Gazette van Gent

1208 0
12 augustus 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 12 Augustus. Gazette van Gent. Geraadpleegd op 02 juni 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/2804x57m80/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

1^247° JAAR - N' 187. - B. i OENTIEMBN WOENSDAGj 12 AUGUSTI 1914 GAZETTE VAN GENT IÎÏSCMRIJVIÏÏGSFR1JS : ■ VOOR GENT : VOOR GEHEEL BELGIE : _ . . . fr. 12-00 £en jaar fr. 15-00 feB > L ' " ' » 6-50 6 maanden. , , , , > 7-75 SïïïSï: : : : : • * ™ Voor Hoïïand : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gesticht in 1667 IBEUKZEN-COURANT). BËSTUUB EJÎ BEBACfIS VELDSTRAAT, 60, GENT Dé lurêélen eyn open van 7 ure 's tnorgends toi & W6 "ê avùnds. TELEFOON nr 710 De ioschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten Postkantoore hunner woonplaats. DE VRIJHEIDSOORLOG STÏEÏIW RROOTE VELDSLAG VERWACHT 1 DE OORLOG Jjj, > « > Het Antwoord van koning Albert aan keizer Wilhelr : Si BELGIE GB00TE MOGENDHEID S Mbreuk lier Jiplomatisclte betrekkiipi tosschen Oostenrijk en Frankrij ™ ■ De Dultsoliers t© Tongeren ven MB» % 1 MINISTERRAAD î%, | De FVansclie en Belglsclie K^iiclitvlooi Schermutselingen iusschen de Voorwachien ALLERLEI TIJDINGEN s | Verschiilige Tijdingen uit het Buitenlani W5» 1 ^ i» Het antwoord van ■ den Koning ret ? Men zegt dat koning Albert het vol» ioe [ gende zou geantwoord hebben op de lot laatste bedreigingen van keizer Willem : leni " Do Belgen zullen veciten tôt der dood. m ~ ora hunne onafhankelijkheid te verzeke= ren, en, als het noodig is, zal ik zell het geweer opnemen." % Belgie, groote mogendheid £6D| . en Een Franschman schreef aan een Pa-rijzer blad : " Ik zou wenschen dat, na de 'M1 i hulde die gebracht werd aan den helden-! toi I moed van Luik, eene andere huldc zou gebracht worden aan gansch Belgie. Iedereen weet, zegt de schrijver, dat er in de diplomatische orde een rang be- 1 ^ staat tusschen de mogen-dheden ; de eene l( ij [ Eijn getiteld als groote mogendheid, bij , (|, ; wie een gezant afgevaardigd is ; de an-irj : deren, onzijdige landen of van minder foelang, bij wie de belangen der vreemde otes | natiën vertegenwoordigd zijn door een •m', S' " minister". Ik vraag dat de minister van ^ | Frankrijk, te Brussel, op staanden voet eou verheven worden tôt den rang van Z | gezant. " Belgie beschikt over 300,000 soldaten j| Men heeft al meer dan eens gezegd JJjJ ! dat wij maar 200,000 man te been heb- 2 # I ben gebracht. Zulks is eene dwaling. ! ioi,;.I Vijftien klassen zijn binnengeroepen en ire. leveren alleen meer dan 200,000 man. lîuW fti I I—mn» .i ,i ■.....■ii.i.i i.iii. Wij beschikken over 48.000 vrijwillige en als het noodig is over de klas va 1914, die meer dan 40.000 man sterk i Om de klas van 1915 onder de wapei te roepen moet men eerst de toelatin van het Parelement hebben. De jeug brandt van verlangen om aan den ona hankelijkheidsoorlog deel te nemen. De voorgeschiedenis van den oorlog. In de mededeelingen komt niet ui dat, toen op 30 juli besprekingen tussch< j Rusland en Oostenrijk (en een telegrar menwisseling tusschen den Duitschen t den Ruasischen keizer) plaats vonde: de Duitsche gezant te St-Petersburg a i zijne regeering berichtte, dat in Ruslai reeds een algemeene mobilisatie was b volen. In deze dubbelhartigheid v; Rusland werd in Duitschland algemee de oorzaak van den oorlog gezien. H bericht van den gezant was de reden v; die verklaring van den oorlogstoestar in Duitschland als bedreiging tegen Ru land. Toen Rusland voortging desnietl genstaande met de algemeene mobilis tie werd op 1 augusti in Duitschlai evenzeer de algemeene mobilisatie bev len. Men gelooft niet, dat Duitschlai eene daad heeft gedaan, die met de hi« uit /voortvloeiende opvatting, dat ni Duitschland, maar Rusland den oorli wilde, in strijd was. Zoo vertellen de Duitsche bladen... De forten van Luik Beschouwingen van een HoIIandschei deskundige De Duitsche keizer heeft.te Berlijn b kend gemaakt dat Luik genomen : Blijkbaar zijn dus de troepen gedeelteli Luik binnengetrokken, maar daarmede i» Luik als vesting niet genomen. En juist op de forten komt het aan, dat zal ieder met ons eens zijn. Wij kunnen zelfs niet gelooven, dat er één fort genomen is. Hier liggen moderne forten, om Luik 12, [| om Namen 9. Nog onlangs zijn de hind-er-nissen om de forten verstarkt en zijn de munitie- en andere voorraden vermeer-derd. Aanvulling van buiten is voor deze . forten niet noodig, dit wil zeggen voor-|( loopig niet. De genoemde voorraden zijn natuurlijk niet onmetelijk, dus per slot kunnen de forten vallen slechts uit gebrek aan noodzakelijke behoeften, althans, wanneer de bezetting haar plicht doet, en wij hebben geen reden daaraan te k twijfelen. Wanneer wij ons herinneren hoe lang de forten om Port Arthur het hebben uitgehouden, en dat nog wel forten van eenvoudigen bouw, dan hebben wij in het uithoudingsvermogen der Luiksche forten veel meer vertrouwen, dan de be-riehtgevers.JBegrijpelijk is, dat de Belgen spreken van nederlagen der Duitschers en omge-kcerd de Duitschers van welslagen op de — Belgen ; zulks is noodig om den moed — erin te houden. Welke oorlogvoerende mogendheid doet dit niet? s Van betrouwbare zijde wordt uit Maas-n tricht gemeld, dat de Duitsche soldaten 5. meenen tegen Franschen te vechten en is dat, toen Visé genomen was, velen meen-g den al in Luik te zijn en de overtuiging rj hadden dicht bij Parijs te wezen. Mis-f_ schien geschieden deze mediedeelingen wel van hoogerhand, ook al weer om het moreel te verheffen. Er sohijnt nu rust te zijn nabij Luik, , wat ons niet verwondert. Wij meenen ' toch', dat het enkel de bedoeling der 411 Duitschers is, om het Belgische veldle-J1" ger op te sluiten ; is dit juist gezien, dan !n i1; een verder oprukken van de Duit-a' schers in de richting Antwerpen niet noodig. id *n De toestand Dinsdag ■n (Officieel). et Ten Noorden van den Maas, hebben m de Duitschers in Westelijke richting le-id gerbenden vooruit gezonden hebben, die s- niet aanzienlijk schijnen en die ons leger e- volkomen in staat is achteruit te drijven. a- Wij h'efcben reeds voorspostgevechten id gehad, tijdens welke de vijand achter-o- uitgeslagen werd. îd Ten Zuiden van den Maas is de toe-■r- stand niet veranderd : de Duitschers et hebben ziçh versterkt op de linie van de 3g Ourthe, wat schijnt aan te duiden da,t zij van zin zijn verdedigender wijze te werk te gaan. De moreele en de stoffelijke toestand onzer troepen is uitmuntend. 1 's Avonds, 1 O ure e- De toestand blijft goed voor ons. s. Er hebben gisteren eenige voorpostge-jk vechten plaats gehad ; het gevolg ervan schijnt te zijn dat de Duitschers achter-uittrekken. Inderdaad, zekere punten door hen maandag avond en dinsdag morgend nog bezet, zijn thans ontruimd. De Belgen hebben een zeker getal brug-gen op het front van het leger doen springen. Zulks heeft doen gelooven dat er een gevecht met de kanons aan den gang was. In aile geval, dinsdag avond was er in het ministeriei van oorlog, te Brussel, geene enkele tijding toegeko-men, die toeliet te veronderstellen dat er zulk een gevecht geleverd werd. Het nieuiws uit ons leger toegekomen is zeer goed. Onze soldaten wachten met ongeduld het oogenblik af dat zij op den vijand zullen kunnen losstormen. Van onze bondgenooten is niets te melden ; deze gaan voort met al hunne bewegin-gen en schikkingen geheim te houden. Het wordt bevestigd dat de Diiitsche,rs de gebeurlijkheid voorzien van verdedi gender wijze te moeten optreden, want zij werpen overal verschansingen op. De Fransche en Belgische luchtvloot Men mag er zich aan vervvachten deze dagen talrijke vliegmachienen en be-staurbare ballons door de lucht te zien zweven. Onze burgervvachten en de bur-gers hoeven te vveten hoe zij de Belgische en Fransche toestellen kunnen onderscheiden. Hierna laten wij de noo-dige inlichtingen volgen : De Fransche bestuurbare ballons be-hooren allen tôt het lenig stelsel en dra-gfen langs achter eene vlag met de r.ansche driekleur. Er zijn er van 4woo soorten : 1° De bestuurbare ballons met korte schuit; 2" de bestuurbare ballons met lange schuit, welke uitloopt in een stalen punt. Al de Fransche bestuurbare ballons zijn van gele kleur, hetgeen ze onder-scheidt van de Duitsche Zeppelin's, die allen van grijze kleur zijn en ook veel langer. Ziehier de beschrijving van beide stel-sels bestuurbare ballons : 1° Ballons met korte schuit. — De lengte der schuit is ongeveer ol'vvel het derde ofwel het zesde van de lengte van den heelen ballon. Aan de eenige schuit draait bezijden van weerskanten eene schroef. Het stuur en de evenwichtplans zijn rechtstreeks aan het omhulsel vastgemaakt. Men zou deze Fransche bestuurbare ballons kunnen verwarren met de Duitsche « Parseval's », ook een lenigen ballon met korte schuit. Doch de « Parse-val » is geheel afgerond langs voren en zeer puntig langs achter. 2° Bestuurbare ballons met lange schuit, uitloopende in stalen punt. — Deze Fransche ballons zijn te onderscheiden door hunne lange schuit, welke gebouwd is in eene ijzeren karkas « a jour », behalve in het midden, waar een deel der schuit gesloten is. " De lengte der schuit is minstens de hell't van den ballon. Ilet vertikaal stuur is langs boven vastgemaakt aan het uit-einde der stalen schuitpunt. Deze schuit kan de Fransche ballons heel gemakkelijk doen onderscheiden van al de Duitsche luchtschepen. Wat nu cle vliegmachienen betreft. ziehier de kenteekens der Fransche en Belgische toestellen : Ie Algemeen teeken : — Twee kokar-den met de nationale kleuren onder el ken vleugel. Deze kokarden kunnen var; op den grond gezien worden. 2° Biplans : — Al de biplans, die geene schroef langs voor hebben, zijn Belgische of Fransche toestellen. Al de Belgische en Fransche biplaarrs hebbei: rechthoekige vleugels, evenals recht-hoekige kleine plans aan den staart. Al de Duitsche biplaans hebben de voorste vleugels in vorm van V, het is te zeggen langs achter gestreken. De kleine plans aan den staart zijn bij de Duitsche biplaans in vorm van een hart. 36 Monoplaans : — De Fransche ol Belgische monoplaans hebben rechthoekige of licht afgeronde vleugels. De Duitsche monoplaans hebben de vleugels en den staart in den vorm var duivenvleugels en duivenstaart. Een dapper Volk. Een Nederlandsch blad, bevat het vol g an de artikel.i De geheele wereld volgt met bewonde ring den heldhaftigen strijd der Belgen tegen dei voortrukkende Duitsche legioe nen. Wanneer ooit de algemeene sympathit spontaan is uitgegaan naar een volk da in nood verkeerde, dan is het thans naa: onze Zuidelijke broeders, die tegen yi en dank in den oorlog gesleept zijn. Met verkrachting van aile recht ei terzijde stelling van iedere internationa le overeenkomst heeft Duitschland bru taal den kloeken Belg een ultimatum ge z on den. Maar hoort het fiere antwoord vai den modernen Leonidas : " Wij geven on ze forten niet, kom en neem ze. als gi kunt. Dat is mannentaal. En de afgeloopen dagen hebben be wezen, dat de aan zelf overschatting lij dendei Pruisen, imannen in den warei zin des woords tegenover zich hebben g( vonden. Helden zijn het die Belgen. Ails gewonde leeuwen hebben zij ge vochten met onweerstaanbare doodsver achting. In ieder hunner schuilt een " Breidel' een "de Koninck". Voor geheel de beschaafde wereld heb ben zij getoond, dat ook een klein Voll groot kan zijn. De " vaderlandsliefde", dat zoo vaal bespotte woordje, is het, die hier wonde-retm heeft gewrocht. Als één man, heeft het geheele Belgische volk de diepe, machtige beteeke-nis van die liefda tôt den geboortegrond gevoeld. Van welke partij of politieke kleur ook, van welke landtaal ook, aile Belgen hebben elkaar weergevonden in dezelfde ge-dachte, denzelfden eeredienst: dien van het Vaderland. Deze eensgezindheid, waarvan als het moest — wat God verhoede — ook straks de Nederlander blijk zou geven, •— heeft het kleine Bejgische Volk — klein in aantal wel te verstaan, maar groot iu dapperheid en onverschrokkenheid, — gemaakt tôt den machtigen tegenstan-der, die met 'bovenmenschelijke kracht-inspanning en ontembare volharding voor zijne vrijheid vecht. Belgen ! wij staan vol eerbied voor uwe grootheid en dragen de overtuiging, dût mocht gij straks voor de overmacht moeten zwichten, dat dan de heele wereld daarover met weejnoed zal vervuld zijn. en uwe nederlaag zal voelen als het grootste onrecht, dat denkbaar is. Verslagen kunt gij worden, overwon-nen niet meer. "Zij zullen hem niet temmen den fie-; ren Vlaamschen Leeuw !" Eene Belgische compagnie tegenover een Duitsch regiment Ziehier nog een wapenfeit dat tôt eer» strekt onzer heldhaftige krijgslieden. , Eene compagnie van het 14e linieregi-ment, onder bevel van commandant Lar-dinois, en bijgestaan door eene mitral-(jeuze der eerste afdeeling van het 11° linieregiment, onder bevel van sergeant-fourrier Leenden, hield van 1 ure tôt l 5 ure 's morgends een voltallig Duitsch regiment tegen. 1 Onze dappere soldaten, aangemoedigd door den goeden uitval van het geschut der mitraljeuzen, schoten met zulka lcoelbloedigheid en juistheid, dat ds vijand verplicht werd af te trekken, een 1 bataljonsvaandel, den regimentsstan-; daard en twee buiten gebruik gestelde I mitraljeuzen in de handen onzer verde-digers achterlatende. Èere aan de helden die vielen tijdena dezen hardnekkigen strijd ! i De Engelschen De Engelschen zijn zeer praktische lie-den; het eerste wat zij gedaan hebben, toen zij in Belgie kwamen, was in de Belgische regimenten dezen opzoeken,die ' Engelsch spraken. Deze soldaten werden spoedig aan een. klein exaam onderworpen en vervolgens - gezonden naar de Engelsche compagnies, die onlangs zijn ontscheept ; zij doen : daar nu dienst als taalman. 25 Feuilleton der Gazette van Gent. | | Verzegelde Lippen Roman van ~~ "S R- ORTMAN. îeSi »♦■ ^ Doodableek was de referendaris in den eeM <^er so/a. teruggezonken. Het was )nd! alsot een bliksemflits het v66r hem lig-0» gende donketr achel verlicht" .en den kl»' I s'uier verscheurd had, die tôt dusver I re/\ Z.,jn,e ÎP^Î^st gelegen had. Hij i»(t> \:: , licht iets gezien als eene ker- i»gi kercel, en het flikkeren van een scherp-rechtersbijl.ii<?' | , ^an^' l'idiari de man daar voor hem m» I beminde, dat hij met enkele woorden bevrijden en rechtvaardigen f'! X' - h°e kon dan hij, de schuldige, S op diens stilzwijgendheid hopen?... ZiJne veiligheid was opeens verdwe-sln"'1 ^6n' €n,..'?^s was hem gebleven dan de 1>M Jammerhjke vertwijfeling van een voor V«» , TT'11 , çjjdige leven sidderend mensch. 1J ,'""e zich op den beroepsplicht en , eerewoord van den advocaat niet 1 oeroepen, maar nam nu zijne toe- I een. jammerlijk smeeken. Snik- 1 en met ineengewrongen handen be-àint- ''' r n.' Herbert om hem ten minste 1 t ^1 ^ te gunnen. + " , aat mij eene week, bad hij — of irm/'n8^6 een Paar dagen. Er kan toch «"a „ Wilels nog een wonder geschieden. f00 dan zal ik althans tijd ge-•'!!' j en "ebben om mij op het ontzetten-: 1 îe bprei(|pn. Laat mij twee da-(,]«, 8 i kunt niet zoo wreed zijn, mij die i>, ; teuWf'igeren. ' | Het was geen medelijden, wat Herbert M» ^ I bij den aanblik van den in doodsangst •zich kronkelende Ivioelde — maar eene walging, die hem in de keel steeg. — Goed, zegde hij. Ik wil u twee dagen tijd laten. Maar ik raad u dringend, dan niet langer te talmen. Gij zoudt uwen toestand slechts verergeren door aan mij of aan het toeval over te laten, uwe schuld aan het licht te brengen. Het was twijfelachtig, of Keilig van die laatste woorden meer gehoord of begre-pen had, dan dat hem 't gevraagde uit-stel was verleend. — Gedurende die twee dagen, stamel-de hij, zult gij dus niet tegen mij optreden? — Gij zweert mij, dat gij niet tegen mij optreden zult? — Ik zweer u niets, antwoordde Herbert, die zich reeds naar de deur had ge-wend. Daarmede, dat ik u dit uitstel toesta, is toch reeds voldoende gezegd, dat gij tôt den afloop er van niets van mij te vreezen hebt. Met den angstigen blik van een waan-zinnige staarde Paul Keilig naar de deur, door welke Vollmar zich had verwijderd. Zoo was dan elke hoop op redding ver-vlogen ! Sedert hij den grond van Vollmar's belangstelling voor Dagmar ken-de, koesterde hij geen twi.ifel meer, of de man zou hem verraden. Wat baatte hem dit korte tweedaagsche uitstel, dat hij in zijn doodsangst afgebedeld had? — Hij had tôt op het laatste oogenblik, bij de gedachte aan het onschuldig lijdende meisje, zijn geweten gesust met de over-weging, dat men haar toch onmogelijk kon veroordeelen wegens eene misdaad, wellke zij niet had begaan. Elk uur had hij^ verwacht, de tijding van hare invrij-heidstelling te vernemen. Eerst uit Voll-mar's mond had hij nu gehoord hoe wan-hopig het met hare zaak geschapen stond. Dat men binnen die twee dagen tôt de overtuiging harer onschuld gera-ken zou, zonder dat de werkelijke dader i was ontdekt, — dit leek hem zoo on-MUarschijnlijk, dat hïj niet den moed : vond zich aan deze zwakke hoop vast te klampen. De dingen zouden na verloop van het uitstel nog evenzoo staan als op dit oogenblik. Hij zou nogmaals gesteld worden voor de vreeslijke keus van of zichzelf van den manslag aan te klagen, 6f door den man, die zijne bekentenis ontvangen had, zich te laten overleveren aan het gerecht. IJskoud liep het hem over den rug bij de voorstelling van het ontzettende, dat hem dan verbeidde. Met schier tastbare duidelijkheid zag hij voor zich de cel, die hem zou opnemen, en de gerechts-zaal, in welke hij de treurige roi van den held in een sensatie-proces zou moeten spelen. En zijne gefolterde ziel schreeuw-de luid: Neen neen ! Liever een kogel door de hersens ,dan dat ! De gedachte aan een zelfmoord was reeds berhaaldelijk in hem gerezen. Hij had al de hem bekende wegen tôt een vrijwillijgen dooid' zich jvoorgesteld, om den kortsten en minst pijnlijken te kie-zen. Maar voor het eene zoowel als voor het andere middel, om aan zijn vermor-ste bestaan een einde te maken, deinsde zijne onoverwinnelijke lafhartigheid ril-lend terug... Evenwel — het zou dan toch moeten wezen ! Sedert het geheim niet meer hem alleen toebehoorde, be-stond er geen anderen uitweg meer.Mis-schien ,wanneer hij de geesten van den alcool te hulp riep, zou hij den moed vin-den om het te volvoeren. Hij schelde den kellner en liet zich de wi.jnkaart brengen. De kellner zette een verbaasd gezicht, toen hij de bestelling ontving om eene flesch Champagne en sene flesch ouden bourgogne, uit den felder te halen. — Verwacht mijnheer bzeoek ? kon hij liet nalaten te vragen. Hoeveel glazen noet ik brengen ? — Eén, luidde het norsche antwoord, sn daarmede kon hij gaan. Den weerzin, die lieb bij den eersten slok beving, overwinnend, goot Keilig het vurige mengsel naar binnen. De ge-aoopte roes trad spoedig genoeg in ; maar hij bracht, in plaats van de ver-tvachte vergetelheid, slechts eene nog jndragelijker foltering. IJselijker zinsbe-?oochelingen begonnen hem te kwe-ien, zoodat hij eindelijk eene groote do-sis nemen moest van het slaappoeder, waaraan zijn verwoeste lichaam reeds lang verslaafd was^ om aan deze marte-ling te ontsnappen. Een paar uren lag hij in een loodzware sluimering. Toen begonnen de geweld-iadig opgezweepte zenuwen opnieuw het wreede spel, door den slaper de onzet-tendste droombeelden voor te toove-ren. In enkele. minuten doorleefde hij het a;anschei drama zijner pleitrede, die natuurlijk eindigde met zijne veroordeeling — zijne veroordeeling tôt het schavot. Hij doorleefde al de verschrikkingen van den doodangst. Hij hoorde het arme zon-daarsklokje luiden en huilde jammerlijk om zijn jong leven. Dan hoorde hij den sleutel knarsen in het deurslot zijner cel. Hij zag de mannen binnentreden, die hem haalden voor den laatsten gang, den bestuurder en den geestelijke in zijn zwart gewaad — volmaakt zooals hij het eenige maanden geleden had gezien bij eene terechtstelling, welke hij ambtshal-ve had moeten bijwonen. Hij klampte zich vast- aan zijne slaapstede en smeek-te dat men hem toch nog een dag, nog eejn uur slechts uitstel gunnen zou. Maar hij voelde zich door sterke handen aan-gegrepen en weggesleept door de lange donkere, gang, tôt op de grauwe, som-bere binnenplaats. Hij zag als in een ne-vel de kleine groep van toeschouwers ; hij zag de groene tafel, voor welke de procureur-genraal stond met het dood-vonnis in de hand ; en met starre ontzet-ting l?ag liij de -bleide balklein van het schavot, naaste welke onduidelijk de ge-stalten van den beul zn zijne helpers zich afteekenden. Eene folt&ring, met welke geene andere zich vergelijken laat, doorvlijmae zijne borst. Nogmaals raapte hij al zijne kracht bijeen, om zich tegen het gruwe-Ijjke te verzetten. Hij rukte zich van zijne begeleiders los en trachtte te ont-vluchten. Maar in dezelfde seconde reeds voelde hij zich door een half dozijn ijzeren vuisten gepakt en voortgesleurd, de treden op naar het kleine plankier waar-op de valbijl was opgericht... In de name-looze benauwing van den laatsten doodsangst stierti hij nog een rauwen gil uit, — en deze schreeuw. luit zijn eigen mond klonk hem nog in het oor toen hij ont-waakte.Hij baadde in het zweet, en zijn hart hamerde zoo onstuimig, dat hij meende te sterven. Aan zijn gansche iijf sidderend, richtte hij zich op en staarde door het open venster naar buiten in de mor-gendschermering. Een geruime tijd ver-liep er vôor hij helderheid in zijne ge-dachten had gebracht en in staat was werkelijkheid en inbeelding van elkander te onderscheiden. Dat het slechts een droom was ge-weest, wat hij daareven doorleefd had, en dat men hem ook in geen geval ter dood zou veroordeelen, ve^schafte hem in het eerst een onuitsprekelijk zalig ge-voel van verlichting. Maar tegelijk werd het hem tôt zeke,rheid, dat hij nooit den moed zou vinden om vrijwillig uit het leven heen te gaan. Nu toch had hij eerst recht ondervonden wat doodsangst ia. Duizandmaal liever wilde hij elken smaad olke vernederiing verdu/ren, da.n dat hij deze foltering door eigen toedoen nogmaals over zichzelven bracht. De lichamelijke afmating, die als terug werking na den wijnroes intrad, bracht hem, eindelijk eene innerlijke kalmte, zoo als hii sedert zijne misdaad nog geen oogenblik had gekend. Hij begon nu koel te overleggen. Op Herbert Vollmar zijn zwijgen kon hij op den duur niet reke-nen ; en aan een wonder, dat Dagmar hare onschuld zonder zijn toedoen aan het licht brengen zou, durfde hij niet gelooven. Maar hij had immers nog twee dagen tijd. Herbert Vollmar zou hem dit uitstel laten genieten — daar was hij zeker van. Dus, indien hij terstond op de vlucht ging, kon hij in de twee dagen eqn geweldigen voorsprong op zijne ver-volgers winnen. Hij was gelukkig niet zonder geld. De zes duizend mark, die Cordes hem tôt vereffening zijner speel-schuld gegeven had, beivonden zich nog in zijn bezit. Veel was het niet, voor iemand die in een ver en vreemd land een nieuw bestaan beginnen wilde ; maar het was toch genoeg om hem over den oceaan te helpen. Of hij daarginds zijn brood als daglooner verdienen, of aan de deuren zou moeten bedelen dat was hem op het oogenblik totaal onverschillig. Indien hij slechts bewaard bleef voor het tuchthuis en niet langer met de ontzettende gedachte aan een zelfmoord zich behoefde te kwellen ! (Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Gazette van Gent behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Gent van 1814 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes