De legerbode

1198 0
21 oktober 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 21 Oktober. De legerbode. Geraadpleegd op 27 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/416sx64r6s/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

DE LEGERBODE den Dinsdag, Dondevdag en Zaterdag verschijnende r '■ '■ Dit blad is VOOR DE BELGISCHE SOLDATEN bestemd ; iedere compagnie, escadron of batterij ontvang-t tien of vijftien Fransche en Nederlandsche exemplaren. De Plicht Twee jaar zijrt verloopen sedert de tragische Octoberdagen Tan 1914 toen men ons leger, dat nochtans uitgeput was van al de inspanningen die het reeds had gedaan, op den Yser den ont-zettenden sohok van den vijand zag breken, die in zijn woedenden storraloop zich kost wat kost een weg naar Ivales wilde banen. Twee jaar zijn verloopen sedert onze soldaten in die epische gevechten zooveel roem verwier-ven. En de regeering maakt zich gereed om plechtig den verjaardag van dezen hardnekkigen slag te vieren, die een der meest roerende epizoden uit dezen oorlog zal blijven, en tevens een van de meest grootsche, door de buiten-gewoon belangrijke gevoigen die hij zou na-elepen.Men kan deze viering van eene roemrijke overwinning, behaald door het uitgeputte Bel-gisch leger, dat gedurende dezen strijd meer-maals de meest bewonderenswaardige lielden-daden verrichtte, niet genoeg toejuichen. Hierbij Werden onze soldaten slechts gesteund door eene onder alleu heldhaftige brigade marinefusiliers, en door de versterking van eene Fransche divisie, die op prachtige wijze in den strijd ingreep, op lipt oogenblik zelf dat, na een har-den strijd van eene week lang, de verdedigers ten einde kraelit onder de wanhopige pogingen van den vijand begonnen te wankelen. Indrukwekkende plechtigheden zullen ons deze dagenvan roem en zelfverloochening herinneren. Een wind van overwinning schijnt opnieuw langs de linie van den Yser te waaien, daar waar ons verrezen leger, dat sterker en dap-perder is dan ooit, sedert twee jaar hardnekkig de wacht houdt om het vaderland eene laatste Strook gronds ongeschonden te bewaren, in af-wachting dat het glansrijke uur der verlossing voor het bezette gebied zal slaan. * *• * Maar de slag aan den Yser komt ons niet slechts aan al die glorie herinneren. Hij is mis-schien nog meer een der edelste voorbeelden van de algeheele zelfopoffering aan den Plicht. Het is om dien, welke de Koning hun voor-schreef, geheel te hebben vervuld, dat onze soldaten toen het ofl'er van hun leven brachten. Zij wisten dat zij een oppersten strijd aauvingen en dat de kans om te winnen zeer gering was. Zij hebben zich nochtans totter dood aan de te ver-dedigen steliingen vast geklampt, niet om de lauweren te plukken waarmee de overwinning en de bewonderiag van gansch de wereld hun weldra bekroonen zou, maar omdat de plicht, die hun geweten hun duidelijk voorhield, van hen dit offer eischte en deze volledige onder-Werping aan aile lijden. Zoo zij roem veroverd hebben was het omdat zij de verheven dienaars waren van de grootsche en bewonderenswaardige verplichting waaraan België, in zijn streven naar recht en eer, gezwo-ren had zich op te offeren, wat er ook gebeuren mocht. Misschien is het niet onnoodig deze groote les uit dien heldenstrijd te trekken, op het uur dat de omstandigheden het zouden beschul-digen slechts aan den hoogmoed te hebben ge-dacht van zegevierend uit dezen bovenmensche-lijken strijd te voorschijn te treden. Inderdaad, de roem is voorbijgaand en zeer grillig. Doch eeuwig is de plicht. Ongeveer zes en twintig maanden verschrik-kelijken strijd hebben aan de Bondgenooten toe-gelaten eene overmacht te verkrijgen, die hun voortaan eene onbetwistbare overwinning ver-zekert. « Nu hebben wij ze bij de ooren !-» zegde onlangs generaal de Gastelnan « en wij zullen ze echudden tôt hunne hersens tôt pap geklopt worden !... » Niemand twijfelt aan eene volledige overwinning. Maar twee lange jaren vol heldhaftige overwinningen, hebben ook al de macht doen blijken waarover een wreedetegen-strever beschikt, dien wij genade moeten doen jismeeken. Deze macht is heden tôt inhetharte aangetast, maar zij ligt nog niet neergeveld. Nog ust er een groote plicht, zoowel op de Belgen .ils op de andere Bondgenooten ; deze, om volgens al hun middelen, volgens al hun verstandelijke vermogens eijt met al hunne wilskracht, mede te doen aan de algemeene en hardnekkige inspan-ning, die var t dag tôt dag moet aangroeien, tôt dat de hers enen van hen die den geesel des oorlogs oveir de wereld ontketend hebben, inderdaad « îot pap geklopt zullen zijn ». *** Het is zelfer aan onze strijders niet dat wij dezen plich t moeten herinneren. Zij vervullen hem aan d en Yser, zonder rustnoch duur, met dezelfde btrwonderenswaardige zelfverlooche-ning als de: roemrijke soldaten van 1914, wier onvergelijk elijken heldenmoed heden herinnerd wordt. Sed< srt twee jaar bevinden onze dapperen zich in een ■< roortdurend gevaar, en blijven steeds even dappe p en even standvastig. Met hun gewone en heldhaftige gelatenlieid, aanvaa'rderi zij de mogelijkheid ora nog een der den Winterinhet slijk der loopgraven door te brengen* daar waar de dood voortdurend rond hen waart. Op voorhand zijn zij reeds bereid om al de edele offers te brengen die de plicht van hen zal eischen ; zoo blijven onze strijders s teeds al de andere Belgen tôt voor-beeld strel ;ken. En deze zouden zich onze soldaten onwaa rdig toonen, zouden onze zaak en hun vaderland verraden, zoo zij zelf niet met hart en ziel, uit al. hunne kracht, met volstrekte zelf-verloochen iing, zich aan de taak wijdden die op hunne schcraders rust. Zij zijn 7feer talrijk, zij die wat men het leger achter het; front noemt, uitmaken. En dat is onvermijdelijk. De ongehoorde ingewikkeldheid van den h aidigen oorlog eischt inderdaad dat er, op min of meer grooten afstand achter het front, eene menii gte diensten in werking zouden zijn, die evenveel onmisbare raderwerken vormen voor den ipegelmatigen en gelijkloopenden gang van de r<Dusachtige machine' die een modem leger is. Maar zij bestaan slechts om aan de strij-denden due middelen tôt de overwinning te leveren. ]£isder van hen moet, door een onop-houdelijk en arbeid, zijn voortbrengingskracht tôt het u iiterste inspannen. De soldaat aan het front moe;tt weten dat zij, die achter het front aan het werk 'zijn, uit aile krachten hun arbeid vol-brengen. Hij zal zijn gevaarlijken plicht met des te meer zelfverloochening kwijten, als hij weet dat over&l iedereen zijn nuttige en noodige taak volbrengt, al moge deze dan ook bescheiden we-zen, en e p al zijn wilskracht, en al zijn verstand aan wijd ,t, bezield door het voorbeeld van hem die zich 7lelf zoo edelmoedig als offer biedt. De strijders, tôt wie zich steeds al onze ge-dachten moeten richten, zullen daarentegen slechts crùsprijzen over hebben voor al wie zij ne toewijdi ng zou verschacheren ofwel zich aan eene noodlottige nalatigheid zou overleveren, hetzij ui?t vermoeienis ofwel uit twijfel. Niets, schijnt het,zou heden meer verachtelijk kunnen zijn dan, een dergelijk misprijzen. Zij, die door hun werk van de gevaren van den strijd ver-wijderd blijven, moeten dus, in deze groote algemeisne krachtinspanning, bewijaen dat zij inderdaïad nuttig zijn, door hun algeheele toe-wijding; aan den plicht tôt de uiterste grens door t(> zetten. Laat ons dan steeds en voortdurend denken aan hen die strijden. Laten wij ons geweten on* derzoefcen en ons afvragen of wij voor onze heldhaftige wapenbroeders, die strijden en val-len, ailles doen wat er in onze macht ligt ? Het geheirn van de overwinning berust in de indi-vidueele offers aan de algemeene zaak, waar-van "(vij de zegepraal wenschen en waaraan ieder een, hoe bescheiden zijn gebied ook weze, uit aJjle macht moet mede werken. He't woord van een kleinen Belgischen soldaat kan ons misschien tôt gedragsregel dienen. Nau-welijks zestien jaar oud had hij als vrijwilliger dienfjt genomen ; tweemaal werd hij ernstig ge-wond ; ongeschikt verklaard voor den veld-dienst, wendde hij zoo lang pogingen aan tôt hij onlangs weer de toelating verkreeg om terug naaT het front te keeren en er zijn regiment te ver^oegen. Aan iemand, die vol ontroering zijn bevç'ondering voor zooveel vaderlandsliefde uit-drukte, antwoordde die soldaat van 18jaar heel een,voudig : « Men heeft nooit gedaan met zijn plicht te vej.'vullen. a Comm. Wih,y Breton. Van Rechts en Links De verjaring \^in den Slag aan den Yser zal met luister gevferd worden te Londen. Een groote bijeenkomst zal plaats grijpen in de Hippodroom ; ze zal gehouden worden ten voor-deele van het a Kerstgeschenk van den Belgischen soldaat ». » & # Een Engelsch blad meldt ons dat Dr Bull, een Amerikaansch tandarts te Brussel gevestigd, voor het Duitsche militaire gerecht is verschenen onder beschuldiging aan Miss Cavell geld te hebben verschaft dat dienen moest tôt net ctot- snappen van geallieerde soldaten. *** Het borstbeeld van Miss Edith Cavell, de heldhaftige vrouw die door de Moffen te Brussel vermoord werd in den nacht van il op 12 Oçto-ber 1915, werd in eene der zalen van het sehool-gasthuis geplaatst dat eenige dagen geleden te Parijs werd ingehuldigd. Het is het werk van sir George Frampton, de beeldhouwer belast met het uitvoeren van het gedenkteeken dat toeko-mende lente te Londen zal ingehuldigd worden. Hetborstbeeld, waarvanwij eenekopij konden bewonderen, is zeer gelijkend ; smaakvol ea sierlijk. Het geeft op prachtige wijze de trekken weer van haar wier herinnering wij steeds in ons zullen levend houden, als eene heilige wier naam voor eeuwig in het martelaarsboek van dezen oorlog zal geschreven blijven. v * * Bij de opening van den arrondissementsraad van Havre, heeft de heer voorzitter een rede-voering gehouden, waarin hij hulde hçeft gebracht aan a onze- heldhaftige soldaten en aan hunne oversten ». « De geallieerde legers »,voegde hijer bij, « leiden nu den oorlog ». Op aile fron-ten van het onmetelijk slagveld, waar om de toe-komst van de wereld gestreden wordt, voelt zich het Oostenrijksch-Duitsch verbond bedreigd; het gaat het krietieke tijdperk in dat uitloopen zal op zijne vernietiging. **• Reims is een echte onderaardsche stad gewor-den. De 15,000 inwoners die aan hun vadergrond getrouw zijn gebleven, leven veertien nieter onder den grond in de champagnekelders. Er zijn geene tramways meer, geen electriciteit, geen gasverlichting, geen telefoon, geen telegraaf meer ; de inwoners van Reims leven er niettegen-staande dat; militaire muziekkorpsen, cinémas spelen onder den grond voor de troepen en tarten de Duitschers die op drie kilometers van do gemartelde stad liggen. * * * Er is eene maatschappij voor hulpbetoon aan de Fransche weeskinderen gesticht door een groep invloedrijke personen te New-York, waar-onder verschillende groote bankiers. De maatschappij stelt zich tôt doel, na vijftien jaren, eene som bijeen te hebben van 750 millioen frank, die aan Frankrijk zal gezonden worden ter ondersteuning van de weezen. *** De Nieuwe Courant berieht dat de Holland-sche politie te Rotterdam, vier spioenen heeft aangehouden die Duitschland inlichtten over den aard der lading van de handelsschepen. Verder heeft de politie een ander centrum van spionnage ontdekt te Delftshaven, voorstad van Rotterdam, waar een Duitsch kantoor was opge-richt om de inlichtingen nopens de schepen 0S( hunne lading te centraliseeren. Een monsterproees werd in Engeland gepleft tusschen twee machtige maatschappijen uit Transvaal. Het heeft de rechtbank geaurend» 444 dagen bezig gehouden, waarran er 45 werden in beslag genomen door het pleidooi van dfl verdediging. De advokaat van deze laatste ha4 50,000 vragen en evenveel antwoorden te bestn* deeren, 5,000 gedrukte bladen die de verklarî*. gen van de getuigen bevatten en 256 procoduur-aklen. 31 October 1910 iSTummer 333 Il Plilltfl1! Wl II li H I I " I MJf ilWHili'li 'lyM iti'M I1* I WM ' ' ^ I1" H'H"| i || M IIIIIIH'H—

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De legerbode behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1914 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes