De legerbode

1035 0
15 december 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 15 December. De legerbode. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/cc0tq5rw7r/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag versçhijnende Dit blad is YOOR DE SOLDÀTEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien Fransclie en tien Nederlandsche exemplaren. Hunne en onze Krijgstucht De tucht, zoowel op militair, burgerlijk of godsdienstig gebied, stell eene moreele en werkdadige kracht daar die den wil be-heerscht, en wordt stoffelijk door verorde-jiingen, wclboeken of voorschriften geregeld waaraan men zich, op straffe van kastijdirige n, dient le onderwerpen. De krijgstucht maakt in Frankrijk evenals in België de allereerste kracht uit van de legers ; zij stelt in het Duitsch règlement, de ailerlaatste kracht daar. Indien zij bij ons hare werking op den soldaal bij zij ne intrede in de kazerne begint uit te oefenen, maakt zij in Duitsehland zich reeds meestèr van het hersenbrein van het kind dat de school ver-laat. « Onze overwinningeh van iSyo », ver-klaarde Bismarck, « zijn te danken aan de Duitsche onderwijzers. » De toekomst zal ons weldra leeren of dit eene waarheid is welke eens te meer tôt eer der Duitsche pedagogen zal strekken, ofwel of de tncht gegrond op het vrij onderzoek, zooals ze in onze legers wordt toegepast, die overrijnsche kernspreuk zal bevestigen. Zoohaast de Duitsche soldant, in de kazerne komt, staat hijdis verslagen bij de geweldige oefeningen die onmiddeUijk van liem den automaat gaan maken wien de lijdelijke ge-dweeheid in den dienst evenals builen dienst als grondbeginsel wordt voorgezet : het militair onclerricht en de opleiding welke hij ontvangt, zijn volstrekt van lichçmelijken aard. tërwijl het zcdelijk gedeelte dier opleiding bestaat in het herhalen en herhalen dat hij in het leger met den kaiser en de marine het tuig is dat van Duitsehland een grooter Duitsehland (ein Deutschland ùber ailes) rrioet maken. Voorzeker is het Duitsche militair gebouw stevig opgericht, het imponeert zich aan ailes door zijn « kolossaal » samenstel ; maar ont-leent het van den Teutoonschen reus de ge-biedende kracht, hoeveel te meer ver tries ik dit meer lenige van den Gallischen athleet ! De Duitsche krijgstucht, die op de lijdelijke gehoorzaamheid en het automatisme staaft, maakt nooit beroep tôt de innerlijke gevoelens van den mensch wiens wil zij ver-nietigt ; de onze, die ook de volslagen gehoorzaamheid aan hare regels vergt. stennt op de loegestemde onderdanigheid van den wil van den ondergeschikte aan dien van den overste. Zoo de eerste tucht den soldaal onbesuisde strijdzàcht ingeeft, schenkt de tweede aan de onze den beredeneerenden rni-litairen geest. Terwijl in onze legers, de ojficier, door een uitwerksel dier tucht. d.en soldaal toespreekt, en zijn hai t tracht te winnen om gezamen-lijk naar het einddoel te streven, verwijdert ' zich de Duitsche officier met afkeer van zij ne ondergeschikten, en doet zich wegens zij ne verwaandheid, verwalenheid en aanmatiging door de zijnen halen. Zoo hij hnn het woord riche, is het met een grijnstrekkend gelaat en met de beleediging op de lippen. Is het aan dien zieletoestand niet dat men op de slagvelclen die uitdrukking van ontzet-, tingj van hardheid of van toorii dient toe te schrijven, welke men op de gelaatstrekken der Duitsche lijken leesf, ? En die vergeleken , bij de treffende kalmtc die men op het gelaat onzer dooden beslatigt, laten ons foc ten rechle te besluïten dat onze tucht de huntie evefireft. Die kleine Belgische korporaal die, alvo-rens te sterven, mij vraagt aan zijnen com mandant te zeggen dat hij zijn plicht heefl gedaan en die verzamelt wat hem aan leven nog overblijft om te roepen : « Leve de Ko-ning ! Lève België ! » geefl hij geen blijk van zielegrootheid welke de Dizitscher niet kcin bezitten, en toont hij zich niet de roem-rijkste Fransché soldaten waardig die op het veld van eere sneefden? En welke waren de gevoelens die de Duitsche soldaten bezielden, welke ik aan den Yser onbesuisd tegen de loopgraven der fusiliers-mariniers zag aansiôrmen, razende « Hurrahs ! » uitschreeuwend, verdoofd door de vervloekingen en beleedigingen der officiers die behoedzaam zich achter de dicfit-gesloten gelederen ophield.cn? En wanneer ik deze gevoelens vergelijk met die derzctfde fusiliers-mariniers die, met bajonet vooruit, hun kwamen 1 egenaanstormen met de frreten « Leve Frankrijk ! » sta ik voor een afgrond! Overigens is de Duitsche soldant over het algcmeen bang van aard ; zoo de officier, die ietwat meer dapper is, op hem zulk geen g'ezag en invloed iiitoefende, dat die vrecs in dwaze stontmoedigheid overslaat, zouden hun offensief taktiek en hunne wanordelijke aan-vallen nooit slagen. In het vuur Lan een Duitsche troep cnkcl door den aanleidenden officier van waarde zijn. Eens deze gesneuveïd, wordt het eene ràdelooze wanorde, wat ook de onderofficieren moeite doen dit te keer le gaan. Maar, bij de Belgische en Fransclie troepen, voorna-melijk bij de Fransclie, gaat het heel anders. Sneavell de aanleidenûe officier, dan scharen zij zich rondom den onmiddellij!mindere in graad, welke eigenmachtig het bevel over-neemt, en het persoonlijk initiaiief van den soldant doet het overige. De aandrift met wetke de Diiilschers aan-vallcn is enkel het vooruitrukken onder den aanstoot der ijzeren tucht, en kan geenszins de vergelijking volhouden met de onsluimig-heid der onzen, welke door vaderlandsliefde en grootsche gedachten zijn geprikkeld. Daarom dient er ook met reden gezeid dat, de zege het leger behoort, wiens moreele voorbereiding tôt den oorlog de grootsic is ! En dan ook mag ik bevestigen dat ons de zege zijn zal, en deze cle triomf zal daar-stellen van ons militair opleidingstelsel, dat den eenling eigen aard en eigen iniUatief laat, triomf op de Duitsche méthode die enkel in den mensch een werktuig ziet ! a- M. Eervolle Onderscheidingen In de Leopoldsorde : Piidders : Moxz.oiiderluit. 10; Martix. soîd.-teîegr. 2 L. D. ; Dklfosse, onrîerluil. 1 L. ; de Hai.i.t /, toeg-. g-eneesh., id. ; Dardenne, wachtm., id. : Deboek, luit., id. : Cartuyvels de Collaert, onder!.. id. ; Moreau, luit., id.; de Looz deCgrswarem,wachtm., id. ; Crocquet, kap. comm. Staf 4 L. I). ; Bogaerts, 2e kap., id. : luit., id. : Dkvj.oo. luit., 2 ; Henry, id. 3e; Dumoulin, soid. 11 ; Scouvemont, luit. 2 j. t. p.; In de orde van de Kroon : Officier: Schoofs, kap. comm. staf. \ !.. D. liidder•? : Ri;.\xts, cavai. 1 L. : Mergex, adj. id. ; Chavet, brig. id. ; Carueu, cavai. id. ; ({esters, wachtm., 2 Gr. In de orde van Léopold II : Ridders: Maalîjranck, sold. batj. karab. vielr. ; Bo.wroxxF.en HÂssel,wachtm. 2jag. te p.; Meyiu.xckx en Leelaugy. cavai. id.; Meiuexs, brig. id. ; Deroo-ver, adjud. V. P. 2 L. D. ; Ridders in het Eerelegioen : Ypermax, kap. comm, 1 L.; Berger, luit, genie, _ 3 L. D, Hebben de Fransche militaire medaaljs ontvangen : Makel en Vixçotte. serg. genie o L. D.; Colberg, korp. id. Hebben het militair eereteeken ontvangea voor moedige daden : Wauters en Cornei.is, sold. telegr. S L. F). ; Andries,' sold. 4 jag. ; Verecke, id. ; Paquay en Fobry, sold. genie 3 L. D. ; Detrait, Moriau en Walp.ix, sold.V. P.. 3 L. D. ; F axis, serg. Y. P., S L. D. ; Carpentier, korp. id.; Prévost, sold. id. Werden vermeld aan de dagorder van het leger : Deborsu, wachtm. 1 L.; Uyttebroeck, cavai. id.; Haquenxe, adjud. id. ; de Kercicove, luit. id. ; Bosquet, kap. comm. id ; Vehuaegex, onderluit. id. Een iezeel in M Ksap van tours In versclieidene streken van Frankrijk zijn er instructie-kampen ingericht. Het voornaamste dier kampen is liet kamp van Anvours, bij Mans, dat nagenoeg 7,000 jon-gelingenbevat.De heer Carton de Yuart, minister van Justi-tie, en de heer Vandenheuvel, staatsminister, hebben dit kamp onlangs bczocht. Zij woonden een défilé bij, dat, naar het scheen, opzienbaarde, en hebben deoflicieren levendig geluk gewenseht. De heer Carton de Yuart heeft eene aan-spraàlc gehouden, welke door cle jonge soldaten flink werd tocgejuicht. Ziehier den tekst : « Laat mij u zeggen, u zeggen in uwe moeder-taal. hoezeer het Belgisch Yaderland rekent op al zijne kinderen. « Gij weet wat ons geliefd Vaderîand te ver-duren heefl.. Gij weet met wat edelen moed ons land weerstand heeft geboden aan de Duitschers, die. eer en recht versinadend, zijn grondgebied hebben geschonden. « Die weerstand heeft ons de bewondering en de toejuichin^en verworven van de eerlijke liederi over heel de wereld. « Het kleine Belgisch leger, dat te nauwer nood bekend was, is heden het roemrijkste vaa allen. « Weldra zult gij opgeroepen worden om u te scharen bij uwe kameraden. « Met lien zult gij onze steden en onze dorpen heroveren : gij zult verlossing brengen aan uwe ouders, uwe broeders en znsters, die ginder ge-bleven zijn en die u verwachten met vertrouwen. « Bereidt u dien edelen plicht dapper te ver-vullen. T oont u waardig van onze voorouders, de groote Gemeentenaren, die, ook zij, hun rech-ten onverzettelijk wisten te verdedigen. Weest het Belgisch leger. weest Uw Yorst waardig. « Leve de Koning. Leve het vrije België ! » Deze kreet werd geestdriftig door duizend monden herhaald. KOELBLOEDIGHEID Yan een ooggetuige, die kleine maar ware geschiedenis : « Jlet was op "t einde van October. Een genie-peloton was op een veld te Oostkerke bezig. Opeens begint het granaatkartetsen ter plaatse te regenen. Katauriijkerwijze gaan de man-, scliappen op zij ; alleen een korporaal was te midden van het veld gebleven, willende bewijzen-dat die projectielen geenszins den arbeid orùno-gelijk maaktcn. Plotseling ontploft eene versche granaatlcartets naast hem, en eene scherl' verbrij-zelt îiet keteltje dat aan zijn zijde hing. Alsdan. zonder eenig blijk Van ontroëringte geveu. haalct hij h I keteltje af en komt op zijne honderdste gemakken tôt bij zijne gezellèn nàder, zeggend : « Donder en bliksern ! Eu het was at zoo klein!» IL) December .1914, lNummer 43

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes