Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen

846 0
30 september 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 30 September. Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen. Geraadpleegd op 27 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/mk6542k496/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

SYNDIKAAL MEDEDEELINGSBLAD van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen De redaktie behoudt zich voor, ingefconden stukken al of niet te plaatsen VERSCHIJNT BIJ GELEGENHEID Redaktie en Administratie : Plantijnlei West, 66, Antwerpen De twee puntjes. Een vôôr» allen. Het is niet de eerste maal dat we het onderhavige thema opvatten,dochgezien het onafscheidelijk verband houdt met de huidige toestanden, komt het onver-mijdelijk, bij elke beschouwing daarvan, naar voren. De bekommernis van den huidigen dag is de weinige voorziening in zake voikssteun en -voeding, bijzonder dit laatste, gezien de tegenstelling in algemeene en bijzondere voorziening. Zôô is de toestand : Vele bijzonderen kunnen zonder vreesdenwintertegemoet zien, ten prijze van veel geld natuurlijk, (doch voedsel is thans hoofdzaak) terwijl daarnevens het algemeen niet weet hoe en of het den winter doorkomen zal. Inderdaad, aan den eenen kant wordt dagelijks bestatigd dat, wie betalen kan, het noodige opgedaan heeft of opdoen kan, zoo bij voorbeeld voor wat betreft aardappelen, ook opgelegde waren, vleeschwaren en dergelijke. Aan den anderen kant staat de massa die van den eenen in den anderen dag moet leven en bij overmaat nog, bij het intreden van den winter, niet alleen van rantsoen verminderd wordt, maar ook zich meermaals zonder rantsoen ge-zet ziet. De burgerrevolutie van 1789 riep de gelijkheid der menschen uit en nu nog wordt over dakeri en torens uitge-schreeuwd dat iedere Belg gelijk is voor de wet. Mogelijk is het dat het zoo ver-staan wordt dat elke Belg gelijk is voor de wet welke straffen moet. Een andere gelijkheid is, althans nu, niet te vinden. Iederen Belg is nochtans overtuigd dat allen moeten geholpen worden, doch niet allen meenen dat dit op gelijke wijze gebeuren moet en nog minder in den-zelfden geest. Op het recht op bestaan maakt ieder aanspraak voor zichzelve, doch onze burgers welke in '79 revolutie maakten voor dit recht, kunnen naar hunne eigene uitingen en daden te oordeelen, het niet over zich krijgen dit recht aan anderen welke het niet uit zich zelve verdedigen kunnen, toe te kennen. Hoorden we niet eens zeggen door een openbaar mandataris : Wat voor het volk gedaan wordt, moet liefdadigheid zijn, atiders gaan de menschen denken dat ze RECHT op steun hebben. Over het recht op steun, hier te ver-staan als recht op bestaan in dit oogen-blik, der niet door eigen schuld onbezit-tende liasse gaan we niet verder meer in. Heden willen we enkel deze slotsom aanhalen, dat is : wat voor de burgerlijke opvatting voor zich zelve recht is, is voor anderen « een aalmoes », namelijk het recht op bestaan. Althans zoo zeggen ze. Doch laten we ons niet misleiden. De liefdadigheid, de almoes moet in stand gehouden worden om als masker te dienen voor het misse-lijke van: eerst ik en als er wat overschiet dan kunnen de anderen, als ze braaf zijn ook wat krijgen. Als we dus den lezer opmerkzaam maken op de twee puntjes boven de dub-bele o hierboven, is het enkel om hen te herinneren dat de zoo hooggeroemde liefdadigheid dezer tijden alleen dientom deze twee puntjes weg te cijferen voor de oogen der onbeholpen en zwakken van geest. Het minste voorval in dezen droeven tijd wijst er op dat zij (de liefdadigheid) dienen moet om voor zich zelve te eischen en te bekomen, wat gevreesd wordt dat niet aan allen in de overvloedige mate, als voor zich zelve gewenscht wordt, zal kunnen verstrekt worden. Liefdadigheid wil zeggen : één vôôr allen ! Aliien \f-ôôr» een. Als we hierboven aanhaalden dat door zulke misselijke sophismen, de burgers zich het recht aanmatigen enkel wat van den overvloed overbh'jft aan anderen te laten, onaangezien of het voldoende is en de ware uitdrukking daarvan als lig-genden in de twee puntjes aantoonden, willen we hier weer wijzen op dergelijke puntjes boven de dubbele O, waardoor eene uitdrukking ontstaat welke weer tegen hunne princiepen indruischt. Immers, de gevolgtrekking voor hen is : dat de enkeling vôôr het algemeen gaat. Dat hoeft niet meer betoogd te worden. Eene grootere zonde zou het dus zijn te betoogen dat het algemeen vôôr den bijzondere moet gaan en dat de bijzondere in het belang van het algemeen verplicht is, zoo noodig, zich ontbe-ring op te leggen. Nu, zich ontbering opleggen voor anderen, kennen ze natuurlijk niet eens bij name. Dat is boekenpraat voor onze ge-gelijkheids-voorvechters van 1789. *Het zal dan ook niet inslaan wanneer we hier betoogen dat heden het eenige mid-del om het verval eener geheele arbei-dersbevolking tegen te gaan, is : dat dezen van de bijzonderen welke méér hebben dan anderen, het afstaan om ge-zamenlijk voor het algemeen te dienen. Ziedaar een zin welke een storm zal doen o|steken bij onze liefdadige burgers welke hunne kelders met patatten, opge-legd goed en dergelijke, voldoende ge-vuld hebben zitten en ook voor onze godvreezende boeren welke voor 1G0 k. aardappelen 35 fr. en voor 100 k. opge-raapte eikels 25 fr. durven eischen. Laat men ons niet komen vertellen dat het eene socialistische utopie is. Die gelijkheid, dit achieruitzetten van het individu voor de algeheelheid, is eene onontwijkbarenoodzakelijkheid ons door, de omstandigheden opgelegd en aange- ^ wezen, niet ingegeven binnen de muren eener doffe studeerkamer. Duurt de huidige toestand nog lang dan moeten we komen tôt : algeheele onteigening en centraliseering van ailes wat voorhanden is, allereerst in zake voeding, waar het zich ook bevinde ; het centraliseeren door de openbare besturen der volksverzorging en -voeding ; het af schajfen van privaataankoop of -berei-ding ; ajschaffen van handel groot of klein en ten slotte gelijk-bediening (in verhouding van behoeftej van aile deel- / hebbenden in het maatschappelijke verband.Maar We zijn slechts in de twintigste eeuw ; het is oorlog en we hebben met menschen te doen!! Menschen met princiepen !!!??! Jiveh. Bevoorrading Er werd in ons blad al eens meer melding ge-maakt van het inrichten, door de grensgemeenten, Borgerhout, Berchem, enz., eener soort naamlooze maatschappij, met het doel aile mogelijke aan-koopen te doen van allereerste levensbenoodighe-den, ten dienste der bevolking. Dit werk, waar-mede ook in Antwerpen een begin werd gemaakt, werd tôt stand gebracht door de verschillende gemeentebesturen en staat dus, evenals de aard-appelenbevoorrading, geheel afgescheiden van het Nationaal Komiteit voor Hulp. Uit goede bron vernamen wij nu dat met den oankoop onlangs reeds een begin is gemaakt en dat ook met den verkoop binnen enkele dagen reeds zal begonnen worden. Zoo is er reeds eene betrekkelijk groote hoeveelheid confituur in voorraad; alsook koffie (echte a.u.b.) erwten, boonen en zelfs een partij schoenblokken. Wat ailes aan een zoo laag mogelijken prijs aan de bevolking zal verkocht worden. Den verkoop zal gebeuren bij de verschillende winkeliers der gemeente, aan de voorgeschreterie prijzen. L. V. B. De Washinrichting Deze instelling van het Hulpkomiteit is verledene week in werking getreden en zal dus in 't vervolg regelmatig zijn goede diensten aan de behoeftige bevolking kunnen bewij-zen. De tosloop van klanten was, naar ons medegedeeld werd, zoo groot dat zelfs daardoor den dienst eenigzins is bemoeilijkt geworden. We zullen ons nu het slechts het eerste begin is, orithouden van verdere beschouwingen tôt we de rssultaten der normale werking hebben kunnen na-gaan.We herinneren nogmaals onze kameraden dat ze zich voor wat het aanvragen om hun goed te laten wasschen betreft, tôt het wijkkomiteit dienen te wenden. J. Onze 44 Bu-rgerpolies " Toen we indertijd de aandacht riepen op een feit een burgeragent overkomen en wat bewees dat deze menschen te schraal bedeeld werden om zich voldoende te voeden, was de man in kwes-tie wel kwaad op ons, doch kort nadien mochten ze zich toch als gedeeltelijk-werkelooze laten ondersteunen. Het ging dan verder tamelijk goed. Nu echter schijnt het Nat. Komiteit verboden te hebben nog stadswerklieden of bedienden te steunen welke in dienst zijn. In princiep vinden we het ding niet slecht. Het is een flinke uitbrander aan de besturen welke soms niet eens zooveel betalen aan iemand die werkt, als wat iemand krijgt welke niet werkt. Een openbaar bestuur mag toch niet het voorbeeld van uitbuiting of van « oorlogs-systeem » geven, niet waar ? Doch wat zal nu gebeuren met onze « burgerpolies » ? Zullen ze met 60 fr. moeten voortsukkelen, onaangezien of zij veel of geen kinderen hebben? Het wordt immers toch al met den dag moeilijker om nog wat bij te verdienen. In elk geval dient er iets gedaan te worden. We hopen dan ook dat hun toestand zal ingezien en bijzonder de aandacht gehouden worden aan deze welke met een talrijke kroost gezegend (?) zijn. We hopen terzelfdertijd dat het in nie-mands brein moge opkomen nu het N. K. niet meer steunt, deze menschen van yvege de stad nog wat steun te geven. Dat ware te belachelijk. Het beste, ons inziens, zou wezen deze menschen een maandelijksche toeslag op hun loon te geven volgens de verhouding van het gezin. Alzoo zou de huidige inkomst kunnen behouden blijven, wat waarlijk niet te veel is, en de stad ware het bespaard zich zelve eene klap in het gezicht, als slechte patroon, te geven. Zou het?? J. DE OORZAAK IV Over de « dienende liefde » dezer trouwe zonen der kerke Christi kunnen de bewoners der binnen -landen van.... Vlaanderen ons wel het een en het ander mededeeien ! Zij zullen u zeggen, dat dege-nen die zich aangesteld en opgeworpen hebben als de helpers en oprickters der behoeftigen op hunne dorpen, niets liever zien dan de gedweeë en kruipende schare. En wie onder deze de kunst verstaat het diepst en het laagst te kruipen, klimt met de hulp der heeren het hoogst ! « Vermaan hen dat zij de overheden en machten onderdanig zijn ». (Paul. 3 : 1) Maar wee den arbeider die met opgeheven hoofd recht door het leven wenscht te gaan en zijn recht durft eischen. Wie in die middens zijne waarde als mensch bewust, (zijn wij niet tempels van den Heiligen Geest ?) naar zelfstandigheid en ontwikkeling streeft, en de slotsom van zijn denken vrtjmoedig openbaart, vervult zijnen plicht, want : « Welgelukzalig is de mensch die wijsheid vindt en de mensch die verstandigheid voortbrengt (Spr. 3 : 13). Wie het waagt de raad tevolgenons gegeven in (Tim. 5 : 21). « Onderzoekt aile dingen en behoudt het goede », wordt een slecht en gevaarlijk mensch in de oogen dezer volksvrienden, omdat zij everi als de machthebbers uit het linksche deel van het burgerlijk kamp de vefdedigers en kampioenen zijn der genen die « huis aan huis brengen, en akker aan akker trekken tôt dat er geen plaatï meer is (Jes. 5 : 8). Kan er, vragen wij, van deze, die koude en warmte uit denzelfden mond blazen aooals men zegt, goed en verheffend werk voor onze klasse verwacht worden ? Huidigen en bewierrooken ook zij niet de vrijheid van uitbuiting, die zij in hare wreede gevolgen wiHen temperen door liefdadigheid? Grijpen ZIJ naar deci wortel der misere waaronder de arbeiders reeds eeuwen lang gebukt gaan ? Kunnen de laatsten bouwen op zoo'n weeken grond en een beginsel waarvan aile logika bij gémis aan eensluidend-heid ontbreekt ? Ook hier, evenals links bij de Marichesterianen phrazen, en niets dan phrazen I « Die op den Heer vertrouwt zal VET worden.» (Spr. 28 : 25). Dat gelooven wij natuurlijk onvoorwaardelijk, maar wat wij zeker weten, is, dat de verkondigers dezer verzwaringstheorie nog meer betrouwen in dat vervettingsproces hebben, indien kiekerts, melk, eieren, roastbeef en nu en dan een goede flesch een handje helpen, terwijl zij voor een diner à la (Ezechiël 4 : 12) wel beleefd maar besli&t zullen bedanken. Is het waar dat de arbeider voor zijn eigen best wil steeds moet tevreden zijn met zijn lot, en ver-zet, krachtig en georganiseerd verzet daartegen, uit den booze is? Is het waar dat den bijbel uit- ZATERDAG 3o September îçtô 2.de JAARGANG n' 14

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes