Antwerpen: van Nationaal Reduit tot bezette stad

Antwerpen: van Nationaal Reduit tot bezette stad

Redactie 's profielfoto
Redactie 28 september 2016 736

Een onneembare stad
 
Sinds halfweg de 19de eeuw bekleedde Antwerpen een bijzondere positie in de militaire verdedigingsplannen. De regering en legerleiding hadden beslist om de havenstad om te vormen tot Nationaal Reduit; een versterkte vesting waarin het leger, de koning en de regering zich bij oorlogsdreiging konden terugtrekken om van daaruit de hulp van buitenlandse bondgenoten af te wachten.
 
Om Antwerpen te kunnen verdedigen werden acht forten rond de stad gebouwd, in een halve cirkel tussen Wijnegem en Hoboken. In een latere fase volgde een tweede fortengordel ter hoogte van de Rupel en de Nete. De dubbele fortengordel maakte van Antwerpen aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog een onneembare stad, zo geloofde iedereen. 
 
Duitsers op doortocht
 
Kort na de Duitse inval en de Slag om Luik in augustus 1914 werd duidelijk dat het Belgisch leger geen partij was voor de Duitse troepen. Koning Albert besliste om zijn soldaten terug te trekken in het Nationaal Reduit. De regering, volksvertegenwoordigers en heel wat buitenlandse diplomaten namen er eveneens hun intrek. Het Hof installeerde zich in het koninklijk paleis op de Meir. 
 
De Duitsers lieten Antwerpen aanvankelijk links liggen. Hun hoofddoel was om zo snel mogelijk in Parijs te geraken en de meest logische route liep een eind ten zuidoosten van de havenstad. Wat hen betrof, waren verdere confrontaties met het Belgisch leger onnodig. De Belgische troepen, verschanst in de Antwerpse vesting, organiseerden vanaf eind augustus echter uitvallen tegen de Duitsers die op doortocht waren naar Frankrijk.
 
De militaire uitvallen vanuit Antwerpen en het vastlopen van de Duitse opmars aan de Marne maakten dat de Duitse legerleiding uiteindelijk toch haar blik op de Antwerpse vesting richtte. Met zwaar artillerievuur gericht op de forten van Walem en Sint-Katelijne-Waver zetten de Duitsers op 28 september de aanval op de buitenste fortengordel in. Al snel werd duidelijk dat het forten niet opgewassen waren tegen de Duitse mortieren. Zelfs een inderhaast aangevoerde versterking van 2000 Britse mariniers kon het tij niet doen keren. Op 5 oktober staken de Duitse troepen nabij Lier de Nete over. Het onneembare Antwerpen was plots een heel kwetsbare stad geworden.
 
Om te vermijden dat het gehele Belgische veldleger omsingeld zou worden door Duitse troepen, moesten de soldaten zo snel mogelijk uit Antwerpen vertrekken. In de nacht van 6 op 7 oktober stak het veldleger de Schelde over, onder meer via een tijdelijke noodbrug tussen het Steen en Linkeroever. Enkel de vestingtroepen (die de forten bemanden) bleven achter om de stad zo lang mogelijk te verdedigen, zodat het veldleger de tijd kreeg om zich naar de kust terug te trekken. 
 
Antwerpen in Duitse handen
 
De Antwerpse bevolking sloeg massaal op de vlucht. Het zou immers niet lang meer duren voor de stad in handen zou vallen van de Duitsers, zo besefte iedereen. Jong en oud verzamelde zich op de Scheldekaaien om per boot of via de tijdelijke noodbrug te ontkomen. Anderen trokken te voet of met boerenkarren richting de Nederlandse grens.
 
Ondertussen bestookten de Duitsers Antwerpen onophoudelijk en ook de vestingtroepen hadden hun posities verlaten. Een verdere verdediging van de stad was zinloos. Op 9 oktober stuurde het stadbestuur een afvaardiging naar de Duitse bevelhebber om de overgave te ondertekenen. 
 

 
Zie ook:
Door België naar Parijs, de Duitse inval in België