De legerbode

923 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 15 Juni. De legerbode. Geraadpleegd op 28 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/fx73t9dx6n/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE LEGERBODE * den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschsjnende Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN beslemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. Roemrijke Bladzijden Aau den Yser TE DIXMUIDE /TT .7 . v ( vwvoigj De rustpoos welke onze dapperen mochten Jenieten zal van korten duur zijn. Gebruik Inakende van den somberen nacht, hebben de Duitschers versehe troepen samengetrokken voor den sector ten Noorden van het bruggenhoofd, en plots, een weinig na middernacht, grijpen dichte vijandelijke massas de loopgraven in de nabijheid van den weg naar Keyem aan. Eene krachtige scliijnbeweging tegen de meer ten Oosten gelegen stellingen ondersteunt dezen aanval, welke als eene stormram op 0112e Unies komt beuken. Hij was op liet punt te gelukken. Ondanks een prachtigen weerstand, bezwijken de twee compagnieën marine-fusiliers, welke de loopgraven ten Westen van den weg bezetten, onder de overmacht, en de vijand rukt de stelling bin-men op dezelfde plaats waar zijn eersten aanval, op 20 October, ons voor een oogenblik in zoo'n kachelijken toestand braeht. M aar vlak aan den rechterkant van den weg naar Keyem, heeft het peloton van luilenant Verhanime (van de 3/ii van het 11e Unie) nochtans stand gehouden. De dappere officier kent het lot dat hem wacht, maar hij aarzelt niet : Hij heeft bevel gekregen tôt den dood te weerstaan; hij zal gehoorzamen. Maar langs den linkerkant omtrokken en in het front met de baionet aatsgevallen, is het peloton ■weldra geheel door vijanden omsingeld, terwijl wild gchuil van dronken woestelingen nog boven het gewecrgeknetter uitklinkt. In den donkeren nacht volgt een kort gevecbt van man tegen raan en loopt uit op de slachting van een deel der niauschappen van het lieldhaftige peloton, wa a r-van de overlevenden worden gevangen genomen. Maar het ofler dezer dapperen zal niet vruch-teloos zijn geweest. Op hunnen rechterkant zijn de andere compagnieën van het 11* door het-zelfde lot bedreigd, in goede order kunnen terug trekken onder de krachtige leiding van hunne aanvoerders. Anderzijds is de reserve van den sector, aangevoerd door den dapperen commandant Borms, aanstonds ter hulp gesneld en zoo gelukken de onzen er in den vijand in bedwang tehouden. Weldra zullen 00k nog twee andere compagnieën van het 11e en ééne compagnie marine-fusiliers opdagen, door kolonel Sults van uit Dixmuide gezonden. Met eene helsche strijd-lust bezeten, stormt geheel onze linie dan weer opnieuw ten aanval, zij rijgt de Duitschers aan de bajonet, maakt talrijke gevangenen, en nog v66r 3 uur 's inorgens zijn de verlaten loopgraven weer in onze macht. Ondertusschen heeft admiraal Ronarch, door een onnauwkeurig bericht er toe gebracht aan dit feit meer belang te geven dan het inderdaad verdiende, alarm doen slaan in zijne brigade, heeft kolonel Meiser bevolen zijife eigen reserven gereed te houden en, zonder een oogenblik te ■vvachten, heeft hij in aile haast twee compagnieën mariniers in stormpas op Dixmuide af-gezonden. Kolonel Sults, gerust gesteld over den toestand in den noordelijken sector, zend ze, zonder hun een oogenblik tijd te gunnen, naar den zuidoostelijken sector waar de jagers insge-hjks werden aangevallen, zonder echter te wijken. Om half 4 trekt de vijand, eens te meer afgeslagen, terug. Slechts enkele schoten klinken nog hier en daar door het holle van den nacht. Het is nochtans een ernstig alarm geweest. h-olonel Meiser begrijpt hoe noodzakelïjk het is 200 dikyijls mogelijk de eenheden afte lossen welke zich in de loopgraven der eerste linie be-vinden; want des nachts, bezwijkende onder de Vermoeienis, zijn zij aan aile verrassingen bloot-gesteld, welke voor den vijand zooveel te gemak-feelijker te beproeven zijn daar geene enkele ernstige hindernis onze stellingen langs dezen kant beschermt, Juist den 21", 's avonds, werden twee bataljons Tan Ie linie-regiment (5e Belgische legerdi-Vlsie) tôt de besehikking van kolonel Meiser eesteld. Hij geeft hun bevelbjj hetdagaanbreken de twee bataljons van het 11e te gaan vervangen ; slechts de compagnieën van dit regiment zullen in reserve te Dixmuide blijven. De twee bataljons jagers zullen op dczellde plaats blijven. Om 8 uur 's morgens is de toestand heelemaal geruststellend ; onze artillerie beschiet kraehtig de Duitschers, die men bezig ziet met op verscliei-den plaatsen aardewerken aan te leggen, steeds onder de bescherming van het bombardement, dat met het aanbreken van den dag natuurlijk herbegonnen is. Maar men wordt er zoo goed aan gewoon dat men zelfs verwonderd is als het soms minder luidruchtig toegaat dan de vorige dagen. Van uit hunne loopgraven, die dezen dag weinig te lijden hebben, tcÙeu onzeiuanschappen de vijandelijke lijken die bij honderden over het terrein gezaaid liggen ; anderen gaan de geweren, de helmen, de patroontasschen, de trommels opra-pen welke den grond bedekken. Dokter Van der Gliinst heeft, op ongeveer 400 meters ten Zuid-Oosten van het kerkhof, een belangrijken buit ondekt. Hij had zich moedig buiten de linieën gewaagd om eenige gewonden, zoowel vrienden als vijanden, te gaan oprapen, wanneer liij ach-ter eene strooimijt twee verlaten Duitsche ma-chinegeweren en talrijke kisten patronen ontflekt; eene patrouille Belgen en Fransche mariniers gaat ze halen onder het geweervuur, en brengt ze triomfantelijk naar onze loopgraven, onder het gejuich van onze dapperen. De uren gaan voorbij zonder dat de vijand een nieuwen aanval waagt. Inhetbegiu van den nainid-dag deelt men aan de manschappen een dagorder van admiraal Ronach mede. Het is het bericht : ten eerste dat de Russen eene groote overwin-ninsr op de Weichsel hebben behaald; dan, dat de Britselie troepen, in de nabijheid van het woud van Houthulst, in een belangrijk gevecht gewiklteld zijn met drie Duitsche legerkorpsen. 4 Om deze troepen ter hulp te komen » zegde de admiraal « en de overwinning te verzekeren, is het noodig dat de Yzerlinie ongeschonden blijve, en bijzonderlijk het bruggenhoofd Dixmuide. Het is dus noodzakelijk met aile krach-ten de loopgraven te behouden, niettegenstaande de wanliopige en herhaalde pogingen van den vijand. « De admiraal rekent er op dat de Belgische troepen en de marine-fusiliers, kost wat kost in hunne loopgraven zullen stand houden, enze, ten allenprijze, zullen hernemen zoo eene verrassing hen verplichtte tijdelijk te wijken. » De lezing van deze dagorder, waarin eenen nieuwen oproep tôt hun weerstandsvermogen wordt gedaan, vermeerdert slechts de geestdrift van allen. Men roept : « Leve de Admiraal », en luid door de handen schreeuwend, huilen Belgen en marine-fusiliers naar den gehaten vijand : « Weg met de Mofien! Moordenaars ! Dinant! Leuven ! Dendermonde ! » Tegen het einde vaD den namiddag gaat het 3e bataljon van het 12e linie-regiment dat van het 11e te Dixmuide vervangen; door kolonel Meiser worden de noodige bevelen gegeven opdat in geval van nood de reserven in goede orde en op het geschikte oogenblik zouden kunnen tusschen-komen. En daarop valt de nacht, van tijd tôt tijd De Vernielinigswaanzin De Duitsche moordenaars na, tôt hier toe, opene steden gebombardeerd, neutrale schepea in den grond geboord, onschuldige mannen, vrou-wen eu kinderen vermoord te hebben, zijn, zou men zeggen, door zulken vernielingswaanzin aangetast, dat zij hun eigen goed niet sparen : Den 5 Juni jougstleden wierp een zeppelin vijf bommen op het Nederlandsch stoomschip Prin-ses Juliana, dat zestig Duitsche vrouwen en kinderen aan boord aan. Vier bommen ontploften, waarvan eene op min van 10 meters van het schip, zonder schade aan te richten. Vermoedelijk jaloersch over dit flink bedrijf, heeft eene Duitsche duikboot op de Noordzee, enkele dagen later, den Dnitschen steamer Erna-Boldt getorpedeerd, waarvan de bemanning te Harwich ontscheepte. Quos cuit Jupiter perdere dementat... (Deze welke Jupiter wilt ten onder brengen, inaakt hij eerst waanzinnis.) slechts door het kanonvuur onderbroken. Den geheelen dagheeft dit meer ten Noorden gewoed; met weet dat de vijand zijne hardnekkige pogingen op den Yser richt, tusschen Nieuwpoort eu Dixmuide. Daarin ligt misschien de verklaring waarom hij hier zoo weinig van zich hooren laat. Om 11 uur 's avonds echter, zal hij een nieuwen aanval doen, evenals de vorigen tegen den noor* delijken en den zuidoostelijken sector gericht. Maar dit maal is men op zijne hoede, en een geweldig vuur,dat tôt 3 uur s morgens voort-duurt, houdt aile aanvallen glad tegen. Mariniers. voetvolk van het l"e linie en van het 2e jagers, wijken geen voetbreed Geene reserve is moeten tusschenkomen. Ook heeft, in waarheid, de vijan<i verscheidene malen slechts zwakje» aangevallen ; de jongste formaties we}.ke men hier naar de slachting stuurt moeten eenigsiin» vermoeid en ontmoecligd zijn. *** In den vroegen ochtend van den 23", wordt het 2e bataljon jagers in de loopgraven aan den Yser vervangen door het 2" batàijon van het 12e in reserve te Dixmuide. Om 11 uur vervangt kolonel Berger, van het îst* linie, kolonel Sults in het bevel over den oostelijken oever van den Yser. De vijand gaat voort met zijne bedrijvig* heid slechts te toonen door eene beschieting van ongelijke hevigheicl en door werken welke men zijne sapeurs en voetvolk kan zien uitvoeren. Tegen den middag storten wel hagelbuien bri-saut-granaten en granaatkartetsen op de loopgraven. in de richting van het Zuid-Oosten,welke insg^lijks aan een vinnig en langdurig vuur van machine-geweren en geweren zijn blootgesteld. Maar het is slechts eene scliijnbeweging' ; de Duitschers doet geen aanval. Meer en meer ankert zich bij den admiraal en bij kolonel Meiser de overtuiging dat de ohbe-weeglijkheid van den vijand slechts een of ander geheimzinnig doel verbergt, ongetwijfeld in betrekking met de gebeurtenissen welke zich in het Noorden afspelen, op het front van de 4e di-visie. Na verschrikkelijke gevechten is deze, ondanks wonderen van dapperheid, voor de Duitschers moeten wijken aan den overgang van Tervaete. Zij behoudt nog steeds dit front, dat aan den rechterkant op den Yser steunt, langs Stuyvekenskerke en het kasteel van Vicogne loopt. Maar zij is ziclitbaar in de knel ; de uitge-putte troepen loopen kans niet meer aan de vijandelijke drukking te kunnen weerstaan. Het kan niet ontkend worden dat het Belgiseh Groot Hoofdkwartier eenigszins ongerust is. Reeds heeft het aan kolonel De Vleeschouwer de groep artillerie van de Ie gemengde legerbrigade ont-trokken, welke elders meer noodig was dan te Dixmuide, waar men nog altijd flink stand houdt. De admiraal is echter ongerust over zijn lin-kervleugel en deelt zijne vermoedens meae aan kolonel Meiser. De onbedrijvigheid der Duitschers, réélit vôôr hem, beduidt niet goeds. Zal de vijand, met ten Noorden van het bruggenhoofd over den Yser te rukken. niet beproeven, dit in den rug aan te grijpen ? Wat er ook van weze, er bestaat daar een werkelijk gevaar waar men voor op zijne hoede moet zijn. Met gemeen overleg besluiten de twee oversten onmidrLllijk het 11e linie-regiment in reserve te plaatsen in de streek v® Oostkerke, gereed om in geval van nood langs dsn kant van Oud-Stuy-vekenskerke tusschen te komen. Te Dixmuide zelf, doet er zich niets nieuws voor, tenzij dat in den akeligen regenachtigen nacht. om 23 uur, de Duitschers plots met versehe effektieven, een nieuwen aanval doen, kraeht-dadig en hardnekkig, in den Noord-Oostelijken sector. Eene geringe verslapping in een of twee loopgraven heeft geene verdere gaVolgen, daar een behendigen tegenaanval onmiddellijk den toestand herstelt. Om 1 uur 's morgens zwijgt ailes; het geweervuur houdt heelemaal op; eètie indrukwekkende stilte heerscht over Dixmuide, waar nog de brand in de laatste puinen laait. Maar de atmosfeer gaat zwanger van eene onbepaalde bedreiging, onzeker nog, maar welke de oversten dreigend en verschrikkelijk voelea naderen. Inderdaad, de morgen van 24" October rijst als die van een der meest tragische dageu uit dezen bl#edigen veldslag. (Wordt çoortgezetA 15 Juni 1915 ISTummer l'Ai

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes