Vooruit: socialistisch dagblad

596 0
16 augustus 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 16 Augustus. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 05 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1n7xk85m1v/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

VERORDENING OHdende wljzlglng der wat van 15 Janl 1 914 tôt ragallng van het Lagar Onderwijs. (V ervolg) 3. Voor d« Irinderen, die bij het begin van het tchooljaar 1918-19 re«di gedurende dric «tudiejaren vsn het lager onderwij», ondemeht met het Fransch aïs voertaal gtnoten hebben, kan de Fianicht voertaal behouden blijven. Voor deze kirderen moet het Neder-landach, ala vak, gedurende ten minus zea urcn in d« week onderwezen worden ; 00k mcet de vaderiandache §eachied«)U in het Nederlandtch onderwezen wordan. ïn zoorei dienvoJgens het Nederlansch nog niet de voertaal ii, wordt het, van het schooljaar iqio/ao af, telken jar« in «en volgend »tudiejaar ingevoerd. 4. Leerkr»ck»en, die, volgeni de bovenataande ledan, onderwij s mat het Nederiandsch als voertaal moeten-Verstrekken en getn diploma hebben van een nonnaal-K^hool met het Nederlandach ala voertaal, moeten vol- , gens de nader door den Minuter van Wetenscliappea en Kwnïten te trefien bepalingen, zonder uitstel in ean hijzonderen leergang in de Nederlandsche taal, de pekwaamheid tôt ondcrwijsgeven in deze taal verwer-*en. Indian zij het Nederiandsch voldoeude machtig tijn, kunnen zij, op hur verzoek, door den Ministar »*n de verplichting tôt het volgen van dan leergang vrijgesteld worden. Tegen leerlcrachten, die stelsel-matig weigeren zich te onderwerpen aan de verplichting tôt het volgen van den leergang, kan gehandeld worden volgens artikel 35, lid5,-der wet. Art. 10. — Art. *4, aanrjng, luidt voortaan als T0lgtî Ala gemeenteonderwijzers kunnen enkel staa'sbur-gers aangeateld worden, houders van Art. 11. — Aan art. 39 wordt volgend alotlid toego-voegd:Aan de hoofdopzieners en aan de kantonale opzie-ners worden sekretarissen toegevoegd, wier jaarwedde jm bevoegdheid door de» Minister van Wetenschappen Sansten geiegeld worden. Art .'i*. — In artikel 41 wordt tusschen de eerite en de tweede zinanede ingavoegd : De voertaal ishet Nederiandsch. Art. 13. — Art. 43 luidt voortaan als volgt: 1 De provinciale, de gemeentelijke, alsook de vrije Bormaalscholen, ontvangen geen staatstoela en en kunnen geen wettelijke diploma's uitreiken, indien zij zich niet aan het ataatstoezicht onderwerpen, het Neder , landschniet ois voeriaal gebruiken en indien hun onder-iricht niet van aard is om onderwijzera te vormen, bekwaam om onderwijs te geven in de lagera scholen, ' die naar de eischen dezer wet ingericht zijn. Art. 14. — In art. 45, laatste lid, wordt het woord «Jaarwedde» door « vergoedmg » vervangen. Art. 15. — Deze verordening wordt op 1 September 1918 van kracht. De voorbereidende maatregelen dienen zondar uitstel getroflen te worden. Art. 16. — De Minister van Wetenschappen en Kunstan wordt met de uitvoering van deze verordening belast. Hij kan, in zeer dringende gevallen, uitzonderingen ■op de bepalingen aer verordening toestaan, echter niet [voor ecn lacgeren termijn dan drie jaar te rekenen van het inwerkingtieden dezer verordening. Art, 17. — Al de met de voorschriften van deze verordening strijdendt bepalingen zijn met ingang van îe ' Septenaber 1918 ingetiokl t Srvaacl, den 4 Juni 191^. Der Generalgouverneur in Belgien, Frtiharr Von FALKENHAUSEN Generaloberst. V»rens;jai} Je verordening wordt voor het Belgisch ^deîlte van 't gebied van het 4e lager in werking Der Oberbefehlshaber, SIXT VON ARMIN, General der Infanterie. AANHANGSEL vain da verordening houdande wijzlging dar wat op hat lager onderwlja. Lijat der aan de taalgrens gelegen gemeenten in het gemeenten in het gebied dat tôt de bevoegdheid van net J&iBisierie van Wetenschappen en Kunatan ta Brusral behoort. I. Provincie Limburg: Bitsingen, Herstappe, Eben-Emaal, Kruiiworm, Otringen, Rukkelingen aan den Jeker, Tar Naaien, Wonk. II. Provincie Brabant» Bierk, Lettingen, Mark )«nkel het gchucht Abeelu) I Labliau), Nearheiliaem, Opbeilisem, Sinte-Renelde, Sluizen. III. Provincie Oostvlaanderen : Twee Akkers, Or-roir, Amougies, Rozenaken, Ronse (enkel het gehucht Deurne), (Dureune). IV. Proviocic Weatvlaanderen : Dottenija. Her-«eeuw, Lowingen, Moaakroec, Neer Waesten, Ploeg-ateert, Waasien. DE BELGiSCHE ONDERZOEKSKOMMISSIE (Vieide ver vol g) Andere noodlga hervormingon 4. Rtgeeringshtlpeut» dt mjverhtii, kleine, middel-lare tn grooU. — De ooriog brengt mette onder meer : een verrijkten boerenstand en eene op-permachtige groot-finantie. Daardoor worden de uitgeputte kleine en midden-nijveraars de «lachtofîers ran den woeker en de groot-nijve-raars de vassalen der banken. Rijk geworden boeren, apek-ulanten en op-koopers die schatten vargaarden op de ruine en den honger van honderd duizenden, zullen dan het woekerkapitaal leenen, woekerkantoren openen waar de laatste spaarcenten znllen ver-loren gaan of het krediet aan ongehoorde per-centen zal worden verleend. En de groot-nijverheid? Die valt geknield ▼oor de groote bankiers. Kwam er aerlijke, technische samenwerking tusschen bank, groot-nijverheid en werkerssyndikaten, aile drie en het land zouden er bij winnen door meer cen-traliseering, modprniseering van werkmaterieel en werkwijxe en lu het opzoeken en bedienen der klientoel binnen en buiten onze grenzen ; maar als de bank niet anders is dan de schroei, die 't sap uit de vruchten perst, o dan, wee 1 De regeering mag dit niet gedoogen. Zij moet «net de groote banken •preken, haar zeggen dat zij haar slechts hulp verleent bij degelijke samenwerking tusschen bank- en nijverheidwer-kers, maar niet voor onderwerping nu de laatsten aan de eerste. Zij moet medehelpen binkovereankom-•ten tôt stand komen, w»ai b j de gelden gedurende den ooriog ontleend, op langen termijn worden terugbetaald «n de nijverheden en handelshuizen die degelijk v66r draa ooriog werkten, 00k op langen termijn ue noodige kapitalen voor het heropenen hunner werkhui-zen en kantoren kunnen verkrijgen. De regeering moet 00k op dergelijke wijze ter hulp komen aan de samenwerkende maat-schappijen van verbroik en Toortbrengst en ran de beroepsrereenigingen der samenwerkers. 5. A Uckaffmg van ariiM 310 waar door bij werkstaking een misdrijf tôt 10 maal swaar-der gestraft wordt als in gewonea tijd. Een onderkruiper uitschelden voor loonbe-derver ; bij staking een gendarm scheef bazien wordt strenger gestraft dan in gewonen tijd iemand uitgeven voor dief. Een onderkruiper afranselen wordt al tijd streng gestraft, terwijl veel moordenaars reeds vrijgesproken werden. Deze uitzondèringswet-ten bewijzen het bestaan van den klassen-oorlog.Nu, io oorloeatud ea v«Oî»lin oa?,e îtrekea. Orgaan der Befeische Werkliedenpartij. — Ver&cfeijrieiide aie daf ©n. Drukxttr- Uitgesftter fkim. Maatach. MET LICBT, B&vi. . P. Dr Visch, Lsdeber^-Gs'>it — Red.-Adm , Hmgpaort, 29, G eut in de Etappen worden de misdrijven tegen de verordeningen veel strenger gestraft als in gewone tijden. Juist dus als in vredestijd bij werkstaking door artikel 310. Dus wanneer een werkstaking uitbreekt wordt dit aanzien als een oorlogstoestand tegen de burgerlijke ma&t-schappij ; de burgelijke wetten zijn geschorat, de oorlogswetten worden toegepast, de klassen-strijd is geopend en de werkende klasse, die in de burgelijke wereld de overwonaene ia, wordt vreeselijk gestraft. Die toestand moet eindigen met het berucht artikel 3io, dat hem sckrikwekkend bevestigt. 6. IJicrtnwcgcn en Kanalen. — De regeering zal wel gedaeht hebben aan het herstel onzer spoorwegen, staties, allerhande maieriaal, en 00k aan onze binnenschepen, waarvan velen zijn verdwenen of op den draad versleten. 7. De Kkeding. — De regeeringen moet massas katoen en wol, ruw-gesponnen en geweefsels gekocht hebben om dan aanstonds te verkoopen aan nijveraar3, handelaars, cooperatieven, die deze zullen verwerken en verkoopen aan ge-stelde voorwaarden en prijzen En daar is de regeering meester van den toe-stard. Daar zegt zij aan de patroons wat zij mo-gen winnen en wat zij zullen betalen aan hunne werkers, werksters en personeel. Het zelfde voor de handelaars en voor de cooperatieven.Zij maakt op een volledig maar redelijk programma van werkers wetten, werkersbehoeften en menschenrechten en 00k van wat handelaars en nijveraars verdienen mogen om aan hunne verplichtingen te voldoen. En als ztilk stelsel eenige maanden. weinige jaren zal gewerkt hebben, is de plooi genomen, de wederzijdache rechten zijn erkend en na de weeên des oorlogs komen wij langzamerhand in de lachende tijden van vrede en terugkee-renden welstand. En eens dit programma goed, volledig en sael toegepast, richt de regeering zich tôt onze bevolking, en doet zij een beroep op aller ver-trouwen en aller medewerking, opdat niemand het land verlate voor vreemde streken en geea krachten ons ontsnappen. Zij richt zich dan 00k tôt de honderd duizenden die thans op vreemden bodem leven, hen verzoekend terug te keeren om het land te ver-rijken met de kennissen en de ondervindingea-die zij in het nieuwe land opdeden. En in plaats van zooals vroeger na ooriog of burgerkrijg onze beste krachten het land verlieten om andere naties met onzeu vlijt, onze kennissen en onze vakgeheimen te verrijken, wordt ons land gezegend met al de schatten aan kennissen door onze landgenooten gedurende den ooriog in andere landen opgedaan. Ziedaar in groote trekken — wij komen er nog op terug — ons gedaeht over wat onze regeering doen moet en doen kan, zonder te vergeten in den woningnood te voorzien. Doet zij het, bravo l Doet zij het niet, o jam-mer I En wij, partijgenooten? Wat doen wij? Aan de studie! Ja, aan de studie, al zij het hoofd weinig tôt studie geneigd. E11 toch, het moet. Oude en Jonge partijgenooten, maar de jongen vooral moeten aan de studie gaan. Door dezen ooriog die nog niet ten einde is wordt Europa aan stukken geschoten en bloe-dend aan flarden gescheurd. De heerschende machten die de oorzaak zij* der zee van weëen an bloed, mogen de wereld niet meer alleen besturen, want in de beide oorlogvoerendepartijen willen die heerschen-de machten de verplettering der tegenpartij, de ekonomische, politieke «n militairen neerwer-ping des vijands — dus een revanche-oorlog met 2o-3o jaar. Tegenover deze machten, te-genover hunne theoriën enbestuur, moet het socialisme zijne theoriën en zijn beheer stellen en die moeten door de studie worden door-grond, met de pen, met het woord worden ver-kondifjd en door de macht der werkersorga-nisatiSn en den werkerspolitiek worden door-gevoerd.Wij moeten onze oplossing hebben voor de wezenlijke rampen waaronder ons land lijdt. Wij moeten bestudeeren wat wij willen, hoe wij het willen, waarom, wanneer en op welke wijze; wij moeten gereed zijn, heel gereed, met onze uitgewerkte voorstellea, plans en middels; hoe wij da moeilijkheden zullen oploasen van al de vraagstukken waarvoor wij en de regeering na den ooriog zullen staan. En van de eerste dagen van vrede leggen wij ons werk bloot en gaan wij tôt de werkars en werksters om hen voor te lichten, hunne bij-treding te vragen en het dan aan de regeering te onderwerpen. Rekenen wij vooral op ons eigen zalven. Toonen wij door onze studie en praktische voorstellen aan onze strijdende broeders, aan de verminkten, gekwetsten en verzwakten, da wij niet enkel aan ons, maar 00k aan hen her -ben gedaeht, omdat wij en 00k de regeering aan deze slachtoffera van den krijg moeten denken. Wij zijn verzekerd dat de gedachten bij velen breeder, menschelijker en toegevender zullen geworden zijn. Maar, langs een anderen kant, staan wij voor eene klasse van nieuwe rijken en verrijkte boeren, de fine-fleur der parvenus. Nu,parvenus zijn nooit of zelden volksgezind of dernokraat. De meesten buriner — op enkele uitzonderingen na — droomen er van de rijken na te apen die zij verdrongen ea door blaai en bluf hunne af komst te doen vergeten. Z:et rond u, naar de familiën der vroegere parvenus, daaronder vindt gij zelden een waar-lijk volVslievende mensch. Ziet naar de bourgeoisie. Zij is eene klasse van parvenus, die in de 18e eeuw den adeldom en de Kerk verdrong. Eens meester van den Staat was zij onmee-doogend, zelfs wreed en vol beleedigenden trots voor de werkende klasse, die maar, door jaren heldenkamp en bloedjge opstanden, aan deze hooge burgsrklasse enkele lotsverbeteringen ontwrong. .. JSUtensa jwii dm veond ea aai aelaea. D* tijden zijn gunstig aan onzen strijd. Deze lange wreede ooriog is het theoretisch bankroet van het kapitalisme, dat direkt de schuld aan de slachting heeft en hij is 00k de verzwakking van bet godsdienstig idee, dat zulke wreedhe-den niet heeft kunnen beletten en nooit vol-doende heeft bekampt. De dagen der verstandige werkers naderen. Aan het werk, aan de studie en wij plukken de vruchten onzer organisatie en van onzen strijd. E. ANSEELE. iSerysiiisps lu Spjs Zoo onmiddellijk na de verdaging van het Parlement is de nieuwe Spaansche regeering onverwijld aan het werk gegaan voor bereiden van een grootsch hervor-mingsplan, dat zich orn zoo te zeggen uit-strekt over aile onderdeelen van het naat-sehappelijk leven des lands, een plan.waarvoor de middels en w gen reeds opgegeven zijn in het dagorde der aanstaande bespre-kingen en waarvoor eene leening zal aange-vraagd worden van niet minder dan 5,000,000,000 pesetas. Van deze vijf milliard pesetas zijn al op voorhand 900,000,000 pesetas bestemd voor de consolidatie der loopende staatsschuld, terwijl een aanzienlijk ander deel bestemd is voor de verwezenlijking der door het Parlement aarjgenomen krijgskundige her-vormingen en de aangenomen algemeene verhooging der traktementen voor de staatsbedienden. De overige gelden van deze reusachtige leening zijn bestemd voor de door minister Alba ontworpen hervor"1 ' ->ti op hei gebied van het schoolwp' . het onderwijs, alsook voor de al,. 1 u ■; verbetering der huishoudkundifK en cijverheidskundige in-richting van het land. De belangrijkste punten van het door den bouwkundigen minister Cambo roorgelegd plan zijn: Naasting van aile belangrijke spoorwegen en eene daarmede overeenstem-mende verandering aan de wetgeving over de zoogenaamde vertakkingsspoorwegen des lands; nieuwe regeling voor de vergunnîn-gen die toegestaan worden voor het uitba-ten der watervalkrachten des lands; oprich-ten van eene aanzienlijke reeks van gebou-wen van openbaar nut; volledige hervor-ming van de landelijke wetgeving die het mijnwezen ovcrheerscht ; volledige herin-richting van het landelijk lasdbouwkrediet ; nieuwe inrichfcingen voor de bevordering van den nationalen landbouw en de bebos-sehing van sommige streken; stichting van een bijzonder organisme dat het land zal bijstaan gedurende den tijd van den Euro-peeschen heropbouw na den wereldoorlog. In den loop der laatste tientallen van jaren der Spaansohe geschiedenia is voor de verbetering van den verstandelijken en staathuishoudkundigen toe6tand een en ander gedaan en beproefd geweest, maar nog veel meer is er bij de eerste pogingen mis-lukt en dan maar zoo gelaten en verwa^r-loosd, maar dat wordt hoegenaaimd niet aangehaald als eene wantrouwige beoordee-ling over het plan dat nu, in veel gunstiger omstandigheden da,n ooit, opgemaakt en aangenomen is. In eene voordracht die hij over de in-zichten der regeering gaf, verklaarde minister Cambo breedvoerig dat in Spanje aile politieke, staathuishoudkundige en economische aehterlqkheid, vooral op. het gebied van handel en nijverheid, hoofdza-kelijk moet toegeschreven worden aan het in het land sedert zoo lang heerschend noodlottig politiek stelsel met hetwelk de ministeries zich om zoo te zeggen bij elke kiezing van de baan kwamen slidderen. Met dit noodlottig stelsel, bewees Cambo verder, kwamen de twee politieke partijen des lands, die tôt regeeren in staat waren, zich om de beurt van het bewind verdrin-gen, zoodat zij nooit sterk genoeg warea om de noodige regeeringsverantwoordelijk-heid op zich te nemen en nog veel minder om in staat te zijn tôt het opvatten of door. voeren van grootsche plannen voor wat aangaat de wezenlijke belangen van het land. Van het huidig ministerie Maura kan nu eindelijk gezegd worden dat het in den vol-len zin de heele volksvertegenwoordiging "'ertegenwoordigti, waardoor de parlemen-I aire tegenstand zoo goed als heelemaal uit 'en weg geruimd is, zoodat het wezenlijk •oortbestaan der aile partijen vertegen- oordigende regeering nog alleen en uit-' iuitelijk afhangt van hare eigen eensge-îindheid en van haren eigen goedea wil om i het land goed te dienen. Om zich onder dit oogpunt voor goed te vestigen, hebben de heeren, die het ministerie uitmakem, zich onmiddellijk vereenigid in een soort van eedverbond, voor wat aan-ging het, doorvoeren van eenige dringend noodig geworden nieuwe wetten — en sedert hebben zij dit eedverbond vernieuwd, 00k voor wat aanging de heele reeks van economische hervormingen die even dringend noodwendig geworden waren en nu ia het aangenomen plan samengevat zijn. Langs een anderen kant moet er gezegd worden dat er voor den oogenblik in Spanje geene enkele politieke kwestie op den voorgrond staat die van aard kan worden om de tôt stand gekomen eensgezindheid oader ministers der verschinende politieke partijen in gevaar te brengen of het eedverbond te bedreigen waaj-in ail en wiîlen samenwerken voor het land en zijne toe-komst.Als iets zîielkundig beslissends, dat hervormingsplannen der regeering krachti® ten goede komt, kan hier nog aan toegevoegd worden dat krediet, dat aange-saoxdtt .^1 jBft dat 4911.. , in de oogen van het Spaansch volk zou ge-danst hebben als een spook, nu echt be-scheiden kan genoemd worden in ver 'dij-king van de ongehoorde sommen geld die door aile andere Europeesche volkeren werden geofferd aan den schrikkelijksten aller gekende oorlogen. Men kan dus gerust besluiten dat het vol-strekt niet ontbreekt aan gunstige voortee-kens voor het ondernemen door doorvoe-ring van de grootsche plannen die door de nieuwe regeering opgevat zijn, plannen die nu in hoofdzaak de economische, otaathuis-houdkundige inrichting der lands betreffen — het grootste en schoonste land van Europa dat niet rechtstreeks door den ooriog getroffen is geweest. TeiSÎDÏ Ï9MZS1È8 Éi! Wlfl!d»tll[ Ter gelegenheid van den vijfden verja-ringsdag van den wereldoorlog verscheen er in de door Siegfried Jacobsohn uitgegeveo Weltbùhe eene zeldzame profetie over den wereldoorlog van den russiachen denker Tolstoï, eene voorzegging die hij kort voor zijn aîsterven, in 1910, door zijne dochter heeft doen neerschrijven. Zooals door de red&ctie van de Weltbûhe herinnerd werd, mocht de tekst van deze profetie in Pi u si a ad niet openbaar gemaakt worden. Het manuscript werd echter zorg-vuldig bij de letterkundige nalatenschap van den grooten schrijver gevoegd, voor het bezit van dewelke de moeder en de dochter na het afsterven van den profeet de eene gerechterlijke kla/cht na de andere indien-den.De hierna volgende tekst is de vertalinR uit het hollandsch tijdschrift « Wreld-kronijk » van 5 september 1914. zooals wii hem uit het engelsch vertaald gevonden hebben in een duitsch amerikaansch blad der maand October 1914: Dit opstel geeft eene mijner vizioenen weer over de voor de deur staande wereld-gebeurtenissen. Ik ben in staat om het on-rustwekkend beeld zeer duidelijk te onder-scheiden. Over den oceaan van de menscho-lijke lotgevallen ontnam ik de schim van een heel naakt vrouwenbeeld. Hare schoonheid, haar glimlachen, hare juweelen en de be-koorlijkheid, die van haar wezen uitgaat, zijn onvergelijkelijk groot en sterk. De volkeren der Aarde bestormen die vrouw,want allen zijn er begeerig op uit orn hare gunsten te bekomen. Maar zij, die eene echte boeleerster is, kijkt knipoogend en ver-leidend naar allen die haar omringen. In haren weelderigen haardos schitteren allerhande edelgesteenten, diamanten, robijnen, safieren en in het vlecht daarvan kan men in lichtende letters haren naam lezen : Commercialisai us. Hoe schoon, verlokkend en begeerlijk deze vouw 00k moge schijnen, toch volgen leed, j arrimer en verwoesting hare voetstappen. Hare stem die den metalea klank van het goud heeft, zoowel als hare wellustige blik-ken en gebaren, zijn niets anders dan doo-dend gift voor de volkeren die hare verblin-dendo schoonheid ten offer vieien. Daaren-boven draagt de vrouw drie brandende fak-kels met zich, waarvan de vonken de heele wereld in vuur en vlam zullen steken. De eerste fakkel is de oorlogsfakkel, die door de vervaarlijke schoone vrouw van dorp tôt dorp, van stad tôt stad, van land tôt land gedragen wordt,om daarmede eerBt het patriotisme in brand te steken, waardoor men ten langen laatste te midden van den donder der kanonnen ea het geknetter der geweren komt te staan. De tweede fakkel is de huichelarijfakkel, waarmede zij de heilige lampen der tempels en der altaren aansteekt, van waar de valschheid en de dweepzucht uitgaan met a-1 de andere ondeugden, die het mensche-Iijk leven verpesten van aan de wieg tôt aan het graf. De derde fakkel is de fakkel van den haat, de verschrikkelijke ondeugd die op-stijgt uit de gehuichelde en vervalschte ge-rechtigheid, die doordringt in den mensch. in het gezin, in de samenleving, in de open-bare denkwijze, in de letterkunde, in de kunst, in de wetenschap en in de algemeene staathuishoudkunde. De groote, algemeene brandramp zal in het jaar 1912 uitbreken, aangestoken door de eerstgenoemde fakkel, in het zuiden'van Europa. In den loop van het jaar 1914 zal hij zich ontwikkelen tôt eene wezenlijke we-reldramp. Onmiddellijk daarna zie ik heel Europa liggen krinkelen in de vlammen en in het bloedbad. Ik hoor zelfs de wanhopige klachten die opstijgen boven de uitgestrekto vlagvelden. Maar in den loop van het jaar 1915 zal de gestalte van een nieuwen Napoléon uit het Noorden oprijzen om het tooneel der wereld-geschiedenis te bestijgen, een Napoléon die geen krijgskundig onderwijs genoten heeft, die eenvoudig letterkundige of dagblad-schrijver zal zijn, maar die zijne overheer-schende macht i;al weten te doen gelden over het grootste deel van het bedrukt Europa, ten minste tôt in het jaar 1925. Het land van dezen grooten ooriog zal eene nieuwe politieke tijdrekening voor Europa aanvangen. Er zullen geene koningrij-ken of geene keizerrijken meer bestaan. Er zal een Verbond aller Naties der heele Wereld tôt stand gebracht worden, naar het voorbeeld van het verbond dat reeds sedert lang bestaat tusschen de Vereenigde Staten van Amerika.. Allus blijven er in de Wereld nog slechts vier groote naties bestaan: Ger-manen, Latijnen, Slavonen en Mongolen. Na het jaar 1925 voorzie ik eene grondige verandering onder godsdienstig oogpunt data». jàLa j>aa.U, Jiit Mot*. iakt 'i kel heeft de boeleerster den algeoaeenan val der Kerk veroorz&akt. De zoogenaamde deugdenleer is zoo goed als heelemaal uit-gestorven en de menschheid sukkelt voort zonder het minste zedelijk gevoel.Maar 00k op dit gebied komt om dezen tijd een maeh. tige hervormer het hoofd opsteken, die de Wereld wil verlossen van de overblijfsela van het ééngodstelsel en den grondslag wil leggen voor den grooten tempel van 't pan-theïsme ('t stelsel volgens hetwelk de god-heid bestaat in 't Heelal), waarop een lang» tijdruimte van vrede zal volgen.De man die dœe zending zal vervullen is een Mongool, die reeds in leven is, maar die nog niet bewust is van den grootschen die op hem wacht. De derde fakkel in de hnnd van de vrouw heeft reeds begonnen met werken, aan het ondermijnen onzer familiebetrekkingen,aan het verwarren van onze begrippen over Kunst en Zedeleer. De betrekkingen tusschen man en vrouw worden na reeds en langs om meer beschouwd als eene een von-dige, ondichterljjke vereeniging of koppe-ling tusschen de beide gesîlachten. De l'unst was reeds overal aan het ontaarden en de politieke zoowel als de godsdienstige onloa-ten werden overal aangewakkerd om lang-zaam de zedelijke grondveeten der naties en der samenleving te ondermijnen. De nationaliteitstrijd in Europa, de klas. senstrijd in Azië zullen het beschavingswerk meer dan eene eeuw achternit gedrongen hebben, maar daar te midden van deae eeuw zie ik or.k cf het gebied der Kunst een held opstaan in de rangen der Latijnen, die da Wereld zal reinigen van al het oade, het verkeerde en het slechte. Het straleB^. licht van het symbolische zal den fakkel van het Coramereialismua doen verduisteren en in de plaats Tan de' eenwijverij en de vedwijverij sal de poéfo-garnie komen, de betrekking tusschen de g®-i slachteit die berust op de dichterlijkt B0-grippen des levens. . Ver vol gens zie ik de naties wij*er en beter. worden en zoo zal de tijd aanbreken waarfp, de volkeren niets meer zullen willen weten van legers, huichelarij of ontaarding in ds! Kunst, omdat rij zullen begrepen hebbettj dat de verlokkende deerne eén sefaixo, eens' verbeelding was. j Het heele leven in de Natuur is ootwîfc-J keling en ontwikkeling is niets ander» daa| het voortschrijden van den eenvondigen; naar den samengesteîden vorm. Ht rie dus) hoe het werelddrama in zijn huidigen vona, zich aan het afspelen is, zooals ik het avond-' zonnegoud zie wegzinkén achter de bergen. In het Buitenland In ^ederland Een mniioan hektoiiter stnlippalsn llçgan te rotten I Een schandalig felt is datgene in eenej brochuur gevonden welke de c Vereeniging! der fabrikanten va/a aa-rdappelbloem te S&ppemeer, komt in 't licht te werpenJ c Indien men, leest men in dit werk, dëi droevige misrekeningen van het laatste jaar wil voorkomen, waarin men bijna een millioetn hektoîiter aai'dappelen heeft lateni rotten, moet er v66r 20 Oogst besloten worden weJke hoeveelheid er dit jaar aan, onze nijverheid zal worden voorbàouden. » ( Er wordt dus wel klaar en «fuidetqk vast-gesteld dat 1 iniIKoen hektoîiter aardap-pelen is kapot gegaan, terwyl ni HoÏÏand hongerbetoogingen plaats hadden en er in België zoo erg aan tekort geleden werd. IN BELGIE Men vwxMkt ors t* msHim 1 Ik wil gelooven dat onae eerwaardigesû hunne dagen in Sainte-Adresse niet gewqd hebben aan een uitslnitelijk onderaoek over de taalkwestie. Ik heb in de cNation Belges gelezen dat de heeren ministers ss opvol-gentlijk bezig gehouden hebben met onss buitenlandsche politiek en de ontwikkeling onzer kolonieën. Het is overigens eeœ twq-fela«htige kwestie of die mannen, dii sodor^ het uitbreken van den ooWog toover verwà^ derd geleefd hebben van aikta middans dM hen juist en goed kondem inliohten, ta Sainte-Adresse als bij mirakel de licht-toorts zouden gevonden hebben die hen vol-i doen de klaarte kon verschaffen om een be-recbneerd oordeel te kunnen velldn over deze moeilijke en ingewikkelde kwestie. Het is dan 00k nog te vroeg om zich in volledig^ kennis der zaak uit te spreken over het een of het ander dezer vraagstukken. De open-bare denkwijze en het parlement zullen ziefi na de verlossing uit te spreken hebben over de uitslagen der werkingen van ministers en beheerders, die geduchte eer gehad heb* ben van gedurende den oorlogstijd de be-stuurders «1 Ij^ders te zijn van on» betrek* kingen met ide vreemde tnogendheden ea ons koloniaal gemeengoed. Langs den anderen kant zijn er veel onzer} landgenooten die er zich niet zonder ge-j gronde redenen om verwonderen dat d«| verslagen der vergaderingen te Sainte-i Adresse steeds zoo stom gebleven sijn over de economische heroprichting van het land' zoowel als over zijne algemeene bevoorra-j ding na den ooriog. Omtrent deze vraagstukken is de onrust zeer groot in sommigai Belgische kringen en middens. Doet menj wel al het mogelijke om reeds van den eor-> sten dag na het sluiten van den vrede g»* reedschappen, grondstoffen en bestellingeni te verzekeren aan onze nijverheidsinrich-' tingen, ora werk en brood te verzekerenî aan onze talrijke werk lied en 1 Volgens een merkwaardig artikel van M j D. Serruys, dat verschenen is in de «Revu» de Paris» van 14 Juli laatst, richten d« Ententemogendheden er zich ernstig op inJ om na den ooriog hare nu tôt stand ge4 brachte economische organisaties te behou-i den. Grondstoffen, scheepsvrachten, geldH wezen, ailes zullen zij onderling -emeonj houden voor een zeker tijdperk, met hett doel om de verbonden landen het econo^ misch, industrieel leven te waarborgen. Heeft men de verzekering bekomen datl België zijn redelijk deel zal hebben van watt men zich zal voorbehouden hebben î Men1 . juashfcto m. yerklaringen ondes . 1, " j" I 1 " I. Mil I III llll II , I I| ,1 ■ III — III. III III I.XB m 1 : !■ u i 34e |aae* — 223 4 eenliemen per nummer : 2S o. par week (7 nunimers) Vipijdafj 1 © 1913

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes