De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

1439 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 14 April. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 27 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/r785h7d399/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

persie jaargang IV. -3T3 Vvoetisaag t4 Apra S Cents DE VLAAMSCHE STEM iVLGEMEEN BELGISCH DAGBLAD [en volk zal niet vergaan! Eendracht maakt machtl DfBACTIEBUREEL s PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. - TELEFOOH Ho. 9922 Noord. De Vlaamsche Stem verschijni te Amsterdam elken dag des morgens tp yier bladzijden. Abonnementsprijs 1)8 vooruitbetaling ! Voor Hollaud eu België per jaar / 12.50 — per k-wartaal / 3.50 — per maancl / 1.25. Vocr Engeland en Frankrijk Frs. 27,50 per jaar — Frs. 7,50 per fcwartaal — Frs. 2.75 per raaand. Hoofdopstellen : Mr. ALBERIK DESWARTE Opstelraad : CYRIEL BUYSSE - RENE DE CLERCQ Mr. JAH EGGEN. - ANDRE DE RIDDER Voor ABONNEMENTEN wende men zieh tôt de Administratie van. het bïad : PALEISSTRAAT 31, AMSTERDAM. Voor AANKONDIGINGEN wende men zich loi de Administratie V8tl de VLAAMSCHE STEM, Paleisatraat 31, Amsterdam. ADYERTENïIES: 20 Cents per regel. Korte Inhoud. l#B lad zijde: jft lot van ons V aderland i— Léonce du, ÇatiUon fleine Kroniek. pe Franschen moeten Vlaamsch spreken — Umrd Pcetcrs. Oorlogsepisoden (16), j, Bladzij.de: fit het Vaderland. Brieven van hefc front. Geteisterd Nieuwpoort — Antiquarius. Se Bladzijde: 0e Europeesclie Oorlog. Koning Albert's Verjaardag, je Blad z e: Uit de Karnpen. Het boek der gnlden daden. Voor de uitgewekenen. lit lot van ons vaderland. In dezen afschuwelijken oorlog is weeral iets wat men ziet en iets wat men niet ziet. Wellicht is deze onziclitbare zijde belang-rijker dan hetgeen wij van leger-operatiën en veldslagen vernemen. Allerhande ge-mchten doen hun ronde over de toekomst van België. Ook wagen zeer velen te voor-spellen, wat lot aan ons lancl wordt bescho-ren.Yoor niemand is liet nog een gelieim, dat het onmiddellijk doel van Duitsch-land's oorlogvoeren de verovering van België was. Stellig beoogde Wilhelm II de overheersching vaii den oceaan door Enge-lapd's verplettering, die zou volgen op de neerlaag van Frankrijk en van Rusland. Ora dit doel te bereiken ging Duitschland trapsgewijzo te werk door België en Noord-Frankrijk, ten minste de kust tôt de golf der Seine te willen inpalmen. Het had overal zijne vertrouwde handlangers. Telde Le Havre geen 20.000 Duitschers, toen de oorlog uifcbrak ? Een s in liét bezit van de zuidelijke kust van liet Kanaal en van de Belgische kust tôt Antwerpen konden de Duitschers op hun eentje een tweede Has-tings voorbereiden en zoodoende de gébe-nedijde kultur over liet gansche lieelal ver-spreiden. Maximiliaan Harden, liet enfant t'rrible heeft dit uit de biecht verklapt. Thans echter zijn de druiven nog te groen gebleven. In plaats van het • gedroomde meerdere voordeel zou Duitschland reeds reer verheugd zijn de geroofde mindere fcrok, ons vaderland, te mogen behouden. Het is een bekend feit dat, na den slag aan de Marne, zijne diplomaten Frankrijk hebben voorgesteld België ondereen te ver-deelen. Het Walenland zou in de Fransche fepubliek opgaan, terwijl de Vlaamsche gewesten, met Antwerpen en Brussel, bij het Duitsche rijk zouden worden ingelijfd. Een handige en krachtige tusschenkomst van Engeland verijdelde dit plannetje. In ^ Fransche en in de Engelsche Kamer ^erden toen afdoende verklaringen afge-îegd, die de Belgen geruststelden. De Duit-fcbe regeering heeft zich naderhand nooit kten ontmoedigen om tôt de inpalming van België te geraken. In den jongsten tijd lieeft zij cens te meer aan Frankrijk een afzonderliiken vrede laten voorstellen op voorwaarde ons land te mogen bshouden in fuiling van Elzas-Lotharingen, van zekere Moniën in Afrika en mits eene aanzien-%e somme geld. Het spreekt van zelf, dat de Duitschers het door Tien verwoest en fteruïneerd Noord-Frankrijk zouden heb--n ontruimd, op voorwaarde nochtans, dat ^t groothertogdom Luxemburg een Duitsch vingewest zou worden. Opnieuw is Engeland tussclienbeiden ge-•<omen om een krachtig iiooit ! uit te spre-«n.Dit is dô verklaring waarom Sir Edward Vrey ^ezer dagen zoo kernachtig zei: ,,Eene Qer lioofdvoorwaarden van den vrede moet 've#n België's herstel in zijn onafhankelijk sationaal bestaan, het vrij bezit van zijn ^ondgebied, en het herstei voor zoover een ûerstel mogelijk is voor het wreede kwaad, ^Uièt werd aangedaan''. Die onbewimpelde verklaring moeten wij ^derlijnen, omdat zij van aard is ons te vredigen. Van een afzonderlijken vrede riet Frankrijk kan dus voor Duitschland l'eeral geen spraak zij».. Wij mogen hopen, de Fransche regeering eerstdaags in et openbaar de verklaring van den heer r®y zal beamen en bevestigen. ^ ledereen moet bekennen, dat de Duit-pretentie met ter tijd meer en meer be-^beiden wordt, hoe langer de oorlog duurt. et zal nog wel beteren. Lezen wij niet, de beruchte Dernburg van uit de Ver-cenigd© Staten reeds aanraadt België Op te *c'eili dezelfde Dernburg, die het eerst j*n_inpalming van België en zijne koloniën durven spreken. Wanneer Duitsch-*?. 6611 tweede Jena zal hebben beleefd, len ^°n^g€no°ten hunne eischen stel- is echteir wenschelijk, dat vriend o/ zind 'Van nu we^' ®e^gen S€" stell ^n' kunnen noch willen onder-ïouÏÏ' ^ er maar eGn €n^ Franschman -U»u gevonden worden, die, mits de aa* van Elsaa-Lothariûsen m voorwaarden van dit slag, een afzonderlijken vrede op België's rug zou willen slui-ten. Daarvoor hebben wij een te hoogen dunk van Frankrijk, waarvoor België uit ridderlijkheid zijn edelste bloed heeft ver-goten, zich heeft laten vierendeelen en tôt den bedelstaf brengen en thans vert-rapt wordt. Dit volstaa.t. Wij willen echter dit zeggen: In de XXe eeuw laten beschaafde, vrije, Westersche volkeren zich niet meer verscliacheren door onverantwoordelijke diplomaten. Een annexatie of een afhakken van een deel van een land kan maar geschieden, nadat het desbetreffend volk eerlijk werd geraadpleegd. Docli ondersteld, dat de oorlogvoerende partijen wederkeerig uitge-put geraken en de vrede gesloten wordt mits prijsgeven van België en zijne koloniën, dan zouden wij weten, wat ons te doen staat. Gewis zou geen enkel Waal in zulke voorwaarden een Fransch burger willen worden. Wat de Vlamingen betreft, wij kunnen verzekeren dat wij, die het meest door de Duitschers hebben geleden, meer dan de Walen zelfs, ook het langst zullen onthouden en wrokken. De Duitsche Keizer zou over geene oproeriger onder-danen dan de Vlamingen lieerschen. Met de hardnekkigheid én de taailieid die ons krachtig en moedig volk door de eeuwen heen hebben gekenmerkt, zouden wij niet rustei?, vooraleer het vreemde juk zou worden afgeschud. Wij, Vlamingen, hebben ons lot aan dit van onzen ridderlijken koning en van België verbonden. Door ons heldhaftig strijden rond Luik, rond Antwerpen en thans aan den IJzer, bezitten wij te veel stamtrots om knecht of slaaf van welken vreemden heerscner ook te kunnen worden. De Duitschers hebben ons, Vlamingen, steeds genegeerd en aan ons zelf overgela-ten, wanneer wij onder vreemde meesters zuchtten. En nu dat zij zich als bloedhon-den hebben gedragen, verlangen zij van ons bondgenootschap na aan België het Fransche noorden te heben aangeboden — natuurlijk onder de voogdij van het Duitsche rijk. Wat onzin ! Wat zinsverbijste-ring ! Een prijs geven van ons land zou de Britsche natie in het harte treffen. Die waarlieid beseft zij. Ook heeft zij niet ge-aarzeld het zwaard voor ons te trekken en zich de grootste offers te getroosten als ten tijde van Napoléon. Door ons te verdedi-gen, verdfcdigt zij zich zelf. Zooals Paul Hijmans het nog onlangs te Londen verklaarde, is de Engelsche natie voor ons de broedrlijke vriendin, de liefde-volle zuster. Die vriendschap bestaat niet van heden, noch van 1870, noch van 1830. Beide Vlaauderen, en vooral de mannen van zaken eveneens als aile bewonderaars van grondwettelijke instellingen voelen zich meer aangetrokken . tôt het Britsche rijk, dan tôt welkdanigen nabilur. Reeds in de middeleeuv/en was de band tusschen Vlaanderen en Engeland sterk. Toen de Wijze Man van Gent een verbond met Edward III sloot, beVorderde hij de l>elangen van zijn land. Welnu, Artevelde's politiek îs steeds de eenige gezonde, die zich aanpast op het Engeland en het België van heden. Engeland kan onmogelijk Duitschers te Antwerpen en te Oostende dulden, wat de opslorping van België zou beduiden. Ons land heeft behoefte aan steun bij een sterk land, dat het niet kan verdenken een inpalmingspolitiek ten zijnen opzichte te volgen. De schier bovenmenschelijke hou-ding van België heeft in Engeland de warmste bewondering verwekt, eene sympathie die geen stroovuur kan zijn, omdat de positieve Brit geene bewezen diensten vergeet. Intuïtief en spontaan is dan ook tusschen de Belgische en de Engelsche soldaten aan den IJzer eene wapenbroe'derschap gesloten, terwijl de Britsche regeering, gerug-steund door het gansche volk, steeds be-wijst onwankelbaar aan onze zijde te staan. Het is goed, dat men te Berlijn wete, wat de wereldsche gevoelens der Belgen en inzonderheid die der Vlamingen zijn, waar-op zekere ideologen de Duitsche verte in liet ingepalmd België meenen te moeten bouwen, wanneer eene weg van bloed ons van Duitschland scheidt. Een klein volk als het onze, heeft reclit op bestaan, omdat wij het Recht in zijn zuiverste ideaal vertegenwoordigen en ons daarvoor hebben opgeofferd. Wij weten echter, dat de deugd niet altijd beloond wordt. Daarom vertrouwen wij nog meer op ons leger en op de daadwerkelijke vaderlands-liefde der Belgische natie. En hier kunnen wij enkol diep betreuren, dat aile Belgische jongelui, die in het buitenland en vooral in Holland verblijven, niet vrijwillig dienst nemon om hun vaderland te helpen vrij vech ten. Aile volkeren der wereld moeten weten, dat de Belgen zicla nooit als de Polen zullen laten verdeelen, noch als de Armeniërs, zullen later onderjukken. Een verdeeld of cen onderjukt België zou gelijk staan met een niet te dempen opstand, een bestendig gevaar voor den vrede van Europa. LEONCE DU CAJIL^ON, ^ Kleine Kroniek. Optreden der Duitschers tegen Amerlkanen m België. Men weet dat de bewoners van liet door de Duitschers bezette fransche grondgebied langs Hollaud en België met levensmiddelen worden voorzien. De heer Phioliot werd onlangs d;;ot het Amerikaansche Voedingskomiteit gelast met de verdeeling der levensvoorraden. Eenige dagen geleden wilde de heer Pinchet eenige streken bezoeken, waar de ihongersnoofi '-îich reeds laat gevoelen. Te Antwerpen echter werd hij door de Duitschers aangehouden, met de boodschap dat hij aanstonds het Belgi.s':he grondgebied moest verlaten. M. Pinehot maakt deel van het Amofi-kaansch diplomatieke korps. De ,,New-York Herald" sehrijft anderszijds dat een achttienjarige Amerikaan, M. Schauer-merman, door de Duitschers te Brussel is <-.e-vangen r'enonien onder de Ijetichting bri aven naar Belgische officieren te hebben geschrevon uit Londen. In die brieven was echter uitsl li-tend aspraak van private kwasties. De moeder van M. Schauérman heeft een klacht ingediend bij den Amerikaanschen gezant te I^onden, waarin o.m. te lezen staat dat de Duitschers om haren zoon te intimideeren, heni herhaa'/ie-lijk aankondigden dat hij zou tereclitgesteid worden. Het liefdevol kinderhart. Oitderstaand sUol: is de vertaling van ten briefje door een - meisje uit Niemc-Zeeland geschreven en dat hevestigd was aan eene jjojj, die zich in een, kist met Ideederrn voor de Belgische khi der en. in Londen uit Fiel-diiig (N.-Zeeland) komend, bevond. Lieve kleine jongens en kleine meisjes, Ik ksn uw naam met, maar ik lioop hem Gens te kunnen, waniflefâr giji mij zult sclirijiyen, wat ik u verzeek -te doen. Wij zijn allen zco bedroefd om u, lieve kleine. kinderen, al&mede om uwe Moedei-s en Va-ders, wij hopen zoozeer u zcoveol mogelijk te helpen, en wij zullen nooit deze ver-schriikkelijke dingen vergeèen, die deze vree-selijike Duitschers deden. Wij leven hier op een lief buitenhuis; ik ben negeu jaar oud en ben in den der den graad ; mijne zuster en ik gaau te paard naar scliool, want de school is xder mijileai van ons huis ver-wijdei'd. Ik hoop dat gij mij-n klein ge-schenk zult ontvangen en wiji zenden u onze vriendschap ©n hopen'dat God weldra dezen oorlog zal beëindigen en dat gij in uw huis en in uw land moogt weder-keeren.Vriendelijke groeten van Ada Bradley, Kitwitea, Fielding, Wellington. New-Zealand. Over muzlek, Strauss en een zak bloem. Men weefa dat Strauss hier te lande ©en paar conoerten gedirigeerd heeft. Wij julien hem dat nu niet kwalijk nemen. Hij mag zooveol muziek maken als hij maar wil, of er lust in heeft. Niemand zal hem beletten zelf zijn werken t© leiden, waar het ook zij. Strauss is een eigenaardig kunstenaar en wij zullen niet verg©ten dat hij niet teekend© op het berucht manifest der 93 intellectueelen. En natuurlijk is hij we>er naar zijn land teruggQkeerd, bel as t en beladen als een pakezel, niet met de zegeteekens van zijn ir.-.uziekavonden of de geurige vrachteu van bloemen, maar met een zak blo©m ! Aange-namer gesohenk kon hij, naar zijn eigen zeggen, zijn familie niet doen, di© lieel weinig geestdrift veelt voor het oorlogs-bi~ood uit onver\ralscht stroo toeberedd ! De Turken en de Wolfjes. De Turken krijgen sclirik van de Duitsche Wahrheit! Stillekens aan beginnen ze te twijfelen aan al de moppen, die Wolff en z'n soortgenooten hun dagolijks voor-tappeu. Lachen is goed, zoolang de huid er niet med© gemoeid is, maar o wee, wan neer het er op aankomt ! De Islamitische helden kom'sn bedrogen uit! In hun verregaand© onnoozelheid zien zij het nu eerst! En intusschen zijn ze in-gescheept met Germania en zullen ze, te-gelijkertijd als di© kultuurmadam, naar den kab^ljauwskelder gaa n. En 't. leukste van ailes is, dat zij... Wolff censureeren. Hij liogt nog niet erg gcuceg, vinden ze! Zoo hebben zij gedaan met be-richten van die poppenkast oft© massacre des innocents over de krijgsveirichtingen der Duitscih-Oostenrijksche legers tegen Rusland en in Vlaanderen ! Of zijn ze eindelijk tôt het wijze beeef gekomen dat Wolff er een zonderling ge-dacht over de waarlieid op na houdt, in den zin van beschaving brengen met moorden en vernielen ? O Allah ! waar is ons heil g©-varen 2 Een Antwerpsch Lîedje. ..Van de wijn die zij daar pakken Dronken zij den lieelen dag, Pomp maar aan ! zei Pior-lalake En hij schoot in eenen lacli. "Want hij wist dat hun do keizer Kortelings tôt order gaf : ,,Trekt het water van den lJçeg Pc kss^ fiasate» aO-S IDe wanhoop van een bejaard Elzasser. Een bejaard Elzaœer, v©rtelt de ^Journal", M. Jozef Ziidel, geboren te Quieb-viller, 71 jaar oud en wonende te Moy (Oise) had dé oorlogsverklaring met vreugde be-groet..., hij volgde d© nieuwstijdingen met 1 ge:sstdrift, maar d© arm© oud© werd onge-duldig, daar de oorlog al te larug duurde naar zijn zin : ,,Ik zal dood zijn voor 't einde, herhaald© hij st©eds, ik zal den tijd niet hebben om naar giuds te g aan.-' Dit slo©g hem in zijn hersenen en hij beigon te ijlen, zag overal Pruieen. Enkele dagen geleden vond men hem opgehangen op zijn zolder... Arme man, zoo zal hij niet het einde zien van de glorierijke overwinning, die zijn vaderland zal bevrijden van het gehate Pruisdcm. De teergevoellge Frans Jozef. l)e waardige bondgenoot van Wilhelm, di© zich liet meesleepen door den Kaiser aller Deutschen en op zijn heurt den oorlog aan het ongelukkige België verklaarde, lijdt aan teergevoeligbeid. Oud als hij is, mist hij allen zedelijken moed om de dingen onder de oogen te zien en. blijft hij liever thuis. Dat is makke-lijker, want, och arme, z'n medelijdend liart kan de gevolgen van den door hem begonnen oorlog niet aanschouwen. Zoo'n best© man! Eens bezocht hij een gasthuis en wa-ndelde door de ziekenzalen. Op een zeker oogehblik hleef hij vol afschuw staan bij 't zien van een man, die kreunend zich te wringen lapj. Een dokter vertelde Zijne Majesteit, <lat die moe-dige onderdaan beide beenen verloor, wegge-schoten door een kanonkogel, blind is aan één oog en nog drie kogels in het lichaam heeft zitten. Om focli maar iets te zeggen, naderde do Keizer het bed van den ten doode opgeschrevene en vroeg of deze sorns iets yerlangde. En de lijder tusschen twee aanvallen van pijn in. kreuude zachtjes, maar o zoo wonder-di'oef : .,Majesteit, ik heb maar één wenscli, en dat is.... een kogel in het Oiart'3. Sindsdien heeft men FransJ-Jozef niet meer in gastbuizen gezien. Maar wij weten, en het is om te schreien van innige bewondering, dat onze Koningin, onze goede Moeder, die vrouw is van zoo groote ]-einheid, dag en nacht over de zieken waakt en overal is waar lijden moet getroost en smart geheuld worden... Zij laat zich niet afsclirikken door de ellende, omdat haar geweten, en in haar de gelieele natie, zeker is van zijn oprechten, ougeschonden trouw aan de lioogste wetten van Recht en Menschelij kheid. Onderwijs van gekwetsten. Uit Gerhart Hauptmann's roman Àtlantis kent men de figuur van Stosz, den kunstenaar zondër armen, dien hij op een zeereis ontmoet. Het origineel van dezen man, met wien Haupt-mann indertijd werkelijk op de vergane ,,Elbe" gevaren heeft, gaf volgens een bericht uit Berlijn een voorstelling in het lazaret der brouwerij Ivonigstadt, dat onde.- leiding van den officier van gezondheid, dr. Heymann, staat. Op verzoek van den dirigeerenden officier van gezondheid, dr. Brettner, zou den gekwetsten getoond worden, wat wilskracht tôt stand brengen kan en dat het verlies van lede-maten door meer volledige ontwikkeling van die, welke overgebleven zijn, tôt een tameliik hoogen graad weder vergoed kan worden. En al zullen allen ook niet een virtuositeit verkrij-gen, als de héer Unthan zonder handen, zoo maakte zijn leerrijke en onderhoudende rede toch een diepen indruk op de gewonde toe-hoorders. Do heer Unthan heeft zich geheel aan het onderricht der patienten gewijd én hoopt door zijn voorbeeld te werken. Hij is als de zoon van een Oost-Pi uisischen onderwijzer, zonder handen ter wereld gekomen en heeft als kind de voeten gebruikt om te spëlen. Toen hij zes jaar was, kon hij zich ontkleeden, vier jaren later aankleeden. en begon op zijn zestiende jaar viool te spelen. Door buitengewone volharding en oefening met de voeten heeft hij het zoo ver gébracht — hij is thans 60 jaar — dat hij uitmuntend viool speelt, do trompet blaast, zwemt enz. Tôt groote verbazing van de patienten speelde hij op een viool uit den ,,Troubadour" en „La fille du Régiment", beter als mënigeen met twee gezonde handen. Verder blies hij op de trompet en hield soms even op, om met den voet de bril op den neus recht te zetten. Met hét grootste gemak haalde liij met de voeten een sigarettenkoker uit zijn jaszak, stak met de teenen de sigaret aan, en speelde kaart met de voeten. Ten slotte schreef hij op de schrijf-machine met buitengewone snelheid. Dé heer Unthan zal zijn kunsten ook in de andere lazaretten vertoonen. Ook in Beieren zijn thans maatregelen ge-troffen voor het onderwijs aan eenarmigen. Tn Munclien, Wiirzburg, Niirnberg en andere stedên zullen lessen worden gegeven. De militaire autoriteiten hebben bepaald, dat het schrijfonderricht aan aile soldaten, die alleen de hnkerhand gebruiken kunnen, voor het le, 2e en 3e legercorps in Munchen gegeven wordt. Onze Letterkundigen. Sedert weken werd er în Yeurne-Ambacht verteld dat Edward Vermeulen (Warden Oom in de Vlaamsche letterkunde), de bekende schrijver van „Trimaids", te Hooglede gévan-gen genomen werd door de Duitschers en doodgeschoten. Dit gerucht wordt stelhg door De Franschen moeten Vlaamsch leeren. Oiider bovenstaand opschrift verscheen in de ,,Vlaamsch© Stem" van Zaterdag 1.1., le bladz., 6e kolom. een stuikje waarmed© ik het niet geheel ééns beii, eu dat ik ook onvolledig acht. Daarom zouj ik graag ©en wcordje over lietzelfde onderwerp willen nedersehrij ven. Ik ben het niet ééns met den schrijver, zeg ik. Ziehier waarom. Schrijver schijnt er den Franschen een© grief van t© maken, dat zij v;èl Vlaamsch willen leeren ,,om de Duitschers afbreuk te kunnen doen en met lien op liandelsgebiecl te kunnen concur-reeren," maar niet ,,om de gedichten van G©zelle, enz." Of dit nu wel zoo ,,grappig" is als onze medeweiker zich voorstelt, weet ik juist niet. Inderdaad, in onze tijden van overladende geestesontwikkeling leert men enkel eene nieuwe taal bij, omdat het er aan verbonden nut of voordeel — 't zij ethisch, 't zij stoffelijk — opweegt tegen de moeite die men eraan besteedt. Wel kunnen er erkelen gevonden worden die eene taàl bij leeren uit louter letterkundig genot, maar dat is de oneindige minderheid. Het komt er voor ons, Vlamingen — en voor aile Groot-Nederlanders — op aan, te toonen dat zoo onder stoffelijk als onder geestelijk oogpunt onze taal verdient aan-geleerd te worden in den vreemde. En daar heb ik zelf eenige ondervinding van. Bij elke gelegenheid handeld© 5k, in de talen waarin ik schreef, over de voortbreng-selen onzer moedertaal; ik deed ons strijden voor de Vlaamsche Hoogeschool en onze Nederlandsche opvoedkundigen — vermits dit mijn. bij zonder vak is — keunen, v©r-taalde en besprak in andere talen menig© hunner werken, en boezemde op die wijze meermalen den lust in die schrijvers in hun geheel te kennen. Wel werd mij van eng-bijziende zijde verweten, dat ik b.v. in 't Fransch over Nederlanders en Neder-landgclie opvoediluund© handelde —• ©.a. wijlen pastoor Jul. Bouten, die nochtans innig bevriend was met mij, hekelde er me dikwijls over —, maar de slotsom was toch : lo. dat het geene verioondering baarde toen ik, voor de éerste maal, in 1909 onze moedertaal bij de ,,wercldfalen" voegde, voorbeeld dat weldra opgevolgd werd; 2o. dat op ons Internationaal Bureel uit menig e landen aanvragen Jeu: amen om mid-delen en leerboeken te verschaffen ten einde onze taal te leeren. Eén voorbeeld. De gekende Russisclie ingenieur en pedagoog, m'n vriend A. Zelenko, stichter van het Eérste Moscower Settlement, schreef me, na de lezing van eene eerste vertaling uit Jan Ligthart's opvoedkundige verhandelingen : ,,Ik geloof dat uwe taal onrecht aangedaan wordt ; ge-lief mij de noodige werken toe te sturen om Nederlandsch te leeren." Wij, meertaligen, wij moeten van onze meertaligheid gebruik maken om onze nioe-dertaal te doen waardeeren in ons bijzon-der vak. Want mijns inziens liangt er daar veel van af. En indien de handelslui in Frankrijk onze taal leeren om hunne lian-delsbelangen te bevorderen, vind ik dat evenmin ,,grappig" als de aanvraag van m'n vriend Zelenko die onze opvoedkunde in onze taal wilde bestudeeren, als het streven van een dichter om Gezelle in 't origineel te kunnen lezen. * * Het stuk in kwestie is ook onvolledig. Kort op het artikel waarop gedoeld werd, gaf dezelfde Parijzer Matin ©en ander, ge-titeld: A propos du Flamand, dat ik hier in z'n geheel mededeel : Le 17 mars courant, noua publiions un article intitulé: ,;Il faut apprendre le flamand."Cet article a suscité, chez les Wallons réfugiés à Paris, quelque émotion. M. Oscxr Gilbert, président de l'Union des Belges wallons réfugiés en France, nous soumet à ce propos quelques réflexions.^ — Ce serait une erreur de croire, dit-il, que la connaissance du flamand puisse avoir la plus petite influence sur les relation? commerciales franco-belges. Tous les industriels et commerçants de notre pays connaissent le français. Il n'y a que ceux qui sont systématiquement hostiles à la France, qui feignent d'ignorer votre langue. Ce n'est "point sur eux que 1a- France doit compter pour augmenter ses débouchés commerciaux. ,,Ce n'est pas le moment de rouvrir d'anciennes querelles, mais qu'on nous permette de rappeler que l'effort tenté par les flamingants, pour faire de la langue flamande la langue nationale belge, avait surtout pour but de combattre la culture et la civilisation françaises. ,,C'est l'histoire d'hier. Espérons qu'elle n'aura point un recommencement." Aanstonds greep ik de pen en stuurde ik aan den Matin ©en klinkend protest tegen deze uitingen. Ik deed opmerken ho© clroe-vig het was t© moeten vaststellen, dat, terwijl onze Vlaamsche jongens, de meerder-heid van ons leger, aan den bloedigen Yseï 011".e. Belgische rechten verdedigen. er Belger gevonden werden die hen hunne T laamscht rechten wilden afnemen ; dat de heer Gil- gggft gafei TSSïà I Vlaamsch t© kennen, en hij over de Vlaam-sohe toestanden oordeelt als een blinde over de kleuren ; dat die ,,hostilité systématique" slechts in zijne verbeelding bestaat voor zooverre Frankrijk zelf onze rechten eer-biedigt; dat hij de waarlieid verdraait door te beweren, dat wij van onze taal de Belgische taal wilden maken ; dat de Vlaamsche Beweging ,,l'histoire de hier, comme celle d'aujourd'hui et d© demain" is. En ik eindigde met den raad dien ik reeds in mijne brochure Les Flamands et l'Université Flamande nederschreef : défiez-vous de ces apôtres de la discorde ! Terwijl ik dit schrijf ontvang ik een woordje van een briefwisselaar uit Frankrijk waaruit ik verneem dat mijn protest niet het eenige was dat de Matin te slikken kreeg. ,,Après d© très nombreuses lettres reçues à ce sujet, la question ne paraissant pas suffisamment éclaircie et ne présentant rien d'urgent, l'incident est définitivement clos et nous n'en parlerons plus". Dat lieet ik ,,langs het achterpoortje wegsluipen." Voor mij echter is ,,l'incident" met ^définitivement clos", en ik hoop er wel op terug t© komen, zoohaast ons viertalig tijd-sclirift Minervà opnieuw verschijnt. Natuurlijk houd ik er dan de ,,Stem" van op de hoogte. EDWARD^ PEETERS. .t» (loiiogsepisoden. XVI. Het oude moedertje. De vermoeide dragonderpatrouille keerclo 's avonds laat in het dorp terug en bracht ©en twintigtal gevangenen mede. Zij had het troepje in het bosch afgesneden, zonder tegenstand had het zich overgegeven. Het waren aile oucle, baardige kerels; slechts één jonge soldaat was er bij, een student. Hij droeg in zijn armen, heel voorzichtig, een stok-oud vrouwtje. Ze was een boerin, die in doodsangst voor het geweld van den oorlog, zich in het bosch verscholen had; liongerig, verkleumd, biddend en sclireiend had zij zieh daar verstopt gehouden, tôt ze dan ontdekt werd. En in haar onberede-neerden angst voor de vreemde soldaten had zij zich aan den student vast geklemd, had zich niet meer van hem willen laten schei-den. Zijn blauwe oogen, zijn innemende manier van lachen moesten haar gerust hebben gesteld. En toen het gaan haar moeilijker werd, toen de voeten haar begonnen t© steken, had de jonge soldaat haar opgebeurd, haar verder gedragen, alsof ze een kind was. De armen liad. ze om zijn hais geslagen ; zijn vracht had hem licht geschenen, zoo licht of het een ruiker bloemen was, dien hij met zich mee droeg. Men sloot de gevangenen op in het kerkje van het dorp; en omdat de oude vrouw begon te jammeren en weeklagen, zoodra men haar wilde scheiden van haar jongen beschermer, sloot men haar tegelijk met de anderen op. In het gebouwtje werd haar een bos stroo aangewezen en nog een wollen deken ; maar zij bibberde van kou en angst. De student legde zich daarpm naast het zielige oud je, liaar zachtjes troos-tende woorden toesprekende, en nam haar dan in zijn armen. Zoo viel ze in slaap. Zij lag daar als een eerst doodelijk verschrikt kind, dat gekalmeerd werd, en dan rustig te sluimeren aanvangt. Zoo sliep zij, aan-gedrongen tegen de borst van den jongen soldaat. Hij keek glimlachend naar bèt oude moedertje in zijn armen. Misschien dacht hij daarbij aan zijn eigen moeder, of wel aan de beangste menschheid, welke in doodsnood naar vrede snakt. Dienzelfden nacht begonnen de vijanden het dorp te beschieten. Uit hun onzichtbare, verre batterijen suisden de .zware granaten over de wouden, en de allereerste projec-tielen troffen het kerkje. De oude toren kraakte ineen, verpletterde het vermolmde dak, zoodat een wolk van stof en puin op-dwarrelde ; dan sloegen ook de vlammen uit de puinlioopen. Na ©en uur zwegen de kanonneii. De soldaten in het dorp kwamen uit hun schuilplaatsen te voorschijn, om een onder-zoek in te stellen naar de gevolgen der be-schieting; van de kerk vonden zij nog slechts, een bouwval. Maar terwijl men nog bezig was onder de smeulend© ruïnes te zoeken, trad daar de jonge soldaat uit de puinlioopen t© voorschijn. Hij droeg het oude vrouwTtje weer in zijn armen ; opgewekt, zelfs rustig glimlachend hield zij zich nog tegen zijn borst geklemd. De flakkerende vlammen verlickt-ten zijn gelaat. Aile andere negentien ge-vangen soldaten lagen verpletterd en ver-koold onder het rookende puin; hij alleen was gered, met zijn beschermeling onge-deerd gebleven. Den volgenden ochtend was d© oude vrouw verdwenen. Doch de jonge student behield sedert dien nacht zijn stillen glimlach, als w.yo hij ^ de drager van een heilig geheim.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Periodes