Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

1703 0
15 december 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 15 December. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/599z03048s/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ONZE TAAL Nr. 127. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen. 15? December 1917 HET VLÀAMSCHE VOLK II (Vervol,).) Wanneer wij nu in overdenking nemen, dat die gèlukkige politieke ontwikkeling vergezeld ging met eene stoffelijke welvaart, die zoo groot was, dat zij de bewondering der andere volken gaande maakte, — dan zal het ons niet verwon-deren, dat de gemeenten weldra eene groote roi zullen betrachten, en een breed aandeel in het bestuur van den lande zullen eischen. Het is nogmaals in Ylaanderen, dat die nieuwe werking van het gemeente-leven zich met ongemeene kracht en levendigheid voordoet. Dat kwam hierbij, dat de gemeenten het land zelf geworden waren, Doch het waren nogmaals buitenlandsche om-standigheden welke de gemeente-mannen op den ingeslagen weg voorthielpen, of liever werden deze door den drang der zaken zelve er op vooruitgestuurd. Inderdaad, het was in den beginne der XIYde eeuw, dat Ylaanderen tegen Frankrijk dien strijd aanging, waarin zijn staatkundig be-staan en zijne onafhankelijkheid op het spel stonden. Tôt dan toe hadden de Pransche konin-gen, wel is waar, dikwijls tegen onze graven oorlog gevoerd ; maar het was altijd geweest voor het eene of andere feodale vraagpunt, en het volk had zich weinig om die vorstentwisten te bekreunen. Nochtans was de slag van Bouvines, welke de zegepraal des koningdoms over de leanroerigheid besliste ook hoogst noodlottig geweest voor de macht onzer prinsen. Een groot gedeelte der edellieden wilde het zich ook niet getroosten dat de burgerij machti-ger en machtiger werd en ook die voorrechten verkreeg welke zij als hunnen onbetwisten eigen-dom aanzien hadden. Yan dan af, begonnen zij hunne blikken naar Frankrijk te wenden ; en enkel naar persoonlijk belang luisterende, legden zij openlijk onvaderlandsche betrachtingen aan den dag. De partij der Leliaarts kwam tôt stand. Die staat van zaken verergerde nog onder het bestuur van Gwijde van Dampierre. Doch, wanneer koning Philips de Schoone ons land over-rompelde en het verbeurd verklaarde, plaatsten de burgers zich op de hoogte, door de omstan-digheden vereischt, en zij wroken hun onderdrukte land. Het waren de burgers, de werkende stan-den, die Ylaanderen vrij vochten en de vreemde beheerschers van den nationalen bodem wegvaag-den. — De Groeningerkouter, de slag van Pevelaberg, de belegering van Rijsel zijn daar om er getuigenis af te leggen. En gansch Europa zonk weg in eene stomme verwondering, toen het vernam, dat het een leger van boeren en werk-lieden was, welk ontelbare heirscharen van vorsten en ridders had uiteengedreven, om hunne per-soonlijke vrijheid en de onafhankelijkheid huns geboortelands te handhaven. Geinakkelijk valt het dus te begrijpen, dat wanneer het land in zijn eigen vrij bezit was teruggesteld, die zelfde gemeenten, welke het verdedigd en gered hadden, ook een aandeel in zijn bestuur betrachteden. Was dit dan ook geen logisch gevolg aan de zooeven volbrachte daden P Hadden zij, om zoo te zeggen, Vlaanderen niet opnieuw tôt stand geroepen en waren zij de natie niet ? Overigens, die aanspraak op het bestuur was niet nieuw ; zij veropenbaarde zich alsdan met eene grootere kracht, uit hoofde der omstan-digheden en der macht, waartoe de gemeenten alsdan gekomen waren, want zij had altijd, in zekere mate, bestaan. WITTE KAPROEN. KRIJGSGEVANGENSPREUKEtf. — Schik uwe tering naar uwen-hering.— — Aan de vruchten kent men den Oom. (pakken !... enz.) — Deerlijk duurt het langst. PUCK.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes