Het Vlaamsche nieuws

1226 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 01 Mei. Het Vlaamsche nieuws. Geraadpleegd op 01 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/ff3kw59235/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

laterdag i Mei 1915. Eerste Jaarg, JMr ioy HET Prijs : 5 Ontiemen daor geheei België Vlaamsche Nieuws Htet host mgelfcht 6n veroppcid FJIcsu wsibî ad vans Helgi&t ■ Verscl'ttfnt 7 xnçisl pet* we^k ABONNEM ENTSFaiJZEJN : L wetk. .-H... 8.35 J Fer 3 maaudsa t~ S ]vj a»®)â ............. 1.68 | Per 6 nuaaika .... .... ? 12 | Pcr jaar 14.™. BBSTUURi Allons BAEYENS PS. S g^antBe»wt<^^.^itMwsg«a3Ki&^ag>^aM*i3aTT^?ig^g^^is.rg^-^3»«srjw»»g?g-;i: BUREELEN; Heodestrant, 44, ANTWERPEN Telefoon 1990 «. — — — ^'^aaaga'«^sigïgg^i!i*^ca?feg«^a;-aagsKxg^agas3.^g,\ai - IN, iTrmfrri AANKONDIGINGENt ïwecde bleds, pet regei 2.6D I Yierde ttkfe, pei régal §,8ft .^stôs bîadj!., iâ. I.— j gf valpm svecseûkowâÉ, Itoaisbcricht g.— Voorbereiding tot Guido Gezelle tden, de eerste Mei, is 't des grooten iters geboortedag. In 1880 zag hij U te Brugge hct levenslicht. L rx)k in de verstafgelegen gouwe de landen waar de Nederlandsche wordt gesproken, voelt niet de be-Enis van dien dag? at Gezelle voor zijn land beteekent, [it land een dcr ineest tragische ino-len van zijn bestaan doorleeft, be-a allereerst zij die de innerlijke be-»nis vatten kunnen van dichtkunst, werkelijk uit hct diepste van het ! gemoed is geweld, en waar al de ischappen van onzen stam op het onst zijn in uitgesproken. is menige lyrische bladzijde ge-:ven 1er v^rheerlijking van Guido :11e, wiens ootanoed zich met het rigste bestaan onder de schaduw een onzer Vlaamcshe kerktorens tè-en stelde. Weinigen echter hebben Ireffend juist onzen dichter geken-st als de fijngevoelige criticus Ca-ichirten, in den « Nederlandschen tator» van 12 April 1002 en vlg. aide regelen willen wij er uit over-#:it vas die heden ten dage ons met it letterkundige kritiek voorlichten, t u al niet reeds omstandig het vvite nieuwsje medegedeeld : dat we iiiit een dichter zijn rijker gewor-een Vlaming, Roomsch-Katholiek ter, eeii eenvoudig-geloovend man, veel liefde voor de natuur, van wel-ituur-liefde en van welk geloof zijn elijk heel goede verzen schijnen te igen, een zekere — hadt ge er vroe-»it van gehoord? — Guido Gezelle jnde naam, nietwaar?), die... voor ;e jaren gestorven is. Terwijl ik mij nog geenszins in acht, u de schier naar aile zij den tvens zich uitstrekkende kunst van lie binntn te leiden, wil ik u echter die lichtbron onthouden, welke u Ile moge doen voorgevoelen en te m beginnen, zooals ik hem lang-rhand ging zien, om dan later te-t in een reize vol verrukkingen die zielslanden van bidden en zingen te trekken. Om bewijzen bij te brengen, bœ raarlijk-groot dichter, Gezelle,reeds ien eersten bundel van 1858, zich mile, behoeven v/ij ons niet (als bij ngof Potgieter niet anders kunnen te bepalen tôt een enkelen voor-ilijken regel of schaars een werke-litmuntend couplet, — neen, bij Ge-kunnen wij, uit dezelfde overvloe-sid als bij een Vondel puttende, lijden aan bladzijden als woord-woord prachtig van fijnste juist-viu klank, van rhythnie, afschtij- jwn wij uit den bundel van 1858 fragment over van Pachthofschilde- (vaa duirea :) ta komen ze al, gekletterd I « op hum vlerken ; 't kettert (1) 4 « verre, en 't hemelsblauw : 'aa >lugge vlerken grauw. weg, zoo vliegea ze, eude N weer, zoo ruischt de heade roorbij, tôt waar ze kaa » om te beeten ; dan tan zachte sckachtea piepeft '•of k»n vlerken sliepea 'tijïe, lijze vaart, II « >1 omleegewaard (2) ■ wr dît han roode pootje» 'S'naken, vliegen strootjes, «tofjes, wolle ea werk (3) »M onder hunne vlerk, ■« nakeij grand, — ze kronk'len 'ont om ende omme, doukleu (4) ?*i:nd hais en kop de ooren in den krop , 2fa opgewipt en knikken » aarde 't graan optikkea, ® Wtr en zoeken daar, l,tn (5) in en rond malka&r, pïezind en zonder veeten. 2'jt gc eenvoudig g'keeteu, 'e duive en mensche en al P. i>t was of wezea zal, lf ^«iven, argelooze ln. tij, dis îze booxe " «rof)tmoedigheid III wijst ootmoedigheid , |n. beeld van reine zeden, Jn Gods aanbidlijkhedea, '"effens 't zuivere Lai», ' wnde van ons nam, |!ita Grooten Geest bedieùen , ' van christne liedea j'treerd en wel verstaan, fflaar, prachtig aangedaan !***"■ wieî... wat zal ik zeggen, ' ta'e 'n 't werk gaaa leggen, (20>l>eid recht te doen wtten kaliekoen? blauw gezichte D ®) «a tweer«ch bekijken? Zwicht n, met beleefdheid «ju», PPWten Indiaan, » m de scheneu li l' ** '' : hem »teae* ; 1 ' 1° bslsdork spraalt, (1 a kik î s zijn steert gaat op, hij draait, akiklu hij doet zijn nenslap langen, 0 kik ! s hij laat zijn veerea haugeu, nkiL!» zijn pluimen streuv'len op « kik ! s hij strijkt zijn rooden kop tusschen zijn schouders beide ; 1 kik ! » hij kikt, als of hij zeide : j kik ! s hier ben ik, groote rnan, n kik ! » wie is 't die aan mij kan ? Geen van allen, hoort hem schrepen en in 't zaud zijn kleêren slepen : okik!» nu rechts « aanschouwt mij loch t. « kik ! u nu slinkç 0 aanschouwt mij nog». Is dit niet, in z'n als van geen er le kunst zich bewusten eenvoud, kunst,vol maakt? Kunst van kostelijke wcorden alcloor als 't daar éénig-mogelijke getrof fen, kunst van niet voor kunstig aanziei of banale welklinkendheid aangebrach te, maar steeds tôt zijn kostbare waard< van suggestieven consonanten-drang ge bezigde alliteratie, kunst van de reëelt geluiden-zelve in ons luisteren kaatsen de klank, kunst van naar willekeur vlug vlottende of rustig-klare of stuursch* vers-beweging, kunst, die zoo ons 't ta fereel, dat hij ons wil doen zien, ool waarlijk zien doet, ja heviger ?nee doe leven door zijn alziende oogen dan wau neer wij 't werkelijk aanschouwden. — Hœ'volledig gezien en gehoord is nie dat uit-vlieeen en neerstrijken der dui ven, hoe zuiver-vroorn gevoeld niet he nlstig bedenken hnnner duiding, en ho< frisch en sterk klink niet die opene spot lach bij de onverbeterlijke « entrée co inique » van den « zotten kallekoen ». Met hoe heerschende kracht hij toer reeds, 00k het geweldieste met aarzel looze vastheid neerl>eukte in zijn taal die niet seheen te kunnen breken in zijr hand,— hoor 't uit dit steigerend woord gedaver: a Gelijk het peerd te siampen staat en sperken (1) uit de steenen slaat, en, schuimende van den rennendorst met wit bespegelt zijn zwarte borst, zoo ligt een schip en spant en touwt den kabel, die "t gebonden houdt. » ( Excelsior.) (1) sparken, spranken (vaur). Maar hoe 00k niet de allerfijnste nuance van klank of van rhythme of woor-den-wending ontging aan zijn staal-sterk, docli tevens gladst-spiegelend ge-hoor, luister hoe hij, de kleine koor-knaap nog, den priester vergezelde naar een stervende : 1 En over 't kerkhof henenschoot, al biddend met verhaaste stem, de Priester Gods en ik met hem. En stap pende tel Je 'k stap op stap den weg af en repte mijn voetjes rap, en snelrie, met ongeiijkig spoor, den snsl op mij volgenden Priester voor, die tredend kwam na mij getreên met groote wij de manne» schreên. Ik ging al klinken met de bel Die klinfcetid op ging en de snel ■weêr, klinfeewde met mijn hand viel neêr, en rinkelde weg, en rinkelde weêr... (De Perechtinge.) Mijne scandeering (*) helpe u te hoo-ren, hoe, waar het kind loopt, de maat huppelt over hier en daar een anapest.dk den jambengang versnelt, maar hoe dezt bedaardelijk terugkeert (zoo opvallenc vooral door de tegenstcliing met de voor-gaande regels), zoodra met wijde stap-pen de priester nadert. En wat deze ver zen buitendien niet verrukkend zijn van uitdrukking, als b.v. dat « repk mijn voetjes rap » en het wonder waai vei-beeldende « ongelijkig », — var zeldzame wending die drie îaatbte regelen, verbazend, zooals er de klank et de die voortbrengende beweging samen in-éénen door vastgehouden zijn. Dit was zijn eerste werk. Maar nieuwi bundels volgden. « In eenen ruk, zeg' prof. Verriest, verschenen na zijn eerste ling, de Gedichten, Gezangen en Gebe-den, de Kerkhofblommen en de Kleen-gedichtjes en aile drie bevatten ze me-nigten van verzen, die voor de boven-staande aanhalingen niet onderdoen, in tegendeel zich nog verdiepen en vérin nigen tôt een in zang en zangen zicl opstortende geloofs-extaze als var « Dank o die mijn zonden », tôt de al omhelderende en van helderheid door dringende rust van « Als de ziele luis tert », tôt de klare weemoed-in-vred< van « 'k Hoore tuitend' hoornen ». — Ook weer uit deze bundels aan te halen het ware een onbegonnen werk. Maai het was ook niet het doel dezer bladzij den. Zeide ik niet, dat anderen u ei reeds hadden van verteld, hoezeer dez( dichter de natuur en zijne God liefhad (1) ketteren : fchetterend geluid maken o van een schetterende kleur zijn. (De Bo) (2) naar beneden ; (3) vlas-afval ; (4) duiken dompelen (De Bo) ; (5) 't hoope komen, Fr s'attrouper (De Bo) ; (6) scliuinsch ; (7) achit tert ; (8) rijzen te berge. (#) Het konrentioneele teekea s_^ werd rer rangea door kursievt letterteekena. De ge wcue letterteekw»s koww »?eree« wiet be teeken — . k ... Het is ± 1890, toen Guido Gezelle, ' zestig jaar oud, na de op zijn vier eerstê bundels gevolgde dertig jaren zwijgens maar voorbereidens tevens, opnieuw te zingen begon, en — schooner dan ooit. Na den eersten verzen-zwerm, die, door weinig onbeduidends of middehnatigs neergetrokken,één aanhoudeade schoon-heids-hoogte te aanschouwen bood, als waar maar weinig dichters, zoo ze in en-kele oogenblikken al dezelfde sfeer be-reiken, sterk genoeg zijn, bij voortduren zwevend te blijven, — na die schijnbaar gausch uitgevierde schoonheid van den jougen man schonk ons de grijsaard,van zijn zestigste jaar tôt aan zijn dood toe, nieuwe en weer nieuwere verzen-vluch-I ten, die nog hooger dan die van voor dertig jaren in nog zuiverder luchten stegen. ' Het waren Tijdkrans en Rijmsnoer, { die achtereenvolgens het licht zagen, in de rijkste van welke beide bundels Rijm-, snoer, in reeksen aan reeksen van de ^ verrukkkendste verzen, Gezelle tevens , het hoogtij van zijn dichterschap heeft ^ gevierd. En stervende, liet hij na een schat-op-, zichzelf van gedichten,weinige van vrce-. ger tijd, het meerendeel uit de laatste . jaren zijns levens, die nu als Laatste . Verzen zijn uitgegeven. Het lust mij, nog wijl ik u immers Gezelle-zelve ten voile wenschte te onthullen.doch slechts t u op zijn grootheid wilde voorbereiden, . om u te doen voelen, in hoe eerbiedige 1 liefde de bedevaart tôt zijn heilig land , van kunst dient ondernomen, — hierom lust het mij, niet uit zijn aller-rijpste en volmaakste werk Rijmsnoer, maar uit deze Laatste Verzen van den alreeds ten ! doode neigenden poëet, u zijn machtig en breed dichterschap te toonen. Daarom ook sla ik over het versje van | 1891 aan zijn « moederken », dat in diepste teederheid en zuiverte met Von-del's Constantijntje van het allerliefste onzer gansche poëzie is, en schrijf u af 1 't kan slechts gedeeltelijk, helaas) dat ' van kracht geweldige, en eindeloos-wijde < van diepen golfslag, als een rei uit Lu-ci fer : Zegcpraal : ( De zonne veclitl Het noovdervolk 1 komt woedend opgestoven, 1 de diepten uit, afgrijzelijk verbolgen. Bergen ko ven malkanieren zij werpen gaan in 's hemels aangezicht : den al te schoonen dag uitdoen en dooden 't zonnelicht I It Is nacht! En zijt voor goed an scij gedoinpt en doodgedaan? gij, beeld des alderhoogsten, Enlt gij, sterveud, ondergaan? De zonne vecht! Zij duwt den spîet den overwonnen gaffel des zonnelichts, de reuzen la den zwart gezwollea naffel ; Ze pletteren te grondewaard, ze pletsen en ze plassen, dat 't bommelt in de lucht alom : lijk honden zijn 't die bawen. De wereld stroomt afgrijzelijk van 't bloed alsof het waar van de' eindelijk verwonnen ea verweaschte reuzerpchaar. Ze 'a zijn niet mecr... Ze 'n zija niet tneer. Ze waren!... In hun stede komt helderheid, komt hemelsblauw. komt goud, dat schittert, aiede. De zonne vocht, de zonne won, en, tierende overluid : t Hier ben ik ! » roept on* zoamekea, s de* vijands vomke is uitli Kon ik dit gedicht maar bij gedeelten geven, zeggen alleen kan ik u, dat in ■ denzelfden tijd, 1897, geschreven werd Groeningens grootheid of de slag van de i guldene spooren, dat machtige poëem, 1 van 't welk ik de sidderende rhythme-zwaai in den vaandel-zang « de leeuwen dansen ! » — onovertroffen acht. Maar niet alleen mach'.ig en grootsch (meest van de taaie grijsheid te verwach-ten) waren gcbleven het gevoel en de taal van den ouden dichter, — de door-sehijnende lichtheden der natuur, die, in hun helderen jubel, als om door de jeugd slechts gevoeld te worden, schijnen bestemd, die heerlijkste zonnighe-1 den van lente en bloei koesterde de grijs-i aard nog in zijn jong dichter-hart, in zijn jeugdig-fleurende taal. Zoo zingt hij, mede in 1897, van den goû-regen dit fijn lichtst aanschouwen : recht een regenval gelijken ze, van goude? ... neen van zijde en licht eu edelsteen! En zoo, nog leven de te midden der volledige aarde-schoonheid, tusschen het sombere slag-veld, het zware onweer, en 1 de luchte bloemen-liefclijkheid inliggen-de, — zoo, nog met de rijke vollieid der F sehoone wereld, die hij zich verworven ; had, om zich, en in zich, stierf hij. 't Is stille, stille... zoetjes vaart dat roerde alom, te rustewaard... EENIGE GEDICHTEN VAN GUIDO GEZELLE De Koning is gekommea t De groote aon, de zomer is teo oosten uitgeklomrnsc, bezoekende zijn koninkrijk... de koning is gekommen l De volkeren, de grooten en de kleenen ,alle lieden hem koninklijk b-egroeten gaa* en blijden inkom bieden. De mannen zijn veel sterker nu ten arbeide ,en de vrouwen, ze slaan wel nog zoo dapper, met de la, de weefgetouwen. De jongens en de maagden, als of ze nog kleene waren, jaan loopen in de lanen, in de lucht, en spelevaren. Het kindje, dat geen tonge en heeft, nu zingen kan ; en 't aaien van moeders hand- en mondgebaar vriendtoevig (1) tegenkraaien, De vogels zingen, de aarde zingt, d kruiden en de blommen... de zomer is, de groote zon, de koning is gekommen ! (Rijmsnoer). , iMija hert is als een blomgewas Mijn hert is als een blomgewas, dat, opengaande of toegeloken, de stralen van de zonne va.igt, of kwijnt en pijnt en hangt gebroken ! Mijn hert gelijkt het jeugdig groen, dat asemt in den dauw des morgens ; maar zwakt, des avonds, moe geleefd, vol stof, vol weemoeds en vol zorgens ! Mijn hert is als een vrucht, die wast en rijp wordt, in de schauw verhoien, aleer de hand des najaars heeft, te vroeg eilaas, den boom bestolen ! Mijn hert gelijkt de sterre, die verschiet, en aan de hooge wanden des hemels eene sparke strijkt, die, eer 'k heraem, houdt op te branden ! Mijn herte slacht den regenboog, lie, hoog gebouwd dôér al d« hemelen, ivelhaast gedaan heeft rood en blauw :n groen en geel en peersch te schemelen ! . Vlijn hert... mijn hert is krank, en broos, :n onstandvastig in 't verblijden ; naar, als 't hem wel gaat éénen stond, t Van dagen lang weêr honger lijden 1 . (Tijdkrans). 1 Nieuwjaar ' Het jaar is uit- ' en tendengleefd : ! van al zijn oude ' ellenden en heeft : den last het ons ontgeven ; het nieuwjaar heeft, van heden af aan, 1 / ' voor elk ende een, een schrede gedaan : wie zal 't tôt tenden leven? (Rijmsnoer). Pedagogen Kunstelooze kostbaarhedea uit des herten grond gegroeid, onbesneden, onbesnoeid, wat ook aile pedagogen staande houden, hooge en fel, onbelegen, onbedrogen, wilde waarheid wilde ik wel. (Rijmsnoer). ; 't Meezeken Daar hipt en wipt, den tak omtrent, :en pimpermeesk', half zonneblend ; ;n 'k hoor zijn bekske, naaldefijn, lerhalend en herhalend zijn, noe 't blijde en hoe 't ja vromer is, 1 ladien 't nu eenmaal zomer is. < |a-wel ,mijn kleentje, en meê met u, soo hipt mijn herte en wipt het nu, /ol hope, omdat 't weêr zonneschijn /erblijden zal, en zomer zijn ! (Rijmsnoer). Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft, 't lijzigste gefluister ook een taal en teeken heeft : blâren van de boomen kouten met malkaar gezwind, baren in de stroomen klappen luide en welgezind, wind en wee en wolken, wegelen van Gods heiligen voet, talen en vertolken 't diep geùoken woord zoo zoet... als de ziele luistert ! (Kleengedichtjes). Nunc pede libère Brands ios ,mijn hert, van al dat uw jevlerkte vlucht ombindt ; brandt los van kot en keiens, nu de weenende ooge ontblind ; irandt los, mijn hert, 't is nu, 't is nu dat de hemelvaart begint ! (Kleengedichtjes). De Vlaming staat zijn eigen taal en [zeden af ; hij 'n mag niet ! De Vlaming wil van ander taal en [zeden zijn : hij 'n kan niet! De Vlaming heeft, op 't ende van 't spel, noch dit noch dat niet! (Kleengedichtjes). (1). Vri«nd«lîj!< 'ORSfenejrieTi, rieful-airdig. Eerste Mei betoogiogen In 1889 werd te Pari j s eene Wereld tentoonstelling gehouden. Daar ware: saamgebraeht de wonderen en de schat ten uitgevonden en verzameld en ge wrocht door het vernuft der zoekers ei de vlijt der werklieden van gansch d wereld. Wereldtentoonstellingen geven steed aanleiding om kongresien te houden waar persenen, die uitmunten in allerle takken, samenkomen om hun belangei te bespreken. Dit was ook in 1889 te Pa rijs het geval. Het merkwaardigste vai aile de kongressen die aldaar gehoudei werden, was het Kongres der socialisti sche werklieden ; het is vooral merk waardig te noemen ,omdat een der bij sonderste besluiten, welke op dit kon grès genomen werden dadelijk tôt uit ./oer kwam over de geheele wereld, het geen niet altijd is kunnen gezegd wor den van andere kongressen. Het is de instelling van den lsteu Mei dag. De socialistische werklieden warei niet van plan een Meifeest in te richten van feesten was volstrekt geen kwestie en de rechtzinnigen in de leer zuliei het met ons cens zijn als wij zeggen, da de Eerste Mei wezen moest de dag,waar op, over de geheele wereld, op hetzelfd uur, op hetzelfde oogenblik, de socia listische partij openbaar zou betoogei voor hare princiepen, en hare eischei stellen, inzonderheid in deze twee din gen : verkorting van den arbeidsdag vaststelling van het minimum van dag loon. Al het andere i« van bijkomendei aard. Den Eersten Mei zouden overal d. werklieden, welke zich met die eischei solidair verklaarden,opmarchecren lang straten en pleinen ; het zou eene revu kvezen van het roode leger, een monste ring der solda ten van de sociale révolu :ie. "" Lange jaren is de Eerste Mei een daj /an schrik geweest voor de behouders 3e policie werd te been gebracht ; ir /ele landen werd het leger in de kazer-ien gekonsigneerd. De dagbladen deel-len in al hun uitgaven bijzondere tele-;rammen meâ over het verioop van der lag in de groote steden der wereld, er ils de Ecrite Mei voorbij was, scheei: îet alsof een zucht van verlichtinT ont-inapte aan millioenen bange borsten. Waarom? Nooit is bij een socialisl îet gedacht opgekomen, om van dier lag van vrcedzame manifestatie te ma-cen een dag van oproer en geweld. He' ïvrs een dag uitgekozen buiten aile an dere, om uitdrukkelijk kenbaar te maken bepaalde eischen van het proleta-riaat ; om met meer nadruk dan ge- - woonlijk te wijzen op hervormingen van 1 onmiddellijk l>elang voor de werklieden - aller landen. Van Vredesfeest, van Arbeidsfeest is 1 geen kwestie geweest ; dat is er later ; bijgevoegd, toen het grond-idée op andere wijze werd uitgelegd door de poli-s tiekers, welke den dag van uiting der , révolutionnaire eischen liever zagen ver-i vangen door een dag van bijzondere pro-1 paganda voor hun algemeen politiek - programma. 1 Aan de Eerste-Mei-betoogingen kon-1 den alleen deelnemen de werklieden, - sympathiseerende met of aangesloten bij - de sociaal-deinokratie ; de andere, hoe-j zeer hun de geetelde eischen ook aanbe- - langden, konden of durfden niet mee- - gaan met de aanhangers der sociale Re- - volutie. Aan een Vredefeest, aan een feest van den Arbeid kan ieder meedoen, onge- - acht zijne politieke overtuiging, of zijn çodsdienstig geloof. Iedere arbeider 1 noet den Vrede huldigen, door den-: welke de Arbeid zich kan ontwikkelen, , en iedere werkman moet den Arbeid î eeren, die brou van wel vaart voor de t gansche wereld. Zoo kwam men er stilaan toe het ka-rakter van den socialistischen Eersten - Mei te doen veranderen ; de schrik voor : dien dag ging er uit, en met sympathie i zag men alom de éocialisten een feest - vieren, dat absoluut niet «ocialistisch ; ineer was. In de gemeenteraden waar zijn min-rlerheid zijn, hebben de socialistische 1 ^ekozenen zelfs gepoogd de overheden officieel hun feest mes te doen vieren, ■n — gelukkiglijk voor hen ! — hebbea deze daarvoor'altijd feestelijk bedankt... Dit jaar zal in de groote landen vaa Europa geen Meifeest worden gevierd : 't zou wel een spotteruij lijken. In de kleine, neutrale landen zal men de ge-wone optochten houden en vrome wen-; schen uiten voor den Vrede... En voor den eersten keer misschien, zullen overal de «bourgeois» en de «prolétaires » het eeus zijn in den vrede-wensch...De voortbrenger en de genieter lijden beiden onder den druk van den oorlog ; voor de eerste maal zijn hunne belangen dezelfde : toch zullen zij niet naast malkaar staan om hun afkeer voor den oor-iog uit te spreken en het einde daarvau te eischen. Daarvoor zit aan beide kan-i ten het klassc-vooroordeel nog veel te • diep Altk, DAGELIJKSCH NIEUWS OP DE STRAAT. — Zou niemand van « hoogerhand » een toertje willen doen langs onze volkswijken, vooral te-jen valavond? Liefst iemand die onze « arme hon-ïerlijdende bevolking » waarvcor zulke groote bezorgdheid wordt aan den da^ ^elegd, en die het zulke « reusachtige in-;panniug » en moeite kost om te bevoor-raden, — zeer genegen is. Zoo iemand, gesteld dat hij zien kan, ?ou aardige tooneelen aanschouwen. Er wordt in al onze volkswijken, van n 't fauboert tôt aan de Kwetterwei.van len Steenen Molen tôt op 't Schelleken, i>p den keldermond, op het voetpad, te-*en elk schutael, geapeeld, en gespeeld i'oor geld. In dezen tijd doet dat rreemd aan. Zou het niet noodig zijn daar maatre-jelen tegen te nemenî BABBELKOUSEN. — In de 5dc tvijk. Een zeer bevolkte straat. Acht uur Belgische tijd. Aan de deur van elke wo-tiin groepen vrouwen en meisje* ; hier ;n daar een man daartusschen, doch de-se zijn in minderheid. Het manuelijl slement is bij het leger, en de vrouwen oebben malkaar veel te vertellen over bet nieuws dat zij kregen... 't Gesprek dwaalt soms aardig af. Loopt over 011-ierwerpen, die men nader beschreven i'indt in Aritophane:,' Vrouwenkrijg. Drtik getater dour heel de straat : een scht Antwerpsch tooneeltje. De polies komt voorbij : een echte igent, en een « burgerpolies ». Zoo'n stel heet het volk « voor onderhalven :ent hering ». Niet eerbiedig, maar schilderachtig. De agent venhaant de babbelende vrouwen : 't is tijd om bin-aen te gaan. Aile samenscholingen van meer dan vijf personen zijn verboden. Hij wil niemand last doen, verwittigt, ni doet zijn ronde voort. De vrouwen storen zich daar niet lan ; achter zijn rug wordt de agent uit-gelachen. Ze zouden nog niet mogen sjauwelcn, en hunnen vent vecht voor de vrijheid ! Wâ 's 't nauw ! De vrouwen blijven voortpraten, nog een half uur, en nog een. De drukte houdt niet op ; de samenscholing groeit aan. Tôt de agent zich weer vertoont op de straat; doet verbolgen; algemeen<j vlneht ; gillen, schr«eHwca, kaastig r«p- pen van iu hout geschoeide voeten,,. De agent gaat toornig voorbij, werp\. rechts en links grammoedige blikkeu, gelijk Druon Antigoon voor hij in de Diepestraat het hoofd verloor. De straat is stil. Orde en rust heerscheu... OPENBARE EETZALEN. — Het gerucht loopt dat de personen die eeni-gen onderstand genicten hetzij van het Antwerpsch Komiteit hetzij van het VVeU Jadigheidsbureel, hetzij van de Werke-loozenkas, verplicht zouden zijn, gebruik te maken van de soepbedeeling in de openbarc eetzalen. Dit gerucht is onwaar ; er is voor de ondersteunden niet de minste verplich-ting om de soep te gaan eten, noch zich in de eetzalen te laten inschrijven, Antwerpen, 30 April 1915. Antwerpsch Komiteit voor hulp aan de gezinnen geteisterd dOor den oorlog. HEHOPBOUWEN. — Sinds enkele dagen wordt er overal druk gewerkt tôt het heropbouwen van vernielde en be-schadigde huizen. Zoo zagen we in de Kronenburg- Volk- Verbond- Van Bree-Palcis en andere straten talrijke metsers, gravers, steenhouwers, schilders, enz, ijverig aan het werk, BIJ ONZE VLUCHTELINGEN IN HOLLAND. — In een bijzonder inge-richte barak te Veghel in Nederland, ziin verschillende Belgische vuchtelingen on-dergebracht, die uit het kamp te Uden kwamen en die lijden aan eehe besmette-lijke ziekle. In deze gemeente worden ze verder verzorgd. OPENBARE VOORDRACHTEN IN HOLLAND. — liet Belgische komiteit te 's Gravenhage, willende de belangen der in Holland vertoevende Belgen be-hartigen, heeft eene reeks lezingen inge-richt, welke zullen plaats vinden in het Gymnasium. Opvolgentlijk zullen de lezingen in hct Fransch of in het Vlaamsch gehouden worden. Als redenaars zijn reeds ingeschreven : heeren P. Otlet, advokaat te Brussel ; Al= béric de Swarte, id. ; Max L. Gérard, ingénieur- bij het « Crédit Général Liégeois » te Brussel; L. Van der Swaèl-rnen, houwkundige ; H. P. Berlage, Nsr.j id. ; h II. >id. ; Jhr,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsche nieuws behorende tot de categorie Gecensureerde pers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes