Vooruit: socialistisch dagblad

1413 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 30 April. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 22 september 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/ms3jw87v0f/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

32* laas» — 93» 1 Prijs per nommer : voor België 3 centième», voor don Yreemdeis centiemen Teï®f®osi : fSedaotïa 247 » Administratie 2JB4S Zcodan 3ö APRSL 1916 DrefcataHJnseefett» §ca« Maatschappij HET LICHT , bestuurder * F. DC VISCH. Ledtberg-Garö , . REDACTIE » . ADMINISTRATIE E00GPOO8L 29. CENT Orgaan der Belgische WepkliedenpatbJ. — Verschijnmde a/k dage®. ABONNEMENTSPRIJS BELGIË Drie maanden. . . , , fr. 3Jtf Zes maanden * » . , « fr. 6.50 Een jaar....... fr. 1240 Men abonneert tkA op aile postbnrecle» DEN VREEMDE Drie maanden (dagelijks verzonden). • .... to 6.19 JBOT aw aw—■ ju» i iw ii M'jastauujigjjM|«jJWJ.j hi u ih h wmm\ wi ,i ». ui m\mBwnsnsmm«pmmmmmm ogswee. vree. 1918. Ter g33ogenStc3d van 1 Mei zal ons Wad maandag niet verschenen en zullen tfe lezers on 7 Mei aan den verkooper 'Slechts IS centiemen moeten betalen. De administratie. Se Eén-Meldag en uzi tegenstrevers Het Eén Mei-feest is vroeger weleeas door onze tegenstrevers afgeschilderd geworden ais eens ellendige komedie, eene .zwelgparty, en zoo meer. Het edele, schoone mensohelrjke princiep van eerbied voor den Arbeid werd door hen onder de voeten getrapt, bespot en belasterd. V/anaeer onze Internationale kougressen zich ten gunste van de Algemeene Wereldvrede uitspraken, ■wanneer tij besluitseien formuleerden die zegden dat door de erkenning van den all esschep penden Arbeid do Iwereld een nieuw tijdperk, een leven van ("Welstand en Vrede zou intreden, poogde de kapitalistische pers vooral,en hierin goed geholpen door oawaardigea, — huurlingen 1uit den arbeidenden stand, — onze hoogst inenschwaardige beweging te bestrijden. De Arbeid mocht niet worden verhoerlijkt; de weldoende Vrede niet worden gehuldigd. Onze vijanden weten nie*, mogen en wülea het niet weten, dat de erkenning der rechten van den Arbeid de Vrede met zich voert, £3zien de brutale^opperheerschapprj van 't kapitalisme, welk© de wereld te vuur en te zwaard bracht, onmiddellijk verdwijnt. De erkenning van den arbeid als opperste wezen en opperste macht der beschaving, zal de ontwikkeling van handel en nijverheid gelijken tred doen nemen met de behoeften vaa den mensch. De verstandelijke kracht van het volk zal izich naar verlangen en neiging kunnen vormen, niet ten bate van een enkeling of ,een aantal individuen, maar ten behoeve van het algemeene. De uitbuiting, de verovering van den eenen mensch op den andere zal eveneens ophouden te bestaan. Do Eén Mei-dag was den Feestdag van den Arbeid. Het Arbeidende Volk had dien dag zelf verkozen om een overzicht to nemen over wat het gedurende het jaar aan Arbeid, kennis en kracht had geleverd, en wat het had opgebracht. Gedurende een jaar hadden ze onophoudend fabriek of werkhuis betreden, tot waanzinnig wordens toe met doodende gejaagdheid mekaniek bestuurd, hamer of schaaf dóen heen en weer gaan, de magazijnen vol stapelend met hunne produktie die hunne meesters millioenen opbrachten, terwijl zij in ruil, als deel van hun eigenen Arbeid, in armoede en bange vrees voor den dag van morgen voortsukkelden. 't Was dit overzicht dat het van zijne eigenwaarde bewuste proletariaat op Eén Mei deed, terzelfdertijd den wensen te kennen gevend hieraan door eene menschelijkere arbeidsregeling verandering te 'zien komen. En, o bittere spotternij, de «vrijheid» van den mensch werd hierin nog geknakt, want de Arbeider was heit niet altijd gegund zonder straf van broodroof, zijn Arbeid, die hem in de tegenwoordige maatschappij helaas nog een ellendig leven verschaft, tt huldigen. De arbeiders mochten hunne verzuchting niet openbaar te kennon geven: vermindering van werkuren, beschermende werktmisreglementen, . medezeggingschap in de gansche arbeidsregeling te willen. Zij mochten het de wereld niet bezweren dat de ohmensehelijke en onzedelijke overheersching van het Kapitaal tot het Imperialisme of tot de veroveringszucht, de zucht om alles te willen beheerschen en overheerschen voert, en tot den verdoemden klassenstrijd; en zij mochten nog minder manifesteeren dat zulke beschavingsonteeringen moeten ophouden, nooh wijzen op de middelen welke hiertoe moeten aangewend worden. 't Is door de zwsht van 't groot k&pitalisme, — dat zich over de wereld in kleine kringen heeft saamgetrokken, — dat de wereld sinds bijna twee volle jaren met bloed wordt overstroomd, in den kruitdamp verstikt, niets dan de diepsto ellende en allerhande wee achterlatend. Ondanks den vooruitgang dien we maakten,,, het aanzien waarin we stegen, toch zijn we nog, ar/beidszusters en -broeders, de overwonnenen. iM vooral door ons Ideaal van hooge menschelijkheid gesterkt, zullen wij voort den kamp tegenover het kapitalisme aangaan, tot de Arbeid triomfeeren zal. Het Kapitaal is door den Arbeid voortgebracht: het hoort den Arbeid toe. Het Kapitaal heeft de Vrede verbroken : het moet in den oorlog gestikt worden. Hoog de harten, klassegenooten en geestverwanten, vrede moet heersohen en dien kan alleen de Arbeid brengen. De Arbeid zijn wij allen die met de hand en geest werken. Wat onze tegenstrevers ook zeggen, partijgeaootea, aan den Arbeid is de toekomst. Hulde aan den Arbeid! RUSTZ^GHT!...(1) Aan de gevallen Strjjdbroeders. Rust zacht in 't graf, Ô vaders, zonen, Dia sneuveldet door 't staal en lood, En legden wij geen bloemenkronen Op uwe kist, — uw marteldood Zal immer voor den geest ons zweven, Ons wenken tot den broederplicht. « Excelsior », dat moet in 't leven De leus zij toch blijft 't wee der menschheid groot: Zij denkt met bange ziaisontroering Aan 't Volk, dat h&atvol moordt en doodt !... We lijden met de ontelbre weezen, En met de moeders zonder troost... Hoevolen nog die angstvol vreezen Aan 't hoofd van hun zoo dierbaar kroost 1 V/eg met een eeuwe van beschaving, Waarin 't kanon de menschen velt, En waarin eedle geestontslaving Plaats ruimt voor Eerzucht en geweld-! En schallen thans geen jubelzangen, En dreunt geen fordg Meifeestlied, Toch blijft het volk zijn recht erlangen : Miskennen mag men 't langer niet... Rust zacht in 't graf, ô vaders, zonen. Die sneuveldet door 't staal en lood. Nu kan geen vreugde in 't harte troonen: Wij treuren om uw marteldood 1 ISIDOOR ALBERT. (1) Zonder toelating verboden nadruk. Wij lezen in het «Landbouwleven» van 27 April 1916 dat M. Maenhout, — katholieke volksvertegenwoordiger van het arrondissement Gent. — in de zitting der Landtouwafdeeling van 't Voedingskomiteit van Oost-Vlaanderen, het volgende heeft gezegd: Verkoop Yan aardappelen. — Ik moet hier mijne verwondering uitdrukken over een punt waarop van verscheidene zijden onze aandacht werd ingeroepen. De aardappelen door kooplieden voor de stad bij de landbouwers afgehaald, worden sledits aan 8 fr. de 100 kilogrammen betaald ; niet meer dan 8 fr. mag men geven. En wij zien in de dagbladen dat de stad den prijs der aardappelen voor de winkeliers vaststelt aan fr. 18,50. De bevolking moet ze per kilo betalen aan 20 centiemen; dus een verschil van fr. 0.12 per kilogr. tusschen inkoop en verkoop. Waar is dat verschil nu naartoe? 't En is nu toch de boer niet die 't verschil in den zak steekt. Wij, boeren, leveren aan 8 centiemen en de stad verkoopt aan 20 centiemen.'t Was mijn plicht dat openbaar te maken en ik moet tegen zulke prijzen protesteeren, vooral daar ze meest door de lagere volksklassen betaald worden. Bij vele menschen van de stad, zelfs in zekere dagbladen is het altoos de schuld van de boeren, wanneer boter, eieren, melk, aardappelen of andere landbouwvoortbrengsels duur zijn. Dat men nu oordeele wie er de schuld van is, dat men de aardappelen aan 20 centimen den kilo betaalt. Deze verklaring was reeds voor een deel eene verklaarbare opschudding, onder de bevolking verwekt. Wij hebben gewacht te antwoorden tot dat het officieel verslag van bovenbedoelde zitting verscheen,, omdat in een ander geval, toen M. Maenhout door ons op de vingers getikt werd voor woorden die dezelfde katholieke pers hem in den mond legde, hij verklaard heeft enkel verantwoordelijk te zijn voor het verslag van het blad «Het Landbouwlevenn. Bespreken wij dus dit verslag. M. Maenhout begint met te zeggen dat al de aardappelen voor de stad door de kooplieden bij de landbouwers afgehaald, slechts aan 8 Ir. de 100 kilogr. betaald werden. M. Maenhout is dus heel duidelijk : kooplieden kochten voor de Stad. Wie waren die kooplieden, M.' Maenhout? Gij moet ze kennen aangezien gij er van spreekt en gij den prijs kent die ze betaalden ! De Stad heeft geen enkel koopman aangesteld om de patatten te koopen waarvan spraak is in uwe verklaring, en v/ij dagen u uit één koopman te noemen door de Stad daartoe aangesteld. Gij zult geen enkel koopman noemen, omdat de Stad niets heeft te zien gehad in den aankoop der bedoelde aardappelen. M. Maenhout beweert nog dat de aardappelen 8 frank de 100 kilos betaald werden. Nu, M. Maenhout, de stad weet daar niets van; noch welke personen ze kochten, noch vaa wie, nooh wat ze betaald werden. Zij weet iets en dat is, dat zrj de aardappelen in kwestie 18 frank de 100 kilos betaalde vóór hare magazijiwsn aaa da Voorhaven. M. Maenhout beweert verder da* die aardappelen verkocht werden door de Stad aan 18.50 fr. ds 100 kilos aan de winkeliers, en aan 20 fr. de 100 kilos of aan 20 centiemen den kilo aan het publiek. Gij bedriegt u weer, M. Maenhout. Die aardappelen werden door de Stad verkocht, in twee halve rantsoenen van 1 1/2 kilo elk, of omtrent 750.000 kilog. te samen, aan fr. 13.50 aan de winkeliers, en zij hebben die verkocht aan 15 centiemen den kilo aan het publiek. De prijs van 15 centiemen was vastgesteld door de Duitsche overheid, die de aardappelen aangekocht en ze aan de stad geleverd heeft aan 16 fr. de 100 kil. voor den wal. Voeg daarbij de kosten van lossen, uitzoeken, opscheppen en laden op de wagens der winkeliers, traktementen der bedienden, andere algemeene kosten, eene groote tare voor verlies aan gewicht, ea verre van de groote winst gedaan te hebben, zooals M. Maenhout wil doen gelooven, heeft de Stad voor den verkoop 30.000 fr. meer uitgegeven dan ontvangen. De Stad he„»ft haar beet ■gedaan dien inkoopprijs te verminderen, maar vruchteloos. Als M. Maenhout het nu zelf eens wilde probeeren, wij vragen niet liever, wij zullen hem het adres beaorgen, waar hij zich best zou wenden. Had M. Maenhout op voorhand naar het stadhuis inlichtingen komen vragen, hij zou daar de fakthur en de lijst der onkosten hebben gezien, en zich dan wel gewacht hebben die erge verdachtmaking tegen schepen Anseele, of tegen het liberaalsocialistisch stadsbestuur, of tegen alle beiden — naar keuze dor kwaadsprekers en der klerikale politiekers — uit te spreken. Ja, M. Maenhout bracht erge verdachtmakingen uit, toen hij, na verklaard te hebben dat de Stad de pataten, door haar betaald 8 fr. de 100 kilos, aan 18.50 fr. de 100 kilos aan de winkeliers verkocht, er nog bijvoegde: « dus een verschil vaa 0,12 fr. per kilo tussehen inkoop ea verkoop. Waar is dit verschil naartoe? Ea 't is nu toch de boer niet, die 't verschil in den zak steekt. » Vooreerst, M'. Maeahout, als de Stad inkoopt aan 8 fr. en verkoopt aan fr. 18,50, is het verschil niet van 12 oentiemen den kile, doch slechts van 10 1/2 centiemen, voor de rekening der Stad. En ten tweede? Waarom die twijfelachtige vraag: « Waar is het verschil aaar toe? En 't is nu toch de boer niet die het in zijnen zak steekt. » Dit wil toch wel zeggen : aangezien de boer het verschil in zijn zak aiet gestoken heeft, stak het toch iemand in zijn zak ? En gij vraagt: Wie dan? Wel; wie kan het anders zijn dan Sohepen Anseele of het Stadsbestuur ? M. Maenhout weet heel goed dat de bevolking geen ander antwoord op zijne vraagzou noch kon geven en daarom werd devraag aldus gesteld.' Wat was M. Maenhout's doel met zijne verdachtmakingen ? Wel, hij toont biet zelve als hij zegt: «Wij protesteeren tegen zulke de schuld der stad en vooral, — voegt hij erbij, — «omdat de aardappelen meest door de lagere volksklasse gekocht worden. » Hij laat op schep&h Anseele de verdeaking vaa oneerlijkheid wegen — of op het schepencollege, — die van schreeuwende winsten te doen ten nadeele der lagere volksklasse, om die ongelukkige menschen, door diejp lijden erg getroffen, te verbitteren en hen tegen den socialistischen schepene of het anti-klerikaal schepenencollege op te hitsen. En dat zonder iets in te kunnen brengen om de echtheid zijner verdachtmakingen te staven, die, gezien zijne positie van alles duidelijk te kunnen weten, beschuldigingen worden. Ja ?M. Maenhout, dit is meer dan lichtzinnig, dit is gemeen. En het wordt erger door het volgende: De boeren, volgens M1 . Maenhout, hebben de hierboven bedoelde aardappelen aaa 8 fr. de 100 kilos verkocht. Geziea dat alles wat de boeren voor hun landarbeid noodig hebben, is opgeslagen, kan M. Maenhout dien prijs van 8 fr. doen doorgaan voor eene opoffering of een verlies der boeren en dan nog dcor die Stad misbruikt, die dezelfde aardappelen aaa schreeuwend hooge prijzen verkocht. De zaak staat echter zoo niet. De boeren, die voor bedoelde groote partij aardappelen 8 fr. de 100 kilos ontvingen, hebben van de duitsche autoriteiten plantaardappelen in de plaats ontvangen aan 8 fr. de 100 kilos. Zij hebben dus niets verloren. De plantaardappelen die zij echter aan 8 fr: thuis ontvingen, kwamen uit Holland en kostten veel dunrder, wan* elkeen weet dat 't niet mogelijk is Hollandsche plantaardappelen vrachtvrij in Vlaanderen aan 8 fr. de 100 kilos te leveren. Er was nog al een verschil tussebea den inkoop- en verkoopprijs dezer aardappelen, geleverd in de plaats van deze door de boeren aan 8 fr. per 100 kilo afgestaan. Wie heeft dat verschil betaald? De stad Gent. De stad Gent die tegen 16 fr. de 100 kilo aan de wal betaalde voor de aardappelen, welke volgens M. Maenhout maar 8 fr. inkostten, en nogeeos de stad Gent of andere lichamen die 20 fr. de 100 kilo de plantaardappelen betaalden, welke de boeren tegen 8 fr. ontvingen. Verre er van dat de boeren iete verloren, hebben de boeren hun eetaardappelen aan 8 fr. of een redelijken prijs verkocht en hun plantaardappelen ingekocht veel goedkooper dan die betaald werden. De boerea hebben het verschil dus in hua zak gestoken, ten koste der stad Gent. En middelerwijl verkochten de boeren aan onze « lagere volksklasse », — om met M. Maenhout te spreken, — die met honderde en honderde uren ver gingen om aan 30, 40, 50 en meer kilo pataten te geraken, hunne aardappelen aan 12, 14, 16, 18 tot 20 fr. de 100 kilo! En de boeren zijn de slachtoffers en de stad Gent is de dievegge. Er is meer: De boeren die hun plantgoed zeer goedkoop inkochten, zullen dus een goedkoopen aardappeloogst hebben, maar dien toon schreeuwend duur verkoopea als er geene regeling der prijzen komt. Z]g zullen dan een tweede maal het verschil in hunnen zak steken. Dit is de ware toedracht der zaak. M. Maeahout is een gevaarlijk mensoa. Hij staat daar as, de klerikale politieker, in zijne leelijke naaktheid, met zijn slecht inzicht en zijne oneerlijke middelen. De Stad Gent is desa. van ad de grootste steden des lands, die het meest lijdt en die het meest gedaaa heeft voor hare inwoners door den oorlog geteisterd. Elkeen ziet en weet dat, — en Maenhaut in de eerste plaats. Men moet dus een gemeen politieker zijn als M. Maenhout, om te veronderstellen dat eene stad als de onze, die wekelijks niet ver van de 200.000 fr. uitgeeft aan hare werkers, en ciroa 10.000 fr. voor soep, brood, klimmende subsidie aaa armbureél, hospicie en allerlei ondersteuningen ; csne stad die hare gronden kosteloos afstaat aan honderde arme familiën, om haar aan een kleinen aardappeloogst te helpen; dat die stad op diezelfde arme menschen 30.000 fr. zou willen winnen door eene onmensohelijke winst op huane aardappelen te doen 1 Die verdachtmaking teekent de gemeenheid van den beschuldiger, want een mensch die toch wat gevoel en_ educatie heeft, zou dergelijke veronderstelling niet durven maken. En dat verergert nog voor M. Maenhout, die weet dat de stad in Vlaanderen vele honderdduizenden kilos aardappelen kocht aan 8 fr. en deze verkocht aan 10 fr. aan de winkelier^ dig ?e a*m 12 centiemen den kilo verkocMten. Zoudt gij na denken dat dit hem aanspoort die schoone pogingen der stad to waardeerea en haar- to helpen alu hare moeilijkheden soms te groot werden? Neen, hij vesesgert de moeilijkheden en verbittert da mensehen.. Uit medegevoel tot de armen — do ongelukkigstea onder do ongelukkigsten *« sou elkeen alles moeten verwijderen wMi nnû lijden verergert en vooral' wat hun gemoed verbittert. M. Maenbant denkt er aadem over. Hij hitst da armen op, hij verbittert bun. lijden door hun te doen gelooven dat zij bestolen worden op huh droge aardappelen zolfs, ea roekeloos strooit hij den lastejr rond om de onderstano smerten door hek wantrouwen te verdubbelen! In koele bloede speelt hij dit loelïjk politiek spel : langs den eenen kant, de boeren, ! zijn kioeers en troetelkinderen wit waa-' schen ea zijne politieke positie versterken op dea buiten, en langs des andoren kant de armen der stad ophitsen tegen hoc stadsbestuur en de pojitieko positie sijner klerikale vrienden en de zijne versterkenj in de stad. Hij foltert de armen dubbel j door sija laster brengt hij hun geen aardappel moor bij, maar deze <&e zij aog kunnen koopen,, smaakt bitter omdat dien aardappel zóo duur is dcor het bedrog van hot stadsbestuur. En dit terwijl hij persoonlijk verrijkt 1 M. Maenhout is een groot grondeigenaar} de prijzen der laadvruchten vermeerderen j da zaailanden, weiden, meerscaen, boaschen stijgen ih prijs, de pachten tókamen en M. Maenhout ziet «jas'rente verhoogen. Zijn fortuin vermeerdert door den oorlog ea verre vaa zijne ongelukkige lctgenooèen er mede te heipon, neen, hij maakt ze nog ongelukkiger en tracht daardoor' zijn politiek© positie te versterken. Gij moet onbeschaamd of gedeeltelijk on* verantwoordelijk zijn om zulks te doea. Dit verwondert ons niet te veel. M.Maesvhout behoort tot den meest reactionnairen groep, die door zijae afschuwelijke politiek, zijne" oövenaeenlrjkheid ea zijae ikzucht' grootendeels de schuld is vaa do rampen die thans ons land teisteren. Terwijl sooialietea en liberalen de impopulariteit opliejjea, de eenen met do gewa» pende natie te eïs<3feen en de anderen den persoonlijken dienstpfichi, warea $L Maenhout ea zijae groep er tegen'ea sloegen zij er politieke munt «ft. Mea ziet, waar die politiek ons heeft gebracht. Eeaige jaren gewapende natie en 600,000 man meer troepen en de raken stonden anders. Ea 't is diezelfde groep ds» na nog als grondfeeàtter verrijkt, welke door zijne ge* woae strijdmiddals vaö laster zijn wanktn' lende politiek wâ redden. Gelukkig dat eenige conservatears^ liehl zonder nevenbedoefingen aansloten hij den strijd veer het land; da* een sohooa deeè der joHgeftnaen van de conservatieve en' aristokratïsehe families, nevens de kinderen der weskeade klasse en a^t kleine burgerijL moedig voor 's lands oaafhaakelijkheioy kampea ea het moedig gedrag der zonende politieke, misdrijvea der vaderea uitwis» sea, dat dl* maar kon geünkkea op één' voorwaarde en die fe, dat de vaders verzaken aam de »fsehtrtrel$fee politiek van vroeger. . (Slot volgt.) hut Ir &§i M m ûm dsllsr Dezer dagen was het bestuur van het Groot Opera van Chicago gedwongen eeno financieèlo overeenkomst of cordaat aaa te vragen ea zija bilaa ia te dieaea met een te kort van 680.000 dollars. Op kunstgebied was dat eeae opschuddingwekkende gebenrtenis die zeker wel van eenige internationale beteékenis moet genoemd worden. De heels amerikaansche pers besprak do gebeurtenis zeer heftig ea brjaa alle dagbladen warea het eeas om te sehrijvea tegen d«j fabelachtige eachefeban die overal betaald werden om de wereldberoemde zangers en^ vooral zangeressen aaar de Nieuwe Wereld te lokken. De democratische pers doet ia het debat, haar best om daarenboven te bewijzen dat het de minder groote artisten, de koristea, de toeneelspelers ea schouwburgbedieadea zija die de oagehoorde sommea voor do, « sterren » moetea uitzweetea, zoodat die ; verdienstelijke menschea over het algemeen , juist genoeg verdienen om niet van honger te sterven — als zij aiet eeno tweede bediening weten te vinden om waar te nemen*; W*t de in Ohicago vejsohijnonde Çg^,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes