Gazette van Gent

1624 0
14 augustus 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 14 Augustus. Gazette van Gent. Geraadpleegd op 05 mei 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/sq8qb9zj86/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

"*^247TjAAR. - M' 189. - B. S 01NTIEMBN VRIJDACS-, 14 AUGUSTI 1914 GAZETTE VAN GENT IîfSCHBlJVIICïSFBIJS : VOOR GENT : VOOR GEHEEL BELGIE : Vù„ L fr. 82-00 Een jaar fr. 15-00 F• > 6-50 6 maanden. .... » 7-75 !ϱ: : : : : • »-i» Voor Eolland : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gestîcht Sn 166T (BEURZEN«COURANTJ. Bi5STUUIl EX REDACTI1 YELDSTRAAT, 60, GENT De lurbclen eijn opcn van 7 ure 's morgencls tôt S Ofà '$ avondSt TELBFOON nr 710 Do inschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten Postkantoore hunner woonplaats, DE EUROPEESCHE OORLOG NIEtrWE OORLOBSVERKLARIlVGErJ OPROEP AAN DE MENSCHHEID i BELGIE HEEFT EUBOPA GEBED DE OORLOG DE NIEUWE BELGISCHE 0VERWINNIN6EN Hoelang zal de Oorlog duren ? Koning Albert. -- Geen Tocht op Brussel VERSCHILLIGE 00RL0GSFE1TEM ■ De Verkrachting der Oorlogswetten Verschillige Tijdingen uit het Buitenland Twee nieuwe Overwinningen Te Haelen en te Eghezée. Gisteren namiddag ontvingen wij het volgende telegram, dat nog in onze tweede uitgave werd opgenomen : Groots verliezen der Duitschers Verscheidens auto-mitraille™ doop de Belgen genomen OFFICIEELE MEDEDEELING. Het ministerie van oorlog bevestigt de overwinning gisteren door het Belgische léger behaald. De Duitschers hebben olficieel 3/5 van hun effectief verloren. Heden morgend heeft een gevecht plaats gehad, nabij Eghezée. De Duitschers werden met groote verliezen te= ruggeslagen. De Belgen hebben verscheidene auto» mitrailleuzen genomen. (Eghezée is gelegen op 17 kilometers ten Noorden van Namen, tusschen Thie= nen en Namen.) BEVESTIGING. Wij ontvangen daarover nog de volgende officieele mededeeling : Na den nacht te hebben doorgebracht in de stellingen die zij na den aitocht van gisteren bereikten, zijn de Duit* schers vooruit gerukt naar een punt van ————— 27 Feuilleton der Gazette van Gent. Verzegelde Lippen Roman van R. ORTMAN. De ander bezon zich eens, maar trok toen weder met een lang gezicht de schouders op. Het zal met den besten wil niet Kaan, mijnheer de advocaat. Tôt mor-Ken ochtend moet gij in elk geval wach-î}: za,l ik u een geboorteakt en een rriihtairen pas op naam van den kleerma.-kersgezel Emiel Fischer Ibezorgen. Het kan u toch niet scheien, als eenvoudige Kleermakersgezel naar Amerika te gaan? — 0 neen ! Dat past mij juist. Maar ik vrees dat het morgen te laat zal wezen. . die — die — tweegevechtgeschiede-nis eenmaal a-an het licht komt, dan zul-len zij mij natuurlijk dadelijk achter de vodden zetten. . ^ui als het anders niet is, dan zul-Jen wij wel raad schaffen. Als het u niet c armzalig is, dan zal ik u in een kwar-i®r brengen, waar geen sterveling u zoe-en zal. Daar kunt gij dan ook op uw Remak uwe fijne kleederen verruilen te-£en een pakje, dat beter voor een kleier-niakersgezel gesneden is. Als gij wilt, zal u al het noodige bezorgen. K-silig werd werkelijk geroerd door de u pvaardigheid van zijn ouden kennis. 1-1, ^Taa jZinniSe angst, dien hij in de . i , 0 ^agen h ad uitgestaan, had hem n °j'«evoelig gemaakt voor het wi4>pnc fJren en smadelijke eener ge-vuit u'ap nii''07Pri 'îoortraplen scha-Hij voelde veeleer voor den man onze stellingen, dat zij onvoldoende be= zet achtten. Onze staf evenwel, volkomen op de hoogte gehouden van de bewegingen van den vijand, door de uitgezonden ruite= rij, gaf bevelen en de vijand werd opgewacht. Een gevecht had plaats, met een gun= stig verloop voor onze wapenen ; zoowat tien duizend man namen er aan deel. Het was de eerste maal dat onze troe= pen in open veld aan den slag gingen. Zij hebben bewezen dat zij ook dit krijgvoeren verstaan en volkomen zijn toegerust om overal met voordeel te strijden. Behalve dit wapenfeit, dat van meer beteekenis is op zich zeli dan door zijn gevolgen, is de algemeene toestand blijk= baar niet veranderd. Men mag zich echter overtuigd hou-den dat langs de zijde van onze verbon* denen, de gebeurtenissen hun verloop krijgen naar een op voorhand vastgesteld plan. Het gevecht te Eghezée Het is niet te Eghezée zelf dat gisteren morgend gevochten werd, maar op het grondgebied der gemeente Boneffe. Eene afdeeling van 400 Duitschers, uhlanem huza,ren en wielrijderisi, had zich daar genesteld in eene loopgracht eenige dagen geleden door de Belgen ge-graven.De bezetting van Namen werd dadelijk verwittigd en zond 120 ruiters en wielrij- een dankbaarheid en eene genegenheid, die hij nog voor geen zijner vrienden ooit had gekend. Zonder een zweem van argwaan omtrent de zuiverheid van Eichler zijn bedoelingen, vertrouwde hij zich aan diens leiding toe. Den ganschen dag had Herbert Voll-mar niets van zijn vriend Rinckleben gehoord. Hij kon zioh daaover niet ver-wonderen, want hij moest uit Rudolf zijn laatste uitingen opmaken, dat Dag-mar middelerwijl naar de landsgerecht-gevangenis was gebracht, en hij hield het van zelf sprekend, dat Rudolf haar daarheen gevolgd was. _ Het waren een vreeslijke vier-en- twin-tig uren geweest, die hij had doorleefd ; want bij zijne lichaamspijnen, die voort-durend heviger werden, en bij de afmat-ting, tegen welke hij nog slechts met zijne uiterste wilskracht zich verzettfin kon, kwam nu ook nog de foltering van een innerlijken tweestrijd, zoo fel en wreed als ooit een menschehjk gemoed hebben verscheurd. Op den moreelen moed van den refe-rendaris mocht hij na al hetgeen hij van hem had gehoord, slechts zeer geringe hoop bouwen. Hij voorzag, dat hem ten slotte tôt Dagmar haar redding geen andere weg zou overblijven, dan die, op welken hij zijn persoonlijke en zijn b»-roepseer zou moeten prijsgeven. Hij was besloten, in het uiterste geval dien weg te begaan ; maar hij wist met volkomen zekerheid, dat hij tegelijk daarmede zijn eigene: toekomsfc vernietigde. Want als een advocaat, die zijn eerplicht schond, en als een man die zijn eerewoord ver-brak, zou hij voortaan buiten de samen-lftving staan als epn verstooteling. En dat het levpn dan voor hem met zijn l'ijngevoeligheid ondragelijk zou zijn ge- ders, aangevoerd door den bevelhebber Iweins, van de lansiers. De Duitschers werden op het onverwachts overvallen; zij waren bezig met in eene nabijgelegen hofstede een zwijn te dooden. Het eerste schot der Belgen bracht de wanorde in hun midden en alhoewel zij veel talrijker waren, namen zij na een half uur de vlucht een tiental dooden achterlatende. Een twintigtal hunner paarden werden gedood, en 28 levend gepakt. Verder be-droeg de oorlogsbuit eeiîige mitirajleu'-zen, veldmaterieel, rijwielen, enz. Aan de zijde der Belgen vielen twee dooden en twee gekwetsten. Heel den middag duurden de schermut-selingen voort, overal moesten de Duitschers in de bosschen vluchten. Nog het gevecht te Haelen (WOENSDAG). Rond 11 ure verscheen de vijand op den weg van Stevoort naar Haelen en werden tusschen de verkenners de eerste geweerschoten gelost. Onze troepen lieten den vijand langzaam vooruitko ■ men en schoten er dan duchtig op los. Langs beider kanten trad weldra de artillerie in werking. De Duitsche had weinig uitwerksel, doch de onze schoot juist en richtte op 2000 meters erge vcrwoestingen aan in de Duitsche rangen. De Pruisen t.rokken niettemin maar immcr voort naar Ilaelen en Cortenae-ken. Rond 2 ure was het gevecht buiten-gewoon hevig. De Duitsche mitraljeu-zen knetterden onophoudend. Een oogenblik kreeg men een gevecht van man tegen man. Onze ruitefij chargeer- , de de Duitsche. De schikking van het terrein liet niet toe de legers te ont-plooicn en het was met kleine groepen dat men op de velden chargeerde. De streek is al'gesneden door hagen en heu-veltjes. Onze soldaten hebben bevvijs geleverd van een ongelool'lijken helden-moed.De tijd ging intusschen voorbij en de Duitsche troepen kwamen maar niet vooruit. Zij verwaarloosden zich vol-doende te dekken en offerden vele man-schappen op. Zij gebruiktén de brutale taktiek van het getal en vervingen de gevallen mannen maar gedurig door versche. Op zeker oogenblik had een echte slachterij plaals. Eene lange kolom rui-terij kwam den steenweg van Ilerck worden ook dit wist hij maar al te goed . Het was geen laffe vrees, wat hem bij de gedachte aan de onvermijdelijke gevolgen zijner vertrouwensbreuk zoo hui-veren deed. Het leven had voor hem op dit oogenblik een zoo geringe waarde, — integendeel, hij voelde het zoo zeer als een drukkenden last —, dat hij het einde -ervan slechts begroeten kon als een ver-lossing. Maar de voorstelling van een zelfmoord had voor hem altoos zoo nauw met het begrip van iets onteerends sa-mengehangen, dat hij niet aan de verlos-sing denken kon, maar enkel aan den smaad. En dan was er ook nog iets anders^ dat hem pijnigde. Hij was het met zich-zelf oneens geworden in zijn beoordee-ling van Dagmar haar handelwijze je-gens hem. Sedert Rinckleben iiem zoo ondubbelzinruig ve'rraden had van (welken aard zijn gevoelens voor Dagmar waren, wist hij door de jaloersche pijn, die zijn hart doorwoelde, hoe diep zijn eigene liefde voor het meisje nog st-eeds daar-in wortelde. Hij streed ook niet langer tegen dit gevoel, dat zijn mannelijke trots hem eigenlijk had moeten verbie-den. Integendeel, als eene soort van zelt-kwelling had hij getracht zich ailes voor den geest te halen ,wat zijn korte liefde-droom h?<m aan gelukzalige oogenblik-ken toch nog had gebracht. En terwijl daarbij het beeld der beminde hem zoo liefelijk had voorgezweefd, was niet slechts z;jn wrok tegen haar al meer en meer verstomd, maar hij was ook gaan wankelen in de ov.ertuiging, dat dit ailes slechts hartelooze toeleg moest zijn geweest .Zoo sehanctelijfc konden deze oogen en deze lipepn niet gelogen hebben, en tôt zulk eene huiehelarij was geen jonge vrouw ia staat.l Dei gedachte naar Haelen afgeslormd en bood zich aan onze mitrailjeuzen. Zonder de min-ste manœuver liepen zij maar voort. Mânnen en paarden vielen als vliegen tôt men eindelijk aan de weinig overge-blijvenden bevel gaf achteruit te trek-ken.Te Cortenaeken was het bijna hetzelf-de spel als te Ilaelen. Doch op zeker oogenblik bestond er vrees dat de Belgen zouden overrompeld worden. Doch de luitenant Van Dooren kwam weldra ter plaats en dreef de aanvallers achteruit.IIELDENFEITEN De luitenant Van Dooren, die gelast was de stad Diest te verdedigen, be-schikte over geen enkel soldaat meer. Ilij deed dan een oproep tôt de vrijwil-lige pompiers van Diest, die als een man met hem medetrokken. Onderweg ver-gaderde hij nog eenige soldaten en eindelijk kwam hij aan het hoofd van den kleinen troep te Zellick toe. Het gevecht woedde in voile hevigheid. De luitenant Van Doordn kroop vooruit tôt op drie honderd meters van de vijandelijke bat-terij en schoot den aanvoerder ervan dood. Ilet paard van den Duitschen officier licp weg en kwam als bij wonder, in de richting van den Belgischen luitenant. Deze wipte er op en reed honderd meters ver. Het paard werd dan onder hem gedood. Ilij bereikte terug zijne man-schappen, die beschoten werden en zich met hem in eene gracht moesten verber-gen. Zij schoten van daar op de kanon-niers en doodden er verscheidenen. De batterij trok zich dan terug. Om 6 ure 's avoruls was de Duitsche nederlaag volledig. De aanval werd ge-staakt en wat er van de Duitschers nog overbleef, vluchtte naar Tongeren. Onze manschappen, die zeven uren lang gestredon hadden, waren beslijkt en zwart van het poeder, maar nog wel le pas. Men schat dat de Duitschers te Haelen rond de drie duizend dooden en gekwetsten gelaten hebben. De grond was er als met lijken bozaaid. Wat de Belgen betreft, deze hebben maar heel weinig dooden, doch nogal eenige gekwetsten. DE KONING De koning houdt zich uitstekend goed. Zijne Majesteit, dank aan zijn ijzeren dat zij zelf, evenals hij, het slachtoffer van bedrog was geweest, boorde zich als kwellender <itt zijne helrsens. Misfschilen had zij van het bewuste testament heel niets geweten. En dat zij hem den wer-kelijken naam van haren stiefvadej- ver-zweeg, had wellicht eene geheel andere onschulrfige reden gehad, die zij hem met enkele woorden zou kunnen ophel-deren.Maar indien dit zoo was, dan had hij heel geen recht om haar hard te vallen. Indien dit zoo was, dan lag al het recht bij hem izelf, en haar vrijwillige terug-treding uit de verloving was niet eene handeling ,van snoode zelfzucht, maar eene edele en hooghartige zelfverlooche-ning geweest. Tusschen vertrouwen en twijfel besten-dig heen en weer geslingerd en onbe-kwaam om tôt een klare voorstelling der dingen te geraken, had Heribe.rt een bo-ven aile beschrijving pijnlijken dag doorleefd. Vurig hunkerde hij naar het einde van het tweedaagsche uitstel, dat hij zich door den referendaris Keilig had laten afsmeeken ; en van tijd tôt tijd, wanneer iets als een sluier over zijn be-wustzijn kwam, pakte hem een ontzet-tende angst, dat hij ernstig ziek zou kunnen worden nog voor die uitsteltijd ver-loopen was. Eens dacht hij zelfs er over, een verslag van Paul Keilig zijn beken-tenis neder te schrijven,... opdat men dit bij hem zou vinden. Maar hij bracht dit plan niet tôt uitvoering, omdat het hem een ontduiking van de gegeven belofte toescheen, en ook omdat hij, die altoos geteond was geweest, aan 'de mogelijk-heid eener werkelijk zware ziekte, die hem de heerschappij over zich zelf benc-men zou, toch niet recht geloofde. Op den morgenil van den tweeden dag trad Rudolf von Rincleben in zijne ka- gestel, komt aile moeilijkheden en af-mattingen te boven en kan gemakkelijk persoonlijk aile krijg&verrichtingen vol-gen, de strategische vergaderingen voor-zitten, lange en lastige ritten do en p er auto of te paard, eten en drinken om het even wat en op welk uur, nu en dan op een bed eenige rust nemende. Hoelang zal de Oorlog duren? Een Engelsch blad antwoordt op die vraag als volgt : « Deze oorlog, of liever deze draai-kolk van oorlogen, is van geheel ande-ren aard, dan onze koloniale oorlogen, waar het er niet op aankomt dat wij, Engelschen, wat vroeger of wat later optreden. Wij moeten den oorlog op dezelfde manier beschouwen als de Duitschers, omdat Duitschland, die dei} oorlog ver-wekte, ook het land zal zijn dat vredo zal maken —• het zal hem opleggen als het overwmt, of vragen ais het geklopt wordt. Voor Duitschland zou een lange oorlog eene ramp zijn — voor al de anderen ook, maar vooral voor Duitschland. Daar het tusschen twee groote vijan-dige Slaten gelegen is, dat de zee voor hem zal gesloten worden — ze is het reeds — dat geheel zijne nijverheid moet stilvallen, wat ook het geval is in Bel-gie, maar minder in Frankrijk en Enge-land, — dat zijne koloniën bedreigd worden, kan Duitschland onmogclijk een langen oorlog voeren. Na aile mogelijke berekeningen heelt men enkel kunnen komen tôt 6 maand ten allerlaatst, maar toen men die berekeningen maakte, rekende men enkel dat Duitschland 3 millioen soldaten in het veld zou brengen. Het heeft er nu 5 millioen op voet, zoodat Duitschland het voorzeker op verre na zoo lang niet uilhouden kan. De Duitschers spannen al hunne krach-ten in om aan Frankrijk eenen gevveldi-gen slag toe te brengen en dat zoo rap mogelijk. Het is wel zeker dat de Duitschers voorzien hebben dat de Engelschen volk zouden zenden naar Belgie en Frankrijk en dat ze maatregelen hadden genomen om het ontschepen te beletten. De Engclsche vloot is bij machte om haar het hoofd le bieden. Wij zijn ge- mer. Hij keek donker, en zijne houding was stijf en afgemeten als die van een vreeandeling. Zonder hem de hand te reiken, begroette hij den vriend. Aan de uitnoodiging om te gaan zitten, gaf hij geen gevolg. Ik kom zooeven van Dagmar, zegde hij. Hare zaak staat niet goed. — Is er dan iets gebeurd dat haar ver-slechterd heeft? — Dat juist niet. Maar er is nog al-tijd geen spoor, dat tôt het ontdekken van den dader zou kunnen voeren. De rechter van onderzoek is, evenals de procureur-generaal, rotsvast van hare schuld overtuigd. Men acht die. zoo volkomen bewezen, dat men plan heeft het voorloopig verhoor reeds eerstdaags te sluiten en met de behandeling een begin te maken. Het wordt de hoogste tijd dat er een wonder geschiedt, om haar nog te redden. Herbert hoorde uit elk dezer woorden duidelijk den toon van een verwijt. Hij wist wel dat Rinckleben hem in het bezit waande van het middel om het bedoelde wonder te bewerken, en hij kon er niefe aan twijfelen, dat zijn vriend gekomen was met het oogmerk om hem daartoe te brengen. Maar nog was het oogenbilk, waarop hij den mond zou mogen opendoen, niet gekomen, en dus staarde hij zwijgend voor zich uit. Eene korte wijle bewaarde Rinckleben eene afwachtende houding. Toen echter trad hij naar Herbert toe en pakte hem met eene onstuimige beweging bij de schouders. — Herbert ! riep hij — wat zijt gij voor een vent?... Gij zijt bij machte, aan haar martelaavschap een einde te maken — en gi j aarzelt het te. doen ? —1k mag niet anders, gaf Vollmar ter reed om tegen de Duitsche vloot te vech-ten en tegen elk Duitsch oorlogschip. Het zal een groote dag zijn, deze op welke de Duitsche vloot zal vooruit komen om slag te leveren, en zij zal waim ontvangen worden. » Oproep aan de menschheid De heer Davignoh, minister van bui-tenlandsche zaken, gaat iets uitvoeren waarvan de gevolgen van overwegend belang kunnen zijn op den draai der te-genwoordige gebeurtenissen. De minister zou al de diplomatieke vertegenwoordigers, afgevaardigd bij de Belgische regeering en behoorend tôt de naties die niet betrokken zijn in het thans heerschiend geschil, bijeenroepen. Die naties zijn: Italie, Nederland, Tur-kije, Bulgarie, Rumenie, Griekenland, Zweden,, Noorwegen, Denemarken, Zwit-serland, Spanje, Portugal, de Vereenig-de Staten, de Amerikaansche Republie-ken, China en Japan. De heer Davignon zou hun kennis ge-ven van al de verkrachtingen van het volkenrecht-, van al de inbreuken op da overeenkomst van Geneve en op den al-gemeenen akt der conferencie van Den Haag, gepleegd door de troepen van Duitschland, dat al die overeenkomsten onderteekend heeft. è De minister zou al de barbaarsche fei-ten aanhalen (uitmoording der gekwetsten en der krijgsgevangenen, misbruik der witte vlag, uitmoording der rustige bevolking, plundering der openbare en bijzondere kassen), waaraan de soldaten van den meineedigen keizer zich in Belgie plichtig gemaakt hebben. Hij zal de diplomatieke agenten verzoeken die fei-ten per te^egraaf ter kennis te brengen hunner regeeringen, opdat deze zouden kunnen tusschenkomen op de wijze, welke zij het geschiktst oordeelen. De schending der oorlogswetten. Het onderzoekscomiteit aangaande hefc naleven van de oorlogswetten, wijst op de volgende feiten door de Duitsche troepen in Belgie begaan : 1. Den zondag, 9 augusti, kwam een troep van het 9e bataillon jagers van Leuenburg aan het stadhuis van Tongeren en eischte het geld van de gemeente-kas. Het Schepenencollege protesteerde en veijklaarde alleen voor het geweld te bukken. De Duitsche officier nam het geld, 7620 fr., en gaf een kwijtschrift. 2. Den woensdag, 12 augusti, 's mor-gends, hebben de Duitsche troepen te Hasselt zich meester gemaakt van de antwoord. En ik heb u immers gezegd waarom. Gij zoudt even zoo handelen, als gij in mijn geval verkeerdet. Rinckleben liet hem los en Jiep met) groote schreden door de kamer. — Neen neen ! barstte hij eindelijk los. Dat zou ik niet ! Ik zou niet zoo handelen ! Want ik beeld mij niet in, meer dan een mensch te zijn. Ten slotte toch kon het mij hoogstens het leven kosten. En voor de eer van het meisje, dat gij be-mint, offert een rechteschapen man zonder aarzeling zijn leven. Dit woord, dat slechts eene bevesti-ging was van hetgeen hij tôt zich zelf reeds had gezegd, werkte op Herbert wonderlijk opluchtend. ■— Ja, gij hebt gelijk! zegde hij. Het kan niet meer kosten dan het leven. Mis-schien dus zal het mij eenmaal weer de vriendelijkhedd bewijzen van mij mede te rekenen onder die menschen, die gij zoeven de recrthschapenen hebt ge-noemdGatroffen en vragend keek Rinckleben hem aan. — Wat wilt gij daarmede zeg-gen, Herbert ? — Gij vat het toch, hoop ik, niet letterlijk op ? Ik vat het op zooals wij beiden het meenen. Nogmaals dus : Dagmar's zaak staat slecht? — Zoo sleeht mogelijk. Zij draagt on-gelukkigerwijze door hare eigene houv ding nog steeds er toe bij, de verden-king te versterken. Ik ben in allen ernst er op voorbereid, haar eerstdaags te hooren verklaren dat zij het heeft ge-daan — enkel maar om eene lange ge-vangenisstraf te krijgen. Hare vreee voor den terugkeer in het leven is onoverwin-nelijk._— Nu het zal uw îiefde wel gelukkeri, die te overwinnen. (Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes