Gazette van Gent

1387 0
13 augustus 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 13 Augustus. Gazette van Gent. Geraadpleegd op 18 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/xg9f47mb15/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

247e JAAR. - N' 188. — A. I QENTIEHBH BONDERDAG, 13 ATJGXJSTI 1914 GAZETTE VAN GENT ISSCHRIJVIÎfGSPBIJS : VOOR GENT : VOOR GEHEEL BELGIE : »... fr. 12-00 Een jaar fr. I5>00 JKL » 6-50 6 maanden » 7-ÎS sSîandeu » 3.S0 3 maanden » «.00 Voor Rolland : 5 frank per 3 maanden. Yoor de andere ïanden : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLÀD Gesticht in 1667 (BEURZEN-COURANTJ. BiSTUUB EST REDAËÏI1 VELDSTRAAT, 60, GENT De burêelen eyn open van 7 ure 's morgends M 5 are "g avonfôt TKLEFGON nr 710 De ïnschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten Postkantoore hunner woonplaats. DE VRIJHEIDSOORLOG IDE TOESTAND -WOEWS OAG AVONO t DE OORLOG Hoe men in Duitschland de Inneming van Lulk vertelt Keizer ffilhelm en de Oorlog M EEN OPEOEP IF NEDEELA^D De Krîjgsverrichtingen in het Luiksche en in het Limburgsche Verscbiilige Qorlogsberiobten ait bet Buiteiiaid De toestand Dinsdag nacht (Ol'FJCIEELE MEDEDEELINGEN), Diridag te middernacht verbeterde de toestand voor ons op merkelijke wij-ze. De Duitschers, ontmoedigd door hunne achtereenvolgende nederlagen, en de vvjoeste razernij, met dewelke onze troepen hen bevechten, zijn langs het OostéirSchreTrrit'gPtrokklcefi. De toestand VVoensdag Zooals wij gisteren reeds meldden, was de Duitsche ruiterij in de richting van het Belgisch veldleger gezonden om er deligging en de getalsterkte van te peileii Er hadden dan ook voorposten-gevéchten plaats en deze zijn ten gunste \an de Belgen uitgevallen. Op gansch de liuie vverden de Duitsche ruiterijben-den achteruit gedreven, en dinsdag avond hadden zij plaatsen verlaten die zij daags le voren bezet hadden. Woensdag namiddag werd door het ministerie van oorlog aangekondigd dat de ai'tocht der Duitschers voortduurt. Nltuurlijk gaat dat niet zonder ge-veclpen, cloch ons dapper leger houdl bevvonderenswaardig stand. Een aanval op de Wapenfabriek te Herstai Toeu de Duitschers le Herstai vôôr onze Nationale Wapenfabriek versche-nengmet het inzicht haar in te nemen, werden zij door onze soldaten hevig be-schBèn. Zij hielden zich schuil achter de kleine woningen en achter de opge- or? ia. mi . i .#-» ivorpen barrikaden. De vrouwen liad-:len zich ermede gelast den schietvoor-i-aad aan onze jongens aan te brengen. Op zeker oogenblik drongen de Dnit-îch'ers. in de straten van het dorp, doch :1e toestand was er niet uit te houden. VVeldra ook trokken zij terug in de richting van Vivegnies. Opeens echter blie-r.en lmniie klaroenen den aanval en de Duitsche uhlanen draalden .door. het :lorp, ailes omverstekend wal zich op tiunnen vveg bevond. De woestaards dedeh het niet onge-stral't, en talrijke manschappen sneuvel-den onder de kogels van onze soldaten. De vrouwen namen heldhaftig deel aan den strijd; zij wierpen kokende olie op de Duitschers. Talrijke soldaten en inwoners van Herstai vverden ook gedood, doch zij behaal-den de zegepraal en cle Belgische vlag wappert nog altijd op onze Nationale Wapenfabriek. GewôSdîg kanonvuur te Tongeren De briefwisselaar van een Amster-damsch dagblad seinde gisteren namiddag, uit Maastricht : Gansch den morgend door werd, in de richting van Tongeren, een geweldig kanonvuur gehoord. Het ging er zoo erg naartoe, dat de huizen te Maastricht er van da-verden. 's Namiddags duurde de beschie-ting voort, maar min hevig dan 's morgends.DE DUITSCHERS TE LUIK. De Duitschers laten de vreemdelin-gen gemakkelijk binnen maar schieten op de vértrekkenden. Om hunrien wil aan de bevolking te doen kennen, kondi- Hxmwmmil, m. mm m, ; gen zij eene heele reeks proclamaties af. Meer dan vijl'tien verschillende plak-katen bedekken reeds de muren. De Duitschers hebben al de Luiker dagbladen afgeschaft. De herbergen moeten om 9 ure gê-sloten worden en de inwoners mogen niet meer buitenkomen. Zij grendelen hunne deuren. De beschieting hernomen. Eindelijk hebben de Duitschers de beschieting der linkerforten hernomen, wat hun inzicht doet blijken van zich van deze vesting meester te maken, om er zich van als dekking te bedienen tegen een aanval op hun linkerflank Doch de forten weerstaan beter dan ooit. Neerwinden (nabij Thienen). Deze> geschiedkundige naam wordt door de huidige gebeurtenissen weer in herinnering gebracht. Het was in deze gemeente dat de generaal Dumouriez, djer Fi'ansche republiek, den 18 iruaart 1793, totaal verslagen werd. Hopen wij dat, indien er in deze streek een nieuwen strijd moet geleverd worden, de Duitschers totaal zullen verslagen worden. DROEVE KRIJGSLIST Ilot is thans bewezen dat do Duitschers de volgende schandalige krijgs-list. gebruikten. Zij beroofden de Belgische soldaten, die in hunne handen vie-len, van hunne uniforms en deden een deel huiuier manschappen ze uuutrek-ken. De « vermomden » moesten in den aanval voorop 0111 alzoo de kolom te stoppen. HET LEGER Onder aile voorbehoud ontleenen wij het volgende aan een Brusselsch blad : Vijftien klassen werden teruggeroepen ; de kla» van 1914 gaat onderricht worden en de regeering beschikt over 40,000 vrij-willigers.Belgite schienkt dus aan de (nationale verdediging eene macht van ongeveer 300,000 man. Maar om de leemten te vullen zijn er nieuwe vrijwilligers noodig en, indien het noodig is, de machtiging van het Parle= ment om de klas van 1915 onder de wa= pens te roepen. Eene Duitsche lezing over de inneming van Luik. De generaal-kwartiermeester van Ber-lijn heeft de volgende mededeeling afge-kondigd, aangaande den strijd om Luik en de inneming der stad : " Fransche berichten hebben ons vol-komen gerust gemaakt ; 20,000 Duitschers zouden voor Luik zijn gevallen en de stad zou nog niet in ons bezit zijn. Door het tooneel-effect van het verleenen van. het Legioen van Eer aan Luik werden deze beweringen waarschijnlijk gemaakt. "Ons volk kan overtuigd zijn dat wij noch tegenspoed zullen verzwijgen noch overwinningen overdrijven ; wij zullen de waarheid zeggen in het voile vertrouwen dat het volk meer geloof zal schenken aan ons dan aan onze vijanden, die hun positie gaarne zoo gunstig mogelijk voor de wereld willen voorstellen. " Wij moeten echter onze berichten achterhouden, zoo lang zij nog onze plan-nen kunnen verraden. Nu mogen wij zonder gevaar voor nadeel over den strijd om Luik mededeelingen do n ; ieder zal zich dan zelf een oordeel kunnen vormen over het geschreeuw der Franschen, dat wij 20,000 man zouden hebben verloren. "Vier dagen geleden hadden wij bij Luik nog maar een zwakke legermacht, want een zoo stoutmoedig plan als de verovering dezer vesting mag niet te voren door samentrekking van groote over-foodige troepenmassas worden verraden. Dat wij toch het beoogde doel bereikten, is te danken aan de goede voorbereiding, aan de dapperheid onzer troepen, aan de krachtige leiding en aan de hulp van God. De moed van den vijand was spoedig gebroken en zijne troepen hielden zich slecht. De moeilijkheden voor ons lagen in de zeer ongunstige gesteldheid van het berg- en boschland, en in het valsche optreden der bevolking, die deelnam aan den strijd ; zelfs vrouwen vochten mede. Uit natuurlijke hinderlagen en bosschen werd op ons gevuurd, ook op de genees-heeren, die de verwonden behjindelden en op de verwonden zelf. - Het waren mœilijke en verbitterde ge-vechten. Geheele plaatsen moesten ver-woest worden om den tegenstand te bre-ken, doch ten slotte drongen onze dap-pere troepen door den fortengordel en namen bezit van de stad. Het is juist dat een deel der forten nog stand hield, maar wij vuurden niet meer. Zijne Majesteit wilde het bloed onzer soldaten niet door de bestorming der forten nutteloos ver-spillen, zij waren ons bij onze plannen geen belemmering meer ; men kon wach-ten tôt de zware artillerie was aangeko-men, om dan zonder opoffering van één man de forten, het een na het ander, plat te schieten, zoo althans de bezettin-gen zich niet reeds eerder zouden hebben overgegeven. Over dit ailes echter mocht een zijn plicht beseffend legerbestuur geen woord openbaren, voor zoo sterke legermachten op Luik waren samengetrokken, dat zelfs de duivel het ons niet meer kan ontne-men. In deze positie zijn wij nu. Voor zoover wij thans kunnen beoordeelen, be-schikten de Belgen over meer troepen tôt verdediging der vesting dan wij hadden voor den stormloop. Ieder deskundige zal de voortreffelijk-iheid der praestatie moeten erkennen, zij is eenig. Mocht ons volk nog eens on-geduldig op tijding wachten, dan verzoek ik het nu reeds aan Luik te willen terug-denken. Het geheele volk heeft zich één , van zin onder zijn keizer geschaard om gMPwgaxgjuu.wjwwraMCTgfinBBBwqaaara I«II—MBMW> aan de talrijke vijanden weerstand te bieden ; het legerbestuur mag dus aan-nemen, dat men geene openbaarmakin-gen verwacht, die zijn plannen te vroeg aan den vijand zouden verraden en daar-door het volbrengen van de moeilijke taak zouden kunnen verijdelen.. De generaal-kwartiermeester von Stein. Belgische krijgsgevangenen. Over de gisteren vermelde aanhouding van 24 Belgische lansiers, vermelden de Hollandsche bladen het volgende : Een tweede groep krijgsgevangenen kwam van Maastricht op de doorreis naar het krijgsgevangenenkamp te Alk-maar aan de Centraalstatie te Amsterdam aan. Het was >een groep Belgische lansiers van 24 man met hun luitenant Albert de Selliers de Moranville — zoon van den commandant van het Belgische leger — die, zooals bereids gemeld is, na een dwaaltocht de Nederlandsche grenzen overschreden hadden' en door de Hollandsche troepen daarop ontwapend waren. Bovendien kwamen nog drie andere krijgsgevangen Belgische soldaten mede. De officier reisde onder geleide van een Nederlandschen collega, de manschappen ondar geleide rvan- ;-een bewakings-detachement der Nederlandsche infanterie.De Belgische militairen werden aan de Centraalstatie ontvangen door den kapi-tein-adjudant Mossel en den statieover-ste Krapels, terwijl mede aanwezig waren prins de Ligne,gezantschaspraad van het Belgische gezantschap te 's Graven-hage en de heer G. v. d. Aa, consul-ge-neraal van Belgie te Amsterdam. Dank zij goede zorgen, mede van den statieoverste Krapels, behoefden de manschappen niet door de stad geleid te worden naar Hur, nachtikVartier, maar werden zij voor dezen nacht in de exa-menzaal van de Centraalstatie gelogeerd waar tevens het noodige voedsel ver-strekt werd. Prins de Ligne sprak zijne landgenoo-ten een kort, sober woord toe, hen op hun plicht tôt gojd gedrag in Nederland wijzende. Burgerwachten, schiet niet op de Vliegmachienen Op verzoek van de Belgische vliegers, heeft men aan de burgerwachten verbo-den nog op vliegmachienen te schieten. Verscheidene onzer toestellen, die noch-tans de Belgische lijnen niet hadden verlaten, waren gansch met kogels door-boord, toen •zij neerdaalden. Het Ikan sveinig helpen op vliegmachienen te schieten, die bijna altijd zoo Ifoog vliegen, dat zij moeilijk kunnen getroffen worden. Daarenboven, moesten de burgerwachten er in gelukken een vlieger te dooden, ian zou het toestel in de straten vallen în wellicht andere slachtoffers maken, jfwel op de huizen neerstorten en groote ïchade aanrichten. De Belgen en de Duitsche gewonden. Men zal de Belgen niet verwijten, dat ze niet met toewijding de gewonde Duitsche soldaten verplegen. Ziehier een uit duizend voorbeelden . Senator De Pit-teurs heeft aan den minister van oorlog een telegram gezonden, waarin hij hem uit naam der menschheid vraagt terstond een auto van het Roode Kruis met ver-bandmiddelen naar Hesbay-la-Neuve ta zenden, waar veel Duitsche gewonden zijn, die omkomen bij gebrek aan hulp. Geneeskundigen en verplegingspersoneel zijn onmiddellijk met het noodige ver-trokken.Een beief van een sol-daat van het 4e lansiers Ruiterijgevecht tusschen Borgworm en Hoei. "Dinsdag avond, rond 8 ure, werden! wij plotseling overvallen door Duitsche dragonders, die uit de richting van Luik kwamen. Het sein werd onmiddellijk gegeven en in eenige minuten, vereenigde zich het 4e schadron van het 4e regiment lansiers en een schrikkelijke strijd had plaats op het grondgabied van 't dorp. Na dria uren gevecht, werden de Duitschers op de vlucht gedreven, 153 dooden achter-latende ; daarenboven werden er 102 krijgsgevangen genomen. Wij hadden 15 gekwetsten en 6 dooden. Ik werd de hand met een kogel door-boord, maar toch nam ik weer plaats ln de rangen, met nog meer iever dan te voren." LEOPOLD. Een gezonde doode! Sedert. eenige dagen was men zonder nieuws over luitenant Istace, van het 2e regiment lansiers, die gelast was met oen peleton verkenningen te gaan doen aan de Duitsche grens. Daar men hem niet meer zag terugkoomen waande men hem en zijne. manschappen dood of toch gevangen genomen. Dinsdag zag men hean onverwachts te-i iigkoimen. Hij kwam erin gelukt door do Duitsche troepen heen te trekken en aan hunne geweerschoten te ontkomen. Qn-noodig te zeggen dat allen door hunne regimlentisfcameradan werden gevierd. Gelukkig ontkomen. Vijf mannen van het 12° linie en tweo van het 11° waren door de Duitschers te Liers gevangen genomen. Zij werden, voor een Duitschen generaal gebracht, die bezig was eene kaart te bestudeeren en enkel het hoofd ophief om te zeggen : " l1 usiljeert". Daarna ging hij voort met de kaart te bestudeeren. Het door den kop schieten werd nog wat 'uitgesteld. Men dwong de Belge» eerst te Vothem de Duitsche gekwetsten op te nemen onder de bewaking van een officier. Op dit oogenblik begonnen de Belgen den aanval. De Duitsche officier en de eenige Duitsche manschappen, die hem vergezelden, vluchtten weg. De Belgen namen de Duitsche gekwetsten, die 26 Feuilleton der Gazette van Gent. verzegelde Lippen Roman van R. ORTMAN. Van Hamburg of Bremen uit mocht hii natuurlijk niet varen ; want daar zou m«À ^6|{n zoeken, en het was niet waar schi.inlijk, dat het hem gelukken zou zich ongemerkt op een stoomschip binnen te smokkelen. Hij dacht aan Rotterdam ol Antwerpen. Maar ten slotte verkoos hij iefea, waar hij indertijd eens voor zijn Renoegen zich een paar dagen had op-Sehouden. De ^baliaansche policije zou wel zoo scherp niet toekijken als de lutsche ; en indien hij met de noodige omzifhtigheid handelde, wie dan zou op het vermoeden komen, dat hij juist naai jeiiua gevlucht was? — Wel dacht hi; aan zijn vader en al hetgeen hij voor al-Uidf prijsgaf ; maar deze overweginger konden zijn besluit niet aan het wanke-|^Bbrengen. Dat ailes immers was vooi lein feeds verloren geweest op he1 ooRenblik, toen hjj lin zimnelooze wan-'°°P. moordwapen tegen zijn pijni j'fflEnarl opgeheven. Een toestand zooali e tegenwoordige kon hij in geen geva nier verdragen. Erger dan thans kor Vpe positie toch niet meer worden aaiom dus zou hij het met dien laats #weg niet beproeven. ilet groote bedachtzaamheid trof hij > verwijld zijne toebereidselen. Hij be ) eep dat het voor aile dingen er op aar Ko arSwaan te wekke.n. Daaron rrv!.!?0i - s<^en reisg°ed mede te nemen na ontbijt de trap afging dp Ko r''1 a/ln ^ ''e,n aan de deur staan îende, dat hij een uitstapje naai de Roode Klip ging maken. En toen, als-°f. het hem zooeven te binnen schoot, liet bij er op volgen : Mocht ik daar getzel-schap vinden, dan is het niet onmogelijk dat ik vannacht uitblijf. Vervolgens ging hij naar het haven-hoofd, van waar, naar hij wist, de stoom-boot naar het vaste land heden reeds on-gewoon vroeg zou afvaren. Hij zag, tôt zijne voldoennig, onder de passagiers geen enkel bekend gezicht. Toen na een poosje het schip zich in beweging zette, de huizen van het dorp al kleiner werden en eindelijk ook de duinenreeks zich in het wazige verschiet verloor,toen zwol Keilig zijn borst van een gevoel van ver-lichting, alsof zijne vlucht hem reeds vol-komen ware gelukt. Zonder eenig incident kwam hij te Ber-lijn aan, waar hij in aile stilte het best de nog noodige aanstalten tôt zijne ver-dere reis meende te kunnen nemen. Hij nam een kwartier in een hôtel van der-den rang, waar hij zeker was dat nie-mand hem kende, schreef zich in onder den eersten den beisten naam die hem, inviel, en begaf zich terstond naar bed, daar hij zich zoo moede als een hond ■ voelde. Ditmaal vond werkelijk den gewensch-ten slaap, en hij had zich in lang niet zoo i frisch en zoo flink gevoeld, als toen hij den volgenden morgend ontwaakte, Het i vertrouwen op redding echter, dat hem gisteren zoozeer had vervuld, wilde heden niet recht meer stand houden. De vrees, dat Herbert Vollmar zijne vlucht ontd-skt en hem de policie op de hielen ge.iaagd zou hebben, verontrustte hem i van minuut tôt minuut al sterker Het i kostte hem moeite, zich uit zijne hotel-kamer te wagen. Hij meende, toen hij zijn rekening betaalde, de blikken van den hotelhouder wantrouwig op zich go-richt te zien ; en toen hij op straat kwam, joieg de aanblik van den eersten den bes-ten policieagent hem een rilling over den rug. Hij had zijn reis te Berlijn afge-broken, omdat hij hier de verkleeding wilde bewerkstelligen, die hem in geval eener vervolging onkenbaar moest maken. Want natuurlijk zou hij niet onder zijn eigen naam reizen en niet als iemand van den beteren stand, maar in de ver-momming van een ambachtsman of iets dergelijks. Maar hij had zich deze vermomming gemakkelijker voorgesteld,dan zij in wer-k-eli.jkhe.id bleek te zijn. Er waren in de onaanzienli.jke stadsbuurt, waar hij. kwar" tier genomen had, uitdragerijen en oude kleerwinkeltjes genoeg, in welke hij terstond zou hebben kunnen vinden wat hij zocht. Maar de moed ontbrak hem om er binnen te gaan. In zijn elegante bad-plaatskleeding moest hij naar hij meende, den neringdoenden terstond verdacht zijn voorgekomen, wannee'r hij zijn ver-langen kenbaar maakte. En op een zeker oogenblik deed hij een waarneming, die hem plots weder den doodsschrik om het hart deed slaan. Een schunnig gekleede kerel met blon-den snor en loerende oogen had het blijk-baar er op toegelegd, hem bij al zijn schreden op den voet të volgen. Toen Paul Keilig zijn onaangenamen blik van den kerel voor het eerst op zich zag gericht, had hij slechts geineend door zijne in deze buur.t ietwat opvallende kleeding de aandacht van den man te hebben getrokken. Maar toen hij ihem voortdurend achter zich zag, hoewel hij toch opzettelijk geheel doelloos langs de straat slenterde, sloeg een beklemmende argwaan hem om het hart. Als het eens een geheime policieman was, die last had hem aan te houden ? — Hij wist dat deze lieden zich vaak in de zonderlingste verkleedingen bewegen. De man was misschien nog niet zeker van eijne zaiak. Hij wilde mâsfschiein nog wachten tôt hij hem betrapte op jeene handeling, die aan zijn karakter als voortvluchtige geen twijfel meer liet. De hardnekkigheid van de vervolger maakte voor den referendaris het vermoeden al spoedig tôt zekerheid, en opeens kwam over hem de moed der ver-twijfeling. Indien het werkelijk was zooals hij vermoedde, waarom zou hij dan nog langer met zich laten spelen 1 — Deze radelooze angst voor hetgeen er elk oogenblik zou kunnen volgen, benam hem schier zijn verstand. Hij wendde zich dus ,toen de ander weder dicht achter hem was, plotseling vastberaden om en snauwde den man toe : — Wat wilt gij eigenlijk van mij 1 Waarom loopt gij voortdurend achter mij aan? Hij was er op voorbereid, dat de aan-gesprokene terstond met beide handen toegrijpen en hem aangehouden verkla-ren zou. Maar in plaats daarvan vertrok de man zijn gezicht tôt een breeden, goedmoedigen grijnslach en zegde : — Met verlof — houd u maar bedaard, mijnheer Keilig ! Ik wilde enkel maar te weten komen, of gij het werkelijk zijt. Het leek mij zoo, alsof gij naar iets zocht. Als ik u bij geval van dienst kan zijn, gij zult mij toch nog wel kennen ? Nu meende Paul Keilig inderdaad iets bekends in het gezicht van den kerel te ontdekken ; maar hij wist niet, waar hem in zijn.e herinnering terecht te brengen. — Ja, zegde hij — het lijkt mij wel alsof ik u vroeg er reeds had gezien — maar ik kan mij niet herinneren waar dat geweest kan zijn. -— Ja ja, dat is geen wonder. Een ad- vocaat krijgt ook met zooveel menschen te doen... Ik heet Eichler, en mijnheer heeft mij indertijd verdedigd. Advocaat Steinitz had u als zijn plaatsvervanger naar het gerecht gestuurd. Nu, daar kon ik tevreden mede zijn, want gij hebt het zaakje zoô netjes gedraaid, dat zij mij gladweg hebben moeten vrijspreken. — Ah, nu herinner ik het mij. Het was j eene zaak wegens vervalsching van offi-cieele stukken ,niet waar? — Gij waart aangeklaagd, een hfcndel met eigenge'-maakte legitimatiebewijzen te hebben gedreven. — Net zoo, mijnheer de advocaat, be-vestigde Eichler, en de mond onder den stopjieligen knevel trok zich weer in de breedte. — Het had mij leelijk kunnen opbreken, als gij de twee getuigen ten laste niet zoo machteloos had gemaakt. Mijne vrienden, die onder het publiek za-ten, zegden later ook dat gij dat varken kolossaal knap gewasschen hadt. Op het eerste oogenblik had de referendaris slechts het verlangen gehad, zich zoo snel mogelijk het gezelschap van dien gewezen cliënt van den hais te schuiven. Toen echter schoot hem plotseling eene gedachte door het hoofd, die hem zelf een genialen inval toeleek. Zonder zich er om te bekommeren of deze vertrouwelijkheid ook iemands be-vreemding wekken kon, vatte hij den ander bij den arm — Jawel, zeg'de hij — ik heb u toen een grooten dienst bewezen, Eichler. Zonder mij zoudt gij zeker in het tucht-huis gekomen zijn. En dus — wilt gij mij nu, een wederdienst bewijzen? — Als het mij mogelijk is, mijnheer, met genoegen. Menschen als wij kunnen niet veel betalen — maar als het op eene andere wijze kan worden goedgemaakt, dan laten wij het er niet bij zitten. — Nu dan — kunt gij mij een paar legitimatiepapieren verschaffen, met fce-hulp waarvan ik naar Amerika kjm? — Ik heb namejijk een duel g^had, dat. voor mijne tegenpartij ongelukkig is af geloopen, en ik heb niet veel ïust om een paa.r jaar lang vestingstraf te gaan zitten afbrommen. Daarom wilde ik er van door. De heer Eichler scheen omtrent de waarheid dezer mededeeling niet den ge-ringsten twijfel te koesteren. Wel zoo? Nu, dat kan geen mensch u k wal y k nemen, mijnheer... Wilt gij ge-looven dat ik al zoo iets van dien aard had gedacht, toen ik u zoo langs die kleerenwinkels zag schuiven? Gij wildet u zelf wel zoo een beetje onkenbaar maken, niet waar ? ~~ Ook dat. Maar de papieren zijn de hoofdzaak. Gij doet toch nog altoos za-ken in dat vak? — Nu ja — zoo af en toe. Een ieder blijft toch graag bij het ambacht dat hij eenmaal heeft geleerd... Maar gij wilt mij toch niet in de val laten loopen, mijnheer de advocaat?. — Hoe komt gij op de gedachte ? — Ik zal u integendeel uw werk heel goed betalen.— O, daarom is het mij niet te doen. De eene hand wascht de andere, mijn-heer den advocaat. Hiebt gij mij een pie-zier gedaan, waarom zou ik u dan op mijn beurt niet 66k een plezier doen? — Maar het treft slecht. Ik heb op het oogenblik toevallig niets in voorraad — tenminste niets wat voor u passen. Gij zult dus een beetje geduld moeten hebben.— Dat is onmogelijk. Tijd heb ik niet te verliezen. Gij moet mij de documen-ten terstond verschaffen, Eichler ! (Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes