Vooruit: socialistisch dagblad

572 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 05 Maart. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 17 juni 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/mw28913034/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

S24|aas« — ES. @4PrijB ca? mnmner : vcor België 3 centierneE. vooi den Vreemde & centième»YcJatoom e B@sïsct§© 247 » Administratie ÜS4&Zondan E HAAKT 1S • 6 »^B»iia*igcg»a8»«aa^^ tg$&. Dra!oa««'-Uïtjg«eÏ3t*f lam: Maatschappij HET LICHT tresïaairâeï-t P. D£ ViSCH. Uteberg-Otiit . . REDACTIE . . ADMINISTRATIE ï. 29. öENÏ y ü&ffMwe wa *» m aie da ABONNEMENTSPRIJS BELGIË Drie rnaandca. » * . . . tr. 3.29 Zes tnaarsdea » . . . . fr. 0.50 Een jaarfr. 12.VC) Mts abeasieaft dcà »js aê!e pnstfc-jfsete» DEN VREEMDS Oris Bsaandcrj tóegaSijks verzenden}» . .... fa 6,13 Nadat ran de gemeente Lovendegem wegens een op haar gebied begin Januari 1916 voorgekomen diefstal van telefoondraad, welks daders niet gevonden konden worden, eene boete van 5000 Markt moest opgelegd worden, is nu weder een tweede gelij irsoortig g;vai aangemeld. Wederom zijn aan dezelfde — intusschen hernieuwde — telefoonleiding, koperdraden in gewicht van ongeveer 45 kilogr. uitgesneden en ontvreemd geworden, zonder dat hot gelukt is de daders ta ontdekken. De na den eersten diefstal door de gezn-eente getroffen maatregelen ter verhoeding van verdere ontvreemdingen zijn dus ontoereikend geweest. Op dezen grond en omdat ds gevallen Ven moedwillige vernieling van telefoonleidingen zich vermeerderen, is op vervoeging van het L. O. K, aan de gemeente Lovendegem voor de tweede maal eene boete van 5000 Mark opgelegd geworden. Dit brengt ter openbare kennis V. S. D. E. I. de Chef van do generaalstaf Gsterteg Oberstleutn»nt. mu m Ten allen tijde zijn er rnensohen geweest, die uit esn werkersbroek geschud waren en liet geluk hadden, tot eens ietwat betere positie te komen dan hunne ouders. Op zich zelve gezien is dat geene schande, feet tegendeel is veeleer waar. Maar geheel dikwijls en in elk geval te dikwijls, omdat eenmaal nog te veel is, gaat de maatschapelijke opklimming van sommige menschen gepaard met een treurig verschijnsel. Zij worden bedienden, kierken, meesterbasten ,enz., de klak wordt vervangen dour tien hoed, de kio-efen dco-r schoenen, de geStreept» hemdenband door een witten kol. Wij hebben daar niets tegen ware het niet, 'dat sommigen dier personen ook van karakter en, van houding veranderen tegenover de iklasse waaruit zij gesproten BJa, Zij gaan zoover hunne klasse te veedoochejaen en ze, als zij er kans aan. zien in den jrùg! t'e schieten. Wij vonden daarvan het bewijs ia dew briel van de Algemeene Bedi©ndsnver«e»l« ging van Gomt, vragenda aan den Genie sateraad om het eerste voorstel van M. Variez, over de werkloozenondersteunii-s.;, den voorkeur te geven boven dat van onzen gezel Lefevre. Aldus . was de Algemeens Bsdicndenvereeniging direkt ia oppositie met al deoveivige werkerssyndikaten van alle denkwijzen, zelfs met deze die aan geene politiek doen. ,. Waarom! Wal dat Bediendensyndika&tachtte zich rijk genoeg om den enormen laat£e dragen die met het eerste voorstel van M. Variez op de vakbonden zou gedrukthebben en ze onvermijdelijk naar de ruïneecu gevoerd hebben. En in den grond wilde dat Bediendensynflïkaat zich daardoor afzonderen en zich boven de zuivere werkersbonden plaatsen. Zij verloochenden hunne klasse. » * * Wij verhaasten ons van te zeggen — en wij zijn er gelukkig om — dat die houding maar deze is, van een deel der bedienden en van eeno minderheid onder hen. Er bestaat in Gent eene Socialistische Bediendenvereeniging, die gedurig aanwint en die het volkomen eens was om de hulp Aan de werkeloozen te aanvaarden volgens het stelsel Lefevre en geoazins volgens dat .van M. Variez. En wij voegen er bij, dat onze vrienden met ons t' akkoord zijn op geheel het Socialistisch programma evenals op de socialistische taktiek, die zij overigens het recht hebben mede te bespreken, mits zich te onderwerpen aan de besluiten der meerderheid, dat is aan de partijdiscipline. Wij zijn gelukkig over dat ontwakend en klimmend bewustzijn bij dat deel onzer klasse. Het zijn bedienden die begrijpen dat hun loon, hunne werkuren, hunne rechten en gansch hunne toekomst, gansch hun leven en dat hunner vrouwen en kinderen, nauw (verbonden zijn aan het lot tod geheel de werkende klasse. En zij nemen met ons aan dat er maar eene oplossing bestaat om onzen en hunnen staat van minderheid als klasse te doen eindigen en dat is de socialistische oplossing. Inderdaad is de geestelijke arbeid zoowel als den handenarbeid onderworpen aan uitbuiting en slavernij en wij aarzelen niet te zeggen dat hij het meer en dubbel is. De haadenarbeider is meer onafhankelijk omdat hij meer kans heeft van desneods aan werk te geraken, wanneer hij in strijd komt met een patroon. De geestelijke werker heeft minder die kans, omdat de arbeidsmarkt voor hem overladen is. Ten tweede, een patroon die een metser of een diender noodig heeft zal hem aanvaarden zonder meer, terwijl hij zelden een be■ diende in zijne bureelen zal toelaten, zonder de nauwkeurigste inlichtingen in te wjonen en zonder dat de beste gotuig, schriften het» worde» ^oargelagd» Ziedaar waarom de staat van bediende door den band afhankelijker en slaafseher is dan deze van de gewone werklieden. Daar is ook eene tweede en zeer gewichtige reden. Een bediende, durft in de meeste gevallen zijnen post niet opgeven en zich elders aanbieden en dat heeft eene dubbele oorzaak. Waar hij binnentreedt is hij de laatste gekomene, de minst gewaardeerde en den slechtst betaalde. Zoo is de gewoonte en de bedienden hebben nog niefc veroverd wat sommige stielen wel verkregen of afdwongen, een minimum van loon of van jaarwedde. Dit is zoo omdat zij langen tijd niet of te weinig vereenigd waren en daardoor de solidariteit misten die de handwerkers zoo vast aaneensnoert en hunne weerstandskracht verdubbelde. Daartoe moeten de bedienden komen, daar voert Hst socialistisch syndikaat hen naartoe en het zal gelukken met moed en volharding. Dapper en kloekmoedig vooruit mannen ! Heft het hoofd omhoog, dat er fierheid in uwe oogen schittere, maar dat het niet weze om u te onderscheiden van uwe werkbroedars, om u beven hen te plaatsen. , Wij ook zijn partisans van de fierheid en zelfs van den trots bij alle werkers, omdat wij de onwrikbare overtuiging hebben, dat de Arbeid geroepen is om te regeeren ca te triomfeeren in de wereld. Blijft trouw aan onze zijde kameraden, loonslaven zooals wij. En het gebeurde met het Algemeen Bediendensyndikaat leert U, dat gij uw apostelwerk moet verdubbelen, om de afgedwaalde vakgenooten te bekeeren en hen te doen verstaan dat het : Werkers aller landen, vereenigt U ! van Karl Marx, ook voor de bedienden geldig is, als zij vrij en welstellend willen worden. 't Is het schoonste levensdoel dat gij kuntnastreven.F. H. Cv J «NS O De wereldschokkende gebeurtenissen die we nu beleven hebben hei denken en gevoelen van velen van ons in gansch andere sporen gedreven. Tot hiertoe trachten ongodsdienstelijken nu hei! te vinden met «en godsdienstig leven ie leiden en omgekeerd; bij sommigen is het geloof versterkt, bij andere verzwakt. Ook op ons, socialisten, hebben de laatste gebeurtenissen grooten invloed gehad, want wij die dachten te wezen — EN ZIJN — de partij vanden algemeenen l wereldvrede, wij, die in alle Mcistoeten, stoeten van hoop en leven, met woord en beeld spraken van kortere arbeidsuren eu wereldvrede, zag eensklaps ons offeren en strijden van 'n halve eeuw lang vertrapt, om zoo te zeggen weggecijferd met een enkelen trek. Ons geloof in internationale werklieden-solidariteit, ons hopen van een wereldactie bij wereldgebeurtcnissen, kwam niet uit, en mismoedig, teneergeslagen, konden onze partijgenoo'.en slechts antwoorden aan tegenstrevers : « de Internationale stond* nog niet sterk genoeg ».... En bij velen van ons zelf kwam de vraag op of de Internationale ooit iets geweest was of zou kunnen worden. De ontgoocheling was te groot geweest, tot dat er eindelijk nieuwe hoop kwam. Met wat K. Huysmaus over de Internationale in den Haag gezeid heeft, is eensklaps een nieuw licht opgegaan. De Internationale is niet dood, was het niet en zal het nooit wezen, want, al heeft ze den oorlpg niet kunnen voorkomen, ze heett in alle gevallen hemel en aarde geroerd om dit wereldconflikt te keeren, tegen te houden. 't Is haar niet gelukt, fin wat betcekem dat? Is dit een bewijs van onze zwakheid, een teeken van nietvan-tel-zijn, lijk r.u door tegenstrevers ons soms wel esns hatelijk wordt toegeworpen? Maar als wij dan zoo nietig waren, als het socialisme dan zoo oppervlakkig overal op lag, waarom was de laatste hoop van iedereen, socialisten en NIET-SOCIALIS TEN, om den ooriog te voorksmen, dan gericht op de werking der socialistische partij in de verschillende landen? Erkenden diezelfde tegenstrevers dan niet in de uiterste oogenblikken dat er nog iets definitief kon gedaan worden, en dat WIJ, de steeds gehouden en uitgelachenen, WIJ ALLEEN HEN ALLEN uit den neteligen toestand konden redden? Is dat een bewijs van zwakte? Het is d.2 Internationale niet gelakt den oorlog te voorkomen. Mcar wij, die slechts sinds 'n halve eeuw organis.'er:u en ons gedachten trachten overal te doen ingang vinden, hebben in alle gevallen meer gedaan en meer verkregen dan de eeuwen-oude Roomsch-katholieke Kerk, die den tijd al heeft gehad zooveel bloeitijdperken te kennen in kunst en beschaving, die overal de staatsinrichtingen naar heure hand heeft ingericht, die de wetten heeft gemaakt lijk het haar goed scheen, die zelf niet vreemd was bij het kiezen der staatshoofden. En wat heeft de eeuwenoude pauselijke Stoel nu moeten beleven ? Dat de christelijkste landen i Oostenrijk, België, Frankrijk en Italie elkander heel zusterlijk aan 't uitmoorden en plunderen zijn. Spanje alleen ontbreekt aan de heksenpartij, anders was de christelijke beschaving compleet. A.18 we dat nagaan, dan hoeven v/e niet te blozen om or.s werk. Onze Internationals is levend, is groot. Ons vijftig jaar strijden is niet vruchteloos geweest. We hebben opvattingen, die al eeuwen en eeuwen in d* lucht hingen, die in alle paleizen en sloten ingemetseld waren niet den kop kunnen indrukken met ons werk. Onze wil en ons werk zijn groot genoeg geweest, als partij waren wij echter nog jong, want vergeet niet dat in de geschiedenis eeuwen rnoït overspringen om ingrijpende veranderingen in levenswijze en zeden te vinden. Maar waar is het dat, toen alles kraakte en in z'n grondvesten beefde, toen alles onderste boven werd geworpen en oorlog dreigend boven eenieders hoofd hing, niemand dacht «f maar hoopte dat de familieband van dezen en genen verst of het verbroedcringsfeest, dat vroeger tusschen officieren en adellijke jonkers van verschillende landen gehoudttn was, ons van 'n algemeene menschenmoord zouden verschoonen. Neen, in ONS IDEAAL : internationale solidariteit, had men alleen maar betrouwen en fier moeten w' er op wezen dat hetgene waarvoor men ons vroeger nariep en uitlachte.' nu de laatste redplank bleek te zijn waar eenieder zich nog aan vasthield. Onze redplank bleek te broos voor dien storm, maar hoopvol is het toch voor ons, te weten dat, toen de reusachtige wereldstorm was opgestoken en alles in 't donker reeds lag, één licht nog bleef schitteren, het laatste van alle : het geloof in de- Internationale ! AalVfflft»,•E. U. WIE WEET.,,? o (Sonnet) 't Is bijtend koud; de lucht is grauw betrokken. Er waait een wind uit 't Noorden snerp en guur; De sneeuw vait neer in dichte, blanke vlokken Ea dekt stilaan de rustende natuur! Door 't luchtruim tampen, klagen droef de klokken. 't Is of hun stemme zucht bij 't avonduur : Hoe wreed die doffe, sidderende schokken! 't Wordt al ten prooi van 't moordend oorlogsvuur ! En vioeien tranen nu langs vele wangen; En 't volk eischt voedsel... welk een droef verlangen! Voor de armen is noch licht, noch vuur, noch brood. De sneeuw, de kou, die rusteiooze slagen, Dat alles grijnst en spot met 's menschen klagen. Wie weet wacht ons niefrnog de hongerdood! 24a Februari 1916.Isidoor Albert. (1) Verboden nadruk. «aaaœaufflwr.'g-rgttwBaoig y*,'**-7inf .-T-ïri-rr- iwBwwwiuimM i qa. Sint-Truiden, 16 Februari. DE MELKERIJ Een groot Erusselsch franschtalig dagblad heeft een medewerker die sedert geruimen tijd op boerenprooi aast. Op zijn jacht verwaarloost hij stelselmatig alles wat in deze omstandigheden den boer zou kunnen voorstellen als eerlijk man, die in oorlogstijd, als om 't even wie ook, zich in treurige omstandigheden bevindt. Hij gaat uit van het standpunt dat het woord boer zinverwant is met dief en weert beslist elke boerderij, «lken boerenhandel, waar eerlijkheid en harde strijd om 'eleven toonaangevend zijn. Zoo had hij nu onlangs, zeker bij gebrek aan gev/ensebte bezieling, mogelijk geen stof tot schelden ot verdachtmaking, en ging een Destuurder van een samenwerkende melkerij raadplegen. Nu zou elkeen we! moeten overtuigd zijn dat dergelijke bestuurders, die dagelijks met de boeren omgaan en ook dank aan hen een zeer mooie maatschaplijke betrekking bekleeden, toch wel de boeren moeten kennen. Dit is over 't algemeen zoo. Ook is een melkerijbestnurder in staat de boeren te lasteren, een zeldzame zeldzaamheid. Toch is de dagbladschrijver er in geslaagd die witte musch te vinden, een voadst die onbetwistbaar getuigt van zijn buitengewoon fijnen reuk. ïSesiaat die bestuurder nu in levenden lijve en is hijniet enkel verdicht in het sp.1 c in van bedoel- de bocrenhyena, dan zou hij aardige dingen hebben verklaard. Zoo aardig ds.t geen enkele boer er één woord van za! gelooven. De aandeelhouders van bedoelde me!kcrij«n zouden die instellingen hebben verlaten, na zich te hebben rijk gemaakt door de botervoortbrengst van de melkerij, die teg.'ii veel hooger prijs beter boter verkoopt dan deze, die gewoonlijk door de boerenvrouw zelf wordt geleverd. Is zoo'n bewering wel bespreking waard? Een boer, 't zij dan ook de domste, zou prachtige zaken maken in een ondernemingen dan, welgesteld zijnde, zich terugtrekken om weer den ouden weinig loonenden slenter van vroeger te hernemen? 't Is niet eenmaal geloofswaardig. Nochtans is't een feit, toch heel zeker in Limburg, dat veel Doeren, vooral groote en middelbare, de samenwerkende melkerijen hebben verlaten en zelfs daardoor alles, wat zij als aandeel hadden gestort, liever zagen verloren gaan, dan voort het lidmaatschap te blijven behouden. Zij hadden daartoe meersoortige aanleiding. Vooreerst werd bij velen de melkerij, zooals de gansche boerenbondsche instelling, een winkel van scherp klerikale politiek, 'waar iedereen geholpen werd en vooraan kwam die maar pastoors gezind was; waar niemand ecnig voordeel kon bekomen, zoo hij niet beslist onderworpen wou zijn, niet zoo bepaald aan de kerk, wsar men bidt en sakramenten ontvangt om later een Intreekaart voor den hemel te bekomen, doch duidelijk san de politieke kerk, waarin alle man, ook de vrijdenker wordt opgenomen, zoo hij maar niet tegen den pastoor is. De boerenbonden, volgens standregelen en wetgeving ingericht tot voorspoed van den boerenstand, bestuurd enkel door kleine boeren, die er 't meest bij gebaat moesten zijn, kwamen dan feitelijk in beweging. Doch, zoo waar, bleek niets wezenlijkheid van alles wat de letter had beweerd. Tot hooiden zag men pastoors in de boter en de melk, pastoors in de zaden en in de kunstmesten, pastoors voorzitters op de vergaderingen, pastoors, enkel pastoors, in de gilden, op al de dorpen. Door toedoen van de pastoors werden al de druksels bezorgd, al de besluiten voorgesteld en aangenomen. Door tusschenkomst van de pastoors werden al de gezamenlijke aankoopen gedaan. Wie wat hulp of gunst of inlichting verlangde," v/at kapitaal wenschte uit de voorzienigheidskass,;n, moest bij den pastoor aanbellen. Stond men bij dezen schaapherder goed te boek, dit is, was men, pelitisch gesproken, een vertrouwd kiezer, zoo bekwam men alles. Anders volgde een klemmend streng vermaan als bij voorbaat voorbereide onherroepelijke afscheping. Naast den pastoor stond dan nog wel boer, zelfs soms een kleine boer, doch de grooten enkel en de makke pastoorslaven kwamen, onder 't gezag van den herder aan 't zoetsappig woord. Bij woorden bleef het. Boeren, in 't bestuur van den boerenbond, zijn en blijven 't stroomannen. We vergeten de kasteel heeren te vermelden, allerminst boer, echte boerenvilders, die maar behoeven te wenschen om in de gilde te worden opgenomen, natuurlijk als weldoener en besahermer. Nu zijn ten huldigen dage de boeren inderdaad niet meer blind genoeg, om niet bij helderen dag den zonneschijn te zien en in 't licht waarheid en bedrog, schijn en wezen uit elkaar te onderscheiden. Hun gingen de oogen open en ze zagen verrassende toestanden. 't Ging bij slot van rekening maar enkel om den pastoors- en klerikalen winkel te vestigen en al het overige was bijzaak. Ziels- en gewetenshandel ging vóór alles. Boter en kaas, zaden en mest waren middelen, geen doel. Zoo ontstonden weleens twisten en gekibbel, en werd het woord van Vader Cats (infolio-uitgave, 1726, 2de deel, J. Cats, tweeen tachtig, bl. 42.) bewaarheid : « Als Koek en Bottelier bijwijlen hevig kijven, « Dan wordt 'et openbaer waer vet en boter blijven » De verstandigste boeren werden spoedig gewaar dat de boterijkdom, net als de suikerijdom in de suikerfabrieken, steeg en daalde naarmate de omstandigheden. De afgeroomde melk, arm als voedende waarde, kwam koud op de boederij terug. De kosten en uitgaven voor het talrijk personeel, het vervoer, en veel meer onvoorziens, bereikte jaarlijks aenzieruitke lomnw». Bestuur- der, kas- en boekhouder, ondergeschikte bediende;!, toch maar eigenlijk allen de dienaars van ds aandeelhouders, stelden zich zoo aanmatigend en gezagvoerend Ran, dat de alles betalende boeren wezenlijk de ondergeschikten in de melkerij waren. Er werd wel, bij 't einde van elk dienstjaar, met klinkenae w»»rden een mssi batig slet onder de aandeelhauders uitgereikt, doch hier was beslist geen daktoistitel neodig om uit te rekenen dat de boeren toch maar niets meer ontvingen dan wat zij eigenlijk rechtvaardig moesten optrekken. Men dacht ernstig na. Men maakte berekeningen. De doornuitigsten vielen eerst als aandeelhouders af. Ze kochten een afroomer, een kneder, alles wat noodig was om een eigen melkerij in eigen boerderij tot stand te brengen, richtten een behoorlijk lokaaltje daartoe in en gingen aan 't werk. De uitslag was het eerste jaar wonderbaar. Een verhooging van winst, die ongeloofbaar voorkwam. Ze hadden nu hun afgeroomde melk heel warm en bevonden dat ze zoo tot voedsel, aan kalveren en bij^ gen gegeven, vermengd mot meel of koek, wezenlijk voordeeli£>cr was dan vroeger. De gemaakte boter konden ze, in hun naaste omgeving, goedkooper kwijt geraken dan de boter in de melkerij werd verkocht. Z« cijferde de hooge bijdrage in de kosten van een talrijk personeel weg. Ze waren ten uiterete tevreden en verrukt, onafhankelijk vim de melkerij- en bondsdwang. In die vrijheid van voortbrengst en handelen vergenoegen ze zich reeds enkele jaren. Hun aftreden heeft de boerderij enkel voordeel, in 't geheri geen schade toegebracht. Dat dit de melkerijkerijbondshoofden niet bevalt, is licht te begrijpen. Doch daarom den boer uitschelden voor een ondankbare, als toch maar enkel zijn onderneming er door tot hoogeren bloei komt, iets wst den boerenbond moest aangenaam zijn, gaat wezenlijk over zijn hout. lata® Stkvkh Boebssn. M id sarsRi Als men het volgende zal gelezen hebben, dat door een schijnbaar bevoegden parsoon aan het burgersb'ad Lt Bruxellois geschreven wordt, za! men zich onwillekeurig afvragen : Waar gaat dat alles naartoe en waarom is het toch zoo duur ? « Verleden jaar, «inde Oogst, gezien de onmogelijkheid van alle vervoer naar het buitenland, werd er te Landeghem, in de buurt van Gent, een groote samenwerkende maatschappij gesticht voor het droogen van allerhande fruit en het maken var. confiture op groote school. Landephern was een der grootste vlaamsche centrums voor waf aangaat het kweeken en het uitvoeren van allerband fruit. Men kan de jaarlijks uitgevoerde hoeveelheid fruit voor dit centrum op minstens 2 millioen kilos rekenen . Het was geregeld naar Engeland dat daze aanzienlijk» massa fruit gezonden wei et, maar -van. dea oogeablik dat, ten gevolge van den oorlog, de verzending over zee onmogelijk geworden was, was men wel gedwongen inrichtingen tot stand te brengen in dewelke men «en overgrooten voorraad ter plaats kon droogen of verwerken in allerhande confituren. Aldus is het gekomen dat men verleden jaar, van 15 Ooqst tot 30 December, minstens 18,000 kilos appels en peren gedroogd heeft in de lande^emsche inrichtin>gen. Bovendien heeft men er in denzeüdeij tijd ten minste 53.000 kilo- appels, plus 34.000 kilos peren verwerkt 111 allerhande confituren, appels en peren die men overal in den omtrek heeft Sunuen aankoopen vaor den spotprijs van zes of geven franken per honderd kilos ! Men heeft berekend dat men gedurende den hooger opgegeven tijd omtrent 100,000 kilos allerhande fruit verwerkt, heeft met omtrent 12.000 kilos suiker, dat men 24.000 kilos confiture en omtrent 4.000 kilos fijne marmalade heeft gemaakt, terwijl de grsote hoeveelheid afval of pulp nog verkocht werd als eea voortreffelijk veevoeder. Daarbij meet men neg doen opmerken dat het voor de confitureen marmaladefabriek aangekocht fruit vsn tweede hoedanighejd was, dat slechts ö en 7 centiemen per kilo waard was, terwijl de pachters gelegenheid hadden om de markt van Gent te ©verstreomen met hun fruit van betere hoedanigheid ea eerste klas.» Oss Men kan dat alles nog eer;S nader overwegen als men staat voor de winkel vensters der stad, waar men niet zelden appels ziet liggen die tot een frank per kilo verkocht v/orden en als men tot drie frank per kil» hoort vragen voor confiture die zeventig tot tachtig centiemen kost aan den fabrikant ! Wanneer- het in den uitkijk op top V... — 3335 meter boven den zeespiegel — dertig graden onüer nul is — oograden Celsius we! te verstaan — beginnen de zes mannen, die er al weken iang werken, eikander herinneringen uit LVbyêle vertellen. — Herinnert ge u nog, h»e ep den twaalfden April 1912 die verschrikkelijke ghibüde temperatuur in Gargaresj deei stijgen tot vijf en veertig graden Celsius inde schaduw ? Die gejachte maakt warm. Ksude is nooit zoo erg als warmte in dat «szicht. Als ge smsoit va'! de hitte, maakt de herinnering san de fricchheid. die anderen genieten, u woedend. Ik, herinner me. dat een ofjïcisr in Somaliland op het punt gestaan heeit — hij bekende het ronduit — zijn besten vriend dood te slaan, wndat die ep een dug,' dat ge werkelijk omviel van de benauwdheid en er geen druppel water te krijgen was, opeens tot hem zei : — Zeg, weet ge nog wel van dat roomijs in, Napels ? Maar hoe stellen die manschappen het daar boven met zoo eene koude en hoe vechten zij ? Wij komen er nu zoo langzamerhand een beetje achter. De grs«te moeilijkheid was niet sove» te konten. ©at deden Alpinisten vroeger «ok.wel, zelfs in 't hartje var. den winter en leden daarbij niet ecus bijzonder veel. De wiater ep die groote hoogten is niet verschrikkelijk, wanneer «ea zich oeweegt, hij wordt het pas, wanneer reen leng stil blijven moet. Laagdurig verblijf' op tweeduizend meteren hooger mogelijk maken, was het moeilijke vraagstuk, dat Italië en Oostenrijk beiden op te lossen kregen. Het plan maken en uitvoeren, op een top met wijd uitzicht maanden té vertoeven, wil zeggen : den weg banen, die naar de woonhut leiden zal, de sleden in elkaar zetten, die langs dien weg getrokken moeten worden, veor iederen soldaat «neeuwhskken preparecren, palen inslaan om het pad te luimen vinden ah het gesneeuwd heeft óf een wervelstorm waait ; dan een blokhuis met dubbele wanden bouwen, er kachels — spirituskachels, andere zoudon het bivak door hunnen rook verraden — inbrengen en spiritus, die noedvs is vo,or eenige maanden, levensmiddelen opstapelen voor vel< maanden, omdat de posf afgesneden zou kunnen woï* den en vooral een betrouwbaren telefoon leggen, zonder welken de uitkijk daarboven geen het minste nut heeft. öaar leven dus die paar menschen in eeuwige witte wereld. De lange nachten dóór blijven ze steeds onbeweeglijk : de schildwacht, die vaak afgelost wordt, buiten, de anderen slapend binnen. Als het regent of nevelachtig is, kan ook overdag het geschut niet spreken en is er dus weer geen wen: voor den uitkijk. Maar als de zon helder schljnf en het panorama van de verre valleien van het vijandelijk land zich scherp, afteekent, blijft de telefoon geen oogenblik stil. Vele batterijen worden van één zoo'n observatorium uit bestuurd, van de oogen daarboven hangt de uitslag van het vuur van tientallen kanonnen af. De uitkijken zijn eenzaam als kluizenaars, mssr hu» omgeving moet beschermd en veroverd worden door detachementen Alpentroepen, die op zijn minst ter halver hoogte moeten kampoeren. Voor zoo'n kampement wordt natuurlijk een zaïlderhalihig en een «doode hoek» uitgezocht. Een deode hoek is een plek, waar de vijandelijk?! kanonnen geen bommen kunnen laten vauen. Dood*' hoeken zijn er in het gebergte veel. Als een kanon over een tcp heen schieten moet ia de achterkant van disa top voor een groot deel veilig, indien deadline Keil ia. Wie zich de baan van ctn kanonskogel even voorstelt' zal dadelijk begrijpen wat ik bedoel. Gevaarlijk wordt het verblijf in zulke « doode hoekeu » pas als de schuinte van ter zij beschoten worde* ken. Daarom wordt dikwijlt eeu poaitta osa

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes