De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad

966 0
18 augustus 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 18 Augustus. De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad. Geraadpleegd op 05 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/8s4jm24g42/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

I ,^ste Jaargang t No. 191 WnoncHnct 1*3 2i«nSt»Gt«lc 1Q1R .FS DE VLAANISCHE STEM Uk„ Volk zal niet vergaan! ALGEMEEN BELGISCH DAGBLAD Eendracht maakt snach BEDACTIE- en adhiinistratiebureelen i KALVERSTRAAT 64, bovenhuis, AMSTERDAM. Telefoon No. 9922 Noord. Onder leiding van C—IMH —. i ——— ABONNEMEKTSPKIJS (bij vooruitbetaling) : Voor Nederlancl per jaar »1<3. R 60 — per kwartaal gld. 1.75 — per maand gld. 0.75. Voor Belgil', Engeland, Frankriik en andere landen dezélfde pr\jzen, met verhooging Tan verzendiugskosten (2U cent per nummer), _A DVERTENTIES: 20 ™,. ™™l llaéreii en België. Open Brief aan onze Vrienden in Vlaanderen I faarde Vrienden en Strijdgenoten, I Van de gelegenheid die zich voordoet on: Hr^bereiken maken wij gaarne gebruik on lr («r controlering van eigen opvattingen B.jinîichten mee te delen die, in verbanc 11, de Vlaamse Strijd, zich bij ons hebber B.'^rikkeld, sedert wij Vlaanderen midder B'^ber -van het vorige jaar verlieten er belangstelling kennis namen, zover di1 I- onze macht stond, van het Vlaamse ge- ■ Pleven dat hier en in Zuid-Nederland. B^rthet uitbreken van de oorlog tôt uiting ■ verband met de afstand die ons scheidl ■ |]s een gevolg waarvan de indrukker ImqcIi bij ons vestigen wel zeer moeter ^Hrr^billen — lopen onze meningen over eer B mder punt wellicht uitoen. Maar wij ver-Hrrawen dat de denkbeelden, vervat in dit ■pjrêii, door U ernstig in overweging zul B;ifforden genomen, zoals ook aile opiner-H: eD Uwer- en andererzijds bij ons steeds l.: open oor zullen vinden en een geest die BL ^ de waarheid en door haar het welzijn ■ r medemensen zoekt: welzijn opgevat M:ii6 diepste en ook de breedste betekenis H m dit woord. I Want vooraleer over te gaan tôt het be- ■ < , van het Vlaams politiek beginsel, Hr.:- als riclitsnoer vast staan, dat wij het ■ irûjn van Vlaanderen en de eer en de ■ ru van de Vlaamse Naam niet nastreven Huhun zelfs wil, maar ter wille van de Hpo&eid van de ganse mensheid, waarvan ■ «bevolking in de Vlaamse gewesten het H H is dat ons in de eerste plaats ter harte H i:: En het wil ons voorkomen dat deze ■{rootheid slechts kan worden gevestigd op Bwmeest ab6oltfte eerbiediging van een-Hn-iers levensrecht en de meest absolute ■ wiiklieid in aile menselike verhoudingen. 11! dat hiermede aile menselike aktie — loi; de Vlaamse Beweging — in aile di»-Bn rekening houden moet. ■ In Vlaanderen de Mensheid te dienen, er I b de Mensheid de Hoge Macht die haar loi I Istemb, is voor de Vlaming heilige plichtj liiiet gebod /an het Vlaams Geweten. Geen ■ Sicnt heeft in Vlaanderen waarachtig ge-Hë?, uie aan deze • 'c zoo. tornen ol ■ i:".:-uk deen. ■ Bestendig is Vlaanderen's . eredienst: ni: H&îlioudt hij niet op en begint dan weer. I -'-r hij duurt voort in aile wisselvallighe- ■ k Aile gebeurtenissen in ons volksbe- ■ l'îan, bîijde of smartenrijke, plaatsen wi; ■ iazijn teken: in vreugde of in rouw, steeds I lijn al onze krachten aan zijn vrome luistei ■ Trouw als het kind, bedrukt om moe H &rs zorgen, vervult ook ons de kom - i Vlaanderens lot in deze bange tijd, ■ «ar jvenals oij de goede zoon, als ramper ■ btouderlik huis bedreigen, liefdevol ■ ^vaardigheid, staan Vlaanderens zoner ■ Hast hunne Moeder, strijdend, of vorsenc ■ "• -akzaam — naar de zin van de strijd, I Zo is dan, evenals steeds tevoren, ooi I de huidige krisis de geest var ■ ^"nderen levend in ons. Van deze geesl H -Kten wij getuigen, krachtens onze I uMmse natuur, gehoorzaam aan de weni ■ «mer vaderen, onze zorgende gedachter ■ aan hen, die eenmaal uit onze han I "K onverdeeld, het aloude erfdeel vai I ^ s^am ontvangen zulleai. * * * I harde,onrechtmatige lot dat de Bel- ■ r-ese Staat begin Augustus van het vorig( I ^'ir ^e0ft getroffen, bracht in de alge-I ^0ne ^langstelling de verhouding van hei I "kamse Volk tôt de Belgiese Staat naai ■ Tr I kgenstelling met andere staten, waai organisme van de Staat de be "i^eri dient van de volkeren di-Wen ziju grenzen wonen, heef J belgië de zuidelike bevolking, he ' - a Volk, met de steun van de ver kaste in Vlaanderen, zioh sedert d-^iitmg van het koninkrijk het Staatsorga - tôt haar uitsluitend voordeel toege > en zodoende de noordelike bevolking ^ Vlaamse Volk, sedert 1830 onderdrukt .iei nc°dlottigste feit uit deze verdrukkinc " de vert'ransing na 1830 van de in 1818 rL ^ aoor toedoen van de voortreffelike dr. Kesteloot, t-e Gent voor d< ^ '^n 0T)?erichte Universiteit, waai °i? de huidigo rîacr nrAAb+.majfcitr. de taa der Walen de voertaal is geblerven. Plechtig werd van in het begin door de Vlaamse Beweging tegen deze politiek van de Be>lgiese machth^bb ers gewaarschuwd, . maar doof voor de stem van regoerders-plidht en -eerlikheid kwamen zij niet tôt be-zinning, doch gin£€n integenideel voort, van de staat te make^ een st-eeds geduchter L werktuig om de Vlaamse reohten afbreuk ' te doeoi. Zo stond aan de vooiavond van de we-reldoorlog scherp tegenover de BeJgiese Regering het bewuste Vlaanderen. Toeu echter Duitsland, overmoedig, in België liet levensbeginsel der kleine staten schond, laaide de verontwaardiging ook door Vlaanderen en stond ook Vlaanderen op, om het beginsel te vrijwaren waarop het in de toekomst zijn volksbestaan vestigen i wil. Want dit is voor Vlaanderen duidelik : dat het wel de grenzen terugwenst van het Koninkrijk België, maar daarin niet een staatsorganisraie dat de Vlaamse ziel ver-> drukt. De offers van Vlaanderen mogen niet zijn gebracht ter versterking van de invloed van wie Vlaanderen schenden. * * * Gçievender nog ' in het verleden zou in de toekomst Vlaanderens verdrukking zijn door de Belgiese Staat'. Immers, waar deze staat zou optreden als de verdrukker uit het ( verleden zou deoe handeling lijn-reoht in strijd zijn met het beginsel, aan de zegepraal waarvan hij zijn herstel te danken hebben zou. De strijd van België toch is een strijd tegen het impérialisme. Impérialisme heet het streven om aan een volk een type van besciiaving op te dringen, eigen aan een ander, aan een vreemd volk. Van dit streven onderscheidt men naar gelang der om stand ighed e n tweeërlei vorm : lo. imperialisme-naar-buiten ; 2o. imperialisme>-naar-binnen. Het eigenaardige van de eerste soort im-pèrialisc e is, dat het ue grenzen over-schrijdt van de eigen staat en daarbuiten, naar buiten, zijn st" poogt te verwe-, zenliken. Anders staat het met het imperialisme-naar-binnen.; Hier blijft de werking beperkt binnen de grenzen van de eigen staat, waarin ver-i schillende volkeren politiek samenwonen. Het organisme van de staat wordt door het ene volk misbruikt om de belangen van het andere dienstbaar te maken aan de zijne en het andere te onderdrukken. Dit , kan het geval zijn ook in kleine staten. In wezen echter verschillen beide vormen van impérialisme niet van elkander. Een voorbeeld van de tweede soort ver-toont België, zoals wij hebben uiteengezet : sedert 1830 tôt aan de grote oorlog hebben aile Belgiese regeringen .meegewerkt aan het opdringen aan Noord-België van het Zuid-Belgiese' beschavingstype. Tans heeft de Belgiese regering een strijd aangebonden tegen het (Duitse) imperialisme-naar-buiten.Zodat de Belgiese regering, hiermede het imperialistiese beginsel verzaakt hebbend, ook in het herstelde België, het imperia-lisme-naar-binnen van vroeger verzaken moet. ** * De kulturele autonomie van Noord-België is dus de Vlaamse konsekwentie van de 1 Belgiese strijd. Een regering die deze strijd aangaat, moet ook de konsekwentie er van aanvaarden. Om hiervan blijk te geven is het nooit te vroeg, soms wel te spa. 1 In het neutrale buitenland, en bij voor-keur in de kleine landen, verkondigt de 1 Belgiese regering dat haar zaak de zaak der kleine naties is. Klein® nationaliteiten, verklaren haar woordvoerders, hebben vol-' ledig recht op bestaan als uitdrukking • van de eigen aard der volkeren. Slechts op î het beginsel der nationaliteit, dat door : taal en oorsprong bepaald wordt, kan een i duurzame vrede worden gevestigd. De sympathie die België in het buitenland ge-3 niet is voor een goed deel te dankên aan deze gedachtegang. Hiermede echter in strijd is steeds ge-weest het optreden van aile regeringen in I het België • î voor de oorlog. Maar ook ' ; hier dringt zich de Vlaamse konsekwentie van het standpunt op. en de regering is i verplicht in het binnenland toe te passen, _ i wat zij luide in het biiitenlând verkondigd | heeft. Met krachten sreput ook uit het Vlaamse Volk wordt de strijd voor de Belgiese Staat gevoerd. Bloedig zou dit volk onrecht worden gedaan, indien tans deze staat zijn plichten tegenover de Vlamingen afwees. Tweeërlei plicht heeft de Belgiese Staat tegenover de Belgiese bevolking: lo. een plioht tegenover het Waalse volk; 2o. een plicht tegenover het Vlaamse volk. Beide plichten zijn volkomen aan elkander gelijk: gelijke aanspraak kunnen beide volkeren doen gelden op de zorg van de Belgiese Staat. Beide belangen verenigd vormen het belang van de Belgiese Staat, ja buiten deze gelijke belangen bestaat geen waaracjitig Bel'gies belang. Wie een dezer belangen te kort doet in woord of daad, handelt in strijd met het Belgies Belang. In overeenstemming ermede hande-len wie in woord en daad een dezer belangen bevorderen, zonder aan het andere afbreuk te doen. Steeds heeft de Vlaamse Beweging dit Belgiefi belang erkend; maar de ene helft er van,, het Vlaams belang, is steeds door de Belgiese Staat miskend geworden. Tans echter staat België voor een nieiiwe toekomst, waarin de oude, eenzijdige Belgiese staatsidee, die het belang van Vlaanderen uitschakelde, wijken moet voor de loyale behartiging door de Staat van het waarachtige — tweeledige — Belgies be-lang.Binpen dezelfde staatkundige grenzen een kultureel autonoom Vlaanderen een-drachtig naa6t een kultureel autonoom Walenland — heerlik voorspel van de verhouding die eenmaal aile volkeren binde! — ziedaar de hoopvolle werkelikheid waar-naar in het nieuwe België de nieuwe staats-geest streven moet. * # Volledig bereikt kan de kulturele autonomie van Vlaanderen slechts worden op de grondslag van Vlaams zelfbestuur. In de centraliserende werking van het Mid-denbestuur heeft het Zuid-Belgiese impérialisme steeds een scherp wapen tegen het Noorden gevonden: de snede.er van hebben geslachten en nogmaals geslachten Vlamingen aan den lijve en aan de geest gevoeld. In de plaats van de vroegere centralisatie moet treden het federatieve stélsel. Aile takken van bestuur, aile orga-nismen van openbaar leven meeten diensvolgens in Vlaanderen volkomen Vlaams zijn. Zowel in Vlaanderen als in Wallonie moet met de tweetaligheid worden gebroken. Het centrum van verfransing en verbas-tering in Vlaanderen, de Gentse Hoge-school, moet plaats maken door algehele vernederlandsing, voor een brandpunt van krach tige en diepe Vlaamse werkzaamheid. De organisatie van 's lands weermacht moet ter hand worden genomen op geweste-like grondslag, het Nederlands de taal zijn de van het bevel over de Noordelike, het Frans de taal van het bevel over de Zuidelike korpsen. Met gebruikmaking van het nieuwe srta.atsorganisme moet in Vlaanderen het gc-hele Vlaamse programma integraal worden doorgevoerd. In verband met de buitenlandse poli-tieke stromingen blijve de trouwens, slechts als noodzakelike konsekwentie van dit nieuwe organisme, duurzaam te verwezen-liken neutraliteit van de Belgiese gewesten gehandhaafd. De mogelik-heid zij uitgesloten, dat het Noorden of het Zuiden, door de aansluiting van het rijk bi] enig buitenlands machtverbond kultureel in de verdrukking komt en zodoende van beide delen de cohaesie en van het rijk zelf de hechtheid in gevaar worden gebracht. * * * Eem veelzijdige taak, tevens een grootse, wacht de Regering in het herstelde België. Niet alleen de stoffelike welvaart, ook de geestelike ontwikkeling der Belgiese landen zal harde en intense arbeid vereisen. Deze dubbele richting uit moet tans reeds de zorg van aile weldenkenden gaan. De zware plicht rust op de regering de bevolking in deze voor te lichten. Den Vlamingen geve zij dan te kennon, welke lijn, naar hare mening, de kulturele ontwikkeling van Vlaanderen volgen moet. Zij geve te kennèn of, wat wij hopen, haar standpunt overeenstemt met het Vlaamse inzicht. Hierover helder bescheid te verlangen is, in deze gewichtige ure, het Vlaamse volk aan zichzelf verplicht. 'Aan zich zelf verplicht is de regering, van een levenskwestie als deze niet angstvallig een grondige be- handeling te ontwijken, maar integendeel ëerlik en open in de nieuwe richting vooi te gaan. In verband met het wezen van de Belgiese Strijd en zijn Vlaamse konsekwentie, drukken wij de hoop uit, dat door de Regering, onmiddellik na het sluiten van de vrede, in de eerste plaats de Vlaamse kwes-tie aanhangig worde gemaakt in het Parlement en door haar, in boven gemelde zin. haar zege bewerkt worde, desnoods met, tôt ontbinding der beide Kamers, een plechtig beroep op het Hoogste Gezag. Tans is het woord aan de Overheid. Dat het niet op zich late wachten ! Dat het helder klinke en een konkrete waarborg zij ! * # * Wat ons betreft, Strijdgenoten, laten wij trouw zijn aan ons Vlaams verleden, aan de hoge traditie van onze stam, aan ons zelf en aan elkander. In hou en trou alleen — in Vlaamse liefde — kunnen wij Vlaanderen dienen. Alleten Vlaanderen dienend, kunnen wij België groot maken. Amsterdam 15 Augustus 1915. RENÉ DE CLERCQ. Dr. A. JACOB. ie Item des Vis. Een eenvoudige voilesjongen schrijft ons: Op cen schoonen Juli-avonci, toen de zon ten ondergang neigde en hare laatste stralen tooverachtig verspreide, slenterden wij langzaam en diep in gepeins verzonken. langs de omheining van ons ballingsoord. I)e laatsté weken bijzonder hadden ons diep doen nadenken. Het was alsof wij droomden en toch was het de droeve werkelijkheid. Wie zou het ooit hebben kunnen verjnoedeii dat er nu nog, nu de gansche wereld het oog gericht houdt op ons dierbaar Vader-land, nu de politieke strijd heeft rust genomen en allen naar hetzelfde doel streven: de Vrijheid en ônafhankelijkheid van ons Va'-derland, dat er nu nog zijp die, door hur haat tegen al wat Vlaamsch is, trachten twist en tweedracht te zaaien tusschen Vlamingen en Walen en zelfs in hun fransch-dolheid zoover gaan van de Vlamingen te be-schuldigen dat zij gemeene zaak maken met den overweldiger van ons geliefd Vaderland. Bekende voormannen der Vlaamsche Beweging worden op lage wijze belasterd en geen speldeprik wordt hun gespaard. Het is droevig zoo iets te moeten bestatigen en ten rechte vragen wij ons af wat de Vlamingen daarvan moeten denken die nog op het stukje vrij gebleven Vadergrond hun leven ten beste geven voor de vrijheid van ons Vaderland. Laag en verachtelijk is zulke handelwijzc en men moet waarlijk aile menschelijk ge-voel verloren hebben om de Vlamingen er hun taal nu nog te durven verachten. De Vadergrond is- gedienkt met hun bloed en het zijpelt nog dagelijks uit hunne edele wonden in Vlaanderen's grond. Ontegensprekelijk nemen de Vlaminger in het grootste getal deel aan den strijd en juist daarom, nu die groote fransche hee-ren gevoelen dat het niet meer dan billijk is dat men na afloop van den oorlog ck Vlamingen recht late wedervaren als loor voor hun vergoten bloed, nu. kunnen die heeren niet meer wachten om hun vuis werk voort te zetten van voor den oorlog ei in hunnen haat tegen de Vlamingen zien zi> niet dat dit in het belang is van den vijand Zij halen eer van hun werk ! Nu meer dan ooit ontwaakt het gevoe! in ons voor onze rechten te eischen na afloop van den oorlog en moest het gebeurer dat wij dan nog als parias zouden behan-deld worden — wat niet denkbaar is — ja. dan hebben wij geen Vaderland meer dan is al het vergoten bloed van geem waarde. Maar neen dat is niet mogelijk, dai kan niet zijn. Wie zou het aandurven var de rechten der Vlamingen dan npg te mis-kennen.Daar moet dan een einde komen aan dier onrechtvaardigen toestand. Zoo de Vlamin ge n nu hun bloed geven voor de vrijheic van het Vaderland, zoo zullen zij na aflooj van den oorlog desnoods nog hun bloec geven om hunne rechten te verweven. Dar zal de leeuweai-vaan ontrold worden, di( ons zal toeroepen, kom, schaar u aller rondom mij, gij Vlamingen van daad er karakter, want : Wij wil den wat was recht En wonnen wat wij wildon. — i.a ■ o ■ cei ■ De tijd is groot!.... De tijd is groot, Doch zwaar zijn de dagen; De roem niet dcod, Doch velen die klagen. De paarden verrennen het land, En de menschen vermoorden de menschen De moed is schoon, Doch droef het gebeuren. Het eenigste loon Is harten verscheuren. De moeder s en kinderen lijden Als broedens hun bi*oeders bestrijden! Ze gaan daar stil, Ten doode gewijden, Zonder hun wil : Wel groot zijn de tijden, Als volken de volken bevechten, Verdedigend ieder zijn rechten! EENRI VEUSKENS. KLEINE KRONIEK Keriy ,,Voeden wij dan éenen wensch: dat in een land, waer twee talen genoegzaem tegenover elkander in evenwigt &taen, dat in België, het I land waer de grondwet aen den burger, aen | den mensch de meeste vrijheid waerborgt, dat in ons vaderland de voorsmaek gegeven worde van de onderlinge vedraegzaemheid der ver-schillende volkenrassen". F. A. SNELLAERT, in 1846< „Lof der Nedorduytsche Tael". De Oostendsch© Eederijker Thomas van L o o verhaalt in zijn „Lof der Nederduytsche Tael" (1828): ,,Eens was ik in een gezelschap fln treffe-lyke persoonen, en de redewisselingTliep over de taelen. Deze persoonen waeren, gelijk men er zoo veel aentreft, vyanden van hunne moe-derspraek. ,,Wat is de vlaemsche tael (zeyden zy?) Zy beslaet eene kleyne oppervlakte lands, en is daer buyten nergens verspreyd. De fransche tael, in tegendeel, word, door geheel Europa, en in andere deelen der wereld, ver-staen en gesprooken". Hier op deed ik deeze vraeg: ,,Zoo zou dan hetgeene î-eest verspreyd en alom gekend is, het beste zynP" Het ant-woord was j a. Wel nu, mijnlieeren (hervatte ik) : de koperen munt is meer verspryd onder de volkeren dan de gouden ; ik geloof nogtans, dat gy de laetste liooger agt en liever in uwe kas bewaert dan de eerste, hoe wel het koper meer gemeen is dan het goud". Zij scheenen getroffen; doch of zy tôt de versclluldigde agting hunner taie zyn gekomen, weet ik niet". Regels der Vereenvoudigde Spelling. In aansluiting bij de in de ,,Vlaamsche Stem" verschenen artikels in de Veréenvoudig-de Spelling, riemen w ij op verzoek hieronder op de regels van de spelling-Kollewijn. In 1891 gaf een artikel van dr. K o 11 e w ij n * in de „Vragen van den Dag" den «toot tôt de spelling beweging. Er kwam een Vereeniging tôt stand, die zich de vereenvoudiging van onze sclirijftaal tôt taak stelde. Een kommis-sie, bestaande uit de H.H. dr. F. Buitenrust Hettema, H. J. Emous, P.. de Geus, prof. dr. W. L. van Helten, Gérard Keller, dr. R. A. Kollewijn, prof. dr. H. Logeman, prof. dr. J. S. Speyer en prof. dr. B. Sijmons kwam met voorstellen, die door de overgroote meerder-heid van de leden der Vereeniging wer'den aan-genomen. Ook prof. Cosijn betuigde zijn in-stemming met de voôrgeslagen veranderingen. La ter, in 1902, ondergingen de voorstellen een wijziging met betrekking tôt de i-spelling en de spelling van de bastaardwoorden ; de lier-zieninog-kommissie bestond uit de H.H. Mar-cellus Emants, H. J. Emous, prof. dr. J. J. Salverda de Grave, prof. dr. A. G. van Hamel, prof. dr. D. C. Hesseling, prof. dr. H. Kern, dr. R. A. Kollewijn, mr. Th. Ruys J.Pzn. en prof. dr. J. Vercoullie. De regels der Vereeniging luiden aldus: 1. De e wordt op het eind van een letter- freep niet verdubbeld: delen, kwekéling, pre- en, veren. Op het eind van een woord wordt echter ee geschreven: iicee, zce, mee, dokninee. In afleidingen van zulke woorden (tweede, zeeën) en samenstellingen (tweeledig, zeeschip, veevoeder) blijft de ee. 2. De o wordt op het eind van een letter-greep niet verdubbeld: lopen, stromen, boze, stro, zo. 3. De ie wordt op het eind van een letter-| greep door ie (niet door i) aangeduid: wielç- waal, kievieten, biezonder. N.B. Deze regel geldt voor N ederlandse woorden. Zie voor bastaardwoorden regel 7! . 4. De toonloze klinker wordt in de uitgan-gen -lïk en -l\ks door een i aangeduid (evenals in de woorden nodig, gelulchig, havik, monnik, enz.): gewoonlik, huiselik,' dageliks. 5. Alleen dan wordt sch gèschreven, wan-neer men na de s een ch \iitspreekt (scliip, schoon, scheppen; — sçhrijven, schrikken). Dus: vis, mens, wensen, Eollundse, Franse. Ç)ok schrijve men tans, altans. tee (zonder h ). 6. De n en s worden niet als ,,tussenlet-ters" gcschreven wanneer ze in de beschaafde uitspraak niet worden gehoord. Dus: zedelecr, sterrekande, hondehok, pennehouder, oorlog-schip. (Natuurlik wèl toëtsstcen uit to et s en steen, lansstoot, evennaaste, tegennatuurlik enz., waar men niet met een tussenletter te doen heeft). 7. Bastaardwoorden. In open letter-grepen van bastaardwoorden wordt de le-klank voorgesteld door het teken i: individu, naïve teit, Israelitisme, favorite, artikel. Maar op het eind van een bestaardwoord schrijft men ie: genie, traditie, kolibrie, Februarie. ■ _ En bastaardwoorden, eindigend op ie, of op , ie gevolgd door één medeklinker, behouden ie in de verbogen vormen : lithografieën, tradi-tie'èn, lelieën, projektielen, Israelieten. Naa6t de bastaarduitgang -ies staat dus de verbogen vorm -iese: harmoniese, (afgod)iese. Verder schrijve men e in plaats van ae: ether, predikant, pedagodie(k), preparaat; k in plaats van de k-klank-aanduidende c: > lokomotief, akteur, akriee, direkteur, kontri-butie;f in plaats van ph: alfabet, fotograferen, fysika, fantasie; r in plaats van rh: retorika, raehitis, rodo-' dendron. 1 Bovendien worden enige algemeen gebruike-like bestaardwoorden in de spelling geheel ver-nederlandst: bazaar, bloeze, boeket, faljiet, grok, kanupee, koket, rosbief, toost, trem «n enkele andere. 8. Eigennamen (familienamen en aardrijke-kundige namen) beliouden de gebruikelike spelling: George, Visscher, Tusschenbroek, Zwolle, 's-Ilertogenbosch, den Bosch. 9. Bij de verbuiging van lidwoorden, bij-voeglike naamwoorden en voornaamwoordeai richte men zich naar het bescliaafdc spraakgebruik. Men schrijive dus de, hij, hem. zijn, zij, ze, haar, enz., wanneer men de, hij. [ hem, zij, ze, haar zogt. Voorbeelden : Zet de stoel in de hoek. — Do boeken van die aardige kleine jongen. — Is de kachel niet aan? Neen. • hij is uit. Zal ik aan de meid zeggen, dat ze hem (m) moet aanmaken? — Die soep is erg warm, ze (of ook: hij) is anders lekker. — In enkele oude uitdrukkingen komen de vormen den, dien, des, der, enz. nog voor : In der beginne, de dag des Heren, in der minne, me1 dien verstande, uit den boze. Ook hoort mer dikwels : voor den dag, uit den aard der zaak Het spreekt vanzelf dat deze en dergelijke bui-gingsuitgangen bij het sçhrijven onveranderc mogen blijven. Eveneens heeft natuurlik de Zuid-Nederlander het recht buigingsvormen die in zijn gesproken taal bestaan, d© kunstenaai het recht buigingsvormen die hij in zich hoort I te schriiven." Tegen goede rijwegen. Ieder weet hoeveel strijd het ge-kost heeft bij den eersten aanleg van spoorwegen de vooroordeelen tegen deze nieuwjgheid te overwinnen, maar soort-gelijke strijd werd gevoerd tegen den aanleg van verharde wegen. Als merkwaar-dig vc^rbeeld vonden wij daarvan aangetee-kend, dat in 1768 door eenige personen hefc plan werd gemaakt om een straatweg te maken tusschen 's-Gràvenhage en Haarlem ; als voorwaarden stelden zij, dat zij behalve het recht om tolgeld te heffen en enkele andere, ook het lioutgewas langs den weg zouden krijgen. Prachtige argumenten worden vermeld, waarmede men trachtte het voorge-nomen werk te ver ij delen. De eigenaars der Huizingen langs den weg, waaronder met klinkcnde namen, hadden bie^waren tegen tolheffing en alleen ,,ten eeuwigen dage" vrijstelling van heffing voor familie, per-soneel enz. zou hun toes^emming kunnen doen erlangen; veel bezwaar was er tegen het ,,blind planten", waaraan de Jandgoe-deren zouden blootstaan, daar uitkijk en doorkijk voor de huizingen gevaar zouden loopen benomen te worden. Een lofzang op dén ,,voortreffelijken zand-weg" en de bewering dat ,,in de Republiek geen weg van die lengte voorhanden was", moest en mede dienen om het tôt stand komen van den straatweg tegen te houden, die quasi tôt nut van het gemeen moest dienen, maar feitelijk tôt grooten ondienst en aanmerkelijke belasting van het gemeen zou zijn. Mooi was de bewering, dat de huislieden en tuinders er minder hard over zouden kunnen rijd.en dan door het zand, daar bij het transport van het fruit dit zou beschadigen door de sterke be-weging en het stooten, en vooral ook dat de weg een last ^ zou zijn voor de landbouwers, daar bij zomertijd de boter van dien aard is, dat zij het dreunen over de straat niet kan verdragen. Ook voor het aesthetische was men in de weer. De straatweg zou worden een lange, stijve laan, geheel opgesloten tusschen rijen van het meest goedkoope hout ; afwisselende beplantingen van allerlei sierboomen zouden verdwijnen, aile openingen aangevuld worden en de aan-gename gezichten, lanen en perspectieven der langs den we? gelegen buitenplaatsen-te loor gaan. Zelfs werden als gronden, waarop de concessie moest geweigerd worden, aangevoerd, dat op een straat-weg geen paarden zonder hoefbe-slag zouden kunnen gebruikt wor.den, dat ( onderhoud der rijtuigen veel kostbaar-der zou zijn, enz. En werkelijk de octrooi-vragers werden door al die bezwaren zoo af-geschrikt, dat zij afzagen van het plan. Eerst j'n 1807 kwam dif> we» tôt stand. Onder de berwaarschriften worden die vermeld van het huis De Paauw. het Imis En-degeest, Backershagen, Oud-Âlkemade, Ter Leede, Lapijnenburg, Duinzicht, Treslong enz. .! " * Voîksluim. Do koster van Voorde liad sedert vijf weken een kloek zitten. Ongeduldig ging hij cens kij-ken en zei toen tôt zijn vrouw:- ,,'k Heb de kloek cens van haar nost gepakt. O, ze m! heel veel kÎQksk'ens hebben : "ze i6 zoo dik!" De oorîog en de zulgelingensterfte. Een der vele1 schadelijke gevolgen van den oorlog is de t o o n e m i n g van d © z u i g e-lingensterfte, die zich in het bijzonder t© Londen openbaart. lîeeds sinds vele maan-den trachten sociale liervormers middelen t© vinden om dezen gevaarlijken volksvijaud te weren, _maar het schijnt voorloopig zonder gevolg. Naar de Times meldt, is volgens d© laatsté statistieken in de eerste dri© maanden van 1915 d© zuigelingensterft© in Londen 50 pCt. grooter geweest dan het vorige jaar. Dit feit is t© verklaren uit het durder worcler van de melkprijzen en uit het groote alcoholverbruik n de îaa;ere voiksklassen. Het geheimzinnige schlp. De Oostendenaars zullen zich nog wel her-inneren, dat in Juni 1914 een Turksch sch'.p hun haven binnenliep, bemand met ongeveer acht honderd officieren en matrozen. Dit transport moest naar Newcastle vertrekken om daar een oorlogsschip t© bemannen, dat voor d© Turksche- regeering was gebouwd, zoo vertclden tenminste de Turksche officieren. Het verblijf t© Oostentl© zou dri© dagen du-ren. Het duuroe echter elf dagen en anen zag de Turksche matrozen langs de ganscli© Bei-gische lcust op onderzoek uitgaan, van den Zoute tôt De Panne, om van een gfoot deel der provincie, niet t© spreken. Do electrische-en stoomtrams vervoerden de Turken bij dertig, veertig en vijftigtallen naar do verschillend© plaatsen van Vlaanderen, naar Brugge, Dix-muiden, Nieuwpoort, Veurne en Ieperen. De Oostendenaars, die gewend waren vreem-de oorlogsschepen in hun haven te zien, sloc-gen hier niet te zeer acht op, bovendien koeh-ten de beste menschen heel veel souvenirs enz., bezochten zij druk de café's en sloegen aardig wat geld stuk. De koopman was tevreden en... vroeg niet verder. Op een mooien avond lichtto het Turksche transsportschip de ankers. Naar wellc© haven het voer, wij weten het nog niet, doch in elk geval ging het niet naar New-Castle en aoot nam de eguipage be^it van het Turksche oorlogsschip, waarvoor het toch do heele reis door d© Middellandsche zee en langs de Portugeesclie, Spaansclie en Fransche lcust gemaakt had, het. Kanaal doorstoomend© tôt Oostende. Zieliier uchter wat d© komst van het geheimzinnige Turksche schip verklaart. Zonder twij-fel was het door Turken beniand, doch onder leiding van een zeker getal Duitsche officieren, die op hun doode gemak, langs de kust ©n meer landwaarts in zwervende, ailes be-studecrden en controleerden. Zij waren voorzien van Belgische stafkaarten, uitgegeven door h , Institut cartographiciue te Brussel. Zes weken , later was de "oorlog verklaard en werd Belge ■ ovferweldigd! Is ook dat niet eens te meer een bewijs dat Duitschland den oorlo£ had voorbereid^

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks De Vlaamsche stem: algemeen Belgisch dagblad behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Amsterdam van 1900 tot 1916.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes