Eerste Jaargang N°. 67 Donaeraag s Aprn I9IS" S Cents DE VLAMMSCHE STEM âlqemegn beloisch dagblad Een volk zal niet vergaan! Eendracht maakt machtl REDACTIEBUREEL : PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. — TELEFOOH Ho. 9922 Noord. De Vlaamsïhe Stem verschijnt ta Amsterdam elken dag des morgens op vier bladzijden. AbonTiementspr\js Ljj vooruitbetaling : Voor Holïand en België per jaar / 12.50 — per Invartaal / 3.50 — per maaiul /1.25. Voor Engeland en Franlirjjk frs. 27.50 per jaar — Frs. 7.50 per kwartaal — Frs. 2.75 per maand. Hoofdopsteller s Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelraad ; CYR1EL BUYSSE - RENE DE CLERCQ Mr iam prrpu — iwnRF nr RinnFR Voor ABONNEMENTEN wende men zicli tôt de Administratie van het blad : PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AANKONDIGINGEN wende men zicli toi de Administratie van dB VLAAMSGHE STEM, Paleisstraat 31, Amsterdam. ADVERTENTIES: 25 Cents per rege. KONING ALBERT NUMMER ? Huidegroet van iûe Viaamsche Stem S Sire: •y ^ De huldeblijken, in dit fecstiiummcj ^ verzameld, behoeven noch voorlichting no cl J) kantteekening. Doch diegeneny die van liei Ix hooghoudeii dezer Vlaamsch-Belgisehe tolJ, -X der Vaderlandsche belangen hun dagelijk-Zfische gewetenstaak hebben gemaakt% iven-Tx schen hier tôt uiting te brengen de vreugde. 2 die lien vervult, omdat zij op uw thans in 2 zoo menige landen herdachten verjaard-ac, 2 aanleiding fgevonden hebben, om dit koor van zegeningen te laten opstijgen. i Het heerlijke in de getuigenissen van be-wonderende verecring en verknochtheid, die volgen, ligt mïnder in de mtspraken zeluc, dan wel in de omstandigheid, dut zij zijn de uitdrukking der diepstc gevoelem uwer mil]oenen onderdanen. ^ In de plechtige zitting onzer Wetgevende Kamers van 23 December 1909, drukte Uwe Majesteit, na aflegging van zijn twee-taligen ced, zich uit ah volgt: 0) f,Màar de rijkdom legt plichten op aan :yde volkeren, zoowel al s aan de enkelingen: „alleen de geestelijke en zedelijke kracliten 2 ,,eener natie bevorderen harc welvaart •0 )}Zoo zal het Bclgisch volk ongeschondcn }}bewaren het lieïlig crfgoed, ontstaan door 2 ,}deii arbeid van zoovelc geslaehten: zoo •d ,,zal het zijn weg vcrvolgcn tôt de vreed-„zame vereeniging van de m arbeid en de ,,wetenschapy terwijl kunstenaars uit 2 })Vlaandercn en uit het Walenland dçn •y ,,weg met hunne meesterstukken zullen be-zaaienHelaasï iiog voor het eerste lustrum •0 uwer vcelbclovende regeering om was, had •0 het onmenschelijkstc ■oorlogsgcwcld4l ten #0 diepstc der grievendste rechtsmiskenning, W) het crfgoed der arbeidende geslaehten ont-qù heiligd en vernield, had het den weg ver-sperd van den vreedzamen wedijver van wcteiischaj) en arbeid, had lwt den bodem van Vlaanderen en Walenland bezaaid met het gruis en stof van meesterstukken onzer ^ nationale' kunst. En toehf in weerwil der wre.edste be-proevingen, in weerwil der ontzaglijkste tcisteringeny vertwijfelden noch Gij, o! 2 Koning, noch uv) Volk. Vive Majesteit Ix lieeft zich der wereld veropenbaard als de opperste synthesis der onuitputtelijke wils-Tx kracht en levensvaardigheid van Vlaande-2, ren en Wallonie. Onder uw heldhajtig gc-I\leidc lieeft het moderne Belgi'c nu ontvan-2 rjzn het doopsel van het vuur. S Sire! B'j uwe bezoeken aan den Vlaamschen •0 schowwburg uwer geboortestad, die weer 90 Uwer Majesteits lioofdstad irorden zal, hebt W (r'j tiisschen de opschriften onzer oude. ©0 Rederijkerskamers gelezen: })Liefde is H W) fundament •5 De liefdc der Belgcn voor Koning Albert ftd zal het fundament wezen van het vernieuv)-w) de Vaderland, zooals die liefde zal geweest •d zijn, midden het waanzinnigste oorlogsge-qti raas, midden de ongehoordsle sidderingen m en scliokken van de wereld der twintigste ifi ceuw, de onverdelgbare grondsteen der Belgische Onafhankelijkhcid, de onvervjoest-bare rots onzer Nationale Êenheid, de. on-aantastbare bodem van ons Vrije Volksbc-S staan. J DE OT STELE A AD. —o --a»— !M Recht. België zal nog bestaan op 8 April ei Hij zal naast Haar staan op ongeschonden Bel-giscL grondgebied, en 't zullen klokkèn zijn uit Belgisclie torens die voor Hem luiden, ©ii de nobele driekleur : lieb tragisch eu heroïsch zwart-geel-rood zal wapperen, fier -en gîanzend, uit de laatste lialletorens van ons vrijgebleven Vaderland. t Zal lente zijn in do Natuur. Dat het ook weer lente worde in ons hart : Lente, fn&cliheid, hoop, kraclit en lierleven ! Een^ volk zal niet vergaân. Met Hem a-an ^ tboofd zal ons recht, zal het Tiecht z^gevieren. CYRIEL BUYSSE. Mannen van het Vlaamsche woord! Wij hebben onzen Konin^ steeds hoog geëerd. Wij beminden in Hem den mensch, omdat hij de menschen llefhad ; wij eerbie-digden in Hem het ge>zag, omdat zÀju ge-weten een hooge troon was voor zijn konink-lijken wil en hij steeds streefde naar recht-vaardigheid en vrede. Maar nu hij zich opgericht heeft met zijn hooge gestalte, om te getuigen met het zwaard, vopr het le-vensrecht der kleine volkeren, nu hij zijn manschappen is vooraangegaan in moôd en aile vorsten in grootmoedigheid, nu wij niet alleen, maar aile beschaafde volkeren in bewondering staan voor zijn hooge per-soonlijkheid, nu is de tijd gekomen om plechtig onze oude eeden in zijne handen te vernieuweu Als Vredeskoning heeft hij de mooiste kinderen van den vrede, weten-schap en kunst, steeds met vo.orliefde beje-gend ; nu moeten kunst en wetenschap hem volgen in den strijd, zijn edele persoonlijk-heid beveiligen tegen sluipaanvallen van een gemeene vijandelijke pers ; zij moeten boodschappen aan zijn volk en zijn soldaten, de lessen van zijn noSel gedragen, en het schild bereiden, op welk hij, triomfantelijk eenmaal, tusschen rijen van volkeren, zijn intrede zal houden in de stede der geechie-denis. Als wij niet 6poedig vooraantreden, zulleu anderen onze plaats innemen. Vreem-den zullen ons met hunne hulde in liefde voorgaan. Dan zouden wij de schuchterheid welke ons te lang zwijgen, uit moeten wee-nen in tranen van n rouw ; wij zouden nog elechts volgen in verlegen houding. Mannen van het Vlaanische woord, terug aan den arbeid met zuiver geweten, fris-sche kracht ! FRANS VAN CAUWELAERT. Volksvertegenwoordiger. — 0ns gsweten. Nooit vergeten wij den dag waarop Uwe Majesteit, met verheven fierheid c-ns Belgisch gewet"n en oi z j eerlijkheid opriep tegen een misdadigo Duiteche regeering, die op debzeiljxle uur het vaderland bin-nenstormde. Gij Koning decd uw plicht en al de Belgsn volgden U om hun Vaderland te beschermen tegen èen beraamde moordpleging. De gansche beschaafde wereld bewonderde U. Duitschland kwam ons beleedigen en geld aanbieaen om onze rechtschapenheid af te koopen. Later kwamen diezelfde huiche-laars ons de schuld van hunne gruwelen ten laste leggen ! Na hun brutaal binnenstormen met een leger van brandstichters aan het hoofd, na moord gepleegd te hebben op talrijke on-schuldige burgers, lia de vernieling van de kunstschatten van Leuven, na menschen zon-der reden gehangen en levend verbrand te hebben, zouden de misdadigers de slacht-offers willen worden, door het ontdekken te Brussel van een zoogezegde verbintenis tusschen Engeland en België. Daarom Hadden zij gemoord ! In het begin van den oorlog waren de Belgen de vijanden; later waren het de Franschen. Thans zijn het de Engelschen en wij, bestolen, en uitgeput, zouden yoortaan vrienden worden ! ,,God straffe Engeland!" Waarom\ Omdat Engeland geen onrecht wilde duldeu. Daarom wordt de zeerooverij ingericht niet alleen tegen oorlogsschepen, maar ook tegen handelsschepen en passagiersbooten — al behooren zij ook aan onzijdige naties. De straf van die misdaden, Sire, bernât in do verdediging van onze Eer en in Uw edel beeld dat in het hart van aile Belgen zal be-waard blijven. Ons geweten, onze eer, door U verdedigd, zijn machtiger dan hun groot-heidswaatizin gesteund door vreeselijke oor-logstuigen. Uwe kroon is een groote kroon en de krukken van een Belgisoheu soldaat hebben een grootere zedelijke beteekenis dan de Kultuurkanonnen van een zoogenaamd beschaafd volk. Sire! Onze heldhaftige soldaten brengen U terug naar Brussel, met onze bewon-derenswaardige Koningin en onze lieve Prinseni, op eeh Hoogen Troon. Dien dag luiden onze overgebleven Belforten en versieren wij met lentebloemen de graven van onze gevallene helden ! Mr. ARTHUR BUYSSE. Volksvertegenwoordiger. rrrrrrrrî^rrrrrrrr^rrî Volksliecl. Wijze : Brabançonne, Gegroet, mijn Land, uit nood en dood verrezen, Grondeerlijk Volk, zoo dapper in 't gevecht! Gegroet, o Vorst, de Vader onzer weezen, De Held der Eer, de Koning van het Reclit. De wereld vleclit bewondrend en vol liefde Een lauwerkrans omlieen uw doornenkroon, En Belgie's kroost, gegroeid in strijd die griefde, Zwaait trotsch en trouw met palmen om den Troon. Geen broedertwist zal ooit een Volk verneedren Dat grootsch eendraohtig streed voor liave en goed. Twee talen klonken boven de geleedren, Twee talen brengen hulde aan heldenmoed. G jeugdig Land, geen rechten roemt men ouder, Geen leus zoo fier, geen burgers zoo gelijk. Voet tegen voet en schouder tegen schouder Houdt gansoh het Volk de wacht voor gansch het Rijk, Blijft samen als de halmen van uw korens, Geeft steun voor steun, uw broeders zijn uw kracht, Verheft uw geest zoo hoog als uwe torens, Ontplooit uw kunst zoo ver uw glorie vlagt. De Koning waakt; o Belgen, hebt vertrouwen, Het Hedeu toont u wat de Toekomst kan. Laat elk zijn hart gelijk een veld bebouwen, Geen Land is klein dat groeit in elken man, RENE DE CLERCQ. Door dat tôt dit! Al wat ik: denk over en gevoe^ jegens mijn Vorst, op dezen. dag dat Hij bereikt de voile xijpheid der levensjaren, met al wat zijn bovenmenschelijk lot daarbij heeft gevoegd, vind ik zoo passend juist uitge-drukt in .,Vorstenschool' ' van Multatuli, waar de dichter de heldin van zijn drama, koningin Louise, haren droom dœt vertel-len, waarin een engel haar was verschenen, die haar gebood te kiezen tusschen een doornen en oeil gouden kroon. „Wat wilt g»3, Koningin of tmencoh zijn, sprak liij, Een mensch die lijdt, gevoelt en arbeidt, of Een Koningin dio heersclitIk....- koos het eerste En drukte mij den doornenkroon op et hoofd, En voelde t hloed mij bigglen langs de slapen.... ,,Door dat tôt d?t!" sprak deà?ngel en hij lei De gouden Koningskroon mij in den schoot. D'at is geheel de allegorie van de levens-baan van Albert van België. Mijn geest is vol van liera wanneer ik Multatuli's denkbeeldige Koningin hoor zeggen: ...ik acht Myzselve niet gekroond tôt Koningin, Voor ik de kroon der 6marte lieb gedragen. Door haar tôt Je andre, als in m'n kinder- droom ! Wat het dichterlijk genie verzon als het ideaal des Koningschaps, dat heeft Albert va n België met den heerlijksten, pakkend-sten eenvoud in dagelijk-sche toepassing ge-bracht. Het is zijn eigen zwaardragende, warm'e, timbervolle en toch diepingetogen stemme, dio ik deze koninklijke belijdenis hoor uitspreken : Geboorte.... oblige! Der Vorsten plîoht — zoolang er Voi-sten zijn.... Je weet tooh, moeder, wat dit \\oord betluidt ? Een Vorst is, in gevaar de voorste, en in •Het goede, d»3 eej*ste — is hoog te 6taan! Hun voegt De middelmaat zoo min als 't lage. Mij Scbijnt ailes *at niet hoog is, àlîerlaagst! Een eerzuil wil ik, ja... maar niet van steen, Jk wil 'n eerzuil in het hart des volks! En als dat hart niet trilt van liefde, bij 't Herdenken a^n m'n pogen — 't slagen staat In mijne maelit niet. moeder — dan, dan zal Het mijne schuld zijn, mijn grootste schuld! Er is gejuioht toen ik geboren werd— Gejuiclid bij m'n huwelijk... o m'n naam Bckleedt 'n plaats in d'Almanach de Gotha! Maar... ingeschitiven in de annalen van De Mensheid. Is die naam nog altijd niet.... En daar l>ehoort hij ! Edoch, mijn Vorst, het harte van uw volk trilt niet alleen van liefde om uw pogen, het jubelt reeds om de zekerheid dat Gij slagen zult. En ingeschreven in de annalen der Menschheid is uw gezegende naam van nu af aan. Toen Gij geboren werdt, voorspelde niets dat Gij geroepen waart om den troon te bestijgen. Het levenslot uwer Majesteit is meteen het meest verrassende en het meest grootsche dat ooit een men-schelijk v/ezeû kon te l^eurt va.l le n. Den onvergankelijksten eerezuil hebt Gij verworvén in het hart uws volks, voor nu en voor aile toekomst, omdat Gij zult geweest zijn, in de volste draagkracht van het woord, e«û Vorst, dat is : in het gevaar de voorste, in het goede de eerstej in het rechtschapene de hoogst staande! Koning met de koninklijke ziel ! wanneer de dag gloort, dat het herstelde België U den doornenkrans van de slapen afneeimt cm weer op uw hoofd de gouden kroon te drukken, dan wordt in U het woord be-waarheid : Door dat tôt dit; dan zijt Gij de Koning der Koningen; dan, Sire, blijft ten eeuwigen dage uw leven en stre-ven, uw lijden en strijden, uw pogen en lukken, uw roem en uw glorie... een Vor-stensohool.Mr. ALBERIK DESWARTE. 9 m* De Reine Degen. Sire, Menschen die spreken met de koele on-verschilligheid van den dilettant, met de baatzuchtige drogredenen van den utilita-rist, hebben uit de hoogte hunner kortzich-tigheid en hunner baatzuchtigheid, be-treurd, dat Uwe Majesteit zich met Haar Leger en met ons heele land in den wereldstrijd heeft geworpen. Reeds \ nu redetwisten zij over de toekomst, x de mogelijke uitsiagen van den oor- y log, vreezen allerlei onheil, en van Duitsche Q zij de, en van den kant der verbondenen zelf ; <? ze berekenen de schade van België en de dt vergelding die we zouden kunnen bekomen, Q het geleden kwaad en de mogelijke ver-goeding, ze wegen het leed, de wonden, de ^ puinen in de ééne schaal hunner finantieele v beraming, en in de andere het goud of het Q grondgebied dat ons kan geboden worden V als vergoeding. 6 Schuw heffen ze hunne stemmen en hunne & bedachtzame redeneéringskens en hun voor- û zichtig jn'otesfc, hun angstroep en hunne 0 verbittering naar de hooge zuil waarop Bel- <5 gië door de vereering der naties is gehe- O ven en die door U is bekroond, door de warme,, gespierde, lenige gestalte van Uw $ Koninklijk wezen. A Misschien hebben ze gelijk, Sire, van hun u standpunt, en volgens hunne vizie op de we- /> reld en liet levensdoel, zooals de blinde ge-lijk heeft die beweert dat de aarde donker /> is, zooals de ouderling meent dat de jeugd ^ slechts wilde kracht bezit, maar geen beleid ^ en geen voorzichtigheid, en zooals <^e effec- A ten-makclaar niet houdt van romans, de A oude vrijster van geen liefde... ^ Maar ik wil U huldigen, Sire, omdat U (J boven het practische en het nuttige, het A winstgevende en het voordeelige zijt gere- X zen, omdat U het koopmanachtige uit uw 5 ziel hebt gedreven, uw zin gezuiverd, uw x hart geopend voor de heftigheid van den a trots, voor den roes van de glorie, voor de ; mildheid van de opoffering. Het gebeurt zoo zelden in onzen tijd dat ; er eene schoone aaad wordt bedreven, dat 1 de vorsten en de edelen en de leiders vinden ; een nobel gebaar. Waar is de ,,panache' ' i der gestôrvene helden, de schallende en ru- ? moerende heroïek der voorbije tijden, de ^ romantiek en het idealisme van vroeger, die î heerlijke drang naar glorie en ridderlijk- $ heid ? ^ Laugs sluwe wegen ging de diplomatiek S en al de volkeren droomden van grondge- S bied-uitbreiding, van ,,impérialisme'' of S panslavisme" of ,,pangermanisme", van j! koloniale overmacht, van het konin^dom der S zee, en de staat-shoofden waren om niets ^ bekommerd dan om het ,,équilibré euro- S péén" en wapenden al maar door nieuwe S legers en zochten nieuwe oorlogsleeningen... \ U, Sire, U leefde stil, in een klein, \ vreedzaam land, dat geene politieke doel- S einden had, geen eerzucht of heerschzucht \ koesterde, dat i*ustig ijverde en vroolijk S leefde en rustig lag onder Gode's zon, naast S al zijne drukke en afgunstige geburen. En S men zag in U een goedigen, rustigen v man, die van vrouw en kind hield, k van de kunsti en van de letteren ( en die kalmpjes voorziclitigjes en wijze- ^ lijk regeerde over een kalm, voorzich- ( tig en wij s volk van nuchtere, brave ar- ( beidzame menschen. U zijt 't geweest noch- Ç tans, Sire, die in de diplomatiek terug de C Schoonheid hebt gebracht, in de Politiek iets ^ van de romantische ridderlijkheid der ver-gane eeuwen. U hebt gestreden en Uw leger ten strijde gezonden — en ailes hebt U prijs-gegeven — uit lputer besef van ons overwel-digd recht, uit eerbied voor de verdragen, uit fierheid van het gegeven woord, uit ver-ontwaardiging om het irtiskende geweten. U waart nochtans te wijs en te voorziende, Sire, om niet te weten aan wat tragisch onheil U, door uw besluit, uw eigen persoon en uw land en uw volk bloot stelde, om te be-vi'oeden ook dat België niets te winuen had, in den Europeesçhen strijd. U zijt de zuivere Ridder van dezen tijd, do Ridder met het edele figuur, het zuivere zwaard. In de toekomst zal de geschiedenis U toonen in een atmosfeer van Legende, in cen bovenaardsche licht van glorie, Verdediger van het Recht, Kampioen van den Trouw, en de menschen van later naar U doen sta-ren met gezag, liefde en ontroering, zooals het kind staart naar zijn droom en zooals wij nu naar de meest beruchte helden onzer geschiedenis opzien. Feitelijk staan we te dicht bij U om heel uwe glanzende schoonheid, uwe roeinrijke grootheid te kunnen meten met den staf die de komende geslaehten op U zullen toe-passen. Later zullen we heel trotsch zijn in uw eeuw, in uw koninkrijk en onder uwen S scepter geleefd en gestreden te hebben, J zooals de harenmutsen van Napoléon's Oude ^ Garde vertelden, in hun grijzeu dag, met S bevende stem en natte oogen, dat ze voch- \ ten onder den grooten Voret. k ANDRE DE RIDDER. \

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.