De legerbode

1591 0
21 september 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 21 September. De legerbode. Geraadpleegd op 28 september 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/513tt4g868/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE LEGERBODE den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verscliijnende / Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftlen Fransclie en Nederlandsche exemplaren. De Slag aan de Marne { vervuog.j De Engelsche rukken vooruit Hij had vôôr de Engelschen en Esperey eene Jterke cavalerie gelaten, door eene machtige artillerie en infanterie-elementen gesteund. — iioperuie aldus het terugtrekken van zijne 80,000 man naar het Noorden te maskeeren. Generaal ■von Marwitz moest French eu het 5° leger in be-dwang houden, gedurende den tijd dieernoodig zou zijn opdat von Kluck, nadat Maunoury zou zijn verslagen, zijn vroeger pian weer hervatten kon. De Engelschen, die van af het vroegste uur den 6cn reeds door nog zeer sterke machten hevig wàren aangevallen, hadden, men weet waar-om, spoedig het Duitsch optreden zien verzwak-ken. Maar zoo wij weten waarom, zij wisten dit niet en konden een valstrik vermoeden. Zij ruk-ten dus slechts traagzaatn vooruit, wat aan het 48 Duitsehe korps, dat naar het Noorden was teruggeroepen, toeliet zonder verontrust te wor-den den Petit-Morin over te trekken. Maar onze bondgenooten,-die stoutmoediger werden, haast-ten zich meer den 7en en den 8cn ; vliegeniers hadden gemeld dat er sterke kolonnen terug naar het Noorden getrokken waren. French doet deze kolonnen onder kanonvuur neruen, doet zijne drie korpsen vooruit rukken, breekt zich een doortocht langs den Petit-Morin, doet de beweging van zijne troepen verhaasten, zit met zijne cavalerie het korps van von Marwitz op de hielen. bereikt de Marne waar de Duitschers zictli hier en daar nog aan vast hechten en rukt de rivier over ; maar een gedeelte van de brug-gen was vernield ; hardnekkig, ondanks het Duitsehe bombardement, leggen de Engelsche pontonniers er nieuwe aan ; desniettemin werd de beweging vertraagd. Marwitz m<?et echter inzien dat het niet mogelijk zal zijn 24 uren langer tôt dekking te dienen aan het leger van Klûck, dat van het Zuiden naar het Noorden, op zijn nieuwe linkerflank, staat opgesteld. Overai wijkt de Duitsehe cavalei'ie meer en meer. Esperey op Montmirail Maar Esperey baart nog meer onrust. Den 6n, bij het aanbreken van den dag, is hij eijne offensieve beweging in de algemeene rich-ting van Montmirail begonnen. Hij stuit op heel den linkervleugel van Kluck, vast besloten er door heen te breken. En van af de linie der hoog-ten, waarvan Montmirail slechts een punt uit-maakt, beheerscht de vijandelijke artillerie de troepen van het 5e leger. De Duitsehe troepen van het 10' korps zakken van hunne hooge stel-liug op de beboschte streek van Gault af, hopend als eene wig tusschen de o° en 9= levers te drin-gen, terwijl op den linkerkant van Esperey, ons eerste korps tegen gehouden wordt vôôr Chatil-lon-sur-Morin, door den weerstand van den vijand ; maar wij gelukken er in dezen weerstand te ontwijken, neraen Esternay in en houden te Gault de Duitsehe vorderingen tegen. Toch scheén den strijd den 7n zeer hard te zul-len worden. Groot was de verrassing zoo den vijand, reeds des morgens, te zien wijken. Het kwam door dat von Kluck zijne troepenmachten terug riep en bleef terug roepen en door dat de rechtervleugel van het leger van Bùlow, dat door dit wijken zelf ongedekt werd, zelf ook ver-plicht werd eene wijkende beweging uit te voeren. Inderdaad, Esperey bleef niet zonderweerstand te ontmoeten. Nog meer dan vôôr de Engelschen wierpen de Duitsehe geueraals.vôôr het 5e leger, troepen die zij voldoende achtten om het in be-dwang te houden, terwijl men Maunoury zou forceeren. Esperey is de man niet om zich te laten vrees aanjagen. Hij wil Montmirail—het moge dan ook zoo krachtig verdedigd wezen als menzegge— en hij zal Montmirail en heel de hoogtenlinie be-Bitten.Terwijl hij, om Foch te helpen, die zooals wij smllen zien op dit oogenblik hevig aangevallen •wordt, zijn lu0 korps op den rechterkant doet aan Iringen, storten liet 13°, het 18een het i« korps zich vooruit. Na ecai zeer iievi^en strijd maakt generaal Hache, commandant van het 3e korps, zich den 8" van Montmirail meester, over 7,000 Duitsehe lijken, terwijl het 1* korps de hoog-vlakte van Vauchamps beklimt. En het korps Maud'huy, het 18', rukt reeds op naar den linkerkant, naar de hoogvlakte van Brie, bereikt te Château-Thierry de Marne, waar het 3® te Montigny over trekt. De wanhopige poging van von Klûck Zoo wordt den 8n 's avonds Kliick, die hardnekkig Maunoury blijft aanvallen,ernstig op zijn linkerflank bedreigd. De nijptang sluit zich op hem, zoo hij binnen de 24 uur den arm Maunoury niet gebroken heeft. Hij spant al zijne krachten in. Die dag, de 9*, zal warm zijn voor het 0e leger. Klûck tracht het langs het Noorden te over-vleugelen langs Nanteuil-le-Hardouiu, het in het Zuiden in te beuken langs Etrepilly. Von Betz stort het 4° Duitsehe korps op Nanteuil en zijn aanloop is zoo hevig dat de troepen van ons 4e korps wijken. Nanteuil wordt ons ontnomen, maar de linie houdt overal stand. Gaan wij omsingeld worden en zal von Kluck op het einde toch gelukken? Maunoury stuurt aan generaal Boelle het bevel vooruit te rukken en « zich desnoods ter plaats te doen dooden». Deze heeft het bevel niet afgewacht om zijn korps te hervormen en den vijand het hoofd te bieden ; hij rukt vooruit. Maar Klûck is reeds in aftocht. De overwinning van Nanteuil scheen hem niet voldoende om zich te redden. En de berichten van Marwitz werden dringender : Hij kon niet langer weerstand bieden aan de samengaande aanvallen van Engelschen en Franschen. Vôôr er korten tijd verliep zou Kluck, als hij hardnekkig bleef volhouden, met eene ware rainp bedreigd worden. Het hart beklemd, zoo zegt een Duitsch relaas, gai' generaal von Kluck het sein tôt den algeiuee-nen aftocht. En enkele uren later begonnen de Duitsehe kolonnen den aftocht, zoowel door de dapperheid der Fransche soldaten overwonnen als door de bekwaamheid dezer aanvoerders. Daar waar de vijand weerstand bood was het tôt eigen schade ; zoo werd te Acy-en-Multien bijna geheel het regiment van Magdeburg ver-nietigd door de troepen van de divisie Mangin. Maunoury, die het slagveld had gezuiverd, zat den vijand reeds op de hielen ; hij trok langs beide oevers de Ourcq op en ging het wijkend leger van von Klûck tôt in de omstreken van Soissons dringen. De slag aan de Ourcq was gewonnen. Foch tegen de Garde Maar Foch ook won zijn slag. Op zijn front had de zuigende werking, ver-oorzaakt door de maneuver van Kluck die zijne troepen terug bracht tegen Maunoury, zich niet kunnen doen gevoelen zooals op de fronten French en Esperey. Integendeel, het 9" leger zou eene poging tôt indrukking doorstaan die des te heviger zou zijn daar de Duitschers, die onzen rechterkant niet konden omtrekken, des te meer belang hadden om ons midden in te drukken. Den 6e",'s morgens, bezette het leger van Foch (42e divisie, de divisie van Marokko, het 98 eii het 11e korps) de linie Villeneuve-lez-Charleville- VrijwilligQ Bienstneming'eii Hierna de tekst van het ministerieel besluit in datum van 8 Septeinber en verschenen in den Moniteur. De Minister van oorlog, Gezien artikel 28 van het besluit-wet van 21 Juli 1916 ; Besluit : Artikel één. Axtikel 8 van het ministerieel besluit van 14 Augustus 1916, genomen in uit-voering van voormeld besluit-wet, wordt aange-vuld als volgt : De Belgen geboren na den 31 December 1886, ongeschikt tôt de gewapende diensten, maar geschikt voor het vervoerkorps, mogen insge-lijks eene dienstneming onderteekenen met het oog op het vervullen der bedieningen van chauffeur of motorwielrijder, indien zij de vereischte voorwaarden van vakkundige geschiktheid ver-©enigen, Sommesous. De 42e en de divisie van Marokkç moesten in de richting van Vauchamps aanvallen, in verbinding met het o' leger. Het 9° korps, wiens voorhoeden zich ten Noorden van de moerassen van Saint-Gond bevonden, moest zich gereed houden om op Ghàmpaubert door te breken en het 11e korps zou plaats nernen op de linie Morin-le-Petit-Lenharée. Maar het 9" korps, dat zeer hevig aangevallen werd, moest integendeel dien 6cn zijn voorposten naar het Zuiden terugtrekken ; de garde bezette onmiddellijk de moerassen die in het regen-achtige seizoen eene uitgestrekte laagte van tweo of drie mijleu breedte vormen ; maar na dien warmen zomer was het slechts eene uitgestrekte grauwe vlakte vol boschjes riet. Het 10e korps gelukte er in zich meester te maken van Saint-Prix en bereikte alzoo de linie hoogten in het Zuiden, en het 12» korps scheen ons 11e korps, aan onze rechterzijde te willen indrukken. De Duitsehe inspanning scheen den 7cn te willen verdubbelen op onzen linkerkant, waar de 42e divisie en die van Marokko met moeite hun stellingen verdedigden. Generaal Foch, die met onverstoorbare kalmte deze poging tôt inbeuken het hoofd biedt, geeft aan allen bevel met meèr kracht dan ooit weerstand te bieden. Maar de meest verschrikkelijke dag is echter de 8*. De 42® divisie gelukt er wel in, met behulp van de rechterzijde van Esperey, Saint-Prix te hernemen, maar slechts het 9° korps kan zijne stellingen behouden en het 11e moet wijken. Generaal Foch verplaatst meer naar het Zuiden, naar Plancy zijn commandopost. De toestand schijnt hachelijk : De vijand heeft het er op gemunt zich meester te maken van de hoogten die, ten Zuiden van de moerassen, het dal van den Petit-Morin van de Aube-vlakte scheiden. Wij mogen hem niet tôt daar laten komen. Daarom wordt de strijd die rondom Saint-Prix woedt zoo hardnekkig evenals rondom het kasteel van Mondemont,. De Duitschers zetten hun vorderingen nog voort : Fère-Cham-penoise wordt door de troepen van de garda ingenomen. Dit feit kan echter generaal Foch geen oogenblik ontraoedigen Hij vaardigt zijn beroerod bevel uit van den 9,n : « De toestand is uitstekend; ik gee' opnieuw bevel het olïensief te nemen. » "Want hij heeft eene spleet in de Duitsehe linie ontdekt. Bulow heeft, om met Kluek verbonden te blijven, aan zijn rechtervleugel eene wijkende beweging doen uitvoeren die door heel zijn leger werd gevolgd. Tusschen hem en Hausen, tegen-ovei Foch, is er eene gaping ontstaan waar de commandant van het 9° leger hoopt eene wig in te drijven. En op het oogenblik dat de Duischer hoopt de zijne te hebben ingedreven, denkt Foch er niet slechts aan zijne linie te hernemen, maar ook de vijandelijke linie uiteen te slagen. Onze linie is inderdaad hersteld ; de 42' divisie, die zich op Fère-Champenoise stort, herneemt het ; Mondement, dat hardnekkig betwist wordt, wordt opnieuw door generaal Humbert, bevel-hebber van de divisie van Marokko, bezet, dank aan den strijdlust van de troepen van generaal Lestoquoi, en de hoogte is nauwelijks hernomen of men stort zich in de vlakte om den wijkendea vijand achterna te zetten. Deze blijft niet in die vlakte steken, zooals dat door de legende wordt verhaald ; maar hij is er bloot gesteld aan het vuur van onze artillerie die men terug op de veroverde hoogten heeft opgesteld. Acht duizend zijner soldaten, zegt men, zijn daar gevallen, terwijl de overlevenden haastig naar de Marne terug trokken. Die aftocht werd nog noodlotliger door hunne ver-stomping ; den vorigen dag hadden deze over-winnaars van korten duur hunne zegepraal met den beker in de hand gevierd, en daar bemerkte men nu de sporen van ; duizende ledige flesschen lagen nog op het slagveld, Van aile kanten rukken onze troepen vooruit ; hier en daar snappen zij groepjes dronkaards, als slachtoffers van hun overdaad aan Champagne, een droom van gansch hun Uven die helaas in nachtmerrie èindigen moest. Met één aanloop bezet de reehterzijde vira Esperey Vauchamps, Baye, Champaubert ; het leger van Foch bereikt de linie Vertus-Vatry heeft nog slechts vluchteli»gen vôôr zich. ( Wordt çoortgezet.) 21 September 1910 Nummer 320

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes