De legerbode

1056 0
29 oktober 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 29 Oktober. De legerbode. Geraadpleegd op 26 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/4q7qn60264/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Nurnmer 623 29 October 1P1H DE LEGERBODE den Dinsdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BELGISGHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. Plechtige Intrede te Brugg? van Koning Albert, van Koningin Elisabeth en van Prins Leopold aan het hoofd der Beîgisc'ne troepen (Van een ooggetuige.) Belgisch front, 26 October 1918. In zijn î'èkond gedicht over Brugge en zijn Belfort, sclu-ijft Longfellow ; la the Market place of Bruges Stands the Beli'ry old and brown. Thrice consumea and thrice rebuilded, Still it watches over the town. Vrijdag, was dit belfort, en de Grooie Markt en gansch de slad gloriex-ijk bevlagd, want Koning Albert, Koningin Elisabeth en Prins Leopold deden hunne plechtige intrede aan het hoofd der Belgische troepen. Eene overgroote menigte vulde de straten. Boven de stad spëelt de beroemde beiaard Viaamsche volksliederen van Peter Benoit en de nationale liederen. De grooie ldok luidt zoo liard zij kan, de overwinning zingend, waardoor West-Vlaanderen aaa 't vijandelijk juk werd onttrokken. Van af de intrede in de stad en op gansch den doortockt, worden de vorsten op dolle toejui-chingen onthaald. De Koning, de Koningin en prins Leopold zijn aile drie te paard en rijden een sehitterenden staf vooraf, samengesteid uit. den Franschen generaal Dégoutté ; generaal Gillain, hoofd van den algemeenen staf van't Belgisch leger; generaal Delobbe, onder-oversle van den algemeenen staf ; den Engelschen generaal Cavendish ; den luitenant-generaal Jungbluth, hoofd van Konings militair huis ; de admiraals Keyes en Ronare'li ; graaf Athlone, schoonbroeder van den koning van Engeland en hoofd van de Britsche zending bij het Belgisch A.H.K.; generaal Rou-querol, liool'd der Fransche zending ; een indruk-wekkende groep officieren der verbondene legers. Op de Groote Markt worden de vorsten op ©nvergetelijke manier gekuldigd, in het sckoonsfc denkbaar historisch kader. Diepe ontroering doet aile harten kloppen. Het nieerendeel der toeseliouwers hebben de oogen vol tranen. Wanneer de Koning voor het standbeeld van Breydel en De Coninck komt, groet hij met breed gebaar de helden van de legendariscke oorlogen van Vlaanderen tegen vreemde verdrukkers. Dan blijft de vorst stilstaan voor het defîleeren der infanterie en kavalerietroepen. De menigte juicht onze soldaten eindeloos toe. En wanneer de vlaggen en vaandels der regi-menten, die zooveel glorie oogstten in hunne epische gevechten voor de verdediging van den Yser en van het laatste stukje Belgischen grond, en tijdens het laatste gedenkwaardig offensief, voorbijtrekken, worden de toejuichingen onbe-schrijl'elijk. Gansch bet volk voelt diep, op dit uur, al die symbolische waarde van onze nationale kleuren, die vrij en fier wuppez'cn op -dezeu grootschea dag. * * * Na de wapenscliouwing, stijgt de Koninklijke familie van de paarden al', voor het perron van het provinciaal gouvernement, waar zij opnieuw het voorwerp is van eene geestdriftige ontvangst van wege de daar vergaderde overheid : De bis-schop van Brugge, de gouverneur van West-Vlaanderen, de senators en kamerleden, de be-stendige deputatie der provincie, de arrondis-sementskommissaris, de voorzitters der ti'ibuna-len van eersten aauleg en van de handelsrecht-hank. de prokureur des Konings en ket parket van Brugge, de burgemeester en het gemeente-bestuur, de advokaten, notarissen, leeraars bij 't atkeneum, enz. In de groote wachtzaal, groet de gouverneur der provincie, de heer Janssens de Bisthoven, in roerende bewoordingen den Koning, ridder zon-der vrees nock blaam, de Koningin, moeder van al de soldalen en van de Belgen onder ket vreemd ■juk gebleven, den kertog van Brabant, hoop der jiatie. De eerbiedwaardige burgemeester, de heer Visart de Bocarmé, zegt op zijne beurl hoe geluk-ki'* de Bruggelingen zich voelen, eindelijk ver-lost te zijn van de zware verdrukking en van hunne geliefde Vorsten terug te zien in deze gedenkwaardige urea. De Koning antwoordt met eenige korte zinnen. Hij herinnert dat Brugge vier jaren lang met dapperheid ket juk der dwingelandij verduurde : « Gij hebt bewezen », zegde hij om te eindigen, «dat een volk, dat de vrijheid als ket koogste goed aanziet en bereid staat ket te verdedigen met de wapens in de kand, niet kan worden onder 't juk gebrackt. Bruggelingen, ilc dank u. Gij hebt u uwer voorouders waardig getoond. » Deze drie redevoeringen, uitgesproken in het Vlaamsck, werden weer op geestdriftige toejui-cliingen ontkaald. Na enkele voorstellingen, verliet de koninklijke familie en kaar schitterend gevolg de stad, midden de trillende huldiging van eene bevol-king, die, lang nog daarna, hare vreugde bleef nitdrukken, van, met de bevrijding, eenen der-gelijken dag van glorie en van oneindige groot-lieid te hebben gekend. De Celgische Gverwiiming Telegram van S. Z. H. Prins Alexander van Servie tôt Z. M. don Koning der Belgen Ile ben zeer gelukkig u, in antwoord op uwe bartelijke gelukwenscken ter gelegenkeid der intrede mijner troepen te Nich, al de bewonde-ring uit te drukken welke ilc en mijn leger gevoelen voor de Belgiscke soldaten die, door Uwe Majesteit aangevoerd, kunne pracktige wapenfeiten voort vemchten, waarbij zij aan 's vij&nds onderdrukking het eene deel na 't an-dere van den bodem van ket geliefd Belgenland losrukken. Alexander. Telogram van Maarschalk Jofee aan Z. M. den Koning der Belgen Ik verzoek Uwe Majesteit voor haar en voor al de verbonden onder zijn opperbevel geplaatste troepen mijne zeer innige gelukwenscken te willen aanvaarden en de kulde mijner diepe bewondering voor den sehitterenden bijval die heden de aanstaande en beslissende bevrijding van België verzekert. Maarsckalk Joffre. De Gsest&rîît te Brussel Het nieuws van de vordering onzer troepen en van de aanstaande neerlaag der Duitsche legers heeft eene onbeschrijfelijke geestdrift doen ontstaan, des te meer daar de Duitsche overkeid zelf ket burgerlijk gezag keeft overgelaten aan onze landgenooten. Zoo groot is de blijdschap dat zij eene soort openbare betooging wordt. De straten hebben het ui tzicht der groote feestdagen en, door vreugde vervoerd, gaan sommige onzer landgenooten tôt het trotseeren van den vijand. Hevige gebeurtenissen grepen plaats in derge-lijke omstandighedeu, bij zooverre, datuitzekere bron wordt gemeld, dat de Duitschgezinde bla-den « den Brusselaars kalmte en wijsheid aanra-den, ten einde moeilijkkeden te voorkQmen, wegens dewelke de aankitsers zouden te lijden krijgen ». Brussel beleeft nu de laatste dagen der slaver-nij, maar met het vooruitzicht van den dageraad der bevrijding. Op dit uur van verrukking, ver-geet de bevolking de geledene ellende en on-rechtvaardigheid, en de bedrevene misdaden. Eese îfUÉlis dsr Bsndgenoo^n m Koning Albert In Frankrijk, schrijft men ons, is een gelukkig initiatief in wording. Men wil aan den Koning eene zilveren medalie aanbieden, als blijk van de bewondering en de erkentenis der bondge-nooten.De medalie (drie exemplaren : zilver verguld, lcoper, brous) zal aan Koning Albert worden overhandigd door den Franschen senator Réveil-land. Dit kunstvoorwerp is het werk van den talentvollen medaillist Prudhomme. Op den eenen kant het portret des Konings, op de keer-zijde eenen leeuw in eene praclitige houding van weerstand en van gevecht, die eenen poot houdt op eenen schicht die tegen hem was gericht. Erbo-ven het jaartal 1914 en er onder een lauwertak met de kenspreuk Virtus piolentiœ cictrix (moed ' overwint geweid). 0@ Vierde Veî'jaring vao den Slag op den Yser» Eene groote menigte, vooral samengesteid uiD militairen, vierde Zaterdag de 4e verjaring van den Slag op den Yser, onder het voorzitterscbap van den heer Carton de Wiart, minister van Rechtswezen, die aanzijnzijde generaal Deruetto'1 had en luitenant Habran, de voordrachtgever. Na te hebben herinnerd dat te Havre het ge-dacht ontstond van de verkeerlijking van ons schoonste wapenfeit, zegde de minister vau' Rechtswezen : « Twee oorlogsdata zullen op het Belgisch jaarboek geschreven blijven; de 4 Oogst 1914, die de misdaad van Duitschland merkt, eu voor ket algemeen geweten het vraagstuk van ket bestaan der kleine staten stelde, en de slag op den Yser, waarvan men zeggen mag dat hij het prachtigste epos van den oorlog is. De slag op den Yser is gelij k de zuster van den slag op de Marne ; want indien de eene Parijs redde, redde de andere Kales en beiden droegen bij tôt de beslissende Duitsche neerlaag op het Westerfront. De heer Carton de Wiart spreekt over de schoone proklamatie des Konings aan zijne troepen, vôôr den slag op den Yser. Min dan eene maand geleden, den 27 September, liet de mannelijke en trouwe stem van den Vorst zich opnieuw kooren, na 4 jaren. En ons leger, dat slechts dit sein afwachtte, sprong den dood, dent roem en vooral het vaderland te gemoet. Daarna sprak de keer Carton de Wiart, in gloedvolle woordeu, over de ziel van Vlaanderen en het heilig land dat werd heroverd. Hij bracht eene oprechte hulde aan allen, militairen en burgers, die hunnen plicht volbrachten en die heden trillen van de vreugde en van de geestdrift des triomfs. Luitenant Habran deed uitschijnen wat ver-schuldigd is aan dezen die deelnamen aan dezen reuzenstrijd. « Het kenmerk ervan, » zegde kij, « is dat kij vooral Belgiseh is, zoowel door de troepen als door den bodem, waar hij plaats greep. » Daarna sclietste hij de strijdende legers af ; de roemrijkste en treffendste gebeurtenis aanhalend, die zich te Dixmuide voordeed, waar de heldenmoed zijne hoogste grenzen bereikte. Nret alleen waren de soldaten van den Yser de verdedigers der vrijheid ; zij waren vooral de dienaars van het menschdom. Omte eindigen bracht de voordrachtgever kulde aaa de gesneu-velden.De plechtigheid werd gesloten door eene cine-mavertooning, die de roemvolle inspanning van onze soldaten op bewonderenswaardige wijze deed uitkomen en sckilderacktige gebeurtenissen toonde, bij dewelke de Koning en de koninklijke familie gemengd waren. De harmonie der Iuvalieden, onder leiding van den heer Tancré, gaf aan deze vergadering eea karakter van va-derlaadsliefde en kunst. De Pholografische Tentoonstelling De herdenking van den slag op den Yser von cl hare bijzonderste uitdrukking in de tentoonstelling van de fotografiën van het leger, welke Zondag om!5u. werd geopend in ket stadhuis van Havre. Al de ministers en staatministers, te Sainte-Adresse tegenwoordig, waren aanwezig. In de zaal bemerkte men, midden een sckitterend pu-bliek, de luitenant-generaals Clooten en Lechat, generaal-majoor Stassin, den majoor van den, staf Hainaut, van het Kabinet van den minister van Oorlog, den majoor Lechat, den heer Melot, gevolmaclitigd gezant, de vice-admiraal Didelot, gouverneur van Havre, de heeren Benoist, onder-prefekt, Morgand, maire, Jennequin, eersten adjunkt, Talion, bijzonderen kommissai-is der Republiek bij de Belgiscke regeering, Brindeau, senator, Ancel, volksvertegenwoordiger, enz. Generaal Deruette, die de minister van Oorlog vertegenwoordigt thaus op 't front verblijvend, heeft de tentoonstelling ingehuldigd door eene korte toespraak. Na ket gemeentebestuur van Havre te hebben bedankt, omdat bet de Raa<lzaal zoo vriendelijk ter beschikking der inrichters heeft gesteld, bracht hij hulde aan de overheidi die de plechtigheid door hare tegenwoordigheid heelt opgeluisteid.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes