugwerkende kracht. Zij oordeeleu dat zulks eene jacht op het kandidaatschap zal uitlokken en de waardig-heid der Kamer er merkelijk zal door dalen. De voorstanders voeren van hunnen kant aan, dat het pensioen een middel is om zich gemakkelijker van eenige hinderende Kamerleden te ontdoen. Nu was dit doorgaans niet doenlijk uit vrees die menschen te krenken in hun bestaan. Eens echter dat zij een pensioen bekomen, valt die inachtneming weg en het gehalte der Kamer zou er dus eerder door verbeteren. Dit zijn de klanken der twee klokskens waarover de kiezers, bij gebrek aan kiesstrijd, hun gedacht niet kunnen zeggen. Eene derde reden is, dat bij het toepassen der evenredige vertegenwoordiging, een aantal Kamerleden onvermijdelijk hunnen zetel kwijt zijn, en om hen te troosten, is het pensioen denkelijk eene plaaster van eerste klas. —o— HEILIG LAND. — Wat men gewoon is te noemen het Heilig Land, Syrie en Palestina, heeft tôt heden van den wereldoorlog niet geleden, althans niet door de wapens. Maar onder opzicht van levens- en geneesmiddelen en van meer andere onontbeerlijke benoodigd-heden, heeft het insgelijks zijnen toi aan den wereldoorlog te betalen. Gelukkiglijk komt Amerika de bevolking daar ter hulp, gelijk in andere landen. Amerika zond aldus 2,000 ton of 2 miljoen kilos levensmiddelen, om te verdeeleu tusschen de bevolking, zonder onder-scheid van ras of godsdienst. —o— SPANJE. — De fruit- en wijnhandel van Sparije is door de oorlogstoestanden zoo goed als nietig. Vele landen lijden daardoor, ook de zieken, want appelsienen en Spaansche wijnen h wierden veelal aangewend als geneesmiddelen, bijzonder voor herstellenden. Voor Spanje is het een groot verlies, voor anderen eene groote ontbering. Bijzonder voor 't bestrijden der influenza waren de appelsienen een aangeprezen heilmiddel. Een groot onweder heeft over Sevilla, Malaga en Juan gewoed. Eene algemeene overstroo-ming maakt het tôt eene ramp, vooral in Pordua. INDIË. — In Nederland worden thans door oud-bevelhebbers uit Indië, voordrachten ge-geven met films, zoodat de toehoorders een juist en leerrijk gedacht kunnen opdoen over liet leven en de instellingen in den Oost. Het is niet meor noodig verre reizen te doen om de levenswijze en gebruiken in vreemde landen na te gaan ; men ziet ze nu ter plaatse voor 't oog ontwikkelen, met den voordrachtgever als gids. Zulke voorstellingen zijn heel wat nuttiger dan de draken, bandietenstreken en moordtooneelen in de gewone volkscinemas. Pax UIT DE GAZETTENWERELD Een nieuw Vlaamsch dagblad is te Ant-werpen verschenen. Dit maakt met de twee bestaande reeds drie. * * ¥ De Nederlandsche Kring van Dagblad-scbrijvers is er tegen opgekomen, dat aan sommige dagbladen briefwisselaars verbonden zijn die geene heroeps-dagbladschrijvers kunnen genoemd worden. Het beroep van dagblad-schrijver staat in Nederland in hoog aanzien en de Kring streeft er naar dit aanzien te bewaren, door het levensbestaan der dagbladschrijvers te verzekeren. Hildebrand Voor Denkende Menschen I. Enkele Overwegingen II Waartoe dient de school, indien we zelf ons met de opvoeding onzer kinderen moeten inlaten ? zal me wellicht menig lezer vragen. Het antwoord hierop werd me dezen morgen gegeven door een vader, die me om een plaats voor zijn tienjarigen zoon in mijn « Belgische School » kwam vragen. « 'k Heb me zelf reeds geruimen tijd met hem bezig gehouden, Meneer », zei me de brave mai), maar dat gaat toch niet. Ge moet daar bijzonder voor geschiht zijn. We mogen dus zeggen dat de scuool dient om te verrichten, wat bij de ouders niet gaat, omdat ze er niet bijzonder voor geschikt zijn ; in andere woorden, omdat men van lien niet mag vergen dat zij in de middelen thuis zijn om hun kinderen zulke vakken en zulke gewoonten te leeren, die eene bijzondere opleiding vergen, wil men ze aan-wenden tôt de goede opvoeding. Die uitleg zal u wellicht héel ingewikkeld voorkomen, en daarom zal ik er wat verder op ingaan. De kinderen moeten opgevoed worden in hun lichaam, in hun hart, en in hun geest. De twee eerste punten zijn bijna uitsluitend voor rekening van de ouders, die te zorgen hebben dat het lichaam hunner kinderen àl het noodige verwerft om te kunnen opgroeien ; die door hun goed voorbeeld en door wijze wenken het gevoelsleven hunner kleinen moeten ontwikkelen. Ook in de opvoeding van den geest, van het verstand, hebben ze een roi te ver-vullen, doch op elk dier gebieden ingaan zou me echter wat al te ver voeren. Wat echter niet verplichtend kàn gemaakt worden voor de ouders, is de ontwikkeling van den kindergeest in dier voege, dat elk geslacht voordeel trekt uit wat de vorige geslachten gedacht, geschreven ol gezegd hebben. Want dat brengt ons tôt een bepaalde vahstudie, waartoe iedereen niet geroepen is, noch kan worden, en die noodzakelijk door vahlieden moet aangeiat worden. Die vak-studie omvat in haar voornaamste trekken den vooruitgang der opvoedkundige gedachten, de stelselmatige aanpassing van de beste dier gedachten op de tegenwoordige omstandigheden, de keus der kennis, welke iedereen van noode heeft in het leven, de middelen om elke kennis in het bijzonder in den geest van het kind te doen doordringen. Die heel beknopte opsomming zal iedereen klaar doen inzien hoe onmogelijk het voor de algemeenheid der ouders is, zich dit ailes eigen J te maken, om zich met vrucht aan de opvoeding hunner kinderen te kunnen wijden. Het is daarom ook dat er « opvoedkundigen » zijn, evenals « geneeskundigen, rechtskundigen », enz. ; mannen, die een bijzondere studie van het vak gemaakt hebben, waarin ze « kundig » verklaard zijn. h I Docb, luister nu eens even aandachtig toe. 1 leder van ons heeft allerhande begripp6n van j gezondsheidsleer opgedaan, niet waar ? Zouden we daar nu mogen uit besluiten dat we geen « geneeskundigen » van doen hebben, of dat we, vermits er nu eenmaal geneeskundigen zijn, geen gezondheidsleer moeten oploen en niet voor onze gezondheid zorgen? 't Ware dwaas zulks te beweren, even dwaas als indien we zouden meenen dat we geen « rechtskundigen » van doen hebben omdat we zelf wel weten wat «srecht » en wat « onrecht » is — in de meeste gevallen toch — ; of dat we niet noodig hebben het « recht » van het « onrecht » te kunnen onderscheiden, vermits er nu eenmaal « rechtskundigen » zijn. Nochtans zijn er heel veel menschen, die overtuigd zijn het bij het rechte eind te hebben, wanneer zij met den grootsten ernst verzekeren, dat de opvoeding hen niet aangaat, dat zulks het bijzonder gebied der school, der « opvoedkundigen » is. 't Is inderdaad zôô, in de nioeilijke gevallen althans ; eveneens als we in moeilijke gevallen den geneesheer of den advokaat raadplegen. Maar dat wil niet zeggen dat we er ons niets van aan te trekken hebben, noch van het eene, noch van het andere. « Iedere kramer staat voor zijn berd », zegt men in Vlaanderen. Ieder huisvader, ieder huismoeder, staan in voor hun kinderen, en zouden in de onderscheidene dselen moeten weten wat ze te doen hebben om van die kleinen degelijke menschen te vormen. En omdat dit in het algemeen niet mogelijk is, ook omdat ze niet steeds geheel en al geschikt zijn om die vorming, op de juist gepaste wijze, te verwezenlijken, komen de « kundigen » in het volk, de opvoedkundigen, dat is : de school, hen ter hulp om met gezamenlijke pogingen dit groote werk aan te vatten en te voltrekken. Maar wonder is het, dat in deze bijzondere vraagstukken de ouders zoo bitter weinig den raad der » kundigen » inroepen... en ze, integendeel, heel dikwijls van den weg brengen .. Yours Vervolgt OVER BLOEMEN EN PLANTEN Geneeskuvdige eigenscha/ppen der witte lelie. — Wij twijfelen bijna met of iedereen kent de oude witte lelie. ook St-Josepb-lelie, in het latijn Lilium Candidum genoemd, die in de maand Mei overal op de buitenplaatsen, bij bloemkweekers, in burgerstuinen en op boeren-erven in bloei staat, met iraaie, glinsterend heldergroene bladeren, die bij den grond een dicht bos vormeo, waaruit de ruim één meter hooge bloemstengels zich ontwikkelen en welke met een kroon, van groote schitterend sneeuw-witte bloemen prijken. Zôô sierlijk en zôô mooi, dat haar slechts de naam van nieuw te zijn ontbreekt, om zelfs nog in onze dagen algemeene bewondering af te dwingen. En toch ten alleu tijde zal zij eene waardige plaats blijven innemen onder het geslactit der leliën. Nu, vriend lezer, wat ik u wilde mededeelen is, dat men er een hoogst voortreffelijk middel meê bereidt, tôt versterking der oogen en van 't gezicht, alsmede ter wegneming van sommige aandoeningen van het oogvlies. Indien men nu de bloemen der Lilium Candidum plukt en daarvan eenige meeldradea (vrouwelijke en mannelijke deelen) in een bij voorkeur wijden glazen stopflesch doet en daarop zooveel beste Pransche brandewijn giet, tôt dat de lelie-bladeren geheel onderstaan, sluit men de flesch daarop luchtdicht en plaatst haar in een don-kere kas. Na verloop van drij of vier weken neemt men tôt gebruik er een weinig uit, dat men door een fijn neteldoekje zuivert en nu bevochtige men daarmede drij tôt vijfmaal daags de oogleden en de traanklieren, caet een zacht sponsje of den top der vingers. Men moet vooral beste Fransche brandewijn gebruiken, zuivere bloembladeren en de flesch luchtdicht gesloten houden, dan blijft het middel jaren lang goed. Wanneer men in plaats van brandewijn, beste fijn olie op de lelie-bladeren giet en evenzoo bewaart, dan bezit men een middel tegen brandwonden dat wellicht door geen ander overtroffen wordt. De bollen der witte lelie fljn gekneusd, zijn, in een verbandmiddel tegen wonden, hetzij ten gevolge van een hevigen val of veroorzaakt door een snijdend werktuig, van eene bewon-derenswaardige uitwerking en opmerkelijk wegens hare snelle heelkracht. Ook van de gekneusde bollen, aangewend bij open wonden aan de beenen, die veelal zoo langzaam en moeielijk genezen, zagen wjj vaak verrassende genezingen. ★ * * Het kweeken van Dahlia's. — De Dahlia gekend onder den wetenschappelijken naam van Dahlia variabilis, is eene kruidachtige plant oorspronkelijk uit Mexico en behoort tôt de saamhelmige planten. De bloemen zyn

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.