Vooruit: socialistisch dagblad

811 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 20 April. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 06 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/gh9b56f97q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

\ J 'i * feZ'liaai* «- K. 11® Drttkafttr-Uftgecfstsr 5sfflK Maatschappij HET LICHT , bestuurder » P. OR VISCrf. L«deberg-Gen» ,. REDACTIE .. ADMINISTRATIE H00GPO0RT. 29, GENT SKH! ■MnHMaFKKHt&l Dr ff aan dei* Seigmhe f njg per entamer ; roor België S centiemen, roor den Vreemde & centismea en, Telefoon s fitedacts© 2*f - Administratie 284B B©ndei»ïïaçs 20 APRIL f $116 ■Ha ABONNEMENTSPRIJS BELOSE Drie maanden. , . , , fr. 3.2S) Zes maanden * . « » , fr. 6.30 Sen Jaar....... fr. I2.50 Meu abonneert zich op aiJe ooetbnreele» OEN VREEMDE Drie maanden tdagelMI» • 4rs ft.7J verzonden), i yiisjtsjBamwaga» Met ingang van 15 April worden de volgende nieuwe bepalingen betreffend de reispassen van kracht: i. Eentélvlgheidsbeuiijxen : Bij de praktische toe|>tszing|> der verordening van 10 October 1915, waarbij 'elke inwoner va» het General-gouvemement, die zij* 15e levensjaar voleindigd heeft, een eenzelvigheidsbewijs bij zich moet dragen, zijn eenige bijkomende bepalingen noodwendig gebleken. Om ts verbinderen, dat personen, die zich in het gebied van het General-gouverncment komen vestigen, zich In het bezit zouden kunnen stellen van verschillende eenzelvigheidsbowijzen, en om aan diegenen, die zich slechts gedurende een paar dagen in het Generalgouvemement wensehen op te houden, het tijdverlies te besparen verbonden aan het afhalen van eenzelvigIheidsbewijzen bij eene Belgische politieoverhéid,wordt ! voortaan bepaald, dat dos>r de plaatselijke Belgische ipoliticoverheden alleen aan zulke personen eenzelvigheidsbewijzen moeten verschaft worden, die voor de ■bezetting hunne woonplaats in het gebied van het Gêneraigouvernement hadden. Voor personen die zteh na de bezetting in het gebied [van r«t General-gouvemement gevestigd hebben, volstaan de ia hunne laatste woonplaats verstrekte passen, idie door het visa van een paskantoor geldig worden ah cenzelvigheidsbewijs voor het gebied van het General1gouvernement. Vijandelijke, hier brrmerireizende vreemj delingen echter moeten zich het voorgeschreven eenjzelvigheidsbewijs aanschaffen bij de plaatselijke Beligiache politicoverhcld. ', 2. Aanmelding van personen die xich binnen het gebied van het Ge^eral-gonvernement begeven : Ten 1 einde een nauwkeurigtoezicht te kunnen uitoefenen op jde personen die zich binnen het gebied van het Gene-iralgouvernemcnt begeven, wondt bepaald, dat alle [personen, waaronder ook diegene die uit het operatielof uit het etappengebied afkomstig zijn, zich onmididellljk aan te melden hebben «op het bevoegde paskan(toor( in de zetelplaats van het gouvernement of opdat 'van den «Kreischef» onder wiens ambtsbevoegdheid {valt waar zij zich voor het eerst binnen het gebied van (het Generalgouvcrnement ophouden. ! 3. Medenemen van brieven, datr&laden, en». — $ (Bij het verlaten, evenals bij het betreden van het gebied Wi het General-gouvernement mogen blieven, schriftelijke mededelingen en drukwerk, In het bizonder dagbladen, alleen daa medegenomen worden, wanneer zij voorzien zijn van den stempel of de geschreven toelating van een pesttoezichtskantoor waarbij deze stukjken voor de bevordering vrijgegeven worden. Dergelijke toelatingen dienen als uitzonderingen beschouwd jte worden. Het is dan ook aan te bevelen de medete'nemen' l|pscheiden tot het hoogst noodige te beperken. 'i Medetenemen stukken kunnen ook 1er censuur aangeboden worden i bij het verlaten van het GenerahGsuvernementt !blj het General-gouvernement, het gouvernement der provincies, den a Verwaitungschef» bij den Generalgcuverneur de Politiek Afdeelin? de « Deutsche Ver'mittlungstelle' C. N.» en den Kommissaris-generaal yoor de Banken.De censuur van zaakpapieren enz. voor (tnedenamo naar Nederland geschiedt uitsluitend door jden Kommissarisgeneraal voor de Banken en den jctVerwaltungchef » bij den General-gouverncur. (Afd. (Handel ea Nijverheid;. Bij het betreden van het General-gouvernement: |bij de Duitsche beroepsconsulaten. Personen die tegen bovenstaande bepalingen in, fcrievcn, e^z. pogen te smskkelen, worden, eangshouIdert en ertn de dichtstbijzijnde kommandantur ter (bestraffing overgeleverd. ■ ; 4., Bij hef verlaten van Belgisch grondgebied is het (Verboden goudgeld mede te nemen. Aan zilver mog iïiet meer dan ÎAk. 20, aan nikkel- zink- en kopermunt !samen niet meer dan Ml:. 3 medegenomen worden, (Buitendien mag aan geid of geldswaarden (bankbiljet(ten(, efïekten, koepons, enz.) niet meer medegenefcnen 'worden, dan werkelijk noodig is j' Wanneer een langer oponthoud in het buitenland ;(bijv. bij reizen naar een herstellingsoord) in aanmeriking komt, zoo wordt den reiziger aangeraden zich van een kredietbrief te voorzien of zich de noodige gelden (door de post te doen nazenden. I Voer reizigers die grootere bedragen wensehen mede (te nemen met het oog op aankoopen in het buitenland, ien verder voor de kooplieden, bankiers, wisselsgenten, wordt het mede te nemen bedrag vastgesteld door den Kommissar-generaal vaor de Banken of door het burgerlijk bestuur (afdceling Handel en Nijverheid). 5.Passen voor het betreden of het verlaten van hetGeneralgouvernement kuanen door de bevoegde overheden alhier om gegronde redenen en in uitzonderlijke , gevallen verlengd worden. 6.Het cmberschtigd gebruikmaken voor reizen naarbet vijandelijke buitenland van reispassen, die voor hetonzijdig buitenland verstrekt werden, wordt bestraft.Eveneens worden gestraft de personen die valsche verklaringen afleggen bij pasaan vragen. 17. Onderdanen van vijandelijken staten, die zich in •i van het General-gouvernement ophouden, toogan u> ic>.el hunne woonplaats niet verlaten. Voer zoover zij onder toezicht van een «Meldeamt»«taan kunnen zij alleen raispassen btkomen na voorafgaandelijk de toestemming van het bevoegd «Meldeamt»aangevraagd te hebben."■"-■. Het bet-reden der ^fciszone is verboden aan notaristen en deurwaarders inji» uitoefening van hun ambt. Wanneer zij echter kunnen bewijzen dat zij tot eene gewichtige gerechtshandeline, zooals het leggen van d*. zegels bij eene erfenis, registraties, enz., in het grens'zonegebied' moeten overgaan, zoo kan hun bij uitzondering een reispas voor eene heen- ea terugreis afgeleverd worden. I Met dringende noodwendigheden van de strafrechtspleging kan bij uitzondering in zoover rekening geboujden worden, dat de Belgische rechterlijke beambten in gewichtige gevallen het bevoegde Duitsche militair bestuur mogen verzoeken tot de gewensebte rechtsimn[delingen[, zooals huiszoekingen, aanhoudingen, eaz., in jhet grenszonegebied ov«r te eaaii. In uitzonderlijke gevallen, waar een rechtshandeling door ecu buiten het prenszonegebied wonend Belgisch rechterlijk beambte Volstrekt noodzakelijk is, bijv. bij lijkschouwingen in (noodgevallen, moeten de betreffende Belgisrhe beambten zonder uitstel de vereischte reispassen aanvragen, dis hun in dergelijke gevallen bij- uitzondering dan ook zoo spoedig mogelijk verschaft zullen warden. . ) o. Grenszoneverheer : Eerlang wordt de binnenste «{scheidingslijn van de grenszone langs de Nederlandsche grens nog verder verlegd on het grensgebied, daardoor op een minimum gebracht. De 'onderhandelingen daaromtrent zijn nog niet beëindigd. 10, De aandacht van htt publiek worfet uitdrukkelijk Cetrokïten op de nadere beulingen, die eerlang in het Wet- en Verordaningsbiad zuilen afgedrukt, en op strafbepalingen, die door«pïubare Bekendmaking ter kenBis yan het publiek zullen gebi acht worden. {Geldig voor het General-Gouvernement) Le Bien Public bespreekt ons artikel Aan wie de schuld?, verschenen in ons nummer van donderdag' 13 April. Wij weten niet waarom Het Volk die rol niet op zich nam, 't was nochtans een artikel van dat blad dat wij weerlegden. Hij zag er zeker geeii kans aan, want het antwoord van zijn bon papa zelven hangt maar aaneen met haken en oogen. Wij hebben aan Eet Volk weerlegd dat, als God de menschen vrij had geschapen, hij ten minste het misbruik der vrijheid niet mocht toelaten en ze moest beteugelen, doelende op den tegenwoordigen oorlog. Verre van hem te*'loochenen verdedigden wij veeleer eene Ahvrjze, Algoede en Almachtige Godheid, die men do lafhertige vuile rol deed &p®len van eene grooten man, die twee kinderen ziet vechten en toeziet als een lamzak zonder tusschen te komen. Dat deed Het Volk! Le BienPvhlic doet dat niet, hij raakt die propere vrijheidstheorie niet aan, maar ala altijd sprfngt hij op «ijn stokpaardje en wij zijn weeral godloochenaars. Daar ia niets van waar. Wij laten iedereen, zelfs in onze partij, vrij te gelooven of niet te gelooven en daarvan zijn al onze partijgenooten overtuigd in theorie en in praktijk.; ïïn datls voldoende ! Het is waar dat Le Bien Public eene andere theorie veordedigt, al zoo dwaas en kin'deraehtig' ala desse van Het Volk. Vele menschen verstaan God niet, en 't voornaamste voor ons, is niet van de redenen, te doorgronden van het gedrag derVoorzienigheid ten onzen ^opzichte. De christenen aanzien zich als geschapen naar het evenbeeld van God en als gehouden hunnen wil naar den zijne te regelen. Wat tegenspraak, welke verwarring in diestelling. Als vele menschen God niet verstaan, hoe' kunnen zij dan hunnen wil naarden zijne regelen?_» En aTs er wel menschen rijn die God begrijpen, en daartoe behooren de mannen van Le Bien Public, van waar komt hen dat voorrecht? Waarom zij en anderen niet? Als de Christenen zich gehouden achten hunnen wil naar dezen van God te schikken, maar waar blijft dan die menschelijko vrijheid, vooruitgezet door Het Volk, om zelfs oorlog te voeren en nog wel christelijke naties tegen christelijke naties? Schikken die misschien ook hunnen wil naar dien van God ? En zij hebben elk eenen tegenovergestelden wil. Waar gaan wij mét dat blind paard naartoe? Mogen wij een beetje uitleg erlangen van onzen schoolmeester uit 't Pensenstraatje? * * * Wij zegden in 't slot van ons artikel dat God of bet katholicisme niets te zien hadden in de oorlogen en dat het alleen de stoffelijke belangen waren die de oorlogen en dv beroerten in de wereld beheerschen en overheerschen. Dat was dus geene beschuldiging, geen afbraak van de Godheid maar veeleer een pleidooi tegen de beschuldiging als zou God de schuld zijn van den oorlog en, lijdzaam toezien. En zonderling genoeg, maar in de redevoering van den duitchen rijkskanselier Bethman-Hollweg verdedigde die staatsman juist dezelfde stelling. Hij zegde onder andere: (Zie Vooruit van Zondag 9 April) : Wij hebben geen tijd vdbr redenaarskunsten. (Levendige bijval). Sterker zijn de feiten die wij voor ons laten spreken. (Stormachtige bijval). Van alle oorlogvoerende machten is Duitechland de eenigste die.door hare vijanden, uit den mond hunner staatsmannen, bedreigd is met vernieling, met verbrokkeling, met verplelfcering van zijne krijgskundige en Jvaishoudelijke. macht. De drijvende krachten, die voor den oorlog het verbond tegen ons tot stand \ gebracht hebben, de veroveringszucht, de wraaklust, de ijverzucht tegen den konkurrent op de wereldmarkt, zijn- ook gedurende den oorlog, ondanks de grootste nederiagen, machtig aan het werk gebleven. Voor wat deze oorlogsdoeleinden aangaat zijn Londen, Parijs en Petersburg goed eensgezind gebleven. De Rijkskanselier schrijft dus wel den oorlog toe aan de veroveringszucht, de ijverzucht tegen den konkurrent op de wereldmarkt, die do economische macht van Duitschland willen vernielen, verbrokkelen ei verpletteren. Dus het zijn wel stoffelijke redenen waarin den duitschen staateman da oorzaken -yan dfcn oorlog zoekt. Kij sprak niet over godsdienst, over zeden of zedeleer, de stoffelijke of economische kwestie was het groot thema zijner redevoering als hij over de oorzaken van den oorlog sprak. En wij zijn zeker dat de engelsehe, fransen©, oofftenrijksche ministers, enz., er evenz»o over denken. In den grond van zijn hart is Le Bien Fvhlie daarvan ook overtuigd, maar het is nu «anmaal zijne rol, van God er; godsdienst en alles te willen mengen waar zij niets in te zien hebben. , 'liai »a ziiae zaak, maar. wy feujgnen here verzekeren dat hij zijnen godsdienst geen goed doet en hij bezig is met hem integendeel een harden slag toe te brengen. En zal Le Bien Public ons den gevraagden uitleg gewaji? Wij zullen zien. F. H. Di armoede ie ïiaaeÈren DE KLEEDEREN, DE WONINGEN, DE VOEDING DER ARBEIDERS Op het oogenblik beleeft Vlaanderen's volk eene betreurenswaardige periode. Men moet het van ntibij nagaan om te zien hoe dit eertijds zoo kloeke en ijverige ras kwijnt Wie aan den werk- en bezitlooze proletaries geen bezoek gebracht heeft, kan zich hoegenaamd geen gedacht vormen wat het leven van deze ongelukkigen is. Wij die geroepen zijn om ons aan de spits van Vlaanderen's politieke en economische beweging te stellen — zoowel vóór als tijdens, als na den oorlog —, die in en met den verdrukten stand leven, hem kermen en voelen omdat wij er toe behooren, hebben niettegenstaande dit menigmaal ons hart voelen bloeden en weenen, bij het vaststellen van den heerschenden rampspoed. Do kleederen der arbeiders zijn niets meer dan lompen. Zij dienen niet alleen om het lichaam van koude te bevrijden, maar moeten terzelf dertijd dienen om het slaping-deksel te vervangen. Honderde kinderen moeten vàn school weg en van alle onderwijs verstoken blijven bij gebrek aan kloefen, kleederen, erna., iets wat een groot gevaar ui voor de ontwikkeling van het kind,-en de toekomst van den arbeidenden stand. Als men d* oogen en teringachtige uiterlijke zoo vaak het medelijden in ons opwekken. Het gebrek aan voeding is de oorzaak dat wij zoovele mannen met bleeke gezichten, kromme lichamen, vroegtijdig verouderd door onze straten zien loopen. En ondanks al deze treurige vaststellingen, die eene vreeselijke etterbuil onzer tegenwoordige kapitalistische samenleving daarstellen, wordt er toch nog eene klasse, een stand gevonden, die het ijverijge proletariaat nóg meer wil doen lijden, 'de huidige oorlog is daar het levendigste bewijs van. Als socialisten trachten wij aan dien toestand' verandering te brengen, ,Wij zullen ons onophoudend tot de werkende klas genden en haar het doel, het echoone van het socialisme leerenkennen. Wij zullen haar de goede en rechte Baan aanwijzen, waardoor wij eene betere toekomst en meer welstand te verwachten hebben. Weiteren.G. De Kerpel. • VOOEHEEN en NU Wij beleven thans droeve dagen. De honger doet zich gevoelen,- niet alleen in steden en nijverheidscentrums, maar ook in de werkersen kleine burgersgezinnen der landelijke gemeenten. Wij mogen evenwel niet wanhopen, want voor hetgeen de voeding betreft, heeft ons Eelgië en vooral ons Vlaanderen nog droeviger dagen gekend. In de jaren 1845-1847 w*s door dte concurrentie welke de Engelsehe mekanieken aan de Vlaamsche handweefnijverheid deden, door het mislukken van den oogst en door de aardappelziekte, de elïende zeer groot in Vlaanderen. Duizenden en duizenden hongerigen voedden zich met gras, loof en koolzaadbladeren. :< « Het is zoo verre gekomen »j tchiefs de Gouvesneur van Oost-Vlaanderen, « dat de ongelukkigen hun voedsel aan het vee betwisten en de scheuten der aardappelplanten uit den grond namen om ze op t© eten ». Duizenden en duizenden werden weggemaaid en een schrijver verhaalt dat de honger meer slaohtoffers deet vallen dan al rA Hollandsche kanonnen en geweren te zamen in de Septemberdagen van 1830. De sterften overtroffen zeer de geboorten. Binst het tijdperk 1848-1856 verminderde de bevolking van het arrondissement Audenaarde 10.68 t. h. In de stad Ronse waren er in 1846, 473 sterfgevallen en maar 292 geboorten. In dat. zelfde jaar telde men in post- en West-Vlaanderen 45.000 sterfgevallen en maar 6.000 geboorten. Ook dé misdaden en vooral de dieften vermeerderden in onbeschrijfelijke «mate want al de gevangenissen zatten vol. Duizenden landloopers liepen wekelijks de pachthoeven af om aalmoezen te vragen. Veel werd er gedaan, veel werd er gegeven, doch het was niet voldoende om dien ijsebjken toestand te verhelpen. Nu ook worden krachtige maatregelen genomen, doch er kan, er moet nog veel meer gedaan worden. De rijken en vooral de boeren doen niet wat zij kunnen, wat zij moeten doen. Hopen wij dat ze tot betere gevoelens zullen komen en wanhopen wij niet voor de toekomst. In 1846-1847 was de toestand veel slechter en eenigie jaren later was alles opgebeurd 1Boer Pier. GOEDKOOP ETEN Luik, 8 April. Aardappelen komen beschikbaar bij duizenden zakken, uit Holland. Gisteren heeft men een eerste uitdeeMng gedaan. Er was een lach op het gelaat van alle menschen, ook bij deze die alphnbetisch, eerst later euUen worden voorzien. Zooi met eens vielen we verleden week op een verrassing. Ket groot en prachtig Palais de Glace op de Souveniêrelaan, lang door den duitschen autodienst ingenomen, had een l&chead uiteicht gekregen. In groote roode letters stond erop te lezen: «Magazijn voor den Voedingsdienat». Vlak daarnaast, is een kleinere afhankelijkheid, op zich zelf heel ruim. Dit was vroeger, toen veel menschen te veel hodden, ook een soort « ravitaillement » voor dames en andere hecren. Dit onder ons gezegd! Daarop laa ik nu : « Goedkoope noénmalan, o fr. 60 ». Of ik verbaasd opkeek? Een paar dagen later, stonden er 's middags, lang voor etensuur, zooveel menschen aan de deur en op de laan, dat ik ze niet tellen kon. Eén dag later zat ik er zelf aan tafel. Doch ik moet zeggen : ik was er \ael vrat achterdochtig en schuchter heengegaan. In mij kwamen al bij voorbaat de vragen op : Wat zal men er f even voor o fr. 60? — Hoe zal men er zitten en waar? ji hoe zal men eten? — Toen ik echter al spoedig vóór de wijde deur stond en bemerkte dat menschen van allerhanden rang zoo ordelijk en deftig, zoo ernstig binnengingen, was ik er op een wip bij en binnen, met de kalme, schoorvoetende strooming mede. Eer men de ruime trap, want aBes is hier monumenaal, naar boven gaat, is er een dubbel winket, dat ttegen fr. 0,60 een biljet aflevert, waarmede men gaat tot op het eerste trapvlak, waar voorname hecren u daarvoor twee kaartjes geven, een met het woord «potage», het ander, met het woord «plat ». In de ruime zaal, kerkgrootte en -hoogte, met afwisselende Fransche en Waalsche, ernstig leerende levensregels, spreekwoorden en zegswijzen, alle letters rood op den zonhelderwitten muur geverfd, loopt men als uit eigen beweging, tusschen een leunleiding, tot vóbr een beschikbare tafel. Een deftig heer zegt u derhalve heel beleefd en zacht, wat iemand, die er wat verbluft uitziet, moet doen om aan 't eten te komen. Want zoo apoedig binnen is men over te veel verbaasd. Een Vlamin:; reeds vooraf, omdat hij toch geen enkel vlaamsch opschrift ziet, dewijl er toch in Luik zooveel duizenden Vlamingen zijn en er in de Vlaamsche tot in de kleinste steden zooveel Fransen op de muren staat. Wat echter meer treft, is de onmetelijke zaal, de onbevlekte witheid van alles, de deftige eenvoudige versiering, de vrieœeiendedame* die zich edelmoedige met der. tafeldienst belasten en zoo een veel vertrouwelijker, gewooa menschelijker voorkomen hebben dan barmeiden en gewone grilroommaagdekens. Wat nog treft, dat is de etende menigte, neergezeten aan lange rijen tafels, en alles beheerscht door een orde, een stilte, een kalmte, een ingetogenheid, die ik maar kan vergelijken bij deze van mijn dorpskerk, op de dagen, waarop een algemeene plechtige communie plaats heeft. Want hier ook, te Luik, in deze zaal, gebeurt een allervoornaamste communie, de nuttiging van de onontbeerlijke levensspijs — geen grammetje nseer — door velen, die stad en inrichters danken voor deze nieuwe instelling. Je bent natuurlijk ook verwonderd als je binnen wat rondkijkt dat er zoo verscheiden volk aamzit om lustig te eten : werklieden, die geen werkelopzen zijn, heele arbeidersgezinnen ; gezinnen en personen, die zoo maar op hun alledaagsch hun huis zijn uitgegaan om te komen eten ; ook veel « net » volk, heeren>met een vereerend lintje op den jaskraag, bedienden, beambten... en ik ! Gansch alleen vandaag, doch morgen zeker met ambtgenoot en. Kom maar even aan tafel. De juffrouw vliegt reeds toe : « Carte dépotage, monsieur, s.-v. pi. »,Een halve minuut later, zit je voor een boordevol bord soep, echte soep, met voedsel in 't water, zoo verstijfd walcrj dat ge 't nauwlijks in 't voedsel nog ziet... Bord al weg. Een ander. Dit is het wat den eter moet harnassen voor enkele uren. Gisteren was er'een stevig gerecht boonen, met een stukje lekker vleesch en een half sneedje wit brood. Vandaag is er, — de dikke lekkere soep niet vergeten —, een rijstgerecht met een aanzienlijk klompje hakvleesch. Aardappelen zullen er over een paar dagen zijn. je kan ook een glaasje lekker bier bekomen tegen 5 centiem. Wie dit" niet vraagt, krijgt gratis een glas water. Doch goed bereid, smakelijk, ruim voldoende, voor veel stellig meer dan voldoende, is dit noenmaal, dat je, met de weelde van een glas bier, fr. 0,65 kost. Ja. doch blijven zitten is niet toegelaten, lees maartusschen de opschriften. \rd healt, moet œaar zijn eetwapens, zooals alleman, oppakken en ze, op wegnaar bui tea» aan het daartoe bestemd winket beleefd afgeven : TO'k en mes.. Buiten blijft men nog laag staan, om na te kijken d«, strooming naar binnen en buiten ; om verbaasd t« overJ wegen hoe, in dezen duren tijd *ee» zoo voedzaam eetmaal kan worden verstrekt voor zoo weinig geld. Want luister even wat hier op de beur» gebeurt, die geen I.uikenaar, in zijn gansch laven, zoo druk an geheim-> zinnig drifiüg heeft gezien als thans in deze treurige tijden. Duizenden handelslui van allerhande soort en macht, van allerhande vakkes, nijveraan, zelfs ambachtslieden en vrouwen, die beursman zijn geworden, — alles is nu mogelijk —, stroomen van 10 uur's morgens tot 5 uur over de place S$Lambert naar de place Verte, de place du Théâtre en terug. Het is een kalme, buitengewoon dichte beweging, zou men zeggen, doch wie nadtr toeziet en luistert in de groote beurscafés uit de buurt, verneemt al spoedig met wat 'een drift hier de sjacheraars en ' de firma .Batavus Droogstoppel négocie maakt. Koffie verkoopt men niet, koppt men wel. Santos minima, fr. 5.70 tot 6.00; Santos premis, fr. 3.10 tot 6.35; Robusta, fr. «;.80 tot 6.10; San Domingo, fr. 6.00 tot 6.30; Java premie, fr. 6.20 totó.So. Chocolade Suchard, Kohier staan fr. 7.50 tot 7.80 het kilo; cacao, fr. 8.50 tot 9. Kristalsuiker staat fr. i.4oenldontjessuiker fr. 1.70. Sunlightzeep betaalt men 220 fr'. de kast met 50 pakies van vier stuks. StuiVerszeep gaat fr. 200 tot 210, m dezelfde hoeveelheid. Eerste hoedanigheid waschzeep staat fr. 5.50; de andere) fr. 4.50. Kokovet in pakken betaalt men 12 ton 3 frank, het kilo. Bidt nu macr vurig den Heer, moeders : Geef onsheden ons dagelijksch brood !Steven Boerser. Obzi Blom kohnmlInsB- Zooals wij reqös gemeld hebben heeft men het zoe" ken naar de kolenlagen, dat door het uitbreken van den oorlog moest opgegeven worden, langzaam hernomen. Wij hebben ook reeds gemeld dat verscheidene' maatschappijen vérgu»ningen bekwamen en nu moeten wij er bijvoegen dat de belangrijkste van alle vergunningen deze is die toegestaan is aan den heer Lemaire. Deze heer heeft een Japje grond bekomen van 13,721 hectaren, zich uitstrekkend over het gebied der gemeenten GivryHaalchin-Vellereille-FaMrosolx-Bouve-roy-Croix-Peissant-Merbess-Reng-Erquelinnes-Harmi-gnics-EstimesEstimesWaudrez-Solre en Binche. Lemaire heeft op verscheidep.e plaatsen boringen laten doen en dikke lagen met kolen gevonden tot op de geringe diepte van 300 à 400 meters. In zijne aanvraag noemt Lemaire zich den ontdekker dezer kolenlagen «n de vergunning om ze op te laten delven beschouwt bij als eene rechtmatige vergoeding voor zijne moeite, jals eene wettige schadeloosstel. ling voor de gelden die hij er aan gewaagd heeft. Dat men aan dien Lemaire eene vergoeding, eene fchadeloosstelling toekenne, al ware het eene van millioenen, dat zouden wij gewis aannemen — maar da* men hem de heele koe geeft, die onbetwistbaar eigendom van de Belgischç gemeenschap is, dat noemen wij eeae kapitalistische misdaad, een diefstal in den vollen zin van het woord! Ds kolenlagen zijn het onvervreemdbaar eigendam der natie en de eenigste rechtmatige uitbater er van' moet de Staat zijn, die haar vertegenwoordigt. Waar is de werkman die er anders over denkt? 12© icsclii©"* Aage Madelung beschrijft hoe hij met een hoofdofficier loopt in de voorste stelling aan het Bessarabisehe f roat en wat hij daar ziet en voelt. « ...Wij zijn dus in de trechterbuurt. De vijand is dertig pas voor on«s, misschien drie meter onder ons en kan elk oogenblik ons overvallen, om ons een trechter te ontnemen. Vrij dicht voor me hoor ik iets ontploffen, maar niemand let er op en ik vind het oogenblik niet geschikt om nadere inlichtingen te vragen omtrent dit ontploffende lichaam. . Plotseling echter ontploft iets aan ,de borstwering, drie handbreedten boven en voor mijn hoofd, ontploft vrij luid en werpt me met aarde. Toch verkeer ik in de meening, dat het niet op mij gemunt was. «Daar was « niet ver van een handgranaat» zegt me de luitenant-kolonel». «Het hoeft niet veel gescheeld». Hij spreekt verder met zijn officieren. Hij zegt niet eens: ((Neem wat dekking of ga wat uit den weg». Hij is uit gegaan om zijn stelling te onderzoeken en heeft mij mee genomen. Het is geen wandeling om/eens prettig te praten, maar een ernstige aangelegenheid. Het is reeds zoo licht geworden, dat men zien kan. Door een kijkga-fc zie ik het terrein tusschien de beide stellingen. Draadversperringen en omgewoelde aarde. Ginds, dertig, veertig pas van ons is de Russische linie. Ik ga alleen tien pas rechts en' sta plotseling in een grooten trechter. Onze mannen werken aan de wanden van den trechter met spade en houweel, zonder een woord te zeggen en zoo ijverig alsof zie»niet snel genoeg klaar kunnen komen.' De trechter is vier meter diçp en tien meter breed. Hij is nog ruw. De wanden ongelijk en bij klaarlichten dag waarschijnlijk niet begaanbaar. Ik kan me voorstellen dat een boosaardige wond in den schoot der aarde er zoo uit ziet. De indruk is geweldig, wanneer men voor d© eerste^ maal in zoo'n trechter staat, die even te voren in de vijandelijke stelling door ontploffing getooverd werd. Ik maakte me vroeger, toen ik over trechters las, allerlei angstige voorstellingen. Ik hield ze voor de toegangswegen tot de hel. «Dit is de trechter, waarvan de Russen beweren, dat zij hem teruggenomen heb ben», hoor ik plotseling de stem van den luitenant-kolonel. «Ik wilde u persoonlijk laten zien dat wij er nog in zijn. Een oogenblik geduld...» En tot,de officieren spreekt, hij fluisterend verder : «Niet zoo dicht op elkaar staan, myn© heeren. wjj zün. Sj&bI,

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes