den Dinsdag, Donderdag en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BEL<GISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. TYPEN EN SCKETSEN YAN HET FRONT Het Kiekenskot &et was een oud, antiek, en plechtig kiekenskot.Maar inderdaad, gij weet misschien nog niet, Wat er in de soldatentaal met dien naam beduid wordt ? Ziehier. Het kiekenskot is een tweedek-kesr fan oud model. Hij is niet hcel vlug, en men gebmikf hem ook maar voor een zeker soort ' ©pdrachten. En die waarvan ik u spreken wil kwam terug van een tôcht boven de vijandelijke liniën. Zoo, tegen het einde van den namiddag, geleek de kernel wel een rensachtige vogelkooi. Hij was met allerlei vliegtuigen bevolkt die meestendeels op groote hoogten vlogen. Het waren jacht vliegtuigen die hun prooi beloerden. Wat gedaan in een loopgraaf waar niets voor-Valt, tenzij belang stellen in de spannende Vrederwaardigheden van die luchtgevechten, Jterwijl onze artillerie zonder ophouden blijft Voortdonderen, ginder verre, in het Zuiden, >waar het schijnt dat aile machten van dood en ^rernieling ontketend zijn bij dezen prachtigen jsûnsondergang. In den hemel worden er geveehten geleverd ; sorns doet het geklapper van de machinegewe-ren zich hooren. « Kijk ! ginder zijn « de rooden », roept er iemand. HetDuitsehe lut'htflotielje van « de rooden » is bekend. Het telttalrijke kleppers. De kapitein, voor zijn aandeel alleen, heeft, zegt men, een «rijftigtal bondgenooten neergeschoten. No jnist beginnen de macbinegeweren gewel-dig te klapperen. Plots kapsijst een vliegtuig en dtukt naar beneden. Het ging in de vlakte te jpletter vallen achter eene rei boomen. Het kiekenskot zweefde nog altijd door den •kernel op geringe hoogte. Het zag den val en fceerde terng naar de vijandelijke liniën. Maar een van de rooden heeft het gezien en stort er op •tos. Wat wilt ge dat zoo 'n kiekenskot zou doen tégéta een jaehtvliegtuig dat meer dan 200 per uur kan doen ? Rechtsomkeert. Dat deed het dan «ok. Het keerde terug. achterna gezet door den 5*fof die het gevretensvol mitraljeerde. Dat scheen Jàet echter niet te deren, en het zette zoo stilletjes ,aan eijn weg voor t. Een van onze jagers korat •Jbet ter hulp. De roode dringt niet aan bij het *chtervolgen. Een maal zijn aanvaller kwijt, denkt het kiekenskot er nog niet aan tera? naar het nest te keeren. Zeker, het kon er niet aan denken den #trijd met maehtiger vliegtuigen aan te gaan. Maar het had toch ook zijn eigenliefde. Daar jnist had het den aftocht moeten blazen. Het had 4îeh goed nit den slag getrokken. Het hield er «an de Moffen te toonen dat het toch ook nog 'daar was, gelijk onze jongens zeggen. En het kéerde terug boven hun liniën vliegen. Als de rooden herbegonnen, dan zou het evenmin blij-Ven aandringen. Met het achterna te zetten, waagden zij het ditmaal er nevens te slaan en Mlf opgejaagd te worden door de vliegtuigen Van de bondgenooten, die daar tusschen de trolken zweven. Gij zult denken dat ik aan 't blageeren ben. fieelemaal niet. Wij waren vol bewondering <VOer dat dapper kiekenskot, op wiens vleugels je rotet van de Belgisehe driekleur prijkte. Het liôezemde ons sympathie in. Het was zonder pretentie, maar ook zonder vrees. Het was op srijn plaats en wist ze op waardige wijze te be-houden. Het had zijn opdracht vervuld en •ti-achtte zich nog nuttig te maken. Het had, door «ijn bewegingen, bewezen dat onze vliegeniers Jtet in niets, noeh in stoutmoedigheid noch in koelbloedigheid, bij de vliegeniers van de andere jaatiên hoeven onder te doen. En het was voor ôns zoo iets als een zinnebeeld van ons leger. ïoen de hemel ledig begon te worden, vertrok het onde, antieke dappere kiekenskot — en ver-Wijderde zich alsof liet in den gulden afgrond van de avon^am wilde storten. SXiXKT, Onze Koning wsnsch! het Lepr van Verduin geluk De voorzitter der Fransche republiek heeft Van onzen Koning volgend telegram ontvangen : « Bij gelegenheid van uwen verjaardag, houd ik er aan u nog eens de verzekering te geven van iriijne gevoelens van oprechte vriendschap en diepe gehechtenis aan uw land. « Ik ben gelukkig er meteens mijne levendige gelukwenschen te kunnen bijvoegen wegens de prachtige overwinning der Fransche troepen te Verduin. « De Koningin sluit zich aan bij al de wen-schen, welke ik u vei'zoek te willen aanvaarden. « Albert. » Het antwoord van den heer Poincaré luidt als volgt : « Ik bedank Uwe Majesteit en Hare Majesteit de Koningin om hunne hartelijke wenschen, alsmede om de heilwenschen weike Zij hebben doen geworden aan de Fransche troepen, bij gelegenbeid dezer nieuw succès te Verduin op den gemeenschappelijken vijand. « 1k bid Uwe Majesteit mijne eerbiedvolle hulde aan te bieden aan Hare Majesteit de Koningin en de verzekering te ontvangen van inijne trouwe en verkleefde vriendschap. « Raymond Poincaré. » 9s VerjaarÈi ni Kniagli Elisabeth IN HOLLAND Men schrijft ons uit Holland : Denk niet dat de Belgen hun duurbaar en dapper Koninginnetje, bij gelegenheid vanharen verjaardag, hebben vergeten. Ùe Belgen hebben Koningin Elisabeth te Ber-gen-op-Zoom gevierd, waar de E. H. Somers, pastoor der vluchtelingen, met welgepaste woor-den, komende uit het hart, het edel gedrag en de deugden van onze Yorstin heeft opgehemeld. De Belgisehe Kring te Rotterdam heeft een telegram naar de Koningin gestuurd, die op heel minzame wijze heeft doen antwoorden. De vaderlandsche bond « Se souvenir pour combattre » te Vlissingen heeft, den 24 Juli, onder het voorzitterschap van den heer Van da Kerkhove, ambtenaar bij het beheer van tele-grafen, eene welgelukte vergadering genouden, waarop de Belgisehe consul, de heer Morel da Boucle-St-Denis, généra al der burgerwacht ta Gent, en het puik der Belgisehe en Hollandsche bevolking der stad aanwozig waren. De heeren du CastilTon en Pierard hebben respectievelijk in 't Nederlandsch en in 't Fransch redevoeringen uitgesproken, waarin zij hulde aan de Koningin, < de moeder onzer soldaten >, hebben gebracht. Het Werk ta» de Kieediiig te Brnssel Het « Werk van de Kleeding », afhankelijk van het Nationaal Komiteit tôt hulpbetoon en voeding, heeft sinds einde 1914 tôt 30 Juni 1917, in Brussel en voorsteden voor 2 miljoen 326,475 frank kieedingstukken uitgedeeld, namelijk voor 406,310 fr. aan de vluchtelingen ; voor 236,801 fr. aan de vreemielingen ; voor 115,955 fr. aan de kunstenaars ; voor 170,394 fr. aan de kinderen van de soldaten ; voor 314,327 fr. aan de oorlogswee-zen; voor 27,334 fi\ aan de dakloozen;^voor 692,536 fr. aan de schamele armen ; voor 364,531 fr. aan de gevangenen en geïnterneerden ; voor 176,682 fr. aan de oorlogsinvalieden. De Viooltjesdag De Kanadeesche stad Montréal, die zulke heer-lijke blijken van edelmoedigheid en genegenheid jegens de Belgen reeds aan den dag heeft gelegd, heeft onlangs haar « Viooltjesdag » gevierd, ten voordeele der Belgisehe werken. Meer dan honderd duizend tuiltjes werdea door de meisjes van deze stad verkocht. De Belgisehe oppereonsul in Kanada had die verkoop onder zijne bescherming genomen ; ook bracht deze veel geldop, welke onder de militaire werken, de krijgsgevangeaen en het R. S. van België werd verdeeld. Het Portret des Ronings komt over het Prikkeldraad Onze geestige confrater de h. François Olyff» bestuurder van het blad Les Nouvelles, vaa Maestricht, vertelt ons in een roerende kroniek hoe « Koning Albert over het prikkeldraad kwam ». 't Is van het portret van onzen Vorst dat wij spreken, natuuriijk. Maar, zelfs deze bijzonder-heid ingezien, is de geschiedenis er niet minder schoon om. Onlangs kwam er iemand aan Olyff's deur kloppen ; het was de goede Luiker sehilder Louisi Loucin die rechtstreeks van over het prikkel-draad uit België kwam, met zijn zoon, een acht-tienjarige jongeling, die ongeduldig was om onze dappere soldaten aan het front te bereiken. Louis Loncin drt>eg, in zijn gevaarvol avon* tuur, een schilderij mee die, zelfs opgerold, meer dan 1 meter lang is, en dus nog al een lastig bagage vormt. Daàrmee is hij over het prikkeU draad gekomen en heeft hij het vuur van den vijand doorstaan. Het prachtig doek, vangroota afinetingen, is de schoonste hulde die ooit door het penseel aan onzen vorst gebracht werd, zoo schrijft onze confrater. Het stelt Koning Albert voor, die des avonds na een veldslag, hetterrein inspekteert waar zijn troepen werkzaam waren. De Koning zit te paard, in kleinen veldtenue, vergezeld van twee ordonnancie-oflicieren, eeu gids en een jager. Hij heeft de ernstige en ingeto-gen houding, die de verschrikltelijke gebeurte* iiissen die hij beleefd heeft, hem gegeven hebben. Het aangezicht is zeer levendig en vol goed^ heid; het lichaarn, dat flink in het zadel zit, heeft die eenvoudige houding die den rechtschapen man kenmerkt, die het afgodsbeeld van gansch zijn volk geworden is. Hij heeft den blik op een batterij in voile werking gevestigd. Rondom, wijzen de lijken van Duitsche soldaten en paar-den aan hoever onze troepen zijn vooruit gerukt. Achter hem ziet men braukardiers een gewonda oprapen en een patroelje lansiers die van uit de verte den vorst begeleidt. Het is de Koning in al de majesteit van zij a, ambt als opperbe.velhebber, en zooals de ver» beelding hem zich voorstelt in het verdrnktq België dat zwijgend voor hem lijdt. De schilderij van den h. Loncin is werkelijk den concreten droom van duizende en duizende ware Belgen. wier vaderlandsliefde en loyalisme meer oplaait naarmate ze meer te lijden hebben. Zonder aan-stellerij noch stijf'neid, is het werk een harmo-nisch geheel. Het baadt in een heldere atmosfeep die het voornaamste personnage doet uitkomen, wiens schaduw op den prachtigen Vlaamschen hemel uitkomt. Ik heb het portret van den Koning voltooid in' het begin van 1915, verklaarde de sehilder. Da stad Luik heeft het willen aankoopen, maar de, Duitschers hebben mij verboden het ten toon te stellen en te verkoopen, omdat het van aardwas de vaderlandsche gevoelens der Belgen aan te wakkeren. Ze deden mij een eer aan, waaraan ik xdet ongevoelig kon blijven. Ik deed er vervol-gens een kleinere kleurenafdrukvan vervaardigen, in de gedachte het in het publiek te lanceeren. Mijn drukker had de proeven aan de censuur onderworpen, doch deze verzette er zich om dezelfde reden tegen dat het zou uitgegeven worden. Ik zag mij dus wel verplicht naar een vrij land over te steken om een werk bekend te maken dat ik in een opwelling van geestdrift heb uit?evoerd die ik door al de landgenooten in ballingschap zou willen doen deelen, vermits men mij verboden heeft deze, volstrekt nutte-looze uitwerking, op mijn verdrukte landgenooten uit te oefenen. De opwelling van geestdrift, die zich natuuriijk van den Luiker kunstenaar voor zijn werk meester maakte, zal de h. Loncin wel door allen doen deelen. Daarom zal het voldoende zijn het portret van deti Koning-Soldaat, niet slechts in Holland maar ook in Frankrijk ten toon te gtel» len, waar iedereen het bewondercn ual» 25 ATignstiis 191T Nufflmer -465

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.