Gazette van Beveren-Waas en van het kanton, bestaande uit de gemeenten Burcht, Calloo, Doel, Kieldrecht, Melsele, Verrebroek en Zwijndrecht: nieuws- en annoncenblad

1266 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 14 Juni. Gazette van Beveren-Waas en van het kanton, bestaande uit de gemeenten Burcht, Calloo, Doel, Kieldrecht, Melsele, Verrebroek en Zwijndrecht: nieuws- en annoncenblad. Geraadpleegd op 04 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/r785h7dp62/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ZONDAG 14 JUNI 1914. - JMr 44. — mmmmmBm—nmKmKBwmmmiMaœm 31e JAARGAJNG. GAZETTE VAN BEVEREN-WAAS 811 van net kanton bestaande uit de (jemeenten Burght, Galloo, Doel, Kieldrecht, Melsele, Verrebroeck & Zwijndrecht. NIEUWS- EN ANNONCENBLAD. Dit blad verschijnt geregeld aile Zaterdagen. Abonnetaeatea kunnen het hoelejaar door genomen worden bij den drukker-uitgever. — Abonnementsprijs, vooraf betaalbaar per jaar : voor de Gemeente 2,60 fr. Franco per post roor geheel België fr. 3.25 ; voor het buitenland < fr. 5,50. Het recht, annoncen of artikeîen te weigeren, is voorbehouden. Enkele nummers 25 ceatiemen. DRUKKER-UITGEVER ÏTRYBOL-VAN HOEYLANDT VRACENESTRAAT, N° 6. AANKONDIGINGEN : 20 centiemec per drukregel. RECHTERLIJKE EERHERSTEL-LING 50 centiemen per regel. RECLAMEN, enz. 1 fr. per regel. Aankondigingen brieven en correspondentien, moeten vôôr den Vrijdag middag ter drukkerjj besteld worden. — Aile ingezondene stukken moeten geteokend zijn door den schriî'W. — De strengste geheim-houding wordt gewaarborgd. Beveren-Waas, 13 Juni 1914. Wekelijkschs Alma'nak. Maand Juni. Zondag 14. — 2llcn Zondag na Sinsen. Plechtigheid van het feest van Hoogweerdiq. H. Bazilius. bisschop en kerkleeraar, een der 4 Oostersohe Kerkvaders, was evenals de H. Be-nediotus in het Westen, de patriark van het monnikenleven in het Oosten. Hij is beroemd om zijne uitvoerige uitlegging fan het H. Schrift. Hij stierfin 379. Maandag 15. — H. Germana Cousin van Pi-brac, in 't Zuiden van Frankrijk, was eene een-voudige herderin die door het verduldig en held-haftig verdragen van lichamelijke en zedelijke kwalen in grooten roem van heiligheid stierf in 1600, pas 22 jaren oud. — HE. Gui, Modestus en Crescentia, marte-Iaars in Lucnriië in 303. Dinsdag 16. — H. Lutgardis de Groote, niaagd uit de Cistercienzerorde. eene voornarrie Belgi-sche heilige der XIIe eeuw, werd een der werk-tuigen der Voorzienigheid tôt het veropenbaren van den eeredienst van het H. Hert. J WoenSdau 17. — R. Joannes Franciscus Régis, belijder uit het Gezelschap Jesu, een der ieverigste leden van dit genootschap tôt het be-vorderen van het zedelijk leven, is de patroon van het schoone werk der huwelijken der armen. XVIIe eeuw Dondkrdag 18. — H. Alena van Schaarbeek, martelares in de Xe eenw. Vrijdag 19. — H. Juliana van Falconieri, maugd; beroemd om hare godsvfucht tôt het Allerheiligste Sakrament. XVIe eeuw. Zaterdag 20. — H. Silverius, paus en marte-laar in de VIe eeuw. Maan : 15n Juni L. K. om 14 u. 20 m. — Bij dit nummer behoort een BIJ-VOEGSEL.Staatsmlnister Graat Gh. Wosste. 1874-1914. Veertig lange jaren zijn voorbijg'egaan sedert de Heer Woeste als licl de Wetge-vendo Kamer birinentrad. Woeste ! Een naam door gansch Euro-pa gekend en geëerbiedigd als dieu van een Staatsman, die zijn leven lang gear-beid heeft, om zijn land le verheërlijken, grooter en welvarender te maken, ten nutte van het algemeen. Wij wiltesn hier niet in bijzonderheden afdalen om Woeste's reuzenarbeid te be-spreken. Het werk door hem in 1881, met Jacobs, Beernaert, Malou z. g. en anderen, verricht, zegt genoeg. Dank zij Woeste hebben wij hier eene katholieke regeering en dat sedert een onafgebroken tijdperk van dertig jaren. Woeste die men zou mogen noemen : de parlementaire encyclopedie. Geen vraagstuk komt -er aan de dagorde of Graaf Woeste zit er in. Geen kwestie wordt er besproken of Graaf Woeste kent de geschiedenis op zijn duim. Is er een of ander Volksvertegenwoordiger die eene oude bespreking ophaalt, wee hem indien hij zich vrijwillig of onvrijwillig vergist : hij vindt Woeste op zijn weg en dat met eenebijna ongeëvenaardeslagvaardigheid. Wij behoeven hier niet met cijfers voor den dag te komen, om den vooruitgang van ons land sedert 1884 te bewijzen. Het zijn enkel kleine politiekers, die, uit partij of persoonlijk belang, zulks durven betwisten ; al weten zij, evengoed als wij, dat België op economisch gebied aan de spits der Europeesche volkeren staat. Indien Woeste niet altijd sympathiek >taat tegenover de wenschen van een ge-leelte der Vlarningen, laten zij dan toch îiet vergeten de groote diensten die hij lan Kerk en Land bewezen heeft en nog )ewijst. De Heer Woeste is iemand met een ver 'ooruitzienden blik, een man van karak-er, die durft zeggen wat hij denkt en ;ich nimmer door persoonlijk belang laat eiden. Wij zijn zoo vrij den eerbiedwaardi-jen, thans 78jarigen grijsaard, ook onze jelukwenschen aan te bieden met den vensch : dat God hem nog vele jaren zal noge sparen voor zijne dierbare naastbe-taanden, maar ook voor het heil der >artij die hij opgebouwd en groot ge-naakt heeft, voor het heil : der Katholieke Partij. 'ijn dat nu ernstige menschen, geschikt om te regeoren ? Onze tegenstrevers zijn weer eens bezig net hun dom anti-clericalisme. Zij gaan len verloren tijd inhalen van voor de kie-;ing ; toen bestond er schijnbaar een vachtwoord : geen anticléricalisme, want vij hebben nu aniere middelen om de nenschen te bedriegen. De kiezing is voorbij en de heeren zit-en wederom te paard. Een der vurigste itrijders is wel een blad uit Antwerpen, lat men daar meestal bestempelt met den laam van stadhuisblad. Deze eervolle titel 'indt zijne oorsprong in het feit dat mon illes goedkeurt wat van af het stadhuis loor de cartelisten gedaan wordt. Eigen ;edachten over onze maatschappelijke oestanden hebben of kennen ze niet. Zij ;ijn eeuvoudig : « stadhuis-inktkoelies. » Vat de bazen wijzen, moeten (zij) de zot-en prijzen. * »!» -k Zij beginnen dan wederom te spreken >ver de schatkist en over de middelen vaaruit de Minister van geldwezen de andsverbintenissen moeten nakomen. Die menschen zijn nooit tevreden, Nieuwe lasten willen zij niet betalen en le liberale zoowel als de socialistische nandaatdragers verslijten hunne schoe-len met bij de Ministers voordéelen voor îunne Arrondissementen af te bedelen. 'ij zouden voor hunne kiesomschrijvin-;en millioenen en millioenen willen heb->en otn werken uit te voeren, maar beta-en a u. b. niet. Wat doen zij in hunne steden. Antwerpen stemt nieuwe lasten met îoopen. Gent stemt daags na de kiezing iene leening van 17 millioen franken. iunnen zij dan niet doen wat zij van de legeering verlangen : koken zon> 1er geld V Lasten die in al die groote anti-clerica-e steden besteed worden aan de vriend-es en waaraan wij, Katholieken, enkel nogen biidragen zonder ooit eenig voor-leel te hebben. * *1» ¥ Hunne haat tegen ailes wat godsdienst s, bewijzen zij wel als er geschreven itaat: dat zij als gouvernement van de îaaste toekomst, al de toelagen aan ker-Len en kloosters met één pennetrek zul-en afschaffen. i Wij zeggen wat domhoid, maar ook : wat gemeenheid, Welk klooster ontvangt er toelagen ? Geen enkel ! ! Wel zijn er onderwijzers en onderwij-zeressen-kloosterlingen die als zoodanig eene jaarwedde ontvangen. maar daar-voor leveren zij werk gelijk elk ander ouderwijzer. De toelagen aan de vrije scholen komt evenminde kloosters ten goede ; zij strek-ken eenieder tôt nut, temeer waar elk mensch zijne kinderen daar ter school kan zenden. Wat willen zij dan tfschaffen? Het on-derwijs ? Waar zouden de kinderen moeten blijven, indien al de vrije scholen ge-sloten worden ? Ge zoudt eens wat zien. Het onderwijs zou millioenen en millioenen meer gaan kosten en het gehalte zou on lierroepelïj verminderen. De toelagen aan de kerk. Zie daar hebt ge den haat ! ! Zij willen het volk ont-christenen door den eeredienst te bemoei-lijken. Zij zeggen dat dit het werk zal zijn van het vrijzinnig gouvernement van de naaste toekomst. Ja van de naaste toekomst. . die ons nog binnen vijftig jaren niet bereiken zal. Inlden grond is ons volk te verstandig en weet zeer goed dat menschen als de heàendaagsehe liberalen niet ernstig genoeg zijn om als regeer-ders te kunnen optredê/i. Dat zij niet ernstig zijn bewijzen uitlatingen als door ons aangehaald en tevens het beheer der steden die onder hunnen invloed staan. Nog over de Wetpvende verkiezingei; van 24" Mai. De anti-katholieke stri ç v.ing, die met de laat-ste wetgevende verkiez.ffg de regeenngspartij, niet enkel het vôôr twee jaren veroverde veld ontnam, maar ie verder achteruitdreef dan ooit, dient .«poedig te worden afgèleid, zoo men een algeheele overrompeling der katholieke gelede-ren wil voorkomen. Statistieken met optimistisehe of pessi-mistische gevolgtrekkingen, toevallige toe-komstberekeningen brengen weinig aarde aan den dijk. Hoogst dringend is de noodzakelijk-heid de oorzaken, die een deel der kiezers van het katholieke korps hebben afgerukt, op te speuren. In weinige kantons was de overwinning der anti-klerikalen zoo onverwacht en zoo schitte-rend als in het onze. Rekent men de stemmen, bekomen door de bende Hernalsteen en Cie, bij de stemmen, uitgebracht op de kartellijst, dan staat men voor het verbazend feit der verdubbe-ling der getalsterkte van den vijand in een tijdspanne van twee jaren, Zulkdanige ommekeer liegt ten deele aan de ongunstige omstandighedsn der laatste verkie-zingen ; maar ook oorzaken van meer spe'îialen aard hebben er toe bijgedragen. Deze laatste oorzaken dienen yooral onze aandacht te vesti-gen willen we na kortejaron geene verplaatsing der stemmen-meerderheid van rechts naar links beleven. * H: * De meer algemeene oorzaken onzer nederlaag liggen voor de hand : de leerplioht en de krijgs-wet. Naarmijn bescheiden meening ligt de on-populariteit dier wetten niet zoozeer in den aard dier wetten zelf, als in de scheeve voorstellingen die aan de volksmeening werden opgedrongen. De plichtvergetenheid der katholieken zoowel als de ijverige laster der tegenpartij hebben de verkeerde voorstellingen in de hand gewerkt. De katholieken verzuimden de noodzakelijkheid dier wetten te bewijzen en de opwerpiugen der tegenstrevers te voorkomen door de verzachten-de omstandigheden dier wetten te onderlijnen. De kartelmannen en Hernalsteenisten stelden ailes in het werk om de hatelijkijeid der wetge- ving te doen uitsehijnen en repten geen woord over de onvermijdelijkheid van het invoeren van den leerplicht en van de verzwaring der krijgs-lasten.« Lieg maar altijd door, » zei Voltaire, « uwe leugens zullen 11 toch altijd voordeelen bijbren-gen. " Aan dien gulden raad van hunnen stam-vader gaven de kartelschurken gehoor : 25 jaai lang verweten ze de katholieken dat ze uit vrees voor de kiezers de noodzakelijke hervorming van leger en onderwijs op de lange baan scho-ven en m?, dat de katholieken het programma der kartel-aanvoerders hebben uitgewerkt, ruien dezen de massa op tegen de wetten die ze zelf hebben opgedrongen. Men had het volk moeten toonen hoe de vork aan den steel zat. * * * Omstandigheden van meer bijzonderen aard werkten schadelijk en werken nog bestendig ten voordeele van de kartelpolitiek. Ik «preek hier niet over de nadeelige gevol-gen der dorpspolitiek. die geld en krachten op-eischf die beter voor de katholieke zaak werden besteed. Ongelukkishjk is de dorpspolitiek on-afscheidbaar van de persoonlijke veeten, die er aanleiding toe geven : Eer versraat de wereld dan deze zullen worden opgelost in algemeenen vred o. Dieper en breeder, veelzijdiger en bestendiger dan de stroomingen ontstaan uit de voorbij grande misnoegdheid over enkele wetten, stormt de stroom van het socialismus dreigend op ons af. Hoe zwaklter het weerstandsvermogen, hoe ze-kerder zijn zegetocht door de weerlooze velden. En weerloos staan we daar tegenover in ons kanton meer dan elders. Het hoeft niet meer bewezen : Ons volk is rijp voor het socialismus. Wel gaat het nog elken Zondag een half uurtje verçtapen of verpraten in het kerk portas 1; wel sleepvoet nêt nog iederen Pasfhen naar de Oommunietafel : wel én schreeuwt het nosr niet dat God een leugen is, de eiffendom een diefstal. het gezag een dwinge-landij. Het groot gevaar ligt in zijn onverschil-ligheid. in ziine halfslachtigheid. Die schijn van godsdienstigheid is het bedrieglijk beplak-sel dat velen in de meening houdt dat achter die overgebleven gebruiken de aloude trouw schuilt. aan Outer en Kerk. Maar een rukwind is genoeg om dat bedriegelxjk beplaksel te doen af-reuzelen en de iilusie der optimisten te doen vallen. Het socialisme is almachtig geworden opden arbeidenden stand. Zijne gedachten zijn door volksverleiders vervalscht. zijne gevoelens ont-aard. Volksverleiders hebben den werkman aan 't verstand gebracht dat ailes wijken moet voor zijne getalsterkte. Rechten ziet de arbeider overal, plichten nergens. Hij alleen is de ver-drukte : al de anderen zijn verdrukkers. Hij alleen arbeidt, de anderen zijn leegloopers Zoo redeneeren velen en in de harten laait stilaan hooger op de vlam van den haat. Met den werkenden stand aan die geestelijke misvorming prijs te geven zal men het gevaar niet afkeeren. Wetten alleen zijn weinig doelma-tig tôt het oplossen van het maatschappelijk vraagstuk. De wetgeving is er op uit de deuo-kratie te versterken op stoffelijk en zedelijk gebied. Een gelijkgaande zedelijke opleiding om den arbeider zijne groeiende macht tôt het algemeen welzijn te leeren besteden, wordt te veel verwaàrloosd. Volksopleiding hebben we broodnoodig. Volksopleiding is geen produkt der staatseco-nomie ; een meetingpreek draagt er al even weinig toe bij. Volksopleiding is het werk van aile dagen : Een degelijke arbeidersorganisatie alleen kan ons die geven. Jammer genoeg laten de katholieken aan de socialisten de volksmassa te gemakkelijk over. Waarom bestaat er in ge-meenten als Beveren geen katholieke werkmans-kring, die het uitgangspunt wezen zou van al die maatschappelijke werken der gerneente? Waarom bestaat ergeen kan tonale centralisatie-vereeniging van al de sociale inrichtingen van het kanton? Dat de geestelijke en wereldlijke overheden eens de handen in elkaar leggen : zoodoende zullen ze zich verdienstelijk maken in de oogen van 't volk en zal hunne lamlendigheid niet langer een propaganda-middel zijn in de handen der tegenstrevers. * * Niet alleen de inrichting van den arbeidenden .stand, maar ook de overige inrichtingen laten veel te wenschen over. De meeste bestaande in richtingen beantwoorden niet meer aan de eischen van onzen tijd. De krachten verspeeld aan Congregaties en Gongregatietjes, Francis-cussen en andere vrome genootschappen, waar de heeren Geestelijken evenveel eerbied schijnea voor te koesteren als voor oude pofceleinen va-zen, keeren maar een ondankbaar loon uit t&gen de zorg die er aan wordt besteed. We leven in een tijd, waarin het aankweeken der daadvaardigheid de allereerste voorwaarde is onzer overwinning in de toekomst. Wat we noodig hebbea is mannen met overtuiging, die weten wat ze willen en willen wat ze weten, mannen die niet met den mond vol tanden staan voor 't gezwets van herbergpolitikasters of die den moed met voelen in de schoenen zinken bij 't gevloek en 't getier van socialistische heet-hoofden. Onze jongens zijn geroepen om later over belangrijke zaken uitspraak te doen en de ingeving van den H. Geest moet men niet altijd bij vrome wauwelaars die het strijdgerucht vlieden, gaan zoeken, Daden zijn er noodig. Vandaar de allergrootste noodzakelijkheid van inrichtingen, waar de jeugd wordt opgeleid» Dusdaiiig zijn de Katholieke Jonge Wachten. Het ligt buiten mijne bedoeling hier de) ver-heerlijking uit te spreken eener bepaalde K. J. W. Het volstaat me te zeggen wat een K. J. W. zou moeten zijn en kan zijn. De K. J. W. is een vaearborg voor de eensge-zindheid der burgers eener zelfde gemeente in de toekomst. Verdeeldheden voorkomen is ge-makkelijker dan twisten bijleggen. Wie zal looehenen dat daar, waar men in dejeugd heeft leeren samenwerken, men gemakkelijker eens-gezind zal voortwerken in de toekomst ? Op dien weg ligt een krachtig heelmiddel tegen de dorpspolitiek. De eensgezindheid, het voelen dat men samen-werkt voor één gedacht, wordt gebaard uit den strijd. Met de jongens uit te rusten tôt den slag, met ze te leiden voor de verschansingen van den vijand, met ze te voeren tôt den strijd zullen we ze africhten tôt een voortdurende oprnarsch naar een gemeenschappelijk doel. Het is een zielkundige wet dat de drift een voorwerp zoekt : Welk edeler voorwerp kan de drift der jeugd worden aangewezen dan de schoonheid onzer katholieke gadachte ? De groote kunst ligt in het opwekken en in het wakker houden der liefde : Dat bereikt men alleen door een degelijk ingerichte st.udiekring. Daar wordt de genieenschappelijke gedachte ge-smeed, de belangstelling bij ailen gaande ge-houden. Daar leert men weten wat men wil en willen wat men weet. Immers, geen ernstig werk zonder denken, Een Katholieke Jonge Wacht zonder studie-afdeeling staat niet hooger dan een Turnkring. Ik zal hier niet dieper ingaan op de inrichting van dit slag van vereenigingen. Pater Janssans schreef, op het laatste congres, de Katholieke Jonge Wachten hun programma voor in een puike rede, die de weetgierigen zich kunnen aanschaffen. Trouwens we staan nog voor den eersten stap : Bijna nergons nog bestaat er een Jonge Wacht in ons kanton. Spreken over hare inrichting is voorbarig. Ik wensche maar één zaak : Moehten we bij een naaste verkiezing de leden der Katholieke Jonge Wachten de tegenstrevers zien te woord staan. Het amht van tegenspreker aan afzonder-lijke personen overlaten is gevaarlijk Hun on-baatzuchtig optreden wordt verdacht gemaakt en hun peisoon schiet meestal te kort om de openbare meening te kunnen beïnvloeden. * * # Heeren geestelijke en wereldlijke overheden van het kanton Beveren, weest uwe katholieke kiezers genadig ! Gedenk de les u door kartelis-ten en Hernalsteenisten gegeven... en ge zult hunin der eeuwigheid dankbaarzijn ! FT iRm n Tante Mie, Lotje en Trientje. Lotje. — Wel, Tante Mie toch, hebt ge Zondag de gazet gelezen ? Al wat ik u vertelde van mijnen man zijn wedervaren in de kiezing, en al wat gij mij daarop geantwoord hebt, 't staat alle- 21. De Wapensmid en zijn zoon. DOOR H. J. C, VAN NOUHUIJS. « Zeg mij dan in 's Hemelsnaam recht uit wat ge bedoelt ! » viel Reinout hem met ernst in de rede : « geloof mij toch op m ijn eer ! » Nu was het de beurt aan Wouter om hoogst verwonderd te worden. Hij kon niet denken, dat de vrouw van den burge-meester met hem geschertst hal : dat zou een nooit gehoorde, eene onbetamelijke seberts zijn. En Reinout was van zijn kant veel te oprecht om op die wijze de waarheid te looehenen. Hij zou dus ver-keerd gehoord hebben, of er moest eenig misverstand in 't spel zijn. Hij vervolgde dus : « meester Reinout, indien ge inderdaad zoo onwetend zijt als 't schijnt. dan moet ik ook zoo geheim-houdend zijn als 't betaamt. Maar morgen spreek ik u nader, dan hoop ik, dat ge beter onderricht zijt. « « Ik wil in uwe geheiinen niet indrin-gen, » zei Reinout, maar zoo ge mij al-thans eenigszins op den weg kondet brengen, dan .. » « Volstrekt niet ! » hernam de beeld-houwer, door dit gezegde nog meer in de war gebracht : » morgen spreek ik u na der, vaarwel ! « " Dan zij het zoo ! » zuchtte Reinout, terwijl hij zijn vriend groette en hem de hand drukte. Maar voortgaande, dacht hij na over de woorden van Wouter en zijn hart werd beklemd : eene mengeling van vrees en hoop vervulde zijne ziel en hij verhaastte zijnen tred. « Wat zijn die tuinen van Fugger fraai, sprak hij bij zichzelf, terwijlghij bleef stil staan en zijne gedachten poogde af te leiden, « Fugger is rijk, een gelukkig man ; rijk... maar men behoeft geene rijkdommen om gelukkig te zijn. " Fugger is een gelukkig man, want hij is braaf, werkt veel, heeft eene zedige vrouw en lieve kinderen. Dat is Fuggers lotsbepaling, zijn werkkring, zijne be-proeving — zoo heeft mij vader Regim-bert geleerd. » En hij vervolgde zijn weg. Daar zong eene verwijderde vrouwen-stem, op zachten toon : De prille lentejaren. Die vlieden ras voorbij : En zorgen en gevaren Zij treden ons ter zij'. 't Is uit met bloempjens gaâren, Met dartlen in jasmijn : De ziele kent bezwaren En 't lichaam ziekte of pijn. En dobbrend op de baren Van 's werelds oceaan, Lacht niemand onder 't varen Steeds blauw een hemel aan. En wie het mocht verklaren — Hij kent een wereld niet, Die vreugde en rouw moet baren, Een blij, een droef verschiet. Zij toch zal niemand sparen, Brengt ieder vreugde en rouw. Opdat we 't hart bewaren Aan God den Vader trouw. Maar ginder voor de altaren Van 't zalig hemeleord, Waar heen de geest mag staren, Daar wordt geen zucht gehoord ! Nu volgde een naspel en ailes werd stil. Reinout bleef nog luisteren, Maar hij hoord'e niets meer. « 0 ! dat was eene schoone melodie, " dacht hij : « maar schooner nog de stem, die haar zoo aandoenlijk, zoo zuiver voortbracht. « En hij peinsde weder een wijl. Zou ook Machteld daar gezongen hebben '! » vroeg hij zich : maar door het dichte loover der boomen kon hij de ven-sters van 't huis inoeilijk in 't oog krij-gen. In eene godsdiehstige stemming vervolgde hij andermaal zijnen weg. « Dat is een heerlijk lied ! » Waarom sloeg Reinout den hoek om, daar zijn weg recht uitlirp? »... dan moest hij noodzakelijk Fuggers huis van voren langs gaan. Maar dat lied, die schoone stem had hem verrukt. Daar zag hij van verre Pietro Luini, den grijzen organist van de Domkerk. uit het huis des burgemeesters treden. Hij staple wat aan, en haalde den langzaam voortgaanden grijzaard spoedig in, « Goeden dag, heer Pietro Luini, ! » riep Reinout hem toe. De man zag om en bleef staan. « Zoo, meesterke Reinout !... 'k Heb u lang niet gezien ? Ziek geweest toch niet ? « Neen, God dank ! antwoordde Reinout : « maar ik was een tijd voor den handel op reis. » « Ohoo ! op reis geweest ! » herhaalde de organist : « orn geld te verdienen.,. Geld is een schoone zaak : daar kan men veel mee doen ; veel goed en veel kwaad.. Ik wensch ook wel eens veel geld te hebben ; maar als ik dan weder voor mijn speeltuig zit en mijne gedachten, mijn ge-voel iti toonen uitstort, meester Reinout, dan ben ik rijker dan een keizer, dan zou ik met niemand willen ruilen. » «Dat was een heerlijk lied, « zei Rei-mout, « dat zoo even bij den burgeester werd gezongen, » « Ja ja, jonkvrouwe Machteld bezit een schoone stem. Zij heeft van kinds af van mij geleerd. Ik heb er veel voldoening van .. Maar.... hoe kondt gij 't hooren ? » Reinout antwoordde hem twee woorden, 'tgeen wij reeds weten, en vervolgde toen : « Ik zou gaarne dat lied nog eens hooren : het deed mij zoo innig aan. » « Welnu, kom 't avond bij mij op 't or- gel otn zeven uur, dan is de kerk na 't lof weer ledig, — en ik zal het u nog eens voorspelen : de kleine achterdeur aan uwe linkerhand is voor den trap, die naar 't orgel leidt. Hubertus de koorknaap, zal u inlaten : ge behoeft maar te klop-pen. » « Ge zijt wel goed, heer Pietro ; ik zal mij geen oogenbiik laten wachten ; » antwoordde Reinout glimlachend. Dan wil ik u nog het een en ander voorspelen, dat ge nooit gehoord hebt : psaltnen van onze oude kunstenaars, die reeds lang in 't graf slapen... Och. meester Reinout. 't is zoo'n zaligheid, als men voor't orgel zit. en speelt en fantazeert op het thema, waarin wij onze gewaar-den toestand der ziele overstorten, en niet zelden door onze onze eigene akkoorden verrast worden... Aïs ik zoo gespeeld heb en ik kom dan thuis in mijn vertrekje, dau denk ik om eten noch drinken, dan val ik op mijn kniën en dank God voor de weldaden, die Hij den mensch gegeven heeft : want de muziek is eene hemelsche weldaad, Ailes zal vergaan met het leven, maar de poëzij en de muziek zullen blijven als wij in den hemel zijn ; daar zullen wij dichten en zingen.wat God ons zal ingeven en onderrichten. » « In dat beloofde land zal 't schoon zijn, heer Luini ! » hernam Reinout zuchtend : « en toch geven de menschen zich zoo weinig moeite om er toe te komen ! •• ( Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes