De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk

1202 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 08 Juni. De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk. Geraadpleegd op 27 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/vq2s46jx0x/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

P^Mtcl ■ •• 3; |r '• * - . pV,vSSpBHBi WÊmÊË «HS wKM|^^, SBflŒaÊ Prijs per Jaargang fr. 5.20 » » drie maanden » i.3o Postchekrekeninp' Mr 8fi. ? Weekblad voor het Vlaamsche Volk Redaktie en Bureel : Lange Nieuwstraat, 108, ANTWERPEN. K»1 S Het ontslag van de Broqueville. Havre, 3 Juni. — De Broqueville, chef van het cabinet, heeft \ijn ontslag ingediend. De koning heeft de leiding van \aken aan den voormaligen voor-,7itter van deKamer van afgevaardigden, Cooreman, oud-afgevaardigde van Gent en minisler van staat, toevertrouwd. Jlct ontslag van de Broqueville is geens^ins veroor^aakt dcor meenings-verschil ten opzichte van politieke vraag-stukken, op binnenlandsch, noch op buitenlandsch gebied. Het is het gevolg van verschil van inçicht ten opzichte van de wijçe van regteren (méthodes gouvernementales). Cooreman neemt de portefeuille van ekonomische aangelegenheden ; bij dit département \ijn de )uetsk\a a m h eden van het minixterie van nationalcn weder-opboinp ingedeeld. * * * Het aftreden van de Broqueville zal door heel Vlaanderen een zueht van ver-lichting doen opgaan. Met hem ver-dwijnt een der pijlers van het anti-vlaamsch gebouvv wiens ineenstorting het aktivism wil bereiken. Ilet Vlaamschvijandig Belgicism is vooraL verpersoonlijkt door drie mannen : de Broqueville, het hoofd der Belgische regeering en als dusdanig katho-liek partijleider ; .'îymans, miifister van. buitenl^ndsclie zalen en' hoofd'der lib'erale partij, die zijn berucht « Jamais » tegenover aile Vlaamsche vorderingen stelde ; Kardinaal Mercier, de stambewuste Waal, die de superioriteit van zijn ras aanpredikt, omdat het z. i. eene internationale taal spreekt, en daarom de Vlamingen in staat van ondergeschikt-heid houden wil. * * * Baron de Broqueville, afstammeling eener adellijke familie uit Zuid-Frankrijk, is, niettegenstaande zijn verblijf in de Kempen, een volbloed Franschman. Zijne popu'lariteit bij zijne kiezers, zoo-wel als in het Parlement, berustte op glimlachjes en minzame Fransche kom-plirnenten, door dewelke hij eene haast onweer*taanbare aantrekkingskracht uit-oeiende. Hij is een echte edelman, wel onderlegd in de kunst van # courtoisie», maar die geen hooger, zelfs geen regel-matig middelbaar onderwijs heeft ge-noten.Zonder oott bewijzen van politieke bekwaamheid te bebben gegeven, werd hij op i3 Juli igft, tôt eenieders ver-IVazing, aan het hoofd der Belgische regeering gesteld en kon hij dien post gedurende zeven jaren, waarvan vier oorlogsjaren, bezetten. •k * * De leiding van. de Broqueville werd gekenmerkt door eene toenemende vij-andigheid der regeering tegenover de Vlaamsche eischen. Tijdens zijn mini-sterschap ledén de Vlamingen twee groote parlementaire nederlagen in zake de Vlaamsche amendementen aan de school-wet en aan de legerwet ; het wetsvoor-stel tôt vervlaamsching der Gentsche hoogeschool werd in de Kamerafdeelin-gen begraven. Wat meer is, aile vroegere taalwetten vervielen in onbruik, door den van hoogerhand aangemoedigden on wil der openbare ambtenaars om deze wetten na te leven. Ook werd de ver-waalsching der ministeriëele besturen onverpoosd voortgezet. Terzeltdertijd als de Vlaamsche be-weging stelselmatig. werd bestreden. knoopte de Broqueville onderhandelingen aan met de leiders der Waalsche be-vveging. Deze werden gemachtigd. « délégués auprès du gouvernement » aan te stellen en in de bedoeling der regeering moest het optreden der Waalsche supa-ratisten tôt voorwendsel dienen om de Vlaamsche beweging met meer gemak te kunnen onderdrukken. * ❖ * De Broqueville was een bruikbaar werktuig in de handen der Entente en bewerkte de intrede van het neutrale België in de afzonderingspolitiek (encerclement) van Duitschland. Deze afwij-king van de Belgische onzijdigheidspoli-tiek, waaraan de opvolgende Belgische regeeringen sedert i83o waren trouw gebleven, kwam tôt uitdrukking in de legerwet van iqi3, waarbij, onder den druk der Entente, de algemeene dienst-pliclit werd ingevoerd en ook in de zoo klaarsprekende deelneming van Frankrijk aan de Gentsche tentoonstelling van 1913. Dat de politiek van dp Broqueville ongunstig beoordeeld werd door het kiezerskorps, bewijzen de verkiezingen van 1914, die zeer ongunstig voor de katholieke partij uitvielen, Ook werd in de weken die den oorlog voorafgin-gen voorzien, dat zijn ministerschap nog slechts van korten duur zou zijn. De knoeierijen in het département van Oorlog, waarover hij het portefeuille voerde, mitsgaders zijne Vlaamsclivijan-dige houding, zotiden hem ten val bebben gebracht. Toen kwam de oorlog. Door het. ttv .Thren^-er v.in de regeerings..etel Havre, waar onze ministerraad geheel autokratisch regeert zonder rekening te houden met het volk, kon de Broqueville er het langst aanblijven van al de kabinetshoofden der oorlogsvoe-rendé staten. Nu ook heeft hij het lot gedeeld van zoovelen, onder wier ministerschap de oorlog ontketend werd. :k * * De redenen waarom de Broqueville heengaat worden in het Haversche communiqué niet breedvoerig àangegeven maar zullen ons wel eerstdaags bereiken. Voorloopig heet het dus dat het ontslag niet veroorzaakt is door meeningsver-schil ten opzichte van politieke vraag-stukken, noch op binnenlandsch, noch op buitenlandsch gebied, maar wel door verschil van inzicht ten opzichte van de wijze van regeeren. Daar kan natuurlijk iedereen uit nemen wat hij wil, maar, heusch, wij vatten het onderscheid niet. In de laatste tijd hadden wij veel gehoord van de strijd tusschen de Broqueville en Renkin, ten gevolge van de afwijkende houding van Renkin in zake de ekonomische aansluiting van België bij de Entente. De put waarin Renkin vallen moest lag geheel uitgegraven, maar hij viel de eerste niet. Ook hoorden wij van de voorgenomen bijeenkomst der in den vreemde verblij-vende Belgische Parlementariërs, welke bijeenkomst al eens verdaagd is gewor-den. Of het aftreden van de Haversche premier daarmede verband houdt, weten wij niet. Maar heel dit gedoe van de uitgeweken Kamerleden, die zoo'n heel kleine minderheid vormen (één vierde van het geheele aantal), boezemt ons maar weinig belang in. * * * De opvolger van de Broqueville is Cooreman. volksvertegenwoordiger voor Gent, Staatsminister, oud-minister van Nijverheid en Arbeid en oud-voorzitter der Kamer van Volksvertegenwoordigers. Cooreman is een Vlaming, die meer dan één blijk van genegenheid aan de Vlaamsche zaak gegeven heeft en die zich als voorzitter der Kaœer zeer sym-patiek heeft gemaakt. Zijn optreden als Kabinetshoofd op dit oogenblik beteekent' — r- m zeer zeker dat ook in Havre de akli-vistische beweging haar uitwerksel doet voelen. , Als een zegeprarj van het aktivism aanzien wij dit echter niet. Cooreman is evenals Helleputtv en Van de Vyvere een aanhanger der tweetaligheid, tegen dewelke wij onverzcenlijk optreden. Ten andere, het verleden heeft genoeg bewe-zen dat de intrede v;.n Vlaamschgezinden in den ministerraad ons nooit heeft gebaat, daar het BelAsche stelsel vijandig staat tegenover het1 laamsche volk en de goede bedoelingen v, i eenige Vlaamsch-voelende Ministers daartegen niets ver-mogen.Wil de Haversche regeering trachten door gedeeltelijke vpldoeningen aan de Vlamingen de aktiyistische beweging stil te leggen, dan zal zij het onvruchtbare van haar pogen wel bndervinden. Slechts de geheele omzettirg van het unitaire Belgisch regiem in een federalistisch, met erkenning der'1 wederzijdsche zelf-standigheid van Vlaa'ndcren en Wallonie en van de eentaligheid der beide ge-bieden, kan ons Vlamingen tevreden stellen. WILFRIED. auBixxœaar- tœjaesmpsamaiM&xit&sixsi rvucasoR Priesier Van ètt Meulenfonds. ... INSCHl-fJVIKG door do zoifjeu van het weekblad ,,De Eendvacht". J- X e LIJSi. - - (8-6-18 ut 23) K ()v<-nlracht Ir. 340.,6.5 ^ . 'S. 5S. "ÀhWerpenr i,1. JÊ* ' Naamloos. ■ i.o5 Wij willen « Vlaanderen Vlaamsch. » Turnhout. " 0.25 Moge de schanddaad van ilavre vele onzer Vlaamsche doebters opwekkcii tôt den strijd voor onsVolt:. — Werk-mansdochtcr. o.5o Vlaanderen, met hand en tand sta il recht voor U, vecht voor l" ! o.5o Wij willen Vlaanderen Vlaamsch en vrij ! 0.75 Iloud wat gij hebt, blijft wat gij waart, Vlaming! t.2? Mijn broeder werd gehaat en belasterd omdat hij zijn Vlaonderen minde. o.5o Als God mij zegent, als het kogels regent, Wil il; er bij zijn ! Vlaamsche Suident. o.5o God zij dank, daav emdelijk toch"do gulden dageraad voorons Volkopgaat, 025 Ik doe mee aan de revolutie, die alleen ons volk redden kan. Jonge Vlaming, 0.25 Nu of nooit wordt Vlaanderen gered uit zijn nood ! •. ÏSlIlIP" o.2â Uit Ret/ii : Opdat de doodzonde vergeven worde, die onze gemeente aan Armen-raden bedreven hebben, met, op ver-zoek van 'nen Waal, een protest in ' 1 te dienen tegen de zelfstandigheid van Vlaanderen: Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen. o.5o Uit Hûsselt : Vrede en Gerechtigheid hebben zich omhelsd. (Uit den Vasten-brief van onzen Vlaamschen bisschop Mgr, Rutten.) 2.5o fr. 374.70 Er wordt nommants een tvarm beroep gedaan op de offervaardigheid van aile Vlaamsche strijdgenooten tôt steun van dit fonds, dat reeds in voege is getreden en langs om meer bewijst een nood j- akelijkheid te jijn. N.-B. De gifien zijn voortaan enkel te storten op de Postchekrekening van het weekblad « De Ecr.drachi », met dringend verzoek echter er per brief of postkaart onmiddelHjk kennis vai! te geven aan hel bureel van dit blad, voor kontrool en ten einde misversiand of verwairing te voorkomen. Dé werkstaking VAN DE Recliterlijke Macht. | De meeste onzer hoven en rechtbanken • staakten hun werk. We kunnen niet voort zonder gerecht. en wat zal nu 1 de bezetteade macht doen ? Hij die ver- t plicht is de openbare diensten te blijven 1 verzekeren in het bezette gebied, zooveel < mogelijk de nationale inrichtingen, waar- i van het gerecht een der voornaamste is, ; te handhaven ? 't Is een der groote i vragen van den dag, Er zijn er die zeggen : « wel, dat is zeer eenvoudig, die heeren rechters ver-vullen hun ambt niet meer, men stelle er maar andere in hunne plaats. Zij moeten weten wat ze doen : staan zij op uit hunnen zetel, zij geven gelegen-heid aan aniiere om er zich in nêer te zetten. <> Dat is gemakkelijk gezegd, maar kan het wettiglijk bewerkstelligd worden ? Art. 100 der Belgische Grondwet zegl: « De rechters worden voor hun leven benoêmd. Geen rechter kan, tenzij door een vonnis, van zijne plaats beroofd of opgeschorst worden. De verplaatsing van eenen rechter kan slechts door eene nieuwe benoeming en met zijne toestem-ming gebeuren. » Geen enkel ander land, zelfs niet het ïoogenaamd democratische Frankrijk, heeft in zijne grondwet zoovérstrekkende bepalingen over wat men de onafzetbaarbeid der magistratuur noçmt. Daarbi) komt nog dat onze moderne wetgeving, op grondslag van de volstrekte zelfstandigheid der wetgevende, bestuurlijke en rechterlijke machten, niet aan de bestuurlijke macht toelaat tegen de magistraten in te grijpen. Misdadige of buiten-de-schreef-loopende magistraten kunnen enkel door hunne eigene rechterlijke overheden getuchtigd worden (zie de wetten van 20 April 1810 en IS Juni 1809). Wat' nu, wanneer het geval zich voor-doet van een misdrijf, niet door een enkel raadsheer of rechter gepleegd, maar 'ciom- geheel of een groot gedeelrc v«n het rechterlijk personeel '( 't Is niet in onze wetgtviug voorzien. De staking van het werk, de opschor-sing der zittingen en aldus de stremming van de geheele rechterlijke doening, is overigens ook niet voorxien. Zij is niet-temin een misdrijf. Als gepleëgd ten gevolge van beraming, is zij strafbaar volgens art. 236 van "t Strafwetboek. Overigens zij kan best vergeleken worden bij de misdrijven waarvan de tùchti-ging door art. 18 der wet van 20 April 810 of art. 212 der wet \an 18 Juni 1869 geregeld wordt : zij is zoowel eene helemmering van den rechterlijken dienst als het onregelmatig vacantie-nemen c^f het weigeren van verblijf. Het recht van zelftuchtiging aan onze magistratuur toegekend is eene uitmun-tende waarborg voor de zelfstandigheid j van het gerecht, maar voor het voor-handige geval de groote stronkelsteen : als heel het corpj dient getuchtigd, wie neemt de roede in de hand ? Maar mij dunkt dat de zaken van wat hooger dienen beschouwd te worden. Volgens de vroeger aangenomen begin-selsn, in ons oud openbaar recht wanneer het princiep van zelfstandigheid der machten nog niet gevestigd was, dan hielden de magistraten hunne macht niet uit het volk, maar uit het prinselijk gezag. De raadsheeren en rechters zaten als rechtstreeksche vertegenwoordigers van den vorst en spraken recht in zijnen naam. Men zag eens Karel de Stoute, om dit zijn recht klaar te doen uit-schijnen in eigen persoon, met de kroon op het hoofd, eene zitting van den Grooten Raad van Mechelen gaan voor-• zitten. 't Ging zoover dat men door het afsterven van den Vorst de rechtsmacht als vervallen aanzag, en dat de troon-beklitnmer de magistraten, bij zijne « blijde inkomst », in hun ambt moest herstellen. Nu integendeel komt aile macht uit het volk (art. 25 Grondwet) en de rechterlijke macht wordt door hoogeraange-haald art. 100 vast gegrondvest. Volgt daar nu uit dat er niets aan te doen is dat de bezettende macht niet handelend zou kunnen optreden tegen onze mis-drijvende magistratuur en dat deze in haar art. J00 als in eene sterke vesting Zao teruggetrokken onaantastbaar is ? O. i. neen. In het groote werk van Picard c. s. Tandectes ^Belges (v° Inamovibilité nr 14 en vlg.) wordt te recht opgemerkt dat ■ eene grondwetherziening, eene omwen-teling of iets dergelijks voor natuurlijk gevolg de opschorsing dezer inamovibilité kunnen hebben en men bemerkt er bij : « eenç uitzuivering van het personeel, hoe betreurenswaardig ook, is alsdan dikwijls noodzakelijk, gezien de onmo-gelijkheid ambtenaren in bediening te houden, die de nieuwe staatsinrichting çouden vijandig zijn » (zie ook Hello, 'Revue de législat. et de jurisprud. 1818, II p. 6). En Jeanvrot, (Revue de la réforme judiciaire, II p. 522) zegt dui-delijk : « De onafzetbaarbeid is wel te' begrijpen zoolang de regeeringsvorm dezelfde blijft maar het is natuurlijk en juist dat eene nieuwe regeering zich om-ringe van een nieuvv personeel, zoo zij vreest dat tegenstrijdige gedachten bij het oude personeel haar bestaan zou kunnen bedreigen. » — Evenzoo in geval van verovering of afstand van een grond-gebied ; 't was het geval voor Elzas-Lotharingen in 1870 en voor een gedeelte • van Limburg en Luxemburg in 1839. Tractaten hebben alsdan den toestand, jaarwedde enz. der aigezette magistraten geregeld (zie tractaat van 19 April 1839 art. 21 en C. van 4 Juni 1839 art. 4). Zelfde grondbeginsclen dienen o.i. toe-gepast op onze hedendaagsche toestanden. De staat van bezetting is wel te ver-geliîken aau deze \ar» omwerrtering "*«•'— van verovering, voor wat het 'algemeene Staatsbestuur aangaat. De bezetter heeft de verplichtingen der Ilaagsche Conventie nalevend, hier noodzakelijke wijzigingen gebracht aan de politieke inrichting van ons land, en om de rust in het bezette gebied te doen heéfschen, onlusten en omwentelingen onmogelijk te maken, moet hij kunnen rekenen op de mede-werldng van de ambtenaren van allen rang en allen aard ; hij moet ambtenaren die tegenwevkcn kunnen afzctten, zelfs deze die anders van het voorrecht der onafzetbaaiheixi genoten. Ik besluit dus : onze weerspannige magistraten zijn tuchtbaar ; de tuchtiging is feitelijk niet mogelijk — zij zouden zich wel zelf moeten tuchtigen ; — maar een ingrijpen der bezettende macht ware. zoo in internationaal als in nationaal recht, best te rechtvaardigen ; afzetting is mogelijk. Is afzetting gewenscht ? Ik denk het niet, tenminste niet onnliddelijk, liefst sluit ik mij aan bij wat Wilfried schreef in nr 18 der « Eendracht » : men geve de rechters gelegenheid zich in hunne plaatsen te bevestigen daar het onder-teekenen eener verklaring. Zij hebben reeds de verklaring geteekend door de Haagsche Conventie voorgeschreven, tee-kenen zij ook eene erkenning van den nieuwen politieken toestand van ons land en ailes is in regel. En wij voegen er den wensch bij : moge onmiddelijk ons gerecht voor Vlaanderen geheel ver-vlaamscht weze.n, ook in burgerlijke zaken ? Dr jur. M. Einde Juni eindigt, het eerste kwar-taal van dit jaar. Een aantal abonnementen moeten her-n: uwd worden en onze nog niet ge-abonneerde lezers hebben gelegenheid op ons blad in te schrijven. Wij vestigen er nogmaals de aandacht op dat aile abonnenten, zôô oude als nieuwe, het bedrag hunner insclirijving moeten storten op onze postchekrekening n" 86. Proefnummers voor het werven van nieuwe inschrijvers zenden wij op aan- ^ vraag. j E 7 r Derde Jaargang', Nr 23. t Juni 1918. Prijs : 10 ct-ntiernen. Derde jaargang-, Nr 2.3. — 8 Juni 1918.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De eendracht: weekblad voor het Vlaamsche volk behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1916 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes