Vooruit: socialistisch dagblad

949 0
30 augustus 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 30 Augustus. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/9s1kh0g16f/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Drukstc r-U itgeeïater jS^ien: Maatschappij H ET LICHT bestu urder ; p. PC VISCH. Ledeberg-Oent . REDACTIE . . ADMINISTRATIE nOOGFOORT, 29. GENT VOORUIT Drgaan cfer Belgische Werk!iedenparti/\ — Verschjjnende alie daqen. ABCNNEMENTSPR1JS BELGIE Drie masnden. . . , . fr. 3,25 Zes maanden . . , . . fr. 6 50 Een jaar. ...... fr. 12.50 Mfcti abonneert zich op alie postbarcclea DEM VREEMDE Drie maanden (dagelijka verzondcsi). . . . . . fr. 0.75 DE TANDEN ERRARE. — In het eerste deel dezer voordracht, in ons nummer van 20 Oogst verschenen, is eene vergissing geslopen. In de tweede kolom komt de doorbreking voor ider eerste tanden (melktanden). Deze doorbreking geschiedt als voigt : 1 1) 6-8 m. 2 2) 8-12 m. 4 4) 16-2» m. 3 3) 12-16 m. 5 5) 20-30 m. Het verschil is dus, dat de vierde tand *66r den derde doorbreekt. (Vervolg.) TANDENTECHNIEK Daar wij het voorgaande besproken en >oveel mogelijk door die gelegenheid u eene verklaring hebben gegeven van tand-ziekten, is nu de beurt gekomen aan tand-techniek.De tandentechnielj: is volgens mijne be-echeiden meening in twee deelen verdeeld, namelijk : tandtechniek in de operatieka-'mer en in de werkkamer of het atelier. We zullen aanvangen met het ecrste : EST OPVULLEN VAN TANDEN De tanden, nadat ze zorgvuldig zijn ge-nezeu, schoongemaakt en bewerkt voor vullingen, kunnen dan met de eene of m-dere stop, te weten : goud, amalgam, cernent of guttapercha opgestopt worden. Wij willen u eerst mededeelen hoe zulke gaten in tanden en kiezen worden behan-deld of beter uitgedrukt, worden bewerkt. In den regel komen de patienten bij ons met hevige pijn en wordt) er verlangd zulks te doen verdwijnen, wa-nt in een pijnlijken tand te werken is èn voor den helper en voor den lijder zeer onaangenaam. Dus moet de tand genezen worden en dat is in 't begin de hoofdzaak. Men onidoet den zieken tand van aile onreinheid en gebruikt ïooveel bcderfwersnde stoffen als daarvoor zijn aangewezen (men begrijpt dat handen en instrumenten zeer zuiver moeten zijn) en houdt den mond zeer schoon, vooral na elken maaltijd. Het is dan ook noodig den behandelden tand welke het geneeemiddel draagt, goed met cernent af te sluiten of andere midde-len die daarvoor zijn bestemd, te gebrui-ken, opdat de kracht die het moet bewerk-stelligen niet verloren garat. Is nu de tand genezen en kan men met de daarvoor aangewezen instrumenten verder de bewerking voltooien, dan moet er vooral gezorgd worden dat het gat zoo gemaakt wordt, dat de vulling er zeer lang inblijft, wel te verstaan eene zoo goede hoedanigheid. Hier in te treden om aile de technische bewerkingen te bespreken, is wel wat veel geëischt, maar eene kleine verklaring daar-van is niet overbodig. De oplettende lezeres(zer) zal wel weten bij ondervinding dat men bij verschillende tanden, vooral voor de kiezen is dat zeer nuttig, ook zooveel andere vormen van gaten kan aantreffen. Zoo hebben wij di"^-gaande cariës en oppervlakkige cariës, wat ik aantoonde in mijne bespreking. Dan hebben wij centrale cariës, dat is de plaats aan de oppervlakte van den kies, en approxi-male cariës, dat is daar waar twee tanden elkander raken en rot zijn geworden. Ook nog labiale, cervicale, subcervicale of cariës die naar de lippen is gekeerd of op den hoes van den tand zetelt of nog heel diep hoes van den tand onder het tandvleesch, dat is subcervicale cariës. Ik haal dat hier aan, omdat het voor den tandarts allen andere bewerkingen ïijn, dus ook soms meer moeite en zorgen ver-eischen.Worden de vormen welke gegeven worden aan de ziek zijnde tanden, niet ver schillend bewerkt? Zeer zelcer ! Waarom dat nu? zult ge vragen. Wel dat is heisl eenvoudig. Bijvoorbeeld goud, of het cohesive of non-cohesive of dat het een bloc (hier kom ik later op terug) is, maakt &en groot verschil in de bewerking ; ook de kosten verschiîlen aanmerkelijk en kan wdereen geen goud voor goud betalen. V/atnu te doers? Wel eene andere vulling nemen, die goed is en lang kan duren en vclgflns mij is dan almalgam eene zeer Boede stopping vooral voor de kiezen is dat ?eer nuttig wanneer het goed bewerkt is. •Het heeft dit) nadeel dat het zich samen-trekt, dus niet goed aan de wanden kleeft, niettegenstaande het lang dienst kan doen. voor dat wij het amalgaam zullen behan-delen, gaan we spreken over het goudstop-pen.Voor die bewerking hebben we verschil-tende soorten. Non-coliiisicf goud, welke vroeger zeer Vee] werd gebezigd, maar daar het wat zachter is dan cohàsief, wordt dit laatste meer gebruikt. Het is zeer goed verwend-baar bij groote kiezen met uitgebreide gaten en zwakke wanden om het afbreken daarvan te beletten. Het non-cohàsief bestaat uit bladen (8 °P 10 cm, groot) van verschillende dikt-en, wat wordt opgerold en dan in stukken ge-sneden, zoowat de grootte der holte en wordt met daarvoor bestemde instrumenten in de holte gebracht, zorg dragende dat het goud zeer goed aan de wanden wordt gedrukt. Is de kies vol, dan verder afwerken en oppolijsten. Zulk eene goud-vulling kan zeer lange jaren dienst doen, wel te verstaan in een' mond die schoon gehouden wordt. Cohiisief goud. — Dit goud wat1 zeer veel gebezigd wordt, vereischt wel wat meer geduld zoowel voor den operateur als van den patiënt, daar het bij kleine of groote cylinders in de tandholte wordt gebracht, na sterk gloeien boven een burasen bran-der of spiritus vlam, om de aankleven-de stofjes te verwijderen. Na dat wij den tand goed droog hebben gelegd (ik toonde zulks tijdens de bespreking) wordt de tand goed droog gemaakt met warme' lucht (zooals ik boven meldde in de tand genezen en voor de vulling ge-schikt) en wordt het goud stukje voor stuk-je daarin gebracht, goed aan de wanden gedrukt en zoo gaat men verder, tôt de tand geheel vol is, waarna de afwerking geschiedt door instrumenten daarvoor aangewezen. Zulk eene vulling, volgens de regels der kunst gemaakt, kan veel jaren dienen in een schoon gehouden mond. Over de vormen van de holten maakte ik gewag op de bespreking ; hierbij nog medegedeeld dat men cylindsrholen heeft met insnijdingen ; zoowêï in de kiezen als in de snijtanden waar de goudstoppingen zooveel als het mogelijk is onzichtbaar worden aangewend. Is de holte te groot, dan gebruike men goudblokken, welke nauwkeurig met de anatomie der tanden overeen moeten komen en nauwkeurig aan de wanden der tanden moeten passen, daar openingen tus-schen zulks, wederom bederf kan te voor-schijn roepen. Nadat nauwkeurig de vorm van zulk eene holte is genomen in was, wordt zulk een wasvorm gegoten in goud en passend gemaakt. en daarna vastgemaakt met cernent, wat luchtdicht moet afgesloten zijn. Bij geheele verrpesting v^ eene kroon, gebruikt men gouden krooneii om het verloren gedeelte der kies geheel de plaats van de kroon te doen innemen en wordt dan daarna op het gezonde gedeelte der wortels geplaatst, ook met cernent wat ook luchtdicht wordt afgesloten, vastgemaakt, en vormt dus met wortel en kroon een geheel, gelijk vrosger de kies v/as, en zeer langen tijd dienstbaar kan zijn voor het kauworgaan. Ook porcelein wordt in onzen laatsten tijd zeer veel gebezigd, vooral voor snijtanden, om het in 't zichi loopen van de blinkende kleur van 't goud te voorkomen, dus daarvoor zeer nuttig is. Het porcelein is, voor het bewerkt wordt, een poeder, wat, met water aangemengd, een breiachtige massa daarstelt en dan in de matrice wordt gebracht om in electri-sche ovens te worden gebakken. De matrice is den eigenlijken vorm van de holte van den tand, dus de zuivere maat. Men begrijpt hierdoor goed dat er een groot verschil bestaat op technisch gebied dat elke bewerker eene andere manier heeft van werken, al volgen wij ook allen dikwijls dezelfde studie. Hier zij intuoschen gezegd dat er veel zeer goede tandartsen zijn die toch geen goede goud- of porcsleinvullingen kunnen maken; dat is een pralctijk waar men, laat ik het zoo maar zeggen, iets bijzonders moet voor over hebben Daar hoort geduld voor, oefening en nogmaals oefening. Is dat dan zoo moeilijk, zult ge vragen? Ja, ik zeg u : dat is zeer moeilijk. Vraag maar aan een kunstschilder of hij goede kleuren kan vinden die hij dikwijls noodig heeft. Nu lezer(res) bij de tanden, om de juiste kleur te vinden in 't porce-leinbakken is ook dikwijls uitermate lastig. Vergeet niet dat de patiënt u dadelijk den spiegel vraagt en zegt : «laat mij eens zien». Is de kleur juist, dan is ailes goed. Mochten de menscheri weten, wat een last en hoofdbreken het ons geeft voor het zoe-ken van de juiste kleur!... Ik zou hier te ver uitweiden over het boven beschrevene. Ik wil nog enkelo kleine aanwijzingen geven over amalgam, cernent en gutta percha.Amalgam is een mengsel van metaal welke is samengesmolten en dan gevijld om door de tandartsen gebruikt te worden. Men heeft verschillende soorten, namelijk: binaire, ternaire, quaternaire en quinaire amalgainen met kwikzilver. Is er goud in zulk metaal, dan noemt men dat goud-amalgam, en platine: pla-tina^amalgam. Het is een zeer nuttige tand-stopping en wel aan te raden. Cernent (zinkphosphaat) bestaat uit een poeder en eene vloeistof, die men te zamen mengt en dan als eene weeke zelfstandigheid in den tand brengt, wat redelijk snel ver-hardt. Het poeder is zinkoxyd en de vloeistof orthophosphorzuur. Het heeft dit nadeel, dat het spoedig in den mond veranderd en eene smerige kleur aanneemt. Bij het vastzetten van pivottanden en kroonen is het zeer nuttig, ook voor tijde-lijke trillingen. Guttapercha is ook zeer nuttig voor tijde-lijke vullingen. Het is samengesteld uit 4-7 deelen zinkoxyd en geweekte guttapercha. Het is een slechte warmtegeleider en wordt ook zeer veel gebruikt voor wortel-kanaalvullingen.(Vervolg en slot morgen.) AAN DE LEZERS Rond 1866-1868 verscheen te Brugge het weekblad Peper en Zout, waaraan Emiel Moyson schijnt meêgewerkt te hebben. Wie kan ons, in bruikleen, de verzameling of zelfs afzonderlijke nummers van dit weekblad bezorgen, of, desnoods aanwijzen waar het te vinden is ? Rcdactie. Wat nare Tijd.... Wat nare tijd van wee en aakligheden ! Hoe menig plek is niet doorweekt van bloed ! Hoe menig schoons ligt niet in puin, — ver- [treden, Nu ruw geweld hier troont en de oorlog [woedt ! Met schande omhuld is de eeuwe van bescha- [ving. Het slaafsche volk sleept nog zijn keten [voort, En geestverlichting, reine zielsontslaving, Ze ruimen plaate voor wreeden broeder- [moord... Komt nooit een einde a-an al de gruwel- fdaden? Rijst nooit de dag na d'aaklig sombren [nacbt? Alom geschrei van moeders, kindren, gaden, En steeds nog dreunt 't kanon uit voile [kracht !... O mocht de vredezon ons dra begloren, En 't land verlost zijn van dat doodsgevaar ! Mocht men weldra de vreugdekreten hooren : 't is vrêe alom, 't' gelukkig uur is daar, Het uur, dat spoedig nieuws voorr.poeds- [vlerken Aan wetenschap en aan ontwikkling geeft, En dat de menschenliefde zal versterken, Wier adem str&elend ov&r de aarde zweeft ! Gent, Augusti 1915. Isidoor Albert. — miammi ■■imw» Ket internaiionaal Landbouvjflstitout Op de in den laatsten tijd herhaaldelijk opgeworpen zeer belangrijke vraag van den dag, of er na den oorlog nog internationale betrekkingan zullen kunnen bsstaan op gelijk welk \7erenschappelijk gebied, kan het volgende, dat wij in den Bien Public vinden staan, als eenigszins geruststellend ant-woord dienen: Een belangrijks nieuws, dat van aard is om aan te toonen dat de reeds tôt stand gekomen wetenschappelijke betrekkingen tUs-schen de verschillende nationaliteiten ge-makkelijk den oorlog zouden kunnen over-leven, komt ons uit Homo. Op de stelligcte wijse s"j>reekt men het door duitsche en engelsche bladen verepreid gerucht tegen, a!s zoo hst Internaiionaal Landbouwinstituut, dat zijn hooîdzetel in Rome heeft, al ware het voor een oogenblik, zijne vverkzaamheden opgeschorst en zijne bureelen gesloten hebben. In de bureeien van het Instit.uut, integen-deel, worden ds werkzaamheden voortgezet zooals in vredestijd en er is geen enkele be-diende afgedankt. Ket bestendig comiteit van het Instituut, dat, zooals men weet, samengesteld is uit vertegenwcordigers van al de landen die zich bij de onderneming aangesloten hebben, heeft ongestoord al de aangekondigde zit-tingen gehouden en al de aangekondigde verslagen genoord, en het is als naar ge-woonte uiteengegaan aïs de dagorde regel-matig uitgeput wac. De maar.delijksche verslagbulletijns van het Instituut zijn regelmatig en volledig verschenen, ook in het duitsch, en wel onder het toezicht van den uitstekenden land-bouwkundige dr. Millier, die uitdrukkelijk aan den ondervragenden dagbladschrijver verklaarde: « De mededeelingen der duitsche en oostenrijkscho landbouwvereenigingen, die zich bij het Internationaal Landbouwinstituut aangesloten hebbsn, worden zonder eenige vertra-ging noch onderbreking regelmatig bezorgd door het uit voorzorg te Brugg, in Zwitserland, ingericht bureel,dat voorloopig als tusschenpersoon dienst doct. » De loopende geruchten vernomen hebben-de en een cinde willende stellen aan do on-rust in zekere kringen, heeft het Instituut besloten eene officieele nota naar aile landen te zenden, waardoor aangekondigd wordt, dat geen enkel aangesloten land zich teruggetrokken heeft, dat er geene redenen bestaan om te veronderstellen dat het zijne werkzaamheden zal schorsen, dat het voor-nemens is ongestoord zijne werkzaamheden voort te zetten, om te bewijzen dat het eene zuiver onzijdige, wetenschappelijke inrich-ting is, die gedurende en na den oorlog, zoowel als vôôr den oorlog, hare wetenschappelijke zending kan vervullen in het belang van de heele menschheid. In een ander blad lezen wij, dat het Instituut voornemens is om, met de medewerlcing der vertegenwoordigers van de aangesloten landen, eene bijzondere brochuur uit te geven, waarin zal bewezen worden dat het na den oorlog nog meer redenen van bestaan zal hebben, wat eene afdoende terechtwijzing zou zijn op de ellendige praatjes van zwart-zieners en onrustzaa-iers, die schijnen te wenschen dat na den oorlog aile gemeen-schap tusschen de volken der verschillende landen onmogelijk zou geworden zijn. Met het Instituut zal elke eerlijke mensch trots ailes wenschen dat kunst, wetenschap en beschaving als gemeengœd der menschheid meer en meer internationaal worden ! De Grondlsggers der SterrsKunds V00EDEACHT GEHOUDEN DOOR M. ROGKE, IN «ONS HUIS» De heer voordrachtgever be.gint met eene kleine terechtwijzing. Hij was zinnens ge-weest 3 voordrachten te houden en in de volgende orde, namelijk : 1. Het wereldstelsel van Copernicus; 2. de wetten welke dit stelsel beheersehen ; 3. Résumé over de sterrekunde. Daar er echter in het dagblad aangekondigd ;stond : Grondleggers der sterrekunde, zal hij zich daarbij bepalen,, het is te zeggen het laatste der drie opgegeven onder-werpen.Daar de voordrachthouder vroeger mede-gewerkt heeft aan De Toekomst, weten-schappelijk blad, uitgegeven door het Mid-den-Comiteit der Werkliedenpartij, Gent, en daar de voordrachthouder in een de* jaargangen (1889) van dit blad reeds he„t bovengemelde onderwerp schriftelijk had behandeld, zoo zal hem zijne taak nu ge-makkelijk vallen. De grondleggers dsr sterrekunde moéten gezocht worden van in de oudste tijden en dan in die tijden heerscht er de zonderling-ste denkbeelden omtrent de hemellichamen. De ouden beweerden dat de aarde buiten-gewoon groot was, met een middenpunt en onbeweeglijk. In de « Genesis of Boek der Schepping» vindt men ook enkele aandui-dingen omirent den vorm der aarde. De aarde was een schijf, rustend op kolommen. De Chaldeeërs echter wisten reeds den duur van het leven te bepalen op 365 d.-6 u.- 4 m. Zoo komen wij tôt Griekenland met zijne bloeiende beschaving en zijne groote gees-tesontwikkeling.Homéroa, deed zon en sterren rollen op eene "onmetelij'ke vaste sfeer welke de aarde bedekte, terwijl integencleel onder de aarde zich de zv/artc F&rta-ar bevond. ïiialèo van Milet (/Ile eeuw vécr Chr.) onderwees de bolvormigheid der aarde evenals hare dubbele beweging, de helling harer ecliptica en hij voorspelde eene eklips. Pythagorès (Ve eeuw v6ôr Chr.) legde de twee bewsgingen dsr aarde uit, en ver-moedde reeds het wa-re wereldstelsel. Hij geloofde de planeten bewoonbaar. Annxagore (Ve eeuw v<56r Chr.) plaatste de aarde terug in het midden van de wereld. Pîaton (IVe eeuw voor Christus) vermoed-de de aJgemeene aantrekkingskracht en de werking der zwaartekracht. Aristoteîcs schreef werken over het uit-spansel.Hipparcos (150 jaar v66r Chr.) stelde den duur van het tropenjaar, ontdekte de pro-cessie van de dag- en nachteveningen, maakte het1 eerste gebruik van lengte en breedte. Hij berskende de grootte, de af-standen e.n de bewegingen der zon, van de aarde en van de maan. Ptolemëno (130 j. na Chr.) gaf de naam aan een wereldstelsel ; «Aarde is onbeweeglijk in het midden met de 4 elementen ; water, lucht, aarde en vuur. Zeven planeten ; Maan, Mercurius, Venus, Zon, Mars, Jupiter en Saturnus, ,d van de Hemel of gewelf der vaste sterren, draaen om de aarde. Dit valsche stelsel bleef gedurende vijf-tien eeuwen in zwang, tôt in de 16° eeuw Nicolas Copernic, kanunik en poolsch ster-rekundige, geboren te Fora (1473) en er gestorven in 1543, het ware stelsel van Pythagorès hernam en het in zijn werk : « De revolutionibus orbis celestium » door middel van doorslaande bewijsgronden be-wees.Volgens dit stelsel bekleedt de aarde niet meer het middenpunt van ons wereldstelsel ; in het center bevindt zich de zon en daarrond bewegen zich de planeten : Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus en Uranus. De laatste planeet Neptunus werd na de dood van Copernic ontdekt. Copernic stierf op den dag dat zijn groot werk verscheen. Moeilijk drong zijne leer door. Zij werd betwist en bestre-den, afgebroken en opgehemeld. Tyeho-IJralie was van eene edele Deen« sche afkomst, maar werd in Zweden geboren. Hij voelde zich aangetrokken tôt de sterrekunda en om de ideeën van Ptole-mëus en Copernicus te verzoenen ,ontwierp hij een nieuw stelsel, dat het midden hield tusschen de twee voorgaande stelsels. De Aarde is onbeweeglijk in het midden, Maan en Zon draaien er rond, maar de andere planeten draaien rond de Zon. Dit stelsel had weinig succès en het ware, dit van Copernicus, behaalde de boven-hand en werd volledigd door de groote ontdekkingen van Newton, van Hcrsehell, die nieuwe sterrekijkers vervaardigde waardoor het mogelijk werd met meer nauwkeu-righeid de geheimen en de wonderen van het heelal te onderzoeken. Zoo werd met meer nauwkeurigheid de verschiîlen vast-gesteld tusschen planeten en sterren. Planeten zijn ondoorschijnende hemellichamen, welke vergrooten in den teles-coop en hun iicht ontvangen van de Zon. Zij hebben geene vaste plaats aan het. hemelgewelf, draaien rond de Zon. Daar-om worden ze ook weleens dwaalsterren genoemd. Vaste sterren vergrooten niet onder den telescoop, ja zij verkleinen zelfs. Dit komt door de groote afstand welke zij van ons verwijderd zijn. Het licht van sommige dier sterren komt slechts tôt ons na dui-zenden jaren en men weet dat het licht zich voortplant met eene snelheid van meei dan 350.000 km. in de seconde. De sterren behouden aan het hemelgewelf eene schijn-bare onveranderlijke plaats, zij vormen met elkander sterrebeelden, o. a. de Groote Beer, de Zwaan, de Orion, enz. Nog een groot geleerde welke licht heeft gebracht in de sterrekunde is Galilens, een italiaansch geleerde natuurkundige, welke bewees dat de Aarde om zichzelven draaide en daarom door de Inkwisitie op 70jarigen ouderdom gegrepen werd en ver-oordeeld om zijne leer af te zweren ofwel levend verbrand te worden. Dit is in ko rte woorden weergegeven wat Mijnheer Roghé ons in zijne intéressante voordracht heeft medegedeeld; de warme toejuichingen van het aandachtige publiek, bewezen dat de voordrachthouder begre-pen was geworden en zich verdienstelijk had gemaakt. Voordrachten In VoorsBli De verslagen van Dr C. Debruycker's voordrachten « Plant en en dieren in ver-band met den omgang », zullen in het blad verschijnen na de laatste voordracht (dins-dag 7 September). Mû den Oorlog O© ilaori's Tôt de troepen, die voor de verbondenen aan het Dardaaellen-front strijden, behoo-ren ook de Maori's de meest st'rijdbare volksstam van Polynesië. De Maori's, die vroeger menscheneters v/aren en in hardneàkige gevechten door de Britten werden overwonnen, vechten thana schoudsr aan schouder met hun vroegei-e vijanden. Een officier van ds Nieuw-Zeelandera wijdt in de « Times » een uiteenzetting aan deze nieuwe strijdmakkers. Eerst haalt hij een herinnering op uit' het verleden, toen het 65e Britsche regiment een door de Maori's verdedigde sterkte bs-legerdo.De Engelschen hadden het Maori-front van aile zijden ingesloten ten einde hen door uithongering tôt de overgave te dwin-gen.Toen de Engelsche soldaten genoodzaakt waren het beleg op te breken, omdat zij geon drinkv/ater meer hadden, openden zich plotseling de poorten van het Maori-fort en een aantal Maori's, beladen met emmera vol water, kwamen te voorschijn. De Engel-, schen meenden, dat zij werden a-ange vallen en stelden zich in slagorde. Maar de aan-voerder der Maori's trad naar voren en hield een zeer hoffelijke redevoering,waarin hij verklaarde, dat' beide partijen tôt dusvei elkander grootelijks vermaakt hadden en dat het jammer zou wezen, wanneer een on-beduidende oovzaak als gebrek aan water daarin verandering zou brengen. Er waa overvloed van water in het fort voor bele-gerden en belegeraars beiden. Na het einde van zijn rede nam hij me* een beleefde buiging- afscheid en keerde met zijne rnannen terug. Toen de Engelschen van hunne verbazing waren bekomen, wierpen zij zich met graagte op het koele water in de emmere en leschten hun dorst. Den volgenden morgen was het fort ver-laten. De Maori's waren afgetrokken langs een weg, die door de Engelschen voor een onbegaanbaar moeras was gehouden. In het fort waren slechts eenige oude Maori-vrou-wen achtergelaten om nu en dan tte sehieten en wat geraas te maken. De Maori's, die thans aan de Dardanelles vechten, zijn geheel gemoderr.iseerd, en ve> len hunner hebben academische titels. .il !aar -- H. 241 Prijs per nemmer ; Toor Bolgië 3 centiemen, yooi den Vreemdfl 5 centiemen Yeletoon ; Keeiactie 247 - Arïminisiraiie 284^^^^raam^n"3ir{^GST ï sTl t» ~ '

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes