2ie JAAE 1 JUNI 191( N' 22 't Sandbouwleven Orgaan der Laodboowafdeeling van 't Provindaal Voêdingskomiteit rm Oost-Vlaanderen. VERSCHIJNENDE IEDEREN DONDERDAG. Ailes wat Bestuur en Redaktie van het blad betreft, sture men 21-23 Gaigenbergstraat, Gent. Overname en vertaling der artikelen slechts toegelaten met vermelding van t blad en den naam des schrijvers. Aile mededeelingen, berichten, annoncen, enz., moeten ten laatste den Maandag aOond ingezonden worden. Prijs van inschrijving : 3 frank voor België per jaar. De boekwerken, waarvan men ticee exemplaren aan de Redaktie stuurt, worden in het blad beoordeeld. Prijs der annoncen : de regel, 25 c.; de dubbele regel, 45 c. Bij herhaling, volgens tarief. Groote letters en gravuren volgens plaatsruimte. INHOUD. Officieele be\endmakingen : Wijziging rechtstreeksche belastingen 273 Betaling voor behoeftigen en krankzinnigen 275 Herkiezing van leden der handelsrechtbanken 275 Bekendmaking betreffende het visschen 275 Landbouwvoordrachten in 1916 275 Verhooging van de postrechten voor brieven en postkaarten. 276 Verkoop van zwijnen en zwijnenvleesch 276 Berichten en mededeelingen 276 Voedingskomiteit : verdeeling van voedermiddelen en eetwaren 277 Voordrachten 277 Landbouwafdeeling : Verslag der wekelijksche vergadering . . 277 De landbouw ten huidigen tijde. Voederingsleer. IX 278 Wasschen zonder zeep 281 Allerlei nieuios : Pedigree verloren 282 Zwavelzure soda voor ammoniaksulfaat 282 Kalkstikstof op haver met klaver 282 Dierenmishandeling 282 Mond- en klauwzeer in België 282 Marktberichten 282 Bekendmakingen van wege de Duiische Overheid. Verordening waarbij de wetgeving in zake rechtstreeksche belastingen wordt gewijzigd. De wetgeving in zake rechtstreeksche belastingen wordt gewijzigd als volgt : I. — Grondbelasting. Art. 1. — 1. De onbebouwde gronden, bedoeld bij artikel 65 der wet van 3 Frimaire jaar VII (23 November 1798), welke in bebouwde gronden, in weiden, in bos-schen zijn omgezet, of anderszins in waarde zijn gebracht, alsmede de andere ongebouwde eigendommen, welke eenigerlei verandering van aard hebben ondergaan, zijn, op grond van hun nieuwen aard, met ingang van 1 Januari van het tweede jaar volgende op dat hunner verandering, in de grondbelasting aan te slaan. De schatting dier onroerende goederen wordt gedaan met inachtneming der schatting van de eigendommen van zelfden aard en met gelijksoortige opbrengst. 2. De eigenaars, bezitters, vruchtgebruikers of erfpach-ters van onder § 1 bedoelde veranderde ongebouwde eigendommen zijn, onder verbeurte der boete waarmede artikel 4 der wet van 5 Juli 1871 bedreigt, gehouden, bij den ontvanger der belastingen van het gebied, aangifte te doen van de ligging, de grootte en den nieuwen aard dier ■erven, alsmede van de dagteekening hunner verandering. Gemelde aangifte moet binnen de zes maanden na de verandering of de wijziging van aard worden gedaan. 3. Wordt opgeheven, de vrijstelling van grondbelasting welke gedurende vijftien jaar wordt verleend voor aile gebouwen en woningen gesticht op aan de gemeen-ten toebehoorende of toebehoord hebbende braakgronden. Die bouwwerken zijn, gelijk de andere gebouwde eigendommen, belastbaar met ingang van 1 Januari van het tweede jaar volgende op dat hunner ingebruikneming. Art. 2. — 1. De eigenaars, bezitters, vruchtgebruikers of erfpachters van onroerende goederen gelegen in een of meer gemeenten en waarvan het totale bedrag der ka-dastrale inkomsten op 1 Januari van het jaar van aanslag ten minste 2.000 frank is, worden over die inkomsten aan eene bijkomende grondbelasting onderworpen, waarvan de percentagevoet op het tweeduizendste van het totaal gesteld is, zonder dat gemelde voet zes mag te boven gaan. 2. De inschrijving in de kohieren der grondbelasting of in den kadastralen legger heeft ten gevolge dat de bijbe-lasting te vol doen is; deze is verschuldigd zelfs ingeval van onverdeeldheid en over het totale bedrag van de ka-dastrale inkomsten der onroerende goederen. De in den loop van het jaar opkomende wijzigingen doen slechts voor het volgende jaar hunne uitwerking ge-voelen.3. De Staat, de provinciën, de gemeenten en de open-bare inrichtingen worden van de bijbelasting vrijgesteld. 4. De bijbelasting wordt geregeld in de gemeente van de woonplaats der belastingsplichtigen of, indien deze niet metterwoon in België gevestigd zijn. in de gemeente waar de kadastrale waarde hunner goederen het hoogste is. Gemelde bijbelasting mag, geheel noch gedeeltelijk, ten laste der pachters of huurders worden gelegd, niettegen-staande aile hiermede tegenstrijdig beding, welke ook de dagteekening daarvan zij. Op die bijbelasting mogen geene provincie- of gemeen-teopcentiemen, noch op denzelfden grondslag eene ver-wante taxe worden gelegd. Voor het overige wordt de bijbelasting geheel en al met de grondbelasting gelijkgesteld. 5. Mits vôôr de afsluiting van het dienstjaar, waarover de bijbelasting is verschuldigd, daartoe het verzoek wordt gedaan, mag de bestuurder der belastingen eene verlaging van die bijbelasting verleenen in verhûuding tôt de ver-liezen van inkomsten welke de schatplichtigên gedurende het jaar van den aanslag hebben geleden, en welke tôt eene kwijtschelding of verlaging der grondbelasting aan-leiding hebben eegeven.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.