DE LEGERBODE den Dinsdag, DonéeMug en Zaterdag verschijnende Dit blad is VOOR DE BEL<(HSGHE SOLDATEN besfcemd ; iedere compagnie, escadron ot batterij ontvangt tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exeniplaren. '■ —« —-ma-,. • i. - " - ~r- Eea lE'iif Bit lit VaMnd Priester Louis K., toegevoegde aalmoêze-nier van de derde legerdivisie, heeft onlangs uit het Lnikerland eenen brief ontvangen, waarbij een colleclieve brief was gevoegd, dragende lalrijke handteekens en gericht can onze dappere jongens door eenen groep I in België gebleven vaderlanders. Met oprechl genoegen drulcken wij dien brief hier over. Al lezende hebben wij onwillekeurig een'e ■opbeuren.de ontroering voelen opwellen, welke zal gedeeld worden door al de koene strijders aan aie deze brief met den geest-driftigen groet van ginder gebleven bloed* verwanten en vrienden het bewijs brengt dot deze ze met volkomen betrouwen verwachten, dat hunne hoop op de nakende verlossing met den dag aangroeit en dat hun hart overloopt van bewondering en liefde voor allen die roemvol strijden tegen den wreeden en gehaten overweldigèr. * * * Aan onze vrienden, de dappere verdedigers van het Vaderland. « Onder den drang van den heerlijken hérderlijken brief van onzen hoogeerwaardi-gen Kardinaal, hebben wij onze borsten voelen zwellen. Spijts meer dan zes maan-den brutale overheersching, spijts onze neer-geblaakte dorpen, onze neergehaalde praal-gebouwen, spijts toi van onschuldigen van àlle slach, van allen leeftijd, weerloos door s vijands kogel op den vadergrond geveld, spijts tal van Belgische inwoners, die vrij dikwerf om beuzelarijen werden fweggevoerd, bli'jft onze Belgische ziel on-' wrikbaar, en vol gloed onder den schijn van kalme gelatenheid. « Soldaten, onze innigste gedachten gaan tôt u! Want gij, ge zijl halsstarrige, won-derbare en taaie verdedigers, onder het ge-ieide van onzen steeds heldhaftigen Koning, het levend beeld van de groote ziele van het groote Belgische vaderland. Ons arm vaderland snakt er naar teenemaal door die ziele opnieuw te worden doordrongen. Wij weten wat wij a verschuldigd zijn en dat gij waardig zijl onzen stanclaard te dragen. « Gaarne zouden wij aan uwe zijde staan, etrijdend met u, voor dezelfde grootsche zaak. <( Soldaten, dikwijls slooft ge u af bij uwe zware taak, maar evenwel oogst gij ook dikwerf roem. Weesl fier! Denkt dat uwe magen en vrienden verre van u zijn, in een hoekje van den Belgischen grond, waar ze altoos zich afsloven onder den zwaren druk van den overweldigèr, maar voor u bidden, al hunne gedachten naar u richten, en er naar haken u weldra, het hoofd met lauwe-ren omkranst, te zien terugkeeren ! « Wij allen, vrienden en bloedverwanten, komen u zeggen hoezeer wij u bewond&ren, en, ofschoon verdrukt, u moed inspreken, de hoop te kennen gevend, die ons allen be-zield.<( De Belgische ziel is alzoo geschapen, dat niets liaar te neerslaat, alsof God 'zelf daar was om ze te versterken. « Allioewel een zware taak op u weegt, teergeliefide soldaten, denkt aan de roem-volle toekomst die u is beschoren, zooals wij zelf, op u verlrouwend, daar aan denken! « Moge God u in uwe haardsteden teru<y-brengen! O! hoe feestelijk zullen wij u ontnalen, en om uwen lof te maken zal het volstaan te zeggen : Eij behoorde toi het Betgwch leger. « Mogen deze enkele regelen, waar wij ons vertrouwen en onze onmetelijke hoop uitboezemen, zooveel mogelijk uwen moed aanwakkeren en uwe wilskracht doen aan-groeien ! « Ons eenig doel, toen wij onzen naam of onzen voornaam hier onderschreven, was u te zeggen : Wij denken aan u, wij bidden voor il, wij verwachten u, om u vol liefde en ierhentenis op ons hàHr te driikken ! » » # Ha ! Hoe niet diep ôiitroerd zijn bij de lezing van dien heerlijken brief, geschreven door hen die het eerst de onnoemelijke bruta-liteit van een wreeden vijand hadden te ver-duren. Zeven maanden lang wreede verdruk-king, hebben evenwel hun den moed niet geknakt, noch hùn vertrouwen aan 't wanke-len gebracht, dit vast vertrouwen in den zege, welke de roemrijke daden, van u, Belgische jongens, en van de bondgenoolen voortaan verzekerd hebben. Leest en herleest dien brief waarin eene ontembare en fi.ere ziele, trillend van zuivere vaderlandsiiefde, doorstraalt. In elken zin, in elle woord, ligt een blijk van liefde en van bewondering voôr uwen Koning en voor u, wat uw vertrouwen, uwe wilskracht meer dan ooit moet doen opflakkeren. Weet, soldaten, dat het niet alléén die van het Luikerland zijn, die van zulke vurige ziel getuigen. Heel België trilt van dezelfde gevoelens. Er is geen stede, g een dorp waar men u niet opwacht, voor u niet bidt, men u niet zegent, om den heldhaftigen moed dien ge betoonl en die aan de uwen de verlossing gaat aanbrengen. Leest en herleest dien brief uit het vaderland, soldaten van den Yser ! Denkt aan de uwen die u verbeiden, en maakt u vaardig tôt de aanstaande glorievolle veldslagen, en roept met al de vurigheid en overtuiging uwer ziele hun toe : « Moed en nog wat ge-duld, vrienden. Wij komen ! » Eons gifi van den Koning aan de soldaten De Koning heeft een millioen sigaren, raerk « Yser 1914 » gegeven, uitsluitelijk besterad aan de gegradeerden en soldaten die aan den Yser hebben gevochten. Terzelvertijd heeft Z.M. 350,000 sigaartjes en sigaren doen uitdeelen aan de arbeiders, recruten, plantons en manschap-pen van het bataljon gelast met de bewaking van den spoorweg die geen deel hebben genomen aan de gevechten van den Yser. le Eslgisclse Drlekfieup Ik groet U, duurste pand der helden uit 't vefleden, Betooverende vlag van 't dappre Belgenheer ; Gij waart getuige ginds, op 't slagveld van weleer, Van 't bloed der vaderen die voor hun vrijheid streden. Maar nooit eu vonden wij, als op den dag van heden, In U het zielsgemoed der leeuwentelgen wéer, Die, alhoewel gekwetst in Vrijheid, Recht en Ker, Toeh kranig strijden steeds voor eigen haard en zeden. Uw zwart verbeeldt den rouw waarin thaos velen [leven, Uw roode kleur het bloed, door martelaars gegeven, Die vochten voor hun Recht, maar vielen, overmand. Doch tusschen beiden in ligt lachend geel geweven^ Een straal van hoop gelijk, door 't nevelfloers aan 't [beven, Een straal der zegezon op 't vrija Vaderland ! Alfr. Wat.raet, Vriiwillisrer. LOKREDE UITGESPROKEN door den Toegevoegden Aaîtaoezenier De Groote, van het 1« jagers, in De Panne, op 18 Februari 1915. Beminde Broeders, Vergeeft me rnijne ontroering. Mijn harte breekt, wanneeivik de Ieefnten be» slatig die in ons regiment werden aangebracht. Zooveel wapenbroeders missen wij reeds, zooveel makkers, die hier moesten aanwezig zijn, hebben voor imraer afscheid van ons genomen. Yoor u waren het vrienden, broeders; voor mij waren het vrienden, zonen. Meer dan een, op het oogenblik van sterven,' heeft me eenen laatsten kus in naam van zija vader, in naam van zijn moeder gevraagd. Gij beseft, beminde broeders, gij die me sinds zeveu jaar in uw midden ziet, hoe diep die herinnering me ontroert. Herinnert ge u nog den maandag 3 Augustus ? Dien dag gingen wij vertrekken. Langs de stra-ten van Charleroî, bevlagd met de nationale drieltleur, wemelde het van bloedverwanten en vrienden gekomen om ons een vroolijk tôt weerziens te wenschen. Fier, opgewekt en vol-hope trokken wij op, en werden wij geestdriftig toegejuicht. Wij hadden moeite eenen weg te banen tusschen de dichte menigte toegesneld om de toa-1 komende helden te begroeten van den oorlog, dien we thans voeren. Deze vreugde verborg vele tranen, maar bloed») verwanlen en vrienden bedwongen hunne smart^ zooals wij onze ontroering onderdrukten, met' enkel voor de oogen het beeld van het Vaderland,1 dat diende gewroken, al ware het ten prijze valions bloed, van ons leven. Het uur der opofTering was heel nakend, ea • wie had gezegd dat reeds de schaduwe des doocks ! velen ouzer omringde ? ) Diezelfde week nog stroomde ons bloed bij Luik. Ik zeg ons bloed, raits het brôederlijk ? gevoel in ons regiment zoo ontwikkeld is, dat wij zuur en zoet samen deelen. ' Lang zal de roemvolle dag van 6 Augustus ons in het geheugen blijven. 't Was op dien dag dat ons regiment de derde legerdivisie kwam ver-voegen, welke nadien de IJzeren Divisie werd genoemd. Wij alleen weten aan welk vuur wij werden blootgesteld ; tôt welke lage en laffa middelen de vijand toevlueht nam ; dit al was noodig om onzen aariloop te stuiten. Maar ho» heeft Duitschland zich bedrogen ! Het wist niet tegen welke dapperen het ging aanbotsen. Wij willen hier slechts onze dooden verheer-lijken, maar hoeveel zijn er niet onder ons di« wij zouden willen met lauweren bekronen welk» zij door hun moed en dapperheid hebben behaald! Beurtelings waren het Luik, Haecht, Rams-donck, Lokeren, Lombaertzyde, Pervyse dis getuige werden van onze grootsche daden vatt moed en zelfopoftering. En moesten wij wijken, dan was het voor '• vijands verpletterend overwicht. Wat te zeggen over den langen weerstand waaraan wij deel hebben genomen aan de boor-den van den Yser ? Welk taai weerstandsvermo-gen hebben wij drie maanden lang niet van noode gehad om niet ailes daar te laten en door-gang te verleenen aan den vijand die ons van aile kanten bestookte ! Noch het gure weder, noch 's vijands slagea konden onze volharding ter neer slagen, welk» zich steeds ter hoogte vandeopgelegde taakhield; IJzeren Divisie, ge hebt als staal weerstaan. - Men diende immers het Vaderland te behouden; het geliefd Belgenland, o[3 wiens zonen te zijn wij meer en meer bogen. Belgen zijn we geboren; als Belgen willen we sterven. Men diende immers den oproep te beantwooP-den van onzen Koning, dat voorbeeld van recht-schapenheid en onverschrokken heldhaftigheid, Wij dienden, r.ederigen en geringen, een» borstwering te maken met onze lichamen, tea einde te belctten dat cene bevriende natie in 't hart getroffen werd, en om de baan naar de gren-zen eener audere verbonden natie te versperren. Had heel België overrompeld moeten worden,, dan was de weg naar Frankrijk en Engeland vrij geweest. Parijs ea Londeu wareu bedreigd. £• 2 Ma art 1915 N'nmmer 76

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.