Zond&g 23 Mei im5 Eerste J&arg, Nr 129 HET « Prim t 5 Centième# door geheel België Vlaamsche Nieuws H«t biil in&slicht ait measl verspreid Nleiiwshlad van België, - Varichynt 7 maal par week v^S»3eîCî*ï,SBJÔ8*aKSÎS22£££i3aa!S liïJFZZ 2«S5Sa3œii«aE â!Z&2&eS££SEiESKSJ& iUSt3XliS^.^iSSSS5S3«£i*^:. 133 ARONNEMENTSPRIJZEN : t'ei week 0.35 - Per 3 œaanden 4.— Per maand 1.50 j Per 6 maaaden 7.60 Pstr jaar U. - ' - #»«iia.*^&^y®ce,Kv vJTOran^^CiCtaa.r^aj - -• . .- . Ï- -.. 5^tw^1S^SSB6bUitXmil5«^^^'-.î2^J6S*ESstîS BESTUURDEH? ÂLFONS BAEYEN8 BURËBifiN : ROODESTRAAT, 44, ANTWERPEN,' Tel. 19S# Bwe&&ss3&9.. ^caej^i^3^:^vr^Brœ^"rv^*ai^KTj«Ksasf' T^SKx «acÈ-Bûs^c^A^^^o^assrïSjBC^^ATSiBTCCi-'cïJiF-f^j^EsaBia» AANKONDfGINGEN: Tweede Waiz.. per regel 2.60 Vierde bla4z, pet regel 0.50 Berde bladz., id. I.— Doods'oerieht 5,-~ Voor aile anuonceu, wende mem zich : ROODESÏRAAT, 44. lernand die 't vet heeft gebracht Dit is Andrew Carnegie ! | Hij is nu 77 jaar oud en Schot van ge loorte ; is de zoon van een armen da iistwever. Yader Carnegie bezat en sle handweefgetcuwen. Toen hij he jet zijn handenarbeid niet meer kon uit buden tegen de opkomende stoomfa rieken, scheepte hij met zijn geziu naa: imerika in en ging zich te Pittsbuu sstigeii, Dit gebeurde in 1848, toet Urew il jaar oud was. Zijn moeder ru moedige, ernstige, vronie vrouw ierde hem lezen en oefende deu groot-teainvloed uit op zijn karakter, aihoe tl hij haar streng-godsdienstigen zii iet erfde. De jongen was eerst werkzaam in eer itoenspinnerij, dan in een machine-ibriek, werd dan telegram besteller er indelijk telegrafist, vak waarin hij uit-bftte, dank zij zijn fijn ïïiuzikaal ge-•m. In die hœdanigheid trad hij ii Itnst van de nu ontzaglijke Pennsylva-ii-spoorwegonderneming, die in dier jd nog maar over éen enkel spoor be-iikte.jHier gfebeurde iets, dat een bijzonde-b trek van zijn karakter doet kennen pztkeren dag dat zijn overste afwe/i>; m, had er een stoornis plaats op d« |n. Een passagierstrein ondervond eer pienlijke vertraging en vele goede-streiuen stonden op zijsporen te wach-nom hem door' te laten. Carnegie kon zich rekenschap ovei ti toestand geven door de telegram-es, welke op den lessenaar van zijr rate lageu. Hij nam een klock be-lit: hij seinde naar den ronducteui ii den passagierstrein orn deze gedu-nde drie uren en veertig minuten op koulen, ten einde de gansche reeks éderentreinen door te laten, zoodat a op den gestelden tijd nog op hun stemmmg geraakten. Elk van zijn or-is onderteekende hij met den naam il zijn overste. Eenige dagen later, zoo verhaa't inegie zelf, kwam de direkteur-gene-ilopons bureel en legde zijn hand op jit sohouder : - Zijt gij het jongmensch dat Auto heet- vroeg hij. - Ja, mijnheer, antwoordde ik. -Wel, ik heb van u gehoord.zei hij M; uw overste heeft on a verklapt izijn kleine Schotsche duive] heeft jehaald. » jet is dan ook niet te verwonderen, i die « kleine Schotsche duivel » ge-it en geholpen werd door al wie hem 1er zijn bevelen had. Kort na deze Wtenis bood zijn overste hem een kenheid aan om tien goede aandeelen woopen ; hij wou wel, maar had het ■*%e geld niet. Zijn overste schoo H0 dan wat voor en zijn moeder nam Jhypotheek op haav huisje om hem ■rat te verschaffen. •'eldra kon hij een kleine fabriek van B'ffl-bruggenbouw oprichten. Nu was Bjijn eigen baas, — de baas van de ■'-stone-fabriek.die de oorsprong werd Biijn milliardairschap. ■wr hoe denkt nu die geldkouing het geld en over het gebruik van die Bit? Carnegie gaf zelr het antwoord vraag. l- i verwerpt eerst en vooral de giîten ■'otameut, want giften na den dood B?«n giften ; 't is tijdeus zijn leven ■ dtrijkaiird moet geve.n. De begifti- ■ "'oet met zijn g;eld stichten of uit-Bfcn universiteiten, bibliotheken, ■'toleu, (<pe"bare parken, groote ver-Bpigslokalen (vocral met het oog op ■ kerken (dit vooral tôt bevorele- ■ 'ier bouwkunst). V" ander geliefkoos<l t>eginsel, dat ■"^ie steeds daarbij in acht neemt is : ■ Pien moet altiid tôt werken of tôt ■î# Un anderen aansporen. Zoo b.v. H gemeente een hospitaal, bi- of universiteit, zoo moet ze MNftinden die insteliingen te onder-■-«tn, verder uit te breiden en te ver-■®en; wie b.v. de bibliotheelc bezoekt B'ists daarvoor betalen, want, zegt H 'f viets kost, wordt niet geacht. K''1 komt het dat de gi ft voor het op-v"an het beroemde Carnegie-In-■•f«erst door den gemeenteraad van BS):;r?h geweigerd werd. Doch iater ■ ] !'e gemeenteraad op zijn meening H|'etl aanvaardde de gift. ■ ass:hen had Carnegie een brief ont-H ' van Herbert Spencer, waarin de-■^aanraadde, nu maar die kortzich-H llrgervaders de gevolgen van hun V' We'gering te l«ten dragen, waarop B,t8lc antwoordde : « Daar mijn op-W'wenseh is het welzijn van Pitts-H ea niet mijn eigen welzijn te be- v°el ik me docr die weigering ■p..frenkt en verheug er mij nu in, Hj ' ts"urgh van meening is veran-■' Wai't het is niet wat een man ■>!niar wat hij gemeenschappen er BjWce8t te geven of uit te voeren, H, *°stbaarste rruchten afweipt. » jaren, dst hij aan » het hoofd van een leger van 25,000 ar-beiders stond, heeft hij in zijn werkhui zen slechts tweemaal zien staken. Hi; is zijn arbeiders zeer genegen, en dil bewees hij door hooger loon te betalei: dan wie ook : gemiddeld 12 fr. 50 pei • dag Carnegie lioudt vec-l van muziek. Een? • zci hij : « Heb uw orkest lief en ont-t wikkel uw muzikale bcgaafdheden hier. • Geloof me, muziek is de hoogste uit- ■ drukking die het menschelijk las tot-" nogtoe bereikt heeft ! » : Nu de naam van het Carnegie-insti-1 tute uitgesproken is, wil ik daarover een 1 bijzonderheid meedeelen van financiee-1 len aard. Dit instituut, het groot s te en machtigste, dat Carnegie coit heeft op-gericht, is op twaalf jaar tijd tôt stand 1 gelcomen en heeft aan bouw, meubilee-ring, jaarwedden van hoogleeraars en i leeraars, administratie, enz., gekost de ■ som van 102 1/2 millioen franlc. Wat hij reeds vôor en nog na dit In-stitute gesticht heeft in de Vereenigde-Staten, in Schotland en elders, wat hij nog heeft gedaan, o.a. als overtuigd be-kamper van d jn oorlog, zullen we niet pogen op te sommeil. Alleen zij het ons genoeg te weten dat hij op een gegeven oogenblik geoordeeld heeft rijk genoeg te zijn, dat hij zijn industrieele bron-nen van rijkdom aan anderen heeft ove-r-: gemaakt, en dan begonnen is zijn geld • te verteren, zoodat hij reeds in 1902 i 80 millioen frank had besteed, alleen aan wetenschappelijke inriehtingen, en dit alleen te Pittsburgh eu in het omliggen-de.Bij die enkele beschouwingen rijst de vraag hoe het jonge Amerika een man heeft kunnen voortbrengen als Carnegie, begaafd met zulke edele inzichten en gedachten. G. B. Staatsminister Beern&eri Het scheelde weinig of er was verbod voor ooriogvoerenden met boinmen uit iuchtsehepen of vliegtuigen te werpen. « lnderdaad ben ik voor de vijftiende maal tôt Président der lnterparlemen-taire Unie herkozen, maar dit zal wel de laatste maal zijn. » Aldus schreef Staatsminister Beer-naert den 14n januari 1909, en zijn voor-gevoel heei't zich bewaarheid. De grijze Staatsman, die ondanks zijn hoogen leeftijd, jeugdig van hart eu geest bleef, leidde opnieuw het 17e Koa-gres der Unie, dat in September 1912 te Genève werd gehouden. Getrouw aau zijn grondbeginsel wilde de geachte voorzitter der Unie de verkla-ring van den 29n Juli 1899, bevattende, het verbod betreffende het werpen van boinmen en ontplofbare stoifen uit luchtschepen oî vliegtuigen, dat tijdeus de eerste vrede&konferentie voor een tijdperk van vijf jar^n was aangenomen, doch ter tweede konferejitie niet her-nieuwd, omdat Frankrijk toen alleen luchtschepen bezat. en zich aan 't hoofd h 3e t te van de vliegtuigkunst. Het wilde het voordeel behouden dat zijn verineen-de voorsprong moest geven. Beernaert gaf echter den moed niet verloren. Doch de Staatsminister wikte en de onverbiddelijke dood beschikte. Beernaert zou in de vergadering het woord voeren, doch een ongesteldheid belette hem dit. Hij werd genoodzaakt zich ter ruste te begeven, totdat de slui-pende dood de leven.geesten uit dit werkzaam lichaam had verjaagd. Staatsminister Beernaert was niet meer. Oe Uaterwaciitt) Uitwerklag ><i Usa Giast Een aardige episode uit de jongste ge-vechten in Galicië : Twee Hongaarsche huzaren waren in een vallei der Karpathen op verkenning uit. Op den terugtocht verwijderden zij zich eeu weinig van elkaar. Degene, die vooruitgegaan was, stond stil cm op zijn makker te wachten Gpeens bemerkte hij in een boom een Russisch soldaat die op hem aanlegde. De Hongaarsche huzaar behield zij ne tegen woordigiieid van géest, keek den Rus goed in de oogen, boog en groette hem beleefd terwijl hij zijn kepi afnam. De Ru3, geheel uit het veld geslagen, laac zijn geweer zakken, komt van den boom af en gaat naar den vijandelijken huzaar toc-, geeft hem de hand en... verdwijut. Kort daarop beknorde hem de kom-mandant die ervan verwittigd was. — Ziedaar een held ! Groeten, dat is niet zijn plicht als soldaat doen ! — Pardon, luitenant.antwoorddc daarop de huzaar, indien ik mij had willeu verdedigen, dan ware ik er slecht af ge-konien vooraleer ik mijn karabijn van den schouder had kunnen nemen. U be-grijpc wel, luitenant, dat een groet met den koed onder deze omstandigheden ver te verkiezen was boven een geweersehot. Kon il? onders handeleu, DAC1ELIJKSCH NIEUWS IN MEMOR1AM. - Do « Mutuelle ' Congolaise» heeft Vrijdag, 21 Mei, een plechtigen dienst doen celebreeren ter nagedachtenis van haren onder-voorzit-ter den heer Atrhur Henrion" voor zijn vaderland gevallen. De heer Henrion was vrijwilliger, on-derluitenant bij de Karabiniers. Hij was gedekoreerd van het orde van den Kc-ninklijken Leeuw, van de burLjerlijke me-dalje voor daden van moed en zelfopof-fering, de Ster van Kongo en het kruis van de mutualiteit. In 1898 was hij luitenant van de Open-bare Macht en vocht te Redjaf tegen de Derwisjen. Voor zijn moed werd hem de gouden m-edalje op de borst gehechtT" Nog in andere veldtochten onder-scheidde hij zich onder den bevelhebber Kops. Den ignMei 1901 keerde hij terug naar zijn vaderland. De moedige jongen was van iedereen geacht en gaarne ge-zien ook werd Arthur Henrion bijna da-delijk tôt onder-voorzittér van de M. C. benoemd. Zijne dood ontrukt hem aan de liefde van zijn gezin en van zijn trou-we kameraden uit Kongo. Op de pleçhtigheid waren tegenwoor-dig : MM. Allard, Genné, Viaene, Lau-reys, De Wiregt, Thibaut, Cools, Holsters, Van Engelen, Dr. Brees, C. en M. Van Gehuchten, Dr. Humblé, Wenmaeckers, Van Acker, Pourceau, Janssens, Van Riel, Gilkens, Fr. Slin-geneyer, Daems, Trollin, Colsoulle, Hen-neken, Nydt, Braye, Duyvenwaard, ook nog generaal Heimburger, generaal Pit-toors, generaal Cappoen en heer no.taris De Deken, beschermleden van de « Mutuelle Congolaise ». In het koor hadden plaats genomen de heer goeverneur van de Wçrve van Schil-de, de heer burgemeester Jan de Vos, de heer voorzitter van het tribunaal J. De Winter. Onmiddellijk na de familie nam plaats de heer Hubert Melis, stadssekretaris. VOORDRACHTEN. — De voor-drachten door de stad Antwerpen inge-richt, met medewerking van de tooneel-spelers en ten voordeele van de artisten, die zonder verdiensten zijn, zijn op den Woensdag gesteld. Zij zullen den 2 Juni beginnen met de voordracht van dichter Po! de Mont : « Wat is poëzie » ? Er zijn enkele veranderingen aan het programma gebracht. De heer Maurits Sabbe heeft de taak niet op zich kunnen nemen en moest van zijn spreekbeurt afzien. Wij weten dat S'ibbe overwerkt is. 't Is zeer spijtig want hij is een prachtig redenaar. De heer Roims zal handeien over Guido Gezelle, de heer Frans Van Cuyck over Conscience. Telkens zullen eerst de dichters en in de volgende voordracht de prozaschrijvers van een tijdvak behan-delt worden. 5 De heer Ach. Brijs zal spreken over de jongere dichters, die van na 1900. | SCHADEVEUGOEDING. — De stad ! Antwerpen heeft gisteren 23 duizend | frank moeten aftellen als schadevergo«-ding voor het stukslaan van woningen, den dag dat de oorlog werd verklaard. NOG STEEDS. — De vlag van het Italiaansch konsulaat op de Meir wordt den ganschen dag geraadpleegd door de voorbijgangers als barometer van eien politieken toestand. « Het hangt er nog ! >. zeggen de men-schen.En inderdaad gisteren, Zaterdag 22 Mei hing het er nog in den 'aten namid-dag als wij ervoorbij kwamen. DE BELGISCHE INVALIEDEN ZULLEN WELDRA NAAR BELGIE TERUGKEEREN. — Wij vernemendat de Belgische soldaten, die in Duitsch-land gevangen zijn en die tengevoJge hunner verwondingen, veortaan onge-schikt zijn voor sienmilitairen dienst, bin-nenkort naar hunne families zullen mo-gen terugkeeren. T«t vardiîjvtiig dur droave oerî©^-gsdachtan, roakt de sigareu « PRINCESSE ». HooÎ4Îbt're«I : RoUardarnschÊ straat, 72. NOG EEN VLAAMSCH WOORD. — In verband met hetgeen we gisteren zeiden over het woordje « gas », kan 110g het volgende vermeld wordeu : Het is bekend dat het door de Hol-landsche schildwachteu gebruikte woord « werda » niet anders beteekent dan «wie daar? » Het is even Duitsch als het ge-bruikelijke « hait » (houdt stil) dat bij ons ook het burgerrecht heeft gekregen. De Duitsche soldaat gebruikt diezelfde termen : « Hait, werda? » De Russische soldaat op wacht roept personen die hem verdacht voorkomen aan met i'et simpele « hoc? » En de Engelsche schildwacht vraagt : « Who goes-? » (wie gaat daar?). De Belgische en Fransche militaire voor-posten gebruikeu het bekende « Qui vive? » Deze uitdrukking beteekent woordelijk : « Wie leeft er? » eu is zon der korte verklaring niet begrijpelijk. De aauroep is echter afkomstig van oud-Frausche oorlogsgebruiken. Destijds rie-pen de schildwachteu: «Vive qui?» of « Longue vie? — à qui? » zoodra een vreemdeling naderde. Het antwoord daarop luidde steeds : « Vive Français », welke naam als parool gold. ONZE KUNSTENAARS IN HOL-LAND. — De bekende Antwerpsche deklamator, J. M. Lauwerijs, die in een der gevechten rond Thienen gevaarlijk gewond en daarna voor den dienst onge-schikt verklaard werd, is thans, 11a een verblijf van verscheideue maauden in het Zander-Instituut te Nijmegen, al zoo ver opgeknapt dat hij verscheidene kunstavonden heeft kunnen inrichten in verscliillende Hollandsche steden. Zijn bijval was buitengewoon. Ziehier wat eeu paar couranten over hem vertellen : « Zoo stond hij dan thans voor ons, de beterende gewoude Belg, lichamelijk nog niet de oude m-iar geesteliik frisscher en gelouterd en tôt grooter rijpheid geko-men. » « Aïs hij aan 't vertolken gaat, ver-geet men waar men is en leeft men geheel in de omgeving die hij schildert ; men ziet de personen van wie hij vertelt en men hoort die personen als hij ze laat spreken. Was dat niet werkelijk de kop-pige oude boer die « Nol » uit « Terwe », was dat iemand anders dan de venijnige Satan die voor ons stond en tôt ons sprak in « de Sulamithe », en voelden we niet werkelijk medelijdeu. als de oude bede-laar om water smeekte? 't Was dau ook dcodstil in den stampvolleu Schouwburg en men voelde, dat iedereen diep onder den indruk was. In « Jeugd » van Streu-ve's werden wij in geheel andere stem-ming gebracht en « Is 't Noorden 't Hoofd » en a Wat doen wij voor U » van de Clercq, werden met een begeestering voorgedragen, die aile aanwezigen mede-sleepte en lien door een langdurig ap-plaus tôt de werkelijkheid terngbracht. 't Meest in vervoering bracht ons echter de onovertrefbare wedergave van Roden-bach's « Klokke Roeland ». VEREENIGING VAN LETTER-KUNDIGEN. — De jaarlijksche verga-dering van den Bond van Noord- en Zuid - Nederlandsche Letterkundigen wordt op Zaterdag 5 Juni a.s. des voor-middags, te 11 ure, gehouden in het « Café Hollandais », Groenmarkt, 29, te 's Gravenhage. Buiten bestuurszaken, komeu op de agenda voor een behandeling over het formaat der Hollandsche boeken (inlei-der H. Robbers) ; over extra-korrektie (ni. : F. Bastiaanse) ; en over den toestand van de Vlaamsche Vereenigmg v. Letterknnde (inl. : André de Ridder). ALGEMEEN KLEEDINGSWERK. — Eenieder tevreden stellen is moeilijk, vooral in deze benarde tijden. Nu meer dan ooit geldt de stelregel : doe gij wat water in uw wijn, ik zal wat wijn in mijn water mengen. Deze woorden richten wij tôt een onzer lezers die zich over het « Algemeen Kleedingswerk » uitlaat. « Sedert eenige weken is er beslist, schrijft hij, dat door de zorgen dezer liefdadige vereeniging, aan de behoefti-gen niet alleen nieuwe schoenen zullen uitgedeeld worden, maar ook dat oude schoenen zullen gerepareerd worden. Uit-stekend» Doch oordeel zelf of daarbij rede-lijker wijze gehandeld wordt ; over zeven weken werden de bottinnen van mijn zoontje afgeleverd om versteld te worden en wanneer hij er gisteren naar vroeg werd hem, door zijn hoofdonder-wijzer geantwoord : ik kan op een week na niet bepalen wanneer gij in 't bezit uwer schoenen zult zijn ! ! ! » Intusschen kan mijn kind, wanneer het regent, de lessen niet bijwonen. Door zijn onvrijwillige afwezigheid in de klas wordt zijn studie niet gebaat en naar 't mij toeschijnt, is dit ook hinderlijk voor den regelmatigen gang der werk-zaamheden in de school. » Dunkt U dat ook niet, heer Hoofd-opsteller? » Wel zelcer ! Die schoenlapperskwestie heeft ook haar belang. D'OPSTANDELINGEN. Waar îoopt ge naar toe, M. Maclot? — Naar den Burgemeester!.., En ik hoop dat mijn oude vriend Jan De Vos me dadelijk zal ontvangen, want 't is on-verantwoordeijk wat de Stad doet met de Revolutie te organiseeren ! — De Revolutie... en de Stad zou? Hoe komt ge daar aan? — Door te redeneeren, tiens ! ... ? — 't Is loch doodgewoon. Eerst hadden we den Middenstand, dnn de Werk-manstand en nu... wat hebben we nu? Redeneer !... -—...? — 't Is nocTïtans ue-nvoudig : Middenstand, Werkmanstand en nu .. Dop-stand. Hoe kon de Stad zoo onvoorzicli-tig zijn Dopstanden in leven te roepen en Dopstandelingen te verwekken ? Ik loop.. nls het maar reeds niet te laat is ! ITALIÉ (Zie °2de bladzijde) 5 MIDDENSTAND. — De Intercommunale Kommissie heeft een bijzonder Komiteit benoemd dat de vragen, waar-bij de middenstand betrokken is, zal be-studeeren en daarover zijn advies indie-nen.Voorzitter Franck heeft de eerste zitr-ting van dit Komiteit gehouden in de Schepenzaal ten Stadhuize, voorgezeten en allereerst de aandacht der leden geroe-pen op de drie volgende vragen: 1. Be-voorrading van winkels en magazijnen van eetwaren, mogelijke invoer door de stad Antwerpen. 2. Toestand van de ne-ringdœners en de middenstands-bedrij-ven bij eene gebeurlijke opheffing van het moratorium. 3. Middelen van krediet voor den middenstand in betrekking tôt de bijzondere moeilijkheden uit den oorlog ontstaan. Dit Komiteit zal allereerst deze vraag-stukken onderzoeken, Het is samenge-steld als volgt : Voorzitter: M. j. Larnbrechts, onder-voorzitter "der Handelsrecinbanic ; onaer-voorznter: M. J. Crauwels, bankier; se-Kretans : M. J. Haegnaers ; scnaLOewaar-der : M. Cauwenbergh, bankier; leden: MM. Baelde en Bongers, gemeenteraads-leaen ; M. Montens, ondervoorzitter der îiurgerhjke Rechtbank ; M. Valenus, ad-vokaat en lid der lnterkommunale Kommissie : M.D. Van der Heyden, voorzittei van de Kleine liurger; M. Martougin, voorzitter van den Bond der Antwerpsciie iNijverheidsbazer. ; M. Berkmans, voorzitter van den Vrijen Burgersbond; M. Christiaensens, sekretaris van het Komiteit van den Middenstand. Het sludie-komiteit heeft een raadpie-gend karakter, en niet tôt doel de be-staande beroepsvereenigingen ot midden-standsbonden in iets albreuk te doen. Het geldt hoofdzakelijk bij bepaalde vragen de praktische gegevens te verzame-len <31 de gewensente inlichtingen in ad-viezen te verstrekken, en dit niet alleen in het bijzonder belang van den Middenstand, maar in het algemeen belang van Stad en oniheining en publiek. IN ONZE VOLKSBOEKERIJEN. — De verschillende volksboekerijen onzer Scheldestad hebben met oorlog een groot getai klanten bijgewonnen. Aizoo werden tijdens de maand April 1915 in leen gegeven : In het hoofdlokaal • Blindenstraat 21,510 boekdeelen (waarvan 12,932 Nederlandsche romans en vertalingen) te-gen9g86 deelen in 1914. i In het hulplokaal I, Verdussenstra»t, ; 4973 deelen (waarvan 3874 Nederland-| sclie romans en vertalingen) tegen 2337 ■in 19x4. In ht hulplokaal II, Violetstraat, 5143 j deelen (waarvan 3809 Nederlandsche romans en vertalingen) tegen 3014 in 1914. In het hulplokaal III, Abdijstraat-.Kiel, 2103 (waarvan 1878 Nederlandsche romans en vertalingen) tej;en 914 in 1914. Er werden alzoo in het geheel tijdens de maand April 1915 in de 4 volksbibho-theken 33,729 boekdeelen uitgeleend le-1(3251 in 1914. We heeten het een verheugend feit t« bestatigen dat ons volk zijne ledige uren shjt in zelfontwikkeling. BIJ ONZE NOTARISSEN. - De tuchtkamer der notarissen voor het jaar . i9i5-i9ï6 is als volgt samengsteld : j Voorzitter : Mter Van de Zanden ; i* syndic. Mter Verschpen ; 2' syndic. Mter Batkin ; verslaggever : Fl. Boeynaems ; sekretaris : Lemineur ; allen onzer stad ; schatbewaarder Mter de Grooff van Schilde ; leden : De Wachter van Niel ; de Marbaix, van Schcoten ; van de Wou-wer, van Calmpthout. HET HOLLANDSCÏ1 BROOD. — Men herbegint brood van Maastricht naar ons land in te voeren. Elken dag komen wagens vol met brood geladen in de gemeenten der provincie Luik, dicht bij de grens gelegen, waar de mijnwer-kers zich volstrekt niet kunnen voeden ; met de hen toegekende 300 grammen per dag. De wagens zijn vergezeld van een lid van de Hollandsche broodkommissie, die over de aankomst op de bestemming waakt. VEVJAARDAG. - Op 2i dezer u is I het juist 7 jaar geleden dat de spoorweg-ramp te Contich plaats greep, de schrik-kelijkste welke ooit in ons land gebeurde. Vier en veertig menschen schoten er het leven bij in en 150 anderen werden gewond. De Belgische Staat had 5 mil-joen schadevergoeding te betalen. EEN GOED GEDACHT. — Ten ein-d'j aan het groot aantal werkeloozen eene bezigheid te verschaffen heeft het ge-meentebestuur van Burglit besloten, de ongekasseide straten te doen ophoogen en ze met assche of kiezelzand op te la-gen, om alzoo dengrond te verduurza-men. Het ware wenschelijk dat andere gemeenten dit l»fwnardig voorbeeld na-volgdap ; OP HET DE CONINCKPLEIN. --Door de zorgen van den machtigen Bond der Antwerpsche Neringdoeners, heeft de Vereeniging der Foorkramers de toe-lating bekomen der overheden eene foor op te richten van 29 Mei tôt en met 6 Juni op de De Coninckplein. Men vergete niet dat onze foorkra-mers reeds zoolang aile broodgewm moesten ontberen en het is tevens voor aile ware sinjoren eene gelegenheid hunne liefdadigheid te betoonen en hunnen steun te verleenen aan deze zwaar be-prcefde lieden. WETENSWAARDIGHEOEN. — Zekere eucalytussen bereiken tôt eene lengte van 145 meters. Er zijn in Frankrijk meer dan 7000 ! onderscheidene soorten bloemen. De stad New-York bestaat maar v*u over 250 jaar ; Chicago is nauwelijks honderdjaring. Het huis van den Tzaar telt ongeveer 3000 knechten, waaronder 2000 vrouwen. Op 50 jaar heeft de Keiçer van Oos-tenrijk ongeveer 1400 reebokken op de jacht gedood. Volgens eene Ergelscne statistiek worden elk jaar in China 12000 personen ge-halsrecht.Een kabeljauw van middelmatig» grootte geeft per jaar ongeveer 7 mil-joen eieren. In 80 jaar kwamen er onge\éer e* miljoen inwijkelingen in d* Vereenijde-Staten.De zandlaag ia de Sahara-woestij» heeft eene gemiddeld» diepte van 17 meters. ^litgtrbek êmwwM mm trtistâ v»or aï «îw« vesr t!s Samp 111111,1/2 WATT¥an!OQKâÂBS£B Mi dspotioâiers der lamp a® SfriîTE ê C°. 149, Aatwerpaa DE GROOTSTE ETER DER WE-RELD, — Dr. H. L. Bouner, die het ambt van geneesheer uitoefent in d» Vereenigde Staten, te Marion (Indiana) roemt er op het rekord van het appetijt te houden. En tôt staving van die bewe-ring, zegt de wakkere man te kunnen eten — zonder maagverstoring — 5 pond beafstuk, 24 harde eieren, 10 pond ge-braad, 14 doozen verduurzaamde groen-ten en een half pond kaas. Nog eenige duizenden van die groote eters en de handelaars in levensmidde-len van Mario,n zullen spoedig milli»E-nair zijn. De rekening vm den StaskoBtvaiîger De gemeenteraad heeft gisterea vet' gaderd om te stemmen over de rekening va.n den stadsontvanger over zijn gel-delijk belieer gedurende het dienstjaar 1913, neergelegd in zitting van 3 Au-gustus 1.1. en verzonden tôt nazicht «a* de kommissie van geldweze. De inkomsteu beliepeti fr. 701,552.60 De uitgave* » fr. 668,127.50 Er bleef dus «en over-schot van fr. 83,425.0d Na het o»rdeel der kommissie van rekeuiugen gehoord t« hebben die d« rekeniugen juist heeft bevonden, ver-zoekt het kollege aan den raad de rekeniugen goed te keuren. De gemeenterekening werd zonder aanmerkiug goedgekeurd. M.Albert Aalders verzocht den burgemeester maatregeleii te nemen tegen de* schandelijkeii handel, die gedreve* wordt in nikkelen en zilveren munt. De burgemeester antwoordt dat et geen bepaalde klacht dieuaangaande werd ingediend, maar belool't maatrege-len te zullen nemen iu deu ziu zooals te Brussel, ten einde dezen handol t# keer te gaan. Raadslid Strouin s telt veranderingen voor in deu onderstand. De personen welke lid zijn van maatschappijen van onderlingen bijstand, worden uitbetaald tegen 12 en 15 frank per week. Het gebeurt dat wanneer de echtge-noot ziek is, zijne vrouw met een brief van den geneesheer gaat doppeu. Het achtbaar raadslid is van oordeel dat dezen die 12 of 15 fr. van eene maatschap-pij van onderlingen bijstand ontvangen, daarmede kunnen toekomen en het geld van den dop niet meer mogen opstrij-ken.M. Goetschaick doet uitschijnen dat in dergelijken dienst altijd misbruiken kunnen gebeuren. Er zijn 12000 aan-klachten gedaan door naanilooze Lrie-ven tegen personen die gingen doppen. Niet min dan 7000 dezer klachten werden juist bevonden en deze personen werden het werkloozcngeld ontnomeu. Nog 35.000 personen gaan stempeîen in de verschillende lokalen. Schepen Strauss verklaarde zich eeik met de opmerkingen der twee spreker» eu lj*!o»fde tnaatregelen le zùIIm m «ai.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.