De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland

730 0
10 november 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 10 November. De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland. Geraadpleegd op 27 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/m03xs5k935/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE BELGISCHE SOCIALJST Tweetalig WeeKblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland Abonnementsprijs in Nedërland : 90 cent per 3 maanden. • Redactie en Administratie : LONGVILLE, REMBRANDTSTR. 316, 's-GRAVENHAGE. - Abonneraentsprijs voor het Buitenland : f 1.50 per 3 maanden België Vrij, België Hersteld, België Schadeloos gesteld. Zo« eprak Troelstra in zijn merkwaar-dige cede te Amsterdam! Zoo zal ook die soeialistische wereld, vergaderd in alge-meeae konferentie, spreken. • Waren wij niet innig overtuigd, dat zulke de taal van de socialistische wereld zou zijn, nooit haddlen wij gesympa-thieeerd met een internationale konfe-renti#.D5i» taal kan niet anders zijn. Al de socialistische partijen van de wereld, inbegrepen die der centrale lan-den, de gematigde zoowel aie die radi-kale elementen, hebben zich onvoor-waardelijk voor een vrij en onafhanke-lijk België uitgesproken. Geen meeningsverschil, geen dubbel-zinnigheid, geen voorbehoudingen noch voorwaarden; de socialistische wereld is eensiemmig 't akkoord over de toekomst •van België: de volledige onafhankelijk-heid van België staat in 't licht onzer internationale konferentie. Dezelfde eensgezindbeid nopens België in verband met andere oorlogsdoel-einden is nog verre zoek bij de regee-ringeai.De--regeeringen zullen noch kunnen tôt een vergelijk, tôt overeenkomst komen, omdat hun belangen, vooral eko-nomische en imperialistische belangen, tegenstellend zijn. D® vredesonderhandelingen der regeeringen staan in 't zicht ofwel van een volledige uitputting, ofwel van de militaire overwinning. Een volledige financieele, ekonomi-sche en menschelijke uitputting laat ons een dood Europa. Wy verkiezen een levend boven een dood Europa; dlaarom verdedigen wij de politiek van vrede door vergelijk. De militaire overwinning, buiten de bankroet van, Europa, die zij in zich be-sluit door den duur van oorlog, verwer-, pen wij insgeljjks, omdàt door de militaire overwinning die overwinnaar vre-deevoorwaarden zal opdringen en dik-teeren, die de kiemen van volgende oor-logen in zich dragen. Wjj verkiezen een wereldvrede op socialistische basis. Zulk een wereldvrede staat in scherpe tegenstelling tôt de militaire overwinning; hij zal grootendeels het werk zijn der arbeidersklassen door een internationale konferentie, gesymboliseerd door België's onafhankeiykheid. De voortzetting van den oorlog heeft voor België een bizondere trogische be-teekenis:Verscherping der oorlogsellende van allen aard; de verlenging van de dwang-maatregelen der bezettende macht; een bestendig levensgevaar voor onze bur-gerbevolking door militaire luchtakties in den aard zooals te Antwerpen on-lange is gebeurd; een totale verwoesting ~van ons land en gansch onze bevolking prijsgegeven ofwel aan de uitwijking naar den vreemde, als het kan, ofwel aan de interneering in Duitschland, als het moet. Het is een Belgisch zooals een Euro-peesch belang, dat er zoo spoedig moge-lijk een einde gesteld worde aan den oorlog. Van regeeringszijde werd er wel eens verklaard: het zou een misdaad zijn den oorlog een dag langer te laten duren dan noodzakelijk is. Maar van regeeringszijde verzuimt men ons te zeggen, waar die noodzakelijkheid begint. Gisteren stond deze noodzakelijkheid van Engelsche zijde in 't zicht van België's onafhankelijkheid. Van Duitsche zijde wordt geantwoord, dat buiten Elzas-Lotharingen geen hindi'rnissen meer bestaan tôt, het sluiten van den vrede. Heden wordt aan de overzijde de noodzakelijkheid verplaatst tôt de quaestie van Elzas-Lotharingen, om morgen zich vast te leggen aan de par-lcnientariseering en democratiseering van Duitschland en Pruisen. Zoo gaat het voort tôt... het bittere einde. De noodzakelijkheid van vrede sluiten het psychologisch moment — wordt door de regeeringen verschoven naar gelang de omstandigheden, om reden, dat er nevenbedoelingen, zoo langs de een« als langs de andere zijde in 't spel zijn. De oorlogsleuzen houden geen verband met de bizondere oorlogsdoelein-den der regeeringen; terwijl de oorlogs-leuzen der regeeringen het vredesmate-riaal zijn der arlieidesklassen. De arbeidersklassen willen dit vredes-materiaal ter hand nemen door een al-geimene konferentie, o.m Europa en met Europa ook België te redden voor om-dergang en bankroet. De socialistische wereld is roerend 't akkoord, dat de oorlog reeds langer ge-duurd heeft dan noodzakelijk is; dat een wereldvrede kan georganiseerd worden zonder verder bloedvergieten; dat een Europeesch volkenstatuut — geen klasse-statuut, zooals tôt nu toe het geval was — kan gevestigd worden op de ruines van militarisme, marinisme en impérialisme.Proletariërs aller landen! Vereenigt u! Neer de wapens! Op voor een vrij België! Een België hersteld! Een België schadeloos gesteld! Op voor den soeialistischen wereldvrede!De Duitsche Vredesvoorstellen. In onze twee laatste nummers hebben wij gesproken over de Duitsche vredesvoorstellen aan Frankrijk door bemid-deling van Briand of een Belgisch dipk)-maat.De „N.R.Ct." van 7 dezer publiceert dienaangaande nadere bijzonderheden, die zij ontleent aan het groote Engelsche liberale blad -, „De Manchester Guardian". Ziehier waar het hem over loopt. De voorstellen zijn overgebracht aan Briand te Parijs door een Belgisch di-plomaat. De Duitsche regeei-ing noodig-de Briand uit naar Zwitserland1 te ko-men, om Von Bulow of desnoods den Duitschen kanselier te ontmoeten. Briand wilde gaan; Ribot, toen nog înin-ieter-president, weigerde. Ribot, zonder de zaak dieper te ond'er-zoeken,. sprak van een valstrik. Briand was van tegenovergestelde meening en vond het een misslag de voorstellen niet in overweging te willen nemen. Bij de weigering van Ribot, verzocht Briand de voorstellen ter kennis te bren-gen aan dé geallieerde regeeringen. Briand beweert nu, dat de mededee-ling aan de regeeringen op zulke wijze is gedaan, dat een weigerend antwoord' onvermijdelijk was. De voorstellen behelsden o.a.: 1. Afstandvan Triëst en Trentino aan Italië. 2. Volledige onafhankelijkheid en souverei-niteit van België: geen spéciale voorwaarden betreffende voorrechten in Antwerpen, militaire waarborgen of xets dergelijks. De Duitsche regeerin.g bood sehadevergoeding aan voor wat in ons land gehavend werd. 3. Afstand van Elzas-Lotharingen aan Frankrijk. 4. Onthouding van allen handelsboycot of economisehen oorlog; gelijkwaardige behande-ling van aile volken. Ziedaar de Kern-voorwaardien der Duitsche vredesvoorstellen. Wanneer de Fransche imperialîst Briand , de man van het geheime trac-taat met den tsaar, en de -chanvinist Hervé oordeelen, dat deze vredesvoorstellen van aard' waren om in overweging genomen te wordien en dat het oogenblik van praten was aangebroken, dan zullen wij het toch niet zijn, die de houding van een Ribot zullen goed-keuren.Ribot, één man, draagt de ontzaglijke verantwoordelijkheid, dat misschien de vrede niet in aantocht is en dat er nog d'uizenden en duizendefti den dood ster-ven in de loopgraven en op de slag-velden.Hebben de geallieerden het psychologisch oogenblik niet laten voorbij gaan om vrede te sluiten? schreven wij in ons laatste nummer. Het zal toch niemand verwonderen, wanneer- wij heden deze vraag met een ja beantwoorden, vooral wanneer men de militaire situatie van de laatste d'a-gen in oogenschouw neemt. De Italiaansche socialistische partij lhad besloten op 1 November en volgende dagen een nationaal kongres te 'houden te Rome. De Italiaansiohe autoriteiit heeft deze vergadering verboden. Het tegenovergestelde zou ons ver-wonderd^ hebben. De Internationale Conferen-tie in Zwitserland. Uit Zwitserland komt het bericht, dat de Fransche socialisten kortelings een internatiomale konferentie zullen bijeen-roepen te Bern (Zwitserland), in ver-vanging van Stockholm. De Fransche regeering zou den socialisten medegedeeld hebben, dat paspoor-ten voor de konferentie te Bern zullen worden toegestaan. Een Oordeel uit bezet België. Het Syndikaal Mededeelingsblad, te Antwerpen, van 3 dezer, publiceert het manifest van Stockholm, waarbij de volgende kommentaren te pas komen : Het is niet onze taak dit stuk vredeswerk, in de moeilijkst denkbare omstandigheden in-eengezet en waarin aile strijdpunten worden onder 't oog gezien, hier punt voor pnnt te gaan ontleden en beoordeelen. Die taak is de politieke groepeeringen aan-gelaten. En wij kunnen ons enkel voorbehou-den dààr onze stem te laten ihooreni. Dat het zoeken en drijven, naar een zoo spoedig mogelijk einde dezer schandelijke, bloedige worsteling, van dit steeds sneller glijden der volkeren naar den afgrond — dat dit hoogere, menschelijke arbeid is dan het hitsen en sto-ken naar steedS nieuwe offers, onder welké leuzen en met welke bedoelingen dan ook, kunnen wij hier echter al wel als onze meening uitspreken. Het arbeidende volk heeft niets te winnen bij een oorlog tôt het bittere einde; enkel te verliezen. Eenerzijds worden elken dag zijne krachtig-ste zonen met massas geslaeht, terwijl ander-zijds moeders en vaders, vrouwen en kin-deren uitgehongerd, gedegenereerd en de te-ring ten prooi geworpen worden, of aan zooge-zegde ..militaire doeleinden" geslachtofferd. En hoe langer die razende krijg voortduurt hoe erger dat wordt; zeker voor onze Belgische bevolking hier. Terwijl middeleVwijl gewetenlooze kapitalis-ten en agrariers, onder de leuze: „voor Grod, Koning en Vaderland" onbeschaamd hunne medeburgers uitplunderen, de hand op veler zuur en moeizaam vergaarde bezit leggen, en zich zoodoende eene immer groeiende arme bevolking en steeds machtiger bezittersgroep vormt; een ontegenzeggelijk ^ gevaar voor de democratische strekking. Neen! het eigenlijke volk heeft niets te winnen bij een oorlog tôt het uiterste. En zeker het Belgische volk niet. En daarom gaat heel onze sympathie naar dezen die zoeken en ijveren naar een spoedig een eervol einde, voor allen. L. Y. B. In den schoot der Fransche partij. Onlangs heeft de socialistische fede-ratie van het Seine-departement haar uitvoerend komitee aangesteld. Het hoogste stemmencijfer bedroeg 560i5; terwijl de partijgenooten Loriot met 52-58, Bourderon met 5187, Rappo-port. met 4590, Verfeuil met 4583 en Souvarine met 4518 stemmen tôt lid van het komitee gekozen zijn. Al deze partijgenooten behooren tôt de raddkale tendenz. « Het heeft er den schijn, van, dat er in Frankrijk een kentering in de socialistische partij is ingetreden. De Economische Conferentie te Londen. s De commissie der handelsmnferen'tie heeft te Parijis vergaderd en heeft het program voor de economische conferen^ tie, te houden te Londen den 1 Mei 1918, als volgt vastgesteld: 1. Het verzekeren van het algemeen invoeren van het Tàylor-stedsel; 2. De invoering van een douanestelsel in verband met de bestrijding van de Duitsche handiels-espioma^e ; 3. De invoering van een internationaal handelsregister; 4. De regeling van de vaart op den Donau; 5. Het voorkomen der onder linge con-curren'tie in' de landen der geallieerden; 6- Uniformeering vani de wetgeving op indlist.rieelen- en intellectueelen eigen-dom.Gansoh dît program staat in nauw verband niet al'leen met de belangen van industrieelen en financiers, maar met de opperste belanigen der arbeiders-klasse.Zoodra de rapporten nopens die ver-sehillende pun t en zull en gepublioeerd zijn., zal het ons mogelijk zijn' te onder-zoeken in hoe verre wij ons kunnen aan-sluiten bij de te treffen conclusies. "Voor het oogenblik willen wij slechts stil blijven staan bij het eerste punt deT dagorde: het invoeiren vanj het TayloT-stelsel.Het Taylor-S'telsel, een uitvind'img vain den Amerikaan Taylor, is een der laatste kapi'talistische productie-methodes, die den patroons toelaat met een minimum van arbeidskrachten de hoogste produdtie te bereiken. Deze productie-methode vraagt eerste klas arbeiders; "zij draagt dit kenmerk in zlich, dat die beste arbeiders de minder goed1 geschoo'lde en getrainde arbeiders uit het bedrijf schakelen. Deize 'laatsten De Taalquaestie in België Het Manifest van het Hollandsch-Skandinaafsche Komitee zegt in hoofd^ stuk II, Spéciale Voorwaarden: „Kultu-reele autonomie voor Vlaanderen en Wallonië." Het Hollandsch-Skandinaafsche Komitee maakt dus het Belgische taal-vraagstuk hangend voor de Internationale Konferentie. Van Cauwelaert, katholiek kamerlid van Antwerpen, teekent verzet aan in zijn weekblad „Vrij België" tegen het „internationaliseeren" van deze zuivere Belgische quaestie. Aan Huysmans stelt hij de vraag, of deze zijn standpunt van voorheen heeft opgegeven en het Belgisch taalvraag-stuk wil stellen in het kader van het vredesstatuut. Wij weten niet, wat Huysmans aan Van Cauwelaert zal antwoorden. In afwachting, dat het an*twoord van Huysmans toekome, verklaren wij aan Van Cauwelaert, dat wij de oplossing en de manier van oplossen van het Belgisch taalvraagstuk, zooals vastgelegd in het bedoelde manifest, vollediig goed-keuren.Deze goedkeuring is het uitvloeisel van een samenloop van omstandigheden, waaraan wij zoomin als Van Cauwelaert hebben kunnen ontsnappen. Tijdens en ook door den oorlog heeft de taalquaestie een sterker dan ooit akuut karakter gekregen, in zooverre zelfs, dat vroegere tegenstandèrs nu ook van oordeel zijn dat men de Vlamingen niet langer in dezen staat van minder-waardigheid kan noch mag laten. Het Belgisch taalvraagstuk moet op-gelost worden De proceduur van kleine pakjes van vôôr den oorlog heeft gedaan. Het vraagstuk komt in zijn geheel aan de oppervlakte en als dusdanig moet het aanschouwd en doorgevoerd worden. En nu de beweegredenen, die ons aan-zetten de politiek van het Hollandsch-Skandinaafsche Komitee nopens ons taalvraagstuk te ondersch rijven. Uit grondbeginsel verwerpen wij de inmenging der bezettende macht in onze binnenlandlsche politieke aangelegen-heden. Al wat er in bezet België tijdens de bezetting tôt stand is gebracht, kunnen wij niet aanvaarden; niet zoozeer omdat al, wat er tôt stand is gebracht, slecht is, maar omdat wat er moet tôt stand gebracht worden niet den stempel mag dragen van vreemdle inmenging, vooral wanneer deze vreemde inmenging het gevolg is van de oorlogspolitiek van 4 Augustus 19 i4. Anderzijds is er te vreëzen, dat na den oorlog zich in België een reactionaire beweging tegen het Vlaamsche pro-bleem zal ontwikkelen. Men zal beproe-ven de Vlaamsche quaestie is haar geheel in een verdacht licht te stellên, zooals voôr den oorlog, do oh ditmaal met meer kans van sukses, tengevolge de aktivistisdhe politiek in Vlaanderen. De anti-Vlaamsche actie wordt ver-sterkt tegenover een -verzwakking der Vlaamsche beweging en de oplossing van het vraagstuk zal verschoven worden tôt latere tijden, waarvan het Vlaamsche volk uitsluitend de nadeelen zou ondervinden. Doch daar is nog meer. Vôôr den oorlog was de Vlaamsche quaestie voor Vlaanderen, zooals de on-derwijsquaestie voor België, de politieke strijdleuze der burgerpartijen. Deze partijen hebben beide problemen immer zoo behendig weten naar voren te dringen, dat de arbeidersklasse nood-gedwongen verplicht was positie te kie-zen ten nadeele van andere maatschap-pelijke en economische problemen. De politieke atmosfeer in België was verpest door deze tactiek der burgerpartijen.Hoeverre deze verpesting wortel had geschoten, willen wij door een enkeî feit belichten. Het feit speelde zich af tijdens een der laatste wetgevende verkiezingen. Be-driegt ons gebeugen ons niet, dan was het met de algemeene Kamerverkiezin-gen in 1912. Den vooravondi der verkiezing werd er te Antwerpen door een der burger- zijn voor de eersten de hinderpaal, dat het te bereiken loon niet gehaald wordt, omdlat. het loon vastligt a;m de voortge-brachte productie. De klassenstriid van bezitter tegenover arbeider wordt aangedikt door een lielangenstrijd van arbeiders tegen arbeiders.Het. is ©en zuiver kapitalist'isch pro- partyen een reklame-broehure verspreid. In deze brochure schilderde men Hiuys-mans af als een verrader dej- Vlaamsche quaestie. Dit feit zegt voldoende hoe er van burgerszijde met de heiligste reehte* van het Vlaamsche volk gescharreld en ?ekonkelfoesd' werd. Zulke praktijken willen wij voorkomen.De burgerpartijen zijn er nooit in ge-lukt een rationeele oplossing aan de tiand te doen, niet dat de mogelijkheidi er uiet was, maar omdat het van burgerszijde niet wenschelijk was. Het is een nationaal belang, dat het taalvraagstuk eens en voor goed van de baan weze, omdat de voortzettmg van den taalstrijd, vooral in die tegenwoor-diige verhoudingen, een gevaar i« voor de eenheid in België. Het is een proletarisch belang, dat bij het sluiten van den vrede de taalstrijd niet meer behoort tôt het program der burgerpartijen om de mogelijkheidi te openen, dat al onze macht en energie kunnen samengetrokken en gedreven worden in de richting van een meer zuivere proletarische politiek. Wy begrijpen best, dat de burgerpartijen van meening zijn, dat de taalquaestie niet al te ras haar beslag mag krij-çen. Bij deze politiek beoogen zij een dubbel doel. Eenerzijds willen zij deze quaestie nog jaren op hun politiek program houden; het is een mooie rekla-me. Anderzijds vreezen zij, door de zui-vering van onzen politieken atmosfeer, dat de arbeidersklasse sterker dan ooit, zal opkomen voor hare klassebelangen. Hier staan wij voor een politiek en ook een klassebelang. Juist omdat wij zoo innig overtuigd zijn van dezen toestand, is het voor de Belgische arbeiders een hoofdvoorwaar-de en voor de Vlaamsche arbeiders te-vens een levensquaeetie, dat het tegen-woordig geschiedkundig oogenblik ten nutte wordt gemaakt om eens en vooral gedaan te msiken met het taalvraagstuk in België. Men zal tegenwerpingen van zuiver praktischen aard in 't midden brengen. Wij kennen deze tegenwerpingen, doch deze tegenwerpingen zijn niet van aard om terug te komen op onze meening. Men zal voornamelijk voorwenden, dat de Belgische wetgeving, vooral waar het loopt over boetstraffelijke en bur-^erlijke rechtsgedingen, over de juridi-sche aanpassing van deze hervorming aan het Belgisch staatswezen, enz., niet toelaat zulke plotselinge radikale door-zetting van het probleem. In hoeverre deze tegenwerpingen ge-grond of niet gegrond zijn, kunnen wij moeilijk klaar maken, omdat wij geen juristen zijn en geen juristen in ons midden tellen. In de veronderstelling dat de tegen-werping grond/van waarheid heeft, dan is het plicht voor onze juristen en voornamelijk de Vlaamsche juristen, tijdens deze vôôrperiode het juridisch en ander materiaal klaar te maken voor een on-middellijke radikale oplossing van het taalvraagstuk. Er bestaat geen enkel ernstig ai-gu-ment tegen de onmiddellijke doorvoe-ring van de cultureele autonomie voor Vlaanderen en Wallonnie. De bezwaren van Van Cauwelaert tegen het voorleggen van het Belgische taalvraagstuk aan de vredesconferentie worden overschaduwd door de twee hoo-ger aangehaalde argument en: de anti-Vlaamsche reactionaire beweging na den oorlog en het politiek gezwendel met de Vlaamsche quaestie. Van Cauwelaert zal nu best begrijpen waarom wij sympathiek gestemd zijn tegenover de politiek van het Hollandsch-Skandinaafsche Komitee. Denkt Van Cauwelaert er anders over, dat is zijn zaak; maar daarom is hij katholiek en zijn wij socialist. Het ver-schil van conceptie loopt hem slechts over tactiek; want wij veronderstellen toch dat, waar het loopt over het te bereiken doel, Van Cauwelaert met ons volledig 't akkoord gaat: De Cultureele zelfstandigheid van Vlaanderen. ductiesteisel, dat- alleen rekenschap houdt met die meerwaarde of die winst der kapitalisten. De belangen deir arbeiders wordien totaal op den achtergrond geschoven, zooals ten amlere dtoor gansch het kapitalistisoh systeem. Wat staat dén arbeiders te doen? "Het stelseil saboteerenV Dat is moeilijk te doen en niet aaro te raden, juist TWKËDE JAARGANG No. 8. ZATERDAG 10 NOVEMBER 1917 LOSSE NUMMERS Th CENT Oplage van de week: 5850 Nos.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Belgische socialist: tweetalig weekblad van den Bond der Belgische Arbeiders in Nederland behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Rotterdam van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes