Recht door zee: orgaan van den Liberalen Vlaamsche Bond

860 0
01 augustus 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 01 Augustus. Recht door zee: orgaan van den Liberalen Vlaamsche Bond. Geraadpleegd op 01 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/th8bg2jh72/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

9e JAARGANG AUGUSTUS IQ14 SUMMER 3 Ôrgaan van den LIBERALE VLAAMSCHEN BOND VBRSCHIJNBNDE ELKE M A AND Bureel van îiet tolad. : 18, Regentstraat, Antwerpen Abonnementsprijs fr. 1.— per jaar : Aankondiging'en volgens overeenkomst VERKLARING Al is ons landje nog zoo klein, VVij willen flijven, wat we zijn, Met iedei votk in vrede lcven, In eigen taal naar 't hoogste streven. Ten aanzien van de groote gebeurtenissen, die thans aan de grenzen plaats vinden, mo-gen de Vlamingen zeggen, dat zij niets van hun programma te verloochenen hebben, dat zij met opgeheven hoofd en een rem geweten, de buitenlandsche verwikkelingen mogen aan-blikken.In den strijd der volkeren zijti al de kam-pers om den voorrang hun even lief, op voorwaarde dat zij de Belgische onzijdigheid eerbiedigen. De Vlamingen schuwen aile vooroordeel, aile dwaze vooringenomenheid. Zij willen Vlamingen zijn om beter Belgen te kunnen worden. Zonder eenige vreemde beschaving te dienen, willen zij aile vreemde beschavingen op zich laten inwerken en daardoor komen tôt hooger zelfstandige kultuur. Daarom bestudeeren zij in vredestijd de taal, de maatschappelijke inrichting, den handel, de nijverbeid en de kunst van den eenen nabuur zoowel als van den anderen. Daarom betreuren zij in oorlogstijd, dat twee groote beschavingen elkander niet beter begrijpen, steunen en beschermen. Wanneer scbijnl eens bet voile licbt der broederlijkheid ? ' ! In Memoriain De groote maaier lieeft dezer dagen fel in de raugen van de onde garde der Vlaamscke Beweging gewoed. Twee der schitterendste iiguren zijn ons in de tijdruimte van enkele uren ontvallen, dan, wanneer zij door hunne uitgebreide kennissen, door bunne rijke ondervinding, door hun gezag en hun talent nog zoovele diensten hadden kunnen bewijzen aan de zaak, die ons dierbaar is. Eerst Karel Buis, die als schepen van onderwijs en als burge-meester van Brussel, als voorzitter van het onderrichtsverbond, als reiziger en estheet onvergankelijke titels verwierf op de dankbaar-heid zijner medeburgers. Karel Buis, die in het openbaar leven een man was met eene onbuigzame ruggegraat, een geestelijke erfgenaam van de fiere gemeente-naren, die tôt koningen en ministers spraken met opgeheven hoofd, kon in den dagelijkschen omgang nochtans heel gemoedelijk zijn. In sommige bladen Word met slijk geworpen naar het lijk van den grooten burger, die vrijwillig verzaakte aan aile eereambten om uitsluitend te leven voor den strijd der ge-dachten, voor wetenschap en kunst. Met slijk werd gegooid naar het lijk van den tegenstrever, die een miûzamen groet, een hartelijk woord, den steun van zijne beurs veil had voor vriend en vijand. Aan Karel Buis wordt verweten de opennar-tigheid, de rechtzinnigheid zijner meeningen en zijner uitsprakcn. Het wordt hem als eene griel aangerekend, dat zijne redevoeringen geenszins hetuitzicht hadden van een pauselijke encycliek of van een Turnhoutsche oratie van zijne excellente Charles de Broqueville. Groot beslag werd er onder andere gemaakt, omdat Karel Buis, bij zekere plechtige gelegenheul, de omwenteling van 1830 en het aan stukken trekken van het Koninkrijk der Nederlanden als een feil heeft durven betreuren. De kerkpartij, die gereed is om aile uit-spattingen der grooten en machtigen met den ' mantel der liefde te verhullen, wanneer die grooten en machtigen maar buigen voor haar opperheerschappij, kan het dezen gewezen burgervader maar niet vergeven, dat hij stond op de onafhankelijkheid van het burgerlijk gezag, op de verbroedering van aile godsdien-stige belijdenissen. Zijne verdediging van de schoolwet van 1879, waarlegen de kerkpartij met zooveel brutaliteit storm liep ; zijn strijd tegen de schoolwet van 1883 ; zijne stichting van het verbond der gemeenten, zat haar dwars voor de maag. Zoo iets kon zij aan een tegenstrever nooit of nimmer vergeven, zelf bij de lijkbaar niet. FBtfisschen, voor de opkiaring der'gemoedBren de volgende anekdoot.- Karel Buis, wien als oudheidkundige en als wereldreiziger niets onverschillig liet, klopte wel eens aan bij den abt van zeker trappisten-klooster om te ruizenmuizen in de bibliotheek en te redekavelen over al wat ontwikkelde geesten belang kan inboezemen. En nu geviel het, dat een bekrompen ge-loovige daarover aan den abt opmerkingen maakte en zijne verwondering erovor uitdrukte, dat zulk een heilig man een zôô verstokten geus als Karel Buis minzaam ontvangen kon. Waarop het antwoord van vader abt volgde : Och, beste vriend, als aile katholieken zoo ■ braaf en zoo fatsoenlijk waren als meneer Buis, dan zoudeu we niet noodig gehad hebben voor hen onze deuren te sluiten. i Dan Max Rooses, die den 15(,e" Juli 1914, in zijn 76Ete levensjaar, ontsliep en,'op Vrijdag, 17 Juli, te 11 uur, in den familiekelder van het kiel werd bijgezet. Op de doodskaart staat, dat Max Rooses was doctor in wijsbegeerte en letteren, con- ! servateur van het muséum Plantin-Moretus, lid der Koninklijke Academie van België, lid van den beheerraad der Koninklijke academie van Schoone kunsten van Antwerpen, eere-voorzitter van den Liberalen Vlaamschen Bond, enz, Commandeur der Leopoldsorde, enz. De burgemeester ran Antwerpen Jan De Vos, bevoegde letterkundigen, kunstkenners"en poli-tieke mannen hebben de heele loopbaan van Max Rooses overzien en hulde gebracht aan zijne uitstekende geestesgaven, aan zijne voorbeeldige weerkzaamheid, aan zijne onwan-kelbare verknochtheid aan de liberale Vlaamsche grondbeginselen. Wat Max Rooses gedaan heeft voor de verbroedering tusschen Noord-en Zuid ; voor de [ waardeering in broederen kring van onze oudere en moderne Vlaamsche schrijvers en schilders ; voor de glorie van Rubens, Van Dijck, Jordaens, Piantin ; voor de inrichting van Oud-Antwerpen en van het landjuweel ; hoe hij opstrad als diplomaat bij het inrichten van tentoonstellingen, congressen, landdagen, betoogingen, bij het dempen van stam- en partijtwisten, bij het stichten van dagbladen en tijdschriften, werd voldoende in het licht gesteld. Daar was nu wezenlijk geen onderdeel van het Antwerpsche, van het Vlaamsche, van het Nederlandsche,van het algemeen-politieke leven, dat Max Rooses onverschillig liet. Eén richtsnoer beheerschte al zijne woordec, daden en werken, de grootheid van Vlaanderen, als onderdeel van Groot-Nederland. Al zijne pogingen strekten ertoe om de verspreide krachten te vereenigen, om aan den Vlaamschen stam steeds schoonere adeltitels te bezorgen door hooger leven, hooger wetenschap en hooger kunst. Niets was hem liever dan een oudere kracht te zien uitpakken met nieuw werk ; dan een jonge ster te zien opdagen aan den politieken of artistieken gezichteinder. Hij eerde elke sterk uitgesproken persoon-lijkheid, elk oprecht kunstvoortbrengsei als het keamerk van hoogere gaven en hij droomde ervan zijne geboortestad Antwerpen te stempelen tôt de voedstermoeder van aile Vlaamsche kunstenaars en geleerden. Peter Bouoit noemde hem «mijn ridderlijke vriend» en aan Jan van Rijswijck — den Vlaamschrn virtuoos met het Nederlandscbe woord !— bezorgde hij het burgemeesterschap van Antwerpen. Wie zal ze noemen de Vlaamsche vôôr-mannen, die hij terzijde stond met raad en daad, die hij bemoedigde en aanzette tôt stouter durf ? Want, deze denker, die elk onderwerp, dat hem lief was, volkomen beheerschte en van aile zijden bezag, was niettemin, als 't de toekomst van Vlaanderen betrof voor de ra-dikale oplossingen. Getuige daarvan zijn standpunt in de kwestie : Vlaamsch in het lager onderwijs ; getuige daarvan ook zijn standpunt in de zaak : vervlaamsching van het hooger onderwijs m Vlaanderen. Wie zal hem vervangen ? Wie zal schrijven en spreken met dezelfde uauwgezetheid, met hetzelfde gezag, met dezelfde oprechte overtuiging? Wie zal de erkende en geëerde vechtgeneraal zijn van het arme, miskende en vernederde Vlaamsche Volk ? Hieronder deelen wij de lijkrede mede door den Heer Em. De Puydt, voorzitter van den Liberalen Vlaamschen Bond, in aandenken van Max Rooses uitgesproken : Lijlcrede van den H' Em. De Puydt : MIJNHEEREN, In naam van den Liberalen Vlaamschen Bond is mij de taak opgedragen een rechtvaardigen en smartelijken toi van rouwbeklag te betalen aan Max Rooses, die onze hoofdman en leider is gewecst. Max Rooses was een grondig denker, een rijkbegaafd spreker, een schrander schrijver, een menschlievend burger, ja, de gemoedelijke vriend, dien gij allen hebt gekend en terecht beweent. Zijn heele leven is gewijd geweest aan de opbeuring en den bloei van kunsten en letteren. Daardoor is zijn naam alom geacht en ge-waardeerd geworden niet alleen te Antwerpen, niet alleen in het binnenland, maar zelfs verre buiten onze grenzen. Zijne verdiensten werden naar waarde geschat, doch niet voldoende, want, zeker en vast, had m en in andere landen een man van zoo'n groote bcteckfiûis op de armcii naar de Wet-gevende kamer gedragen. Nu, meer dan ooit, zal men bij kalm nadenken, moeten erkennen, hoe hoog men Max Rooses diende te schatten voor het geleverde werk. Was zyn heele leven gewijd aan kunsten, letteren en wetenschappen, waarvan hij een der beste beoefenaars was en die hem aldus eene eereplaats verzekerden, zijn heele Leven was ook gewijd aan do verspreiding der vrij-zinnige gedachten en vooral aan de verheffîng en ontwikkelîng van onzen stam bij middel der moedertaal. Heeft hij zich niet doen kennen als voor-drachtgever en als bestrijder van aile vooroor-deelen. ? En hoe wist hij ons' steeds te begeesteren voor de edele volkszaak : De Vlaamsche Beweging ! Hij was één der eersten om den kamp voor het Vlaamsche Recht, aau te binden, en hij is tôt zijn laatsten adem een strijder ge-bleven.llij verkondigde, met zeer veel gezag, dat al wie ons volk wil behoeden voor zedelijk verval en ellende met hunnen nasleep van LIBERALE VLAAMSCHE BOND van Antwerpen —^ ^ ^— Vijf-en-twintig jaren Strijd voor VRIJHEID voor WAARHEID en ONAFHANKELIJKHEID A 866-i 891 (VERVOLG) Bond, den Liberalen Behwaumheidsliiezersborid der 8e wijh, het Willcmsfonds en den Van Maerlantslering een verzoekschrift gezonden aan de Liberale Leden van de Kamer en van den Senaat. Daarin werd verzet aangeteekend tegen die handelingen en de eerlijke toepassing gevraagd van de wet, welke in de Kamer van Volks-vertegenwoordigers eenparig, op twee stemmen na, en in den Senaat eenparig was gestemd geworden. Zoo werd onder andere in dit stuk gezegd : «'t Is voor niemand een geheim, dat bijna geen der onderteekenaars van het verzoekschrilt tegen de wet gericht, er de letter of den geest van begrijpen. Hunne goede trouwe werd misleid. Men heeft hun de ongerijmdheid doen gelooven, waartegen wij ons ten stelligste zouden verzetten, dat het Fransche onderwijs uit het Athenroum ging verbannen worden. Ten andere mogen wij bevestigen, zonder vrees hen te kwetsen, dat oudera onbeïosgd zijn uitspraak te doeu over een vraagstuk van onderwijs door den wetgever trouwens duidelijk opgelost. Mogen ouders de wet verniet'igea ? Worden zij over andere punten van het programma geraadpleegd ? Het Libéralisme eischt het verplicht onder- , wijs, het wil dat de Staat meester zij van zijn ouderricht. En nu raadpleegt men niet alleen de « huisvaders » maar ook de « huis-moeders » ja, tôt ^elfs de leerlingen toe ! Dat kan uw verlangen nooit geweest zijn. Als verkleefde liberalen, met u strijdende voor een vaderlijk erfgoed van beschaving en vooruitgang, aandachtig nagaande wat er in de Vlaamsche gewesten gebeurt, zijn wij on-wrikbaar overtuigd dat het heil onzer partij innig verbonden is aan de uitvoering van bovengenoemde wet. De kennis van het Fransch is in het Vlaamsche land slechts het voorrecht van de gegoede klas. Wat men ook in het werk stelle, het volk kent maar ééne taal. De statistiek bewijst het. Terwijl het lager onderwijs noodzakelijk Vlaamsch is, beleven wij sedert vijftig jaar het ongehoôrde feit, dat het middelbaar onderwijs in Vlaanderen uitsluitend in het Fransch gegeven, en het Nederlandsch als eene vreemde taal onderwezen wordt. De uilslag la gowcoot dat de bomlJrïeide klas slechts geleerd heeft zich van de moedertaal te bedienen voor de uitingen van het stoffelijk leven. De verscheidenheid der talen heeft het ge-dachtenverkeer verhinderd tusschen de begun-stigden van het onderwijs en de groote massa uit de lagere school gesproten. Indien het waar is dat het onderwijs Libéralisme teelt en zijne weldaden van boven naar onder verspreidt, dari moet de reden van de gestadige toeneming van het ciericalism in het Vlaamsche land, nergens anders gezocht worden. ,De onderlinge vermenging der maatschappelijke standen welke de Belgische na-tionaliteit moet onderhouden ' en versterken, wordt in Vlaanderen gestremd. Hoé dikwijls hebben wij niet, in tijden van kiezing, geleerde mannen. talentvolle redenaars, hun onbekendheid met de moedertaal hooren vloeken, omdat zij voelden geen invloed bij het volk te kunnen uitoefenen. Gij weet, Mijnheeren, in welke handen deze invloed is overgegaan. | Eene vijftigjarige opslurping van den volks-geest in Vlaanderen leert het ons. Gij hebt wijselijk gedacht het kwaad te keer te gaan door de wet van l<S83 te stemmen, Het is thans meer dan drij jaar geleden, en tôt heden toe is deze wet om zoo te zeggen eene doode letter gebleven. En nu, hij hare eerste en bescheiden toepassing op het Athenœum van Antwerpen, tracht men haar omver te werpen ! Zult gij uw werk laten vernietigen ? Feitelijk verzet zich niets tegen deze toepassing. Het onderwijzend personeel is bereid. Wel is waar is een zeer beperkt getal Waalsche of vreemde leerlingen niet genoeg op de hoogte van het Nederlandsch, om aanstonds de in 't Nederlandsch gegeven leergangen te volgen. Maar behalve dat zij als zij willen, het op weinige maanden tijds leeren kunnen, vergt de rechtvaardigheid toch dat de rechten van de bevolking der streek niet opgeofferd worden aan eene kleine van elders gekornen minder-heid.Zij kunnen toch niet beweren, omdat zij zich bij ons zijn komen vestigen en bij allen de ruimste en mildste gastvrijheid ondervinden, als vergelding daarvoor de verstandelijke ont-wikkeling van het Vlaamsche volk in hare vlucht te mogen tegeahouden. En dat nochtans zou het gevolg zijn, indien

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Recht door zee: orgaan van den Liberalen Vlaamsche Bond behorende tot de categorie Liberale pers. Uitgegeven in Antwerpen van 1907 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes